Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 04/12/2008
Vraag om uitleg van mevrouw Laurence Libert tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over sportinnovatie
De voorzitter: Mevrouw Libert heeft het woord.
Mevrouw Laurence Libert: Voor een kleine regio als Vlaanderen is de ontwikkeling van een strategische visie noodzakelijk als we ook op internationaal vlak iets willen betekenen. Waar leggen we onze prioriteiten om welvaart en welzijn in de toekomst te blijven verzekeren?
Vlaanderen heeft als belangrijke strategische keuze innovatie als prioriteit genomen. Innovatie is een belangrijke hefboom voor ondernemingen bij het opbouwen en uitbouwen van hun competitief voordeel. De toekomstige welvaart van Vlaanderen hangt in belangrijke mate af van het tijdig en adequaat inspelen op technologische en innovatieve ontwikkelingen. Op internationaal vlak scoren we hiervoor op een aantal domeinen zeer goed. Wat de toepassing betreft van de in het buitenland gewaardeerde Vlaamse knowhow over sporttechnologie, scoren we in Vlaanderen echter momenteel ondermaats. In Vlaanderen zijn al heel wat bedrijven en spin-offs actief op het vlak van de sporttechnologie. Helaas ontbreekt er een kader om dit ten volle te laten uitgroeien en te benutten.
Het ontbreekt Vlaanderen zeker niet aan ambitie. Zo proberen we het WK Voetbal van 2018 naar Vlaanderen te krijgen en doen we er alles aan opdat onze topsporters, zeker na Peking 2008, medailles zouden behalen. Waarom schenkt de Vlaamse overheid dan zo weinig aandacht aan de aanwezige sporttechnologie? Waarom krijgt die niet de ondersteuning en waardering die ze in het buitenland wel krijgt?
De uitwerking van het Vlaams Sportinfrastructuurplan gebeurt door een op te richten sportfacilitator, een samenwerkingsverband tussen de Participatiemaatschappij Vlaanderen, uw kabinet en het Vlaams Kenniscentrum PPS. Ook hier zou de inbreng van de Vlaamse knowhow inzake sporttechnologie niet mogen ontbreken als Vlaanderen zich als een innovatieve regio wil profileren in het buitenland.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van de Vlaamse knowhow inzake sporttechnologie, en werden deze partijen reeds uitgenodigd met betrekking tot sportinfrastructuur? Bent u op de hoogte van het feit dat Vlaamse bedrijven gespecialiseerd in sporttechnologie in het buitenland meer werk hebben dan in eigen land?
Welke maatregelen hebt u genomen om de kennis van gespecialiseerde bedrijven in sporttechnologie van wereldniveau te integreren in het Vlaams sportbeleid? Over welke databank beschikt Vlaanderen om gegevens van onze topsporters en federaties bij te houden? Bestaan hier duidelijke criteria en parameters voor?
Bestaat er een mogelijkheid om een Vlaamse topsporttalentenbank uit te werken met de verschillende belangengroepen zoals Bloso, Topsport Vlaanderen en het BOIC? Hoe staat u tegenover een eventuele samenwerking met het IWT?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Uiteraard ben ik als minister van Sport op de hoogte van de Vlaamse knowhow inzake sporttechnologie. Specifiek voor het sportinfrastructuurplan heb ik voorlopig geen beroep gedaan op Vlaamse experts op het gebied van sporttechnologie. Het financieel en juridisch opstarten van het Vlaamse sportinfrastructuurplan en de selectie van de dossiers waren de belangrijkste basisvoorwaarden die eerst ingevuld moesten worden.
Binnenkort start de marktbevraging in verband met de kunstgrasvelden. Ik ben ervan overtuigd dat verschillende Vlaamse topbedrijven hierop zullen intekenen met nieuwe technieken of materialen. Ook voor de andere deelprojecten ga ik ervan uit dat er mede door de vastgestelde criteria, zoals toegankelijkheid, rationeel energiegebruik en architecturale waarde, verschillende innovatieve voorstellen zullen worden ingediend.
Ook binnen het topsportspoor van mijn sportbeleid wordt op regelmatige basis samengewerkt met Vlaamse sporttechnologie-experts. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan de academische expertise van de professoren en assistenten aan de faculteiten Lichamelijke Opvoeding van onze Vlaamse universiteiten bij de ontwikkeling van onder andere de Belgische topsportindex en een screeningsinstrument voor de talentdetectie- en talentontwikkelingsprogramma´s van de sportfederaties.
Ondanks de nog bestaande behoeften is de Vlaamse markt voor de renovatie en de bouw van sportaccommodaties, en de hierbij soms toegepaste moderne sporttechnologie, veeleer beperkt in vergelijking met die van grotere landen of in expansie zijnde regio´s. Bedrijven richten zich bijgevolg in Vlaanderen op een meer gedifferentieerde markt, ruimer dan de sportsector, en/of breiden hun activiteiten uit naar het buitenland. Deze Vlaamse situatie is niet abnormaal en vindt ook plaats in andere economische sectoren.
