Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 16/10/2008
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de splitsing van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB)
Interpellatie van de heer Johan Deckmyn tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over het uitstel van de splitsing van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB)
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de minister, het is niet de eerste keer dat dit probleem hier aan bod komt. Op dit moment is deze vraag hier echter geoorloofd.
Mijnheer de minister, mijn fractie heeft altijd haar steun toegezegd aan de initiatieven die u hebt genomen. Het ligt ook niet allemaal binnen uw mogelijkheden om een en ander op het juiste spoor te zetten.
Deze kwestie begint steeds meer op een processie van Echternach te lijken, zij het dat men bij de processie van Echternach uiteindelijk wel aankomt. In dit geval is dat nog een open vraag.
Mijnheer de minister, enkele maanden geleden was er positief nieuws. We hebben toen in deze commissie een discussie gehad over mogelijke stappen binnen de KBVB om tot gedeelde vzw´s te komen. U hebt de KBVB duidelijk gemaakt wat de mogelijkheden zijn. Sommigen doen daar wat smalend over en zeggen dat u de KBVB een wortel voorhoudt. Voor ons is niet alleen die wortel belangrijk. Wij wensen een sportbeleid te voeren in Vlaanderen. Duizenden jongeren die de voetbalsport beoefenen, vallen buiten dat Vlaamse sportbeleid. Dat feit op zich is al betreurenswaardig.
Ik stel dagelijks vast dat sommige mensen nog altijd niet begrijpen waarover het gaat. Ik hoorde de voorzitter van Standard, de heer D´Onofrio, zeggen dat ze naar Frankrijk vertrekken indien de KBVB zou splitsen. Ik zou zeggen: ´Allez-y´. Waarom zou Vlaanderen niet samen met Nederland competitie voeren? Dan komt ook Vlaanderen op een hoger niveau.
D´Onofrio en vele anderen weten blijkbaar niet waarover het gaat. Wij hebben in deze commissie of in dit parlement nooit vragen gesteld over de organisatie van competities. Het is een zaak van de sport hoe competities worden georganiseerd. Als sportliefhebber heb ik daar mijn idee over maar als parlementslid spreek ik me daar niet over uit.
Als Standard door een splitsing van de voetbalbond meent in Frankrijk te moeten gaan spelen, dan vraag ik me af wie zich nu separatistisch opstelt.
Mijnheer de minister, wat is momenteel de stand van zaken? Ik wil geen voorafname doen op het debat over de begroting 2009. We hebben echter duidelijke engagementen vooropgesteld inzake de middelen die ter beschikking werden gesteld van het voetbalgebeuren. Daar zijn duidelijke voorwaarden aan verbonden. De KBVB moet zich aanpassen aan de staatslogica om een verdere financiering in de toekomst mogelijk te maken. Ik verwijs ook naar de moties die hier zijn goedgekeurd. Bij een erkenning van de voetbalbond moeten er voldoende middelen veil zijn zodat andere sportfederaties daar geen nadelen van ondervinden. Wat zijn uw intenties, mijnheer de minister?
- De heer Dany Vandenbossche treedt als voorzitter op.
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de minister, het Vlaams Belang staat in vergelijking met de andere partijen in dit parlement veel kritischer tegenover uw voorstel over de splitsing van de KBVB. Afgelopen vrijdag werd veelbelovend aangekondigd dat de splitsing van de voetbalbond een feit zou zijn. De kranten lieten aan duidelijkheid echter niets te wensen over. De titels luidden: ?Voetbalbond stelt splitsing uit op zijn Belgisch? en ?Voetbalbond wil Vlaams geld zonder splitsing?.
Mijnheer de minister, de splitsing was in het begin van deze legislatuur een van uw beleidsengagementen. U engageerde zich letterlijk tot ?het onderhandelen van een splitsing van de resterende sportbonden?.
De KBVB en het BOIC waren de toppers op mijn lijstje.
Minister Bert Anciaux: Er is ook nog het hockey.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de minister, u mag geen veto´s stellen. Uw engagement betrof de resterende sportbonden.
Minister Bert Anciaux: Dan moeten we het koningshuis tegelijkertijd ook splitsen.
De heer Johan Deckmyn: Het splitsen van het koningshuis staat niet in uw beleidsnota, het splitsen van de resterende sportbonden wel. Er is misschien een verschil in symboliek maar de onderhandelingen over de splitsing van de resterende sportbonden staan heel duidelijk in uw beleidsnota.
