Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vergadering van 04/11/2008
Vraag om uitleg van mevrouw Els Robeyns tot de heer Steven Vanackere, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, over de campagne ´De Blauwe Hond´
De voorzitter: Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns: Mijnheer de minister, ongeveer een maand geleden lanceerde u via diverse media de campagne ´De Blauwe Hond´. Met deze campagne wilt u het risico dat kinderen door honden worden gebeten, verkleinen. De ´Blauwe Hond´ werd voorgesteld als een uniek preventieproject, opgesteld door een multidisciplinair team. Het werd al wereldwijd op zijn effectiviteit getest. Enerzijds kunnen ouders via het project het standpunt en het perspectief van de hond beter leren kennen. Anderzijds wil het project kinderen leren hoe ze met honden moeten omgaan, om zo het risico te verkleinen dat ze gebeten worden. De vzw De Blauwe Hond krijgt voor de ontwikkeling en uitwerking van dit project een subsidie van 40.000 euro.
Mijnheer de Minister, ik was eigenlijk een beetje verrast en verbaasd dat dit wordt voorgesteld als een nieuw en uniek project. Bij het provinciebestuur van Limburg bestaat er immers al sinds het schooljaar 2001-2002 een identiek project, namelijk het ´Goede hondenbaasjes schoolproject´. Ik schets u graag kort de inhoud en de werking van dit Limburgse project.
In het kader van het provinciale opvangplan voor rondzwervende dieren, is het provinciebestuur in het schooljaar 2001-2002 met het ´Goede hondenbaasjes schoolproject´ gestart, samen met de vzw Chakka uit West-Vlaanderen. In de daaropvolgende schooljaren werd hetzelfde project uitgevoerd door de Limburgse vzw Xanuul. Dit project is een volledig educatief programma dat de vzw in de Limburgse kleuter- en basisscholen brengt. Het gaat over de relatie tussen mens en gezelschapsdier, in het bijzonder tussen kind en hond. Het project vertrekt vanuit de overtuiging dat het zeer belangrijk is dat kinderen leren hoe honden denken, voelen en communiceren. Naar schatting worden in België immers per jaar 30.000 à 40.000 mensen door honden gebeten. Van die slachtoffers is 75 percent jonger dan 14 jaar. Bovendien wordt men meestal gebeten door een dier dat men kent: een eigen huisdier of dat van familie of vrienden.
Het ´Goede hondenbaasjes schoolproject´ kadert ook in het sensibilisatieproject Dierenark Limburg. Een betere bewustmaking van kinderen en hun ouders over een verantwoorde en verantwoordelijke omgang met huisdieren kan op langere termijn ook de enorme toestroom van verloren en achtergelaten huisdieren naar de Limburgse dierenasielen beperken.
Tijdens het schooljaar 2007-2008 werden in totaal 140 klassen over heel Limburg bezocht. Ongeveer 2800 kinderen kregen op die manier onderricht over hoe zij het best met honden kunnen omgaan en over de verantwoordelijkheden die het baasje van een dier draagt. De evaluatie van het project tijdens het schooljaar 2006-2007 was voor alle betrokkenen zeer positief. Op basis daarvan en vanwege het grote aantal aanvragen van de Limburgse kleuter- en basisscholen wordt het project dan ook voortgezet. Het provinciebestuur trekt elk jaar 12.000 euro uit voor het project.
Mijnheer de Minister, voor alle duidelijkheid wil ik toch zeggen dat ik ten volle de inhoud van het door u gelanceerde project steun. Alleen vind ik het zonde dat voor de ontwikkeling van dat project 40.000 euro overheidsgeld wordt uitgetrokken, terwijl een andere overheid in het verleden reeds fors investeerde in de ontwikkeling van een project dat, zoals is gebleken, met succes dezelfde doelstelling voor ogen had.
Mijnheer de Minister, was u op de hoogte van het Limburgse project? Acht u alsnog een samenwerking met de Limburgse initiatiefnemers mogelijk om zo gebruik te maken van de door hen opgebouwde expertise?
De voorzitter: Minister Vanackere heeft het woord.
Minister Steven Vanackere: Mevrouw Robeyns, U zegt dat er een identiek project loopt. Dat is echter gewoon niet waar. Tussen het project dat u aanhaalt en het project ´De Blauwe Hond´ zijn er toch wel verschilpunten die maken dat men niet zomaar kan zeggen dat het over iets identieks gaat. Als antwoord op uw eerste vraag wil ik er wel meteen bijvoegen dat ik niet op de hoogte was van het Limburgs project.
U vraagt me of ik een samenwerking mogelijk acht. Het gesubsidieerde project van vzw De Blauwe Hond loopt van 1 december 2007 tot en met 30 juni 2009 met als doel het aanmaken en verspreiden van een wetenschappelijk onderbouwd preventiepakket in Vlaanderen om jonge kinderen - tussen 3 en 7 jaar - veilig te leren omgaan met honden door middel van een interactieve cd-rom, en om ouders risico´s te leren inschatten aan de hand van de handleiding bij de cd-rom. U hebt zelf aangegeven dat het in Limburg om een schoolproject gaat.
Bovendien kreeg vzw De Blauwe Hond de opdracht om dit bijscholingspakket aan organisaties zoals Kind en Gezin, dierenartsenverenigingen en andere professionele organisaties aan te bieden, zodat ze zelf kunnen zorgen dat hun leden of medewerkers, en actoren getraind worden om ouders van jonge kinderen met een hond te sensibiliseren en aan te moedigen om gebruik te maken van het preventiepakket ´De Blauwe Hond´. Deze actie richt zich dus uitdrukkelijk tot de gezinnen in Vlaanderen met kinderen en een hond.
In tegenstelling met het ´Goede hondenbaasjes schoolproject´ is dit gesubsidieerde project van vzw De Blauwe Hond niet specifiek op scholen gericht. Ik heb na de persconferentie vernomen dat vzw De Blauwe Hond in samenwerking met de internationale organisatie ´Blue Dog Trust´ in de toekomst een wetenschappelijk onderbouwd schoolproject wil ontwikkelen. Dat voorstel is echter niet opgenomen in het subsidiebesluit.
Ik zal het eindverslag van het huidige project afwachten en evalueren en pas hierna een beslissing nemen over een eventueel vervolg of uitbreiding van dit project, rekening houdend met al bestaande initiatieven die door andere overheden worden gesubsidieerd. Mijn voorkeur gaat er natuurlijk naar uit dat verschillende initiatiefnemers gebruik maken van al ontwikkelde goed onderbouwde methodieken, eerder dan steeds opnieuw nieuwe methodieken te ontwikkelen. Daarenboven moeten acties voor het onderwijs ingebed zijn in de algemene aanpak rond een gezondheidsbeleid binnen de scholen.
Mevrouw Robeyns, ik was dus niet op de hoogte van het initiatief in Limburg. Toch wil ik beklemtonen dat het project ´De Blauwe Hond´ wel degelijk een andere doelgroep voor ogen heeft dan die van de scholen. Op basis van het subsidiebesluit is het zelfs uitdrukkelijk niet de bedoeling om naar scholen te gaan, maar wel naar de gezinnen met de allerjongste kinderen, en te zorgen voor een wetenschappelijk onderbouwd instrumentarium zodat het kind zo veilig mogelijk kan gaan in een omgeving waar een hond aanwezig is.
Ik wil ook nog even benadrukken dat het project ´De Blauwe Hond´ erg specifiek is. Het gaat ervan uit dat de overgrote meerderheid van bijtincidenten in Vlaanderen in