Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 21/10/2008
Vraag om uitleg van de heer Gino De Craemer tot mevrouw Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, over het consulaat-generaal in Milaan
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Mijnheer de voorzitter, de federale minister van Buitenlandse Zaken zou hebben beslist het Belgische consulaat-generaal in Milaan te heropenen. De plannen zouden reeds zeer ver zijn gevorderd. Hoewel hij nog niet is benoemd, zou de nieuwe kandidaat-consul-generaal reeds in de Italiaanse stad aanwezig zijn om de eerste voorbereidingen te treffen. Het gaat dan onder meer om het zoeken van een ambtswoning, van kantoorruimte en van medewerkers.
In 2002 heeft de federale regering beslist verschillende diplomatieke posten, waaronder het consulaat-generaal in Milaan, te sluiten. De residentiële ambtswoning is verkocht en het personeel is ontslagen. Er zijn op dit ogenblik niet minder dan drie verschillende commerciële diensten in Milaan aanwezig. Ik vraag me dan ook af welke meerwaarde een bijkomende vertegenwoordiging zou opleveren. De vraag rijst tevens of een bijkomende vertegenwoordiging de reeds bestaande diensten niet zou hinderen.
Mevrouw de minister, bent u van de eventuele heropening van dit consulaat-generaal op de hoogte gebracht? Is dit tijdens de Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid (ICBB) ter sprake gekomen? In welke mate bent u bij dit initiatief betrokken? Wat is volgens u de reden om het in 2002 gesloten consulaat-generaal te heropenen? Onderschrijft u die visie? Vreest u niet dat deze heropening de Vlaamse inspanningen op economisch gebied zal hinderen? Welke gevolgen zal de heropening van het consulaat-generaal hebben voor de aanwezige vertegenwoordigers van Flanders Investment & Trade (FIT)?
De voorzitter: De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
De heer Luk Van Nieuwenhuysen: Mijnheer de voorzitter, deze vraag om uitleg betreft eigenlijk een problematiek die in deze commissie al eerder aan bod is gekomen. In 2006 is aan de toenmalige minister van Buitenlands Beleid een vraag om uitleg gesteld over de inspraak van de Vlaamse Regering in de sluiting en opening van Belgische diplomatieke posten in het buitenland. Omstreeks die tijd waren net een aantal ambassades in Zuid-Amerika en in Afrika zonder voorafgaand overleg tussen de minister van Buitenlandse Zaken en de deelstaatregeringen gesloten.
De opening of sluiting van diplomatieke posten belangt het Vlaamse Gewest echter wel degelijk aan. Dit blijkt ook uit de vraag om uitleg van de heer De Craemer. We zijn immers onder meer bevoegd voor het internationaal ondernemen, voor het toerisme, voor de ontwikkelingssamenwerking en voor het buitenlands beleid in het algemeen.
Toenmalig minister Bourgeois was terecht van mening dat dergelijke beslissingen logischerwijze op de agenda van de Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid horen. Tot nu toe wordt de Vlaamse Regering gewoon per brief op de hoogte gebracht zodra de beslissing tot opening of sluiting van een diplomatieke post officieel wordt bekendgemaakt. Hij heeft toen beloofd dat hij dit punt op de Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid ter sprake zou brengen. Ik weet niet of dat ondertussen is gebeurd.
Mevrouw de minister, bent u hiervan op de hoogte? Zijn er sinds 2006 inspanningen geleverd om Vlaanderen bij dergelijke beslissingen te betrekken?
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Mijnheer de voorzitter, hoewel ik vermoed dat dit sowieso deel zal uitmaken van het antwoord van de minister, wil ik toch een paar uitdrukkelijke vragen stellen.
Hoe is de situatie in Milaan nu? Ik neem aan dat FIT een vertegenwoordiger ter plaatse heeft. Hoe is die vertegenwoordiger gehuisvest? Gaat het om een gezamenlijke huisvesting, samen met de economische diensten van de andere gewesten?
Is het een optie, indien er daadwerkelijk een Belgisch consulaat-generaal komt, om dit te huisvesten in de gebouwen waar nu FIT, het Agence wallonne à l´Exportation et aux Investissements Etrangers (AWEX) en het Brusselse agentschap zijn gevestigd? Hoe is de situatie op dit ogenblik? Ziet de minister een mogelijkheid tot samenwerking?
De voorzitter: Minister Ceysens heeft het woord.
Minister Patricia Ceysens: Mijnheer de voorzitter, ik wil allereerst opmerken dat de verschillende overheden op dit gebied over een grote autonomie beschikken. Ik neem aan dat iedereen het merkwaardig zou vinden de opening of de sluiting van een van onze eigen buitenlandse posten van de goedkeuring door de federale regering te laten afhangen.
De FOD Buitenlandse Zaken en FIT hebben contacten over de consulaire post die te Milaan zal worden geopend. FIT beschikt sinds 2002 over een vertegenwoordiger in Milaan. De contacten tussen FIT en de FOD Buitenlandse Zaken omvatten onder meer de huisvesting.