Ik heb u er in het verleden vaak op gewezen dat u door de voetbalbond aan het lijntje werd gehouden. Dit wordt vandaag opnieuw pijnlijk duidelijk.
De sterke man van Standard, de heer D´Onofrio, weet duidelijk niet waarover het hier gaat. Hij dreigt ermee met zijn ploeg naar Frankrijk te gaan. Wat mij betreft doet hij maar. Zelf ben ik voorstander van een beneliga. Clubs die daar niet bij willen aansluiten, moeten het dan maar elders gaan zoeken.
Het uitvoerend comité van de voetbalbond besliste vrijdag om weliswaar een Nederlandstalige en een Franstalige vzw op te richten, maar het is volstrekt onduidelijk waar men bij de voetbalbond heen wil. Er zullen interne werkgroepen worden opgericht en externe studiebureaus zullen de opportuniteit van een Vlaamse voetballiga onderzoeken op juridisch, financieel en personeelsvlak.
Er wordt een soort van ´flou artistique´ gecreëerd. Ik beschouw dit als een nieuw uitstel. Men wil vooral niet de perceptie scheppen dat dit laatste unitaire bastion zou worden gesplitst.
Uiteindelijk is het de voetbalbond vooral te doen om het binnenhalen van de jaarlijkse 5,5 miljoen euro en de eenmalige 50 miljoen euro voor stadions. Echte engagementen voor een splitsing zijn er niet. De heer Van Dijck had het over de processie van Echternach. Daar gaat men een aantal stappen voorwaarts en een aantal achterwaarts. Ik heb de indruk dat men hier alleen maar achteruitgaat.
Brussels minister Vanhengel, wiens partij deel uitmaakt van de meerderheid, geeft in de kranten van vrijdag openlijk tegenwind. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Hij is het niet eens met de splitsing van het Belgische amateurvoetbal en vindt dat de politieke wereld niet aan de sportwereld mag vragen zich aan te passen.
Minister Bert Anciaux: Minister Vanhengel zou zich beter met zijn eigen zaken bemoeien.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de minister, ik hoop dat u deze boodschap schriftelijk vastlegt.
Minister Bert Anciaux: Is het niet voldoende dat ik dat hier zeg?
De heer Johan Deckmyn: Dit is niet de enige zaak die minister Vanhengel naar voren brengt.
Ook in de zaak waarin Standard dreigt de competitie te verlaten, werkt minister Vanghengel opnieuw openlijk tegen. Dat blijkt uit de commentaar van de manager van Anderlecht, de heer Van Holsbeeck. U hebt het ongetwijfeld zelf gelezen. De vraag is wat Anderlecht als Brusselse club moet doen. Wanneer er vzw´s worden opgericht, dan moet Anderlecht kiezen. Als ze voor het geld opteren, dan moeten ze kiezen voor de Vlaamse vzw. Blijkbaar zijn er gesprekken bezig met minister Vanhengel. Ik citeer de heer Van Holsbeeck uit Het Laatste Nieuws: ?Alleen wanneer het Brusselse gewest voor ons niets doet, zullen wij op een bepaald moment misschien toch verplicht zijn te kiezen, maar minister Guy Vanhengel probeert iets los te maken.? Misschien probeert hij bij u iets los te maken, mijnheer de minister.
Minister Bert Anciaux: Daar is hij nog niet vaak in geslaagd.
De heer Johan Deckmyn: De aanhouder wint soms. Het lijkt me echter niet raadzaam om in te gaan op alle voorstellen van minister Venhengel, die ik in dit dossier overigens bijzonder ongepast vind.
Mijnheer de minister, bent u van mening dat de huidige engagementen van de KBVB volstaan om te spreken van een splitsing die beantwoordt aan de criteria van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding?
Wordt uw beleidsengagement over de splitsing van de Belgische voetbalbond, gezien de uitlatingen van Brussels minister Vanhengel, gedragen door de volledige meerderheid? Ik heb u die vraag al eerder gesteld. U zegt telkens dat u zich niet aangesproken voelt. Ik heb er echter een probleem mee dat een minister die in het verleden bepaalde verantwoordelijkheden heeft gedragen en die lid is van een partij die tot de meerderheid behoort, acties onderneemt tegen uw beleid. U zult me ongetwijfeld antwoorden dat de meerderheid achter uw visie staat. In dat geval moeten sommige partijen dringend de violen stemmen.