Waar ik kan, binnen de vastgelegde budgetten, lever ik graag inspanningen om de Vlaamse knowhow in verband met sporttechnologie in te zetten in het Vlaamse sportbeleid. Zoals ik al aangaf, komt dit vooral tot uiting binnen mijn topsportbeleid. In de eerste plaats denk ik aan het bewegingsplatform, waarbinnen drie zelfstandige trainingsexperts de begeleiding van de topsportfederaties door andere zelfstandigen ondersteunen op het vlak van bewegingsanalyse, rughygiëne, houdingsperceptie en -sturing, planning en periodisering.
Ook zeer innovatief is de investering in en het gebruik van de hoogte- en klimaatkamer die werd geïnstalleerd voor topatleten binnen het Topsport ABC, het topsportbegeleidingscentrum van de K.U.Leuven. De trainingskamer wordt aangewend voor trainingen op hoogte, hypoxietraining, en in warme en vochtige omstandigheden, acclimatisatietraining. Er zijn echter veel meer projecten binnen het topsportbeleid waarbij de Vlaamse knowhow over sporttechnologie ingezet wordt. Hiervoor verwijs ik naar de beleidsbrief Sport van deze legislatuur.
In het kader van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties heeft Bloso sinds 2000 de database fedfiche ontwikkeld. Deze database verzamelt de gegevens met betrekking tot de erkende, al dan niet gesubsidieerde sportfederaties, evenals de bij hen aangesloten sportclubs en leden. Voor de controle van de sportfederaties wordt deze database dagelijks gebruikt, in functie van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden, bij de raming en de definitieve berekening van de toe te kennen subsidies en voor het aanleveren van statistische informatie.
Daarnaast beschikt ook de Vlaamse Trainersschool, de VTS, over een uitgebreide databank VOTAS waarin de identificatiegegevens worden bijgehouden van alle gekwalificeerden sinds 1970, samen met hun kwalificaties, zoals diploma´s, attesten en getuigschriften en de cursusorganisaties met opleidingsprogramma´s waarin die werden behaald.
Tot slot investeert Bloso sinds 2004 in licenties van Digital Training Coach, ontworpen door een Vlaams bedrijf. Dat laat toe om gedetailleerde trainingsschema´s digitaal te organiseren en op te volgen. Dit wordt intensief gebruikt door topsporters, leerlingen, hun trainers en co?rdinatoren topsport, hoofdzakelijk in het kader van de topsportscholen.
In het Topsportactieplan Vlaanderen 2005-2008, integraal opgenomen in de beleidsnota Sport 2004-2009, werd vooropgesteld om een topsportvolgsysteem te ontwikkelen voor het opvolgen van Vlaamse topsporters, van het moment dat ze als talent gedetecteerd worden tot en met het einde van hun topsportloopbaan. Dit systeem werd intussen effectief uitgebouwd en zal in 2009 stapsgewijs door de topsportfederaties in gebruik worden genomen. Zowel de topsportfederaties, de topsporters zelf, de topsporttrainers als de beleidsinstanties Bloso, het departement en het BOIC zullen het systeem dagelijks kunnen aanwenden in functie van planning, opvolging, beheer van resultaten en testgegevens, aanvragen van statuten en dergelijke.
Ik sta zeker niet weigerachtig ten opzichte van een samenwerking met het IWT. Feit is wel dat binnen het IWT op dit ogenblik weinig sportspecifieke knowhow aanwezig is. Vandaar dat ik voor de inzet van sporttechnologie steeds uitkom bij onze Vlaamse universiteiten, die op het gebied van sporttechnologie over heel wat knowhow beschikken.
De voorzitter: Mevrouw Libert heeft het woord.
Mevrouw Laurence Libert: Mijnheer de minister, u hebt een heel aantal projecten opgesomd, die ik niet allemaal kende. Ik heb mijn vraag gesteld naar aanleiding van een Limburgs bedrijf dat in sporttechnologie actief is en heel veel moeite ondervindt om in contact te treden met Bloso, het BOIC en dergelijke. Misschien kunt u eens een rondetafel organiseren met Vlaamse bedrijven actief in deze branche zodat zij kennis kunnen maken met wat er al bestaat en kijken. Zo kunnen we kijken of er een betere samenwerking met de instanties en tussen de bedrijven onderling mogelijk is.
Minister Bert Anciaux: Ik vind het een goed idee om een rondetafel te organiseren voor de bedrijven, de sportactoren en de universiteiten.
De voorzitter: Het incident is gesloten.