De federale regering heeft deze beslissing om consulaire redenen genomen. Er zijn ongeveer 10.000 landgenoten in deze regio aanwezig. Dat is niet niets. Om die reden is besloten een consulaat-generaal te openen. Bovendien kent deze regio de grootste industriële activiteit van Italië. Er zijn ginds Vlaamse vertegenwoordigers aanwezig. We voeren uiteraard onze opdracht uit. Het consulaat-generaal wordt vooral om consulaire redenen geopend. Het gaat tenslotte om 10.000 landgenoten.
FIT en de FOD Buitenlandse Zaken bekijken nu samen welke toekomstige mogelijkheden er met betrekking tot de huisvesting zijn.
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Ik was eigenlijk nog op antwoorden op mijn vragen aan het wachten. Ik heb ze in elk geval niet gehoord.
De redenen die ooit zijn aangehaald om het consulaat-generaal te sluiten, worden nu aangehaald om het te heropenen. In 2002 waren de consulaire diensten in Milaan blijkbaar overbodig. De ambassade in Rome kon voor alle consulaire diensten, zoals het verstrekken van visa en van paspoorten, instaan. Nu wordt diezelfde reden aangehaald om het consulaat-generaal te heropenen. Ik begrijp dat niet zo goed.
Een consul moet letterlijk voor de bevordering van de handelscontacten tussen de zendende staat en het gastland instaan. Het zal in Milaan dan ook enorm druk worden. Ik blijf ervan overtuigd dat deze actie van minister De Gucht, overigens een partijgenoot van u mevrouw de minister, zal interfereren met de werkzaamheden van de economische vertegenwoordigers van de deelstaten ter plaatse, onder wie de vertegenwoordiger van FIT.
Ik wil tevens opmerken dat de lidstaten van de Europese Unie onderling zijn overeengekomen om zonder goede redenen geen bijkomende consulaten of consulaten-generaal meer te openen bij elkaar. In mijn ogen is er in dit geval totaal geen reden voor de heropening. Minister De Gucht zou de bevoegdheden voor de buitenlandse handel liever bij de federale overheid dan bij de deelstaten zien. Dat is allicht de ware reden. Ik kan geen enkele goede reden bedenken om de heropening van dit consulaat-generaal enigszins te verantwoorden.
Mevrouw de minister, ik vraag u tussenbeide te komen. Dit lijkt me pertinent nodig om die opening alsnog te beletten.
De voorzitter: De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
De heer Luk Van Nieuwenhuysen: Volgens de minister zou het geen goede zaak zijn indien de deelstaten zich in de beslissing over het al dan niet sluiten of openen van diplomatieke posten in het buitenland zouden mengen. Het gaat hier echter om het hele buitenlandse beleid van de federatie. Dit beleid zou een vertaling moeten zijn van wat op dit vlak bij de deelstaten leeft. Het zou tot op zeker niveau een emanatie hiervan moeten zijn. Het lijkt me dan ook logisch dat overleg aan dergelijke beslissingen voorafgaat. Wat het consulaat-generaal te Milaan betreft, lijkt dit overleg me nuttig en zelfs noodzakelijk om tot goede afspraken te komen. Op dit ogenblik worden we voor voldongen feiten geplaatst.
Het is, in tegenstelling tot het standpunt dat de Vlaamse Regering enkele jaren geleden heeft verkondigd, blijkbaar niet de bedoeling van de minister deze werkwijze te veranderen.
De voorzitter: Minister Ceysens heeft het woord.
Minister Patricia Ceysens: Zoals ik daarnet al heb verklaard, is er sprake van een grote mate van autonomie. Ik denk dat alle aanwezigen, indien het om een beweging in de omgekeerde richting zou gaan, zeker op deze autonomie zouden staan.
Het spreekt voor zich dat heel vaak overleg wordt gepleegd. Vooral consulaire redenen liggen aan de bron van de beslissing dit consulaat-generaal te heropenen. Verder werken we op veel plaatsen aan een economische diplomatie. We proberen onze handel en onze economie te versterken. Indien we de mensen die ons hierbij kunnen helpen niet zelf hoeven te betalen, is hun hulp meer dan ooit welkom.
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Ik blijf op mijn honger. Volgens mij moet de minister contact met haar partijgenoot, minister De Gucht, opnemen om hem op andere gedachten te brengen. Mij lijkt de opening van dit consulaat-generaal nutteloos. Het gaat enkel om bijkomende kosten. Er zijn voldoende vertegenwoordigers van de deelstaten. Ze doen hun werk. We hebben deze bemoeienissen van de federale overheid niet nodig. De redenen om het consulaat-generaal te sluiten, worden nu aangehaald als redenen om het heropenen. Begrijpe wie begrijpen kan.
De voorzitter: Het incident is gesloten.