Mijnheer de minister, bent u bereid uw beleid aan te passen gelet op het niet nakomen van de gemaakte afspraken vanwege de voetbalbond?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Ik zou me er bijzonder gemakkelijk vanaf kunnen maken door te zeggen dat wij ons werk hebben gedaan. Er is een duidelijk aanbod. In de begroting staat duidelijk dat dit zou gebeuren binnen het decreet op de sportfederaties. Als de KBVB niet doet wat hij zou moeten doen om ondersteund te worden vanuit de Vlaamse Gemeenschap, dan moet hij dat maar gaan uitleggen aan de honderden sportliefhebbers die het slachtoffer worden van de politiek die de bond op dit moment voert.
Ik ben niet ongerust of ongeduldig. Er is een deadline gesteld. Voorlopig heb ik het gevoel dat de voetbalbond binnen een bepaald stramien zit dat ertoe kan leiden dat er nog voor de deadline een eigen Vlaamse voetballiga wordt opgericht. Wij zullen ons engagement nakomen. Ik heb het dan over de volledige ondersteuning van een Vlaamse federatie, de ondersteuning van de plaatselijke voetbalclubs via het decreet op het lokaal sportgebeuren, de ondersteuning via de impulssubsidies die vanaf januari 2009 worden toegekend, de ondersteuning van de jeugdopleiding enzovoort. Het gaat hier om een recurrent bedrag van ongeveer 5,5 miljoen euro op jaarbasis. Als de KBVB niet geïnteresseerd is, dan moet hij dat verantwoorden aan al die voetballers en clubs die op dit ogenblik smachten naar extra ondersteuning.
Ik heb 50 miljoen euro extra vrijgemaakt op de begroting om te investeren in voetbalstadions. Wanneer er geen Vlaamse liga wordt opgericht, valt die ondersteuning vanuit de Vlaamse Gemeenschap weg. Ik verplicht niemand tot iets. Ik vraag enkel dat men nadenkt over een eigen strategie en dat men verantwoordt waarom men bepaalde keuzes wel of niet maakt. Indien men aan de spelers binnen de KBVB kan uitleggen dat men die ondersteuning niet nodig heeft, dan wil ik dat graag horen. Indien men niet geïnteresseerd is in de extra ondersteuning voor de voetbalstadions, dan is dat voor mij ook geen probleem. Maar men moet dan achteraf ook niet komen klagen.
Wat mij interesseert, is de ondersteuning van de jonge sporters, in dit geval jonge voetballers. Ik wil dat zij in de beste omstandigheden aan sport kunnen doen. De rest is een spel waar ik me zelfs niet meer druk over maak.
Op dit ogenblik is er een grote kentering aan de gang binnen de KBVB. Die kentering is zichtbaar. Mijnheer Deckmyn, u hebt gezegd dat er nooit iets van komt. We zullen zien. Er zijn in elk geval al twee stappen gezet. De eerste stap kwam er in juli en de tweede kwam er vorige week. U was ervan overtuigd dat die stappen nooit zouden worden gezet.
Op 28 juni 2008 is er een principeakkoord gesloten. Tijdens de laatste vergadering op 9 oktober van het uitvoerend comité van de KBVB is er beslist om over te gaan tot de oprichting van twee vzw´s, twee federaties. Inmiddels is er een voorstel van statuten, van een raad van bestuur en van een algemene vergadering, en zou men die twee vzw´s komende zaterdag oprichten. We zullen zien. Als dat zo is, zal men op basis van de beslissingen tot heden, een onderzoek opstarten om tegen 1 december te beslissen om al dan niet conform het decreet te werken. 1 december is een deadline. Ze weten dat. Alles is voorbereid, ze kunnen klaar zijn. We hebben alles mee ondersteund. Ik maak me niet ongerust, het is hun keuze.
Ik heb een aanbod gedaan waarvoor ik niet moet blozen, integendeel. Ik kan er in alle rust over zeggen dat het goed is voor de sport, voor de amateurs en alle jongeren en ouderen die er deel van uitmaken. Voor de rest, ´je m´en fous´, zoals men zegt in het ´schoon Vlaams´ - toch in Brussel.
Voorlopig heb ik nog geen dossier ontvangen. Dat is ook logisch omdat men er nu mee bezig is. We zullen zien of er op tijd een dossier binnenkomt. Ik kan nog niet beoordelen of het voldoet aan de criteria van het decreet. ?én ding weet ik zeker: men weet bijzonder goed wat men moet doen om tegemoet te komen aan de criteria van het decreet. Men weet goed dat ik op basis van het decreet niet kan eisen dat de KBVB verdwijnt. De KBVB mag zoveel bestaan als het zelf wil, het blijft een nationale koepel. Wat ik nodig heb voor het decreet is een Vlaamse federatie.
