Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 04/12/2008
Vraag om uitleg van mevrouw Laurence Libert tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de sportinfrastructuur
De voorzitter: Mevrouw Libert heeft het woord.
Mevrouw Laurence Libert: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid, wordt bepaald dat lokale besturen een sportbeleidsplan moeten opstellen in ruil voor subsidies. Het vierde deel van dit sportbeleidsplan moet worden gewijd aan de beschrijving van een globaal meerjarenplan met betrekking tot de sportinfrastructuur op het gemeentelijke grondgebied.
Om hen een duw in de rug te geven, werkte u het ambitieuze Vlaams Sportinfrastructuurplan uit. Door middel van alternatieve financiering wordt een inhaalbeweging in sportinfrastructuur gerealiseerd voor een totale investeringswaarde van 225 miljoen euro. Daarmee zal het tekort aan sportinfrastructuur voor 35 percent weggewerkt moeten worden binnen een termijn van drie jaar.
Op 14 mei 2008 keurde het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet goed betreffende een inhaalbeweging in sportinfrastructuur via alternatieve financiering. Dit decreet vormt het wettelijke kader voor het Vlaams Sportinfrastructuurplan: het decretaal vastleggen van het subsidiëringmechanisme voor sportinfrastructuur gekoppeld aan de methode van publiek-private samenwerking. Het decreet biedt een kader om op middellange termijn het globale tekort aan sportinfrastructuur weg te werken.
De concrete uitwerking van het Vlaams Sportinfrastructuurplan gebeurt door een op te richten Sportfacilitator. Deze operationele groep omvat een samenwerkingsverband tussen de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV), het kabinet van de Vlaamse minister van Sport, het Vlaams Kenniscentrum PPS en het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM).
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken betreffende de Sportfacilitator? Is de groep reeds aan het werk? Wie heeft er zitting in?
Hebt u zicht op de nieuw op te richten sportinfrastructuur voor de komende drie jaar? Welke gemeenten hebben subsidies aangevraagd voor welke infrastructuur?
Wanneer zult u beslissen welke projecten in aanmerking komen om via deze structuur gefinancierd te worden?
Hebt u zicht op alle op te richten sportinfrastructuur, ook deze die niet door de Vlaamse overheid gefinancierd wordt? Plant u het oprichten van een databank om steeds een actuele stand van zaken te hebben van de Vlaamse sportinfrastructuur?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Libert, de Sportfacilltator werd opgericht bij het besluit van 18 juli 2008 ter uitvoering van het decreet van 23 mei 2008 betreffende een inhaalbeweging in sportinfrastructuur via alternatieve financiering.
Artikel 23 van het besluit zegt: "Bij het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media wordt een cel opgericht, Sportfacilitator, die ermee wordt belast de door de Vlaamse Regering opgenomen taken, vermeld in het decreet en in dit besluit, voor te bereiden, te coördineren, te beheren, te faciliteren en te ondersteunen. De Sportfacilitator zal optreden als kennisverzamelaar en -beheerder met betrekking tot de alternatieve financiering van sportinfrastructuur, al dan niet door middel van een DBFM(O)-overeenkomst. De minister wordt belast met de nadere operationalisering van de Sportfacilitator. Tussen de minister, PMV en het Vlaams Kenniscentrum PPS wordt een samenwerkingsprotocol gesloten. In dit samenwerkingsprotocol worden nadere afspraken gemaakt over de kennisondersteuning en -overdracht vanuit PMV en het Kenniscentrum PPS naar de Sportfacilitator, de samenwerking met betrekking tot de taken van de Sportfacilitator. De minister zal met Bloso een akkoord sluiten over een addendum aan zijn beheersovereenkomst omtrent de diensten die Bloso zal verrichten in het kader van het decreet en dit besluit."
Het samenwerkingsprotocol tussen de Vlaamse Gemeenschap, zijnde mijn kabinet, en het Kenniscentrum PPS, vertegenwoordigd door de heer Kris Peeters, minister-president, en door mezelf als Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel enerzijds en de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen NV anderzijds, werd gesloten op 21 november 2007. Als addendum bij de beheersovereenkomst werd op 23 november 2007 een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door mezelf als Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, en Bloso.
De groep, bestaande uit afgevaardigden van het kabinet Sport, PMV, het departement CJSM, kenniscentrum PPS en Bloso, is dus al meer dan een jaar bezig met voorbereidend werk voor de uitwerking van het Vlaams Sportinfrastructuurplan. Dat gaat van de voorbereiding van het wettelijk kader, de selectie van projecten, tot het opstellen van modelovereenkomsten en dergelijke meer.
Op vrijdag 28 november 2008 besliste de Vlaamse Regering over de rangschikking en selectie van de projecten, ingediend in het kader van het Vlaams Sportinfrastructuurplan. In totaal werden 130 projecten geselecteerd. Hiermee werd het licht op groen gezet voor de realisatie van 73 kunstgrasvelden, 43 eenvoudige sporthallen, 4 eenvoudige zwembaden en 10 multifunctionele sportcentra die eveneens een groot zwembad hebben.
Voor een aantal van de geselecteerde projecten gelden bepaalde voorwaarden. Die zullen slechts gerealiseerd worden indien tegen een door de Vlaamse Regering vooropgestelde datum aan deze voorwaarden werd voldaan. Dit heeft voornamelijk te maken met het tijdig in orde brengen van stedenbouwkundige attesten en het beschikken over een zakelijk recht op het bouwperceel. Voor een overzicht van de geselecteerde projecten verwijs ik naar de website www.vlaanderen.be/sportinfrastructuurplan.
Ik heb niet echt zicht op alle op te richten sportinfrastructuur. Volgens het kerntakendebat behoort de oprichting van lokale sportinfrastructuur immers tot de bevoegdheden van de gemeenten. Ik beschik dus enkel over een overzicht van ingediende dossiers aan de hand van het Vlaams Sportinfrastructuurplan. Ik heb een behoefteonderzoek naar sportinfrastructuur laten uitvoeren door het Steunpunt voor beleidsrelevant onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport. De dossiers die zijn ingediend in het kader van het Vlaams Sportinfrastructuurplan, zijn onder meer op basis van deze studie beoordeeld. Verder beschikt Bloso reeds over een sportinfrastructuurdatabank, Spakki, die beschikbaar is op de website van Bloso, www.bloso.be/Bloso/SportinfrastructuurPublic/SpakkiZoek.aspx. Uiteraard is het de bedoeling om deze databank continu te actualiseren. Hiertoe worden de gemeenten tweejaarlijks bevraagd.
In het kader van het Sport voor Allen-beleid hebben we een hoofdstuk ingevoerd over sportinfrastructuur. Heel wat gemeenten hebben de nodige informatie overgemaakt over hun sportinfrastructuur.
De voorzitter: Mevrouw Libert heeft het woord.
Mevrouw Laurence Libert: Mijnheer de minister, er zijn heel wat projecten goedgekeurd. Mijn vraag komt misschien dan ook iets te laat.
Op basis van een grondig behoefteonderzoek hebt u maatregelen genomen tegen het tekort aan sportinfrastructuur. Het is een opdracht voor u of de volgende minister om die infrastructuur bij te houden. Het is niet de bedoeling om steden en gemeenten te verplichten, maar het zou mooi zijn hen een aanzet te geven om die databank up-to-date te houden.
De voorzitter: Het incident is gesloten.