Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 13/11/2008
Vraag om uitleg van de heer Piet De Bruyn tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over een opleiding voor wijnbouwers
De voorzitter: De heer De Bruyn heeft het woord.
De heer Piet De Bruyn: Onder de mom 'het hoeft niet altijd over wijn te gaan' wil ik u vandaag over iets heel anders een vraag stellen. Het is echter een terechte vraag, en niet zomaar een folie om de commissie nodeloos te rekken. We stellen vast dat de wijnsector in Vlaanderen de voorbije jaren fors groeit.
Het heeft misschien te maken met het zachtere klimaat, maar ongetwijfeld zijn er ook een aantal andere factoren. Het is een feit dat steeds meer volwassenen zich toeleggen op het zelf telen van druiven, met het oog op het produceren van wijn. Ook over de kwaliteit van de wijnen die op de markt worden gebracht, moeten we niet langer geringschattend of smalend doen. Integendeel, jaar na jaar stijgt de kwaliteit. De wijnen uit het Hageland, maar ook uit andere streken in Vlaanderen nemen in kwaliteit toe. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat een stijgend aantal wijnboeren, hoewel nog altijd beperkt, zelfs een hoofdinkomen haalt of tracht te halen uit hun wijnproductie. Het toekennen van de gecontroleerde oorsprongsbenaming 'Hagelandse wijn' mogen we zien als een appreciatie, haast als een garantie voor de kwaliteit die daar in principe voor geboden wordt.
Ondanks dit succes bestaat er momenteel geen opleiding voor wijnbouwers die wordt georganiseerd door de overheid. De steun van overheidswege beperkt zich tot nu toe tot een kleine subsidie van het ministerie van Landbouw enerzijds en de goede wil van het gemeentebestuur van Rotselaar anderzijds. Zodoende kan de vereniging van Vlaamse Professionele Wijnbouwers een oenoloog vergoeden om een aantal lessen te geven. Meer gebeurt tot op heden niet.
Het staat echter buiten kijf dat er wel degelijk een nog groeiend potentieel is aan jonge en minder jonge mensen die voor een carrière in de wijnbouw willen kiezen. Dat blijkt ook uit gesprekken die ik met jongeren heb gevoerd. Een degelijke, erkende opleiding zou deze stap in belangrijke mate kunnen vereenvoudigen. Elementen die onder meer in de opleiding aan bod zouden moeten komen, zijn de volgende. Ik wil mij daarbij niet als een specialist opstellen. Het beheer van de wijngaard heeft allicht te maken met grond, bemesting, het juiste ogenblik van de pluk van de druiven, onkruid- en ongediertebestrijding en zo meer. De bereiding van de wijn is belangrijk, maar ook een flink stuk commerciële organisatie en zo meer. Dit onderwijs zou in een eerste fase gegeven kunnen worden via het volwassenenonderwijs of via de tuinbouwschool. Er zouden hierover al contacten lopen met uw kabinet.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van de vraag naar een opleiding voor wijnbouwers? Hebt u de intentie om in te gaan op deze vraag? Hoe kunnen we de sterk groeiende markt van de wijnbouw in Vlaanderen voorts ondersteunen en professionaliseren? Bent u bereid daarvoor in de nodige budgetten te voorzien?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Het is zo dat momenteel noch mijn kabinet, noch mijn administratie, weet hebben van een formele vraag om in een nieuwe opleiding te voorzien voor wijnbouwers. Het is immers zo dat er al een opleiding voor wijnbouwers bestaat in het volwassenenonderwijs. In het Centrum voor Volwassenenonderwijs Elishout COOVI in Anderlecht kunt u de opleiding 'wijnkennis en wijntechnologie' volgen. In die opleiding leren de cursisten om wijn te maken. De opleiding bestaat uit zeven modules waarbij zowel de druiventeelt, wijntechnologie, chemische processen, wetgeving, veiligheid, hygiëne als kwaliteitscontrole aan bod komen.
Het CVO stelt dat de cursisten die deze opleiding volgen, inzicht krijgen in de verschillende productiestappen om wijn te maken. Naast de degustatie worden ook zelf wijnen gemaakt. Die worden dan tijdens de opleiding in het lab op verschillende eigenschappen onderzocht. Het centrum stelt dat afgestudeerden van deze opleiding kunnen worden tewerkgesteld in wijnhandels en bedrijven waar wijn geproduceerd wordt, maar ook zelf thuis wijn kunnen maken.
Daarnaast voorzien heel wat Centra voor Volwassenenonderwijs en ook Syntra in opleidingen wijnproeven. Deze opleidingen passen veelal in de hotelopleidingen en richten zich veeleer op algemene wijnkennis en minder op het leren maken van wijn.
Wat de druiventeelt betreft, kunt u in het volwassenenonderwijs binnen het studiegebied land- en tuinbouw op verschillende plaatsen in Vlaanderen de opleiding tuinbouw volgen. Deze opleiding geeft een algemene basis op het vlak van plantenteelt. Verdere specialisatie in bijvoorbeeld snoeitechnieken is ook mogelijk.
Belangrijk om weten is ook dat de opleiding 'wijnkennis en wijntechnologie' gecombineerd kan worden met een opleiding bedrijfsbeheer, waardoor de cursist ook een aantal basisvaardigheden kan aanleren met betrekking tot verkoop en organisatie.
U merkt dat er in het volwassenenonderwijs al heel wat opleidingen bestaan die gevolgd kunnen worden om opgeleid te worden tot wijnbouwer. Het is mij aldus niet helemaal duidelijk wat de specifieke vraag van de wijnsector is.
Het opleidingsaanbod in het onderwijs is natuurlijk geen statisch gegeven, maar moet zich lenen tot actualisering en bijsturing waar nodig. Arbeidsmarktgerichte, maatschappelijke, technologische en andere ontwikkelingen gaan immers niet aan onderwijs voorbij. Ons onderwijssysteem voorziet in mogelijkheden om nieuwe opleidingen te initiëren. Als er een formele vraag komt vanuit de erkende beroepssector om de opleidingen aan te passen aan de noden van vandaag, dan zullen wij dit zeker opnemen.
Belangrijk voor beroepsopleidingen is dat de beroepssector een goed beroepscompetentie-profiel uitschrijft. Dan kunnen de onderwijs- en opleidingsverstrekkers hun opleidingen daaraan aanpassen. Het is niet de bedoeling dat de onderwijsverstrekkers zelf gaan bepalen welke competenties iemand nodig heeft om een bepaald beroep uit te oefenen. Het is dus in de eerste plaats aan de wijn- en landbouwsector om te bepalen welke competenties vereist zijn voor druiventeelt en wijnbouw.
De voorzitter: De heer De Bruyn heeft het woord.
De heer Piet De Bruyn: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, dat voor de mensen die heel actief bezig zijn met tuinbouw de nodige verduidelijking zal brengen. Ik zal dan ook niet nalaten hen te wijzen op de vele mogelijkheden die u hier schetst, en te kijken of zij, aansluitend daarbij, een initiatief voor een beroepsopleiding nog wenselijk achten. Ik zal in elk geval ook uw advies meegeven om die vraag, langs de beroepsorganisatie om, formeel tot u te richten.
De voorzitter: Het incident is gesloten.