Mijnheer Deckmyn, u moet niet zenuwachtig worden. Ik heb altijd gezegd dat het voor het einde van de legislatuur in orde moest zijn. In de begroting 2009 is er geen afzonderlijke financiering meer gepland, er zijn geen middelen meer voor reglementen. De middelen zijn ingezet op het decreet. Als men nog één euro wil hebben - concreet betekent één euro 5,5 miljoen euro - dan zal men tegemoet moeten komen aan het decreet. Niet meer of niet minder dan dat. Men weet dat en men heeft nog tijd om alle verplichtingen na te komen.
Of mijn beleidsengagement al of niet wordt gedragen door de Brusselse minister Vanhengel, of door om het even wie, kan me niet schelen. De enigen die mijn beleidsopties moeten ondersteunen, zijn de meerderheidspartijen in dit parlement en de regering. De partijen van de meerderheid, en zelfs ook de partijen van de oppositie. Mijn eigen partij gaat akkoord. Als Open Vld niet akkoord gaat, is dat haar probleem en niet het mijne. Zolang Open Vld zegt dat ze het met mij eens is, ben ik gelukkig. Voor mij is er dan geen probleem.
Ik vind het natuurlijk ongepast dat een minister van een andere regering die geen enkele bevoegdheid heeft in het domein Sport, zich meent te moeten mengen in een beleid dat door zijn eigen partij wordt ondersteund. Vroeger zouden we dat tsjevenstreken hebben genoemd, nu is dat minstens schijnheilig. Ik hecht er geen waarde en belang aan omdat het ook voor Brusselse clubs geen kwestie is van een keuze maken tussen goed en kwaad. Ik doe geen enkele club een voorstel waardoor ze iets verliezen. Ze kunnen er alleen beter van worden. Geef toe, de mensen zouden het leuk vinden mocht dat in de politiek zo zijn. Je hebt de vrijheid om ja of nee te zeggen, en als je ja zegt, dan kun je er alleen beter van worden. Niet elke maatregel die we nemen, is van dien aard. Soms moeten wij moeilijkere beslissingen nemen.
Ik doe een voorstel aan clubs, en als ze er ja op zeggen, worden ze er beter van. Als ze er nee op zeggen, dan is dat geen probleem. Ze hebben dat recht. Ze moeten trouwens niet kiezen. Waar haalt u het dat die clubs moeten kiezen? Er wordt nergens gezegd dat een Brusselse club moet kiezen.
De heer Johan Deckmyn: Ik citeer Anderlecht-manager Van Holsbeeck, die dit zegt. Misschien hebt u niet voldoende gecommuniceerd met de clubs. Standard Luik snapt het duidelijk niet, en Anderlecht snapt het niet of wil het niet snappen.
Minister Bert Anciaux: Niet willen snappen, dat snap ik. Anderlecht is vooralsnog een eersteklasseclub, dus het gaat over betaald voetbal. Voor de clubs blijft dat buiten beschouwing. De jeugdploegen zullen een keuze mogen maken, niet moeten maken. Als ze een keuze maken voor de Vlaamse Gemeenschap, worden ze er alleen maar beter van. Ze moeten het zelf maar uitleggen.
Enkele jaren geleden ben ik begonnen met de ondersteuning van de voetbalclubs in Brussel. Toen heb ik een schrijven gericht aan alle clubs in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, met de vraag of ze bereid waren met de Vlaamse Gemeenschap een partnerschap aan te gaan, waar natuurlijk iets tegenover stond. Op dat moment hebben acht clubs ja gezegd, de rest niet. Anderlecht was niet bij die acht clubs. Dat is hun verantwoordelijkheid. Ik heb niet gezegd dat ze daarmee iets minder zullen hebben. Over de ondersteuning voor sportinfrastructuur, waarover kan worden gediscussieerd of dat door een gewest gebeurt, is er nog een interpretatiemogelijkheid.
Ik zeg niet dat het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest dat niet mag doen. Je kunt je afvragen of het een prioriteit is van een gewest dat in de touwen ligt en geen geld heeft, om zich bezig te houden met zaken waarvoor het niet bevoegd is. Anderlecht wordt er niet slechter van als het niet voor de Vlaamse Gemeenschap kiest, maar wel beter. De Brusselse clubs moeten niet kiezen. Ze hebben het recht om een keuze te maken. Als ze voor de Vlaamse Gemeenschap kiezen, dan steek ik mijn hand uit met veel vriendschap en sympathie, en dat zal hun niet verbazen. Hoe meer Brusselse clubs dat doen, hoe gelukkiger ik zal zijn, maar het is hun eigen keuze.
U vraagt mij of ik mijn beleid ga aanpassen indien de voetbalbond de gemaakte afspraken niet nakomt. Ik benadruk nogmaals dat ik mijn beleid niet hoef aan te passen. Zij maken een keuze: ze stappen mee in het decreet of ze doen dat niet. Ik ga mijn beleid niet aanpassen. Het beleid is duidelijk en is gebaseerd op de decreten die dit parlement goedkeurt.
De knelpunten die nu nog resten, en die meteen ook de reden zijn waarom men een bijkomend onderzoek wil opstarten, hebben onder meer te maken met de verdeling en recuperatie van het personeel. Men wil een beter zicht krijgen op de gevolgen van het doorschuiven van mensen naar een andere vzw, zowel qua statuut als qua verloning, en op een evenwichtige toewijzing aan de twee structuren. Dat zijn interne aangelegenheden.
Wij hebben juridisch laten nakijken wat de concrete invulling is die een Vlaamse liga moet hebben, wat het minimum aantal personeelsleden is en dergelijke. De KBVB weet dat. Men zou er beter aan doen om daar van bij het begin duidelijke keuzes in te maken. Zij weten perfect waarop wij ja gaan zeggen en waarop wij neen gaan zeggen. Dat weten ze perfect.
Het probleem is dat we voor de zoveelste keer te maken hebben met jaloezie, in de politiek én in de sportwereld. Jarenlang heeft men langs Franstalige zijde een politiek gevoerd waarbij men een goede inbreng deed in grote sportinfrastructuur. Dat was althans het geval voor het voetbal, voor de andere sporten is er niets. Nu ook wij een inspanning doen voor grote sportinfrastructuur, en zo een inhaaloperatie realiseren, leeft bij de Franstaligen de grote angst dat de Vlaamse clubs te machtig zullen worden.
Nochtans heb ik het aanbod gedaan om bij te dragen in het nationale stadion in Brussel. Ik ben zelfs bereid om in Brussel één stadion mee op te richten. Ik vind dat ook een plicht van de Vlaamse Gemeenschap. Ik ben een communautarist, iemand die gelooft in de gemeenschap. Ik zal tot het einde van mijn dagen - of toch op zijn minst tot het einde van mijn politieke dagen - alles blijven doen wat ik kan om de band tussen Vlaanderen en Brussel te versterken, ook op het gebied van sport. Het is in het belang van Brussel, maar evenzeer in het belang van de Vlaamse Gemeenschap, dat dat gebeurt.
Ik ga dus het beleid niet aanpassen. Alles is voorhanden. De begroting voor 2009 zal duidelijk maken dat de middelen zo ingeschreven staan dat, indien de oprichting van de Vlaamse liga plaatsvindt, de andere sportfederaties daar geen nadeel van ondervinden. Indien de oprichting niet doorgaat, zullen we veel middelen op overschot hebben. Dan zullen we eens goed moeten nadenken hoe we die gaan besteden. Het zal in elk geval in het voordeel van de sport zijn.
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de minister, ik ben tevreden met uw antwoord, maar ik wil nog een paar zaken meegeven. De heer Deckmyn heeft aangekondigd dat hij een motie zal indienen, maar ik zal dat nadrukkelijk niet doen. Als we nu opnieuw een motie indienen, mijnheer Deckmyn, nadat we in juli van dit jaar al een heel duidelijke motie goedgekeurd hebben, zijn we onszelf eigenlijk belachelijk aan het maken.
Mijnheer de minister, wij kunnen u helpen. De voetbalbond moet u niet aanvallen en zeggen dat ze die miljoenen niet krijgen van u. U m?g die miljoenen gewoon niet geven. Het decreet is duidelijk. Tot nader order is het niet de uitvoerende macht, maar de wetgevende macht die de regels maakt. De uitvoerende macht moet uitvoeren, en dus zal de minister dat geld niet kunnen betalen wanneer niet aan de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden is voldaan.
De toon van uw antwoord staat me in elk geval aan. U stelt dat er geen sprake is van een wortel waar u achteraan loopt. Het gaat inderdaad veeleer om een uitgestoken hand.
Inzake de problematiek van het dubbele lidmaatschap wil ik nog één bemerking meegeven. Ik begrijp uw gemeenschapsdenken heel goed, maar men moet de clubs in Brussel ook niet gaan bevoordelen wanneer zij de kans krijgen om van twee walletjes te eten.
Sommigen overwegen om voor het ene lid te worden van de Vlaamse Gemeenschap, en voor het andere van de Franse Gemeenschap. Ze bekijken wie het meeste biedt en beginnen dan te shoppen. Onze scholen in Brussel doen dat toch ook niet?
U zegt terecht dat ze niet moeten kiezen, maar dat ze wel moeten weten wat ze missen. Eens de keuze is gemaakt, is het niet de bedoeling dat ze om de andere dag van gemeenschap veranderen, zoals iemand om de zoveel dagen van shirt verwisselt.
Ik kom nogal eens in Wallonië, ook in verband met het voetbal. Ik ben burgemeester van een gemeente met twee voetbalploegen in nationale afdelingen. In het Waalse Gewest trekt men zich het voetbal heel sterk aan. Het Waalse Gewest investeert in voetbalstadions, hoe klein of hoe groot ze ook zijn. Waarom komt d??r geen kritiek op vanuit de KBVB? Dat is op dit moment immers pure competitievervalsing.
Er wordt door een beleidsniveau dat niets met sport te maken heeft, geïnvesteerd in sportinfrastructuur. En voor elke euro die een club krijgt om een stadion te bouwen, kan men een euro extra investeren in transfers en dergelijke meer.
Mijnheer de minister, ik kondig heel nadrukkelijk géén motie aan, omdat ik volledig op de lijn van de in juli 2008 goedgekeurde motie blijf. En ik verwacht dat ook dit parlement dat doet.
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de minister, de rode draad doorheen uw antwoord is: we zullen zien. Maar dat zegt u al jaren. Jarenlang hebt u heel voluntaristisch en positief gezegd dat alles wel in orde zou komen. Ik ben benieuwd. De tijd dringt, want de deadline is 1 december.
De studies van de voetbalbond hebben mijns inziens slechts één doel. Ze willen namelijk bekijken hoe ze een echte splitsing kunnen vermijden. Ik vermoed dat ze zullen proberen een symbolische splitsing door te voeren en het geld te incasseren zonder iets te veranderen. Ik baseer mij voor die stelling op een artikel uit De Gentenaar van 10 oktober. Daarin schrijft men: ?De voetbalbond lijkt zich in allerlei bochten te wringen om toch het geld van minister van Sport Bert Anciaux binnen te rijven, zonder iets essentieels aan zijn structuren te moeten veranderen. Eigenlijk willen ze de centen, zonder dat ze moeten splitsen.? Dat is niet uit de lucht gegrepen. Ik heb die redenering in het verleden ook al opgebouwd in dit gremium.
U zegt ook dat de voetbalbond zich zal moeten verantwoorden ten aanzien van de vele clubs. Dat is juist, maar ik heb u in het verleden al gezegd dat men de schuld in uw schoenen zal schuiven. En aangezien u hier ook het Vlaams Parlement vertegenwoordigt, zal dit parlement de schuld krijgen. Ik verwijs naar de decretaal ingebedde subsidies, die als gevolg hiervan zullen worden geschrapt.
Mijnheer Van Dijck, het is niet m?jn motie die enkele maanden geleden unaniem is goedgekeurd. Ik begrijp dan ook heel goed dat ? zich belachelijk zult maken indien u mijn motie zult goedkeuren. Maar ik denk niet dat ik mij daarover zorgen moet maken.
Minister Bert Anciaux: Voor alle duidelijkheid wil ik toch nog even zeggen dat er een verschil is tussen het dubbel lidmaatschap en een dubbel lidmaatschap van een club bij twee verschillende federaties. Het laatste is onmogelijk. U had het over het lidmaatschap van de club bij de Franstalige en Vlaamse liga en het shoppen dat daarmee gepaard gaat. Dat is onaanvaardbaar.
Een andere zaak is dat de clubs lid zijn van een koepel. Daar heb ik geen probleem mee. Dat is bij alle federaties het geval. En er bestaat nu eenmaal zoiets als de vrijheid van vereniging. Ik ben het er echter niet mee eens dat men van twee walletjes wenst te eten.
Met redenen omklede motie
De voorzitter: Door de heer Deckmyn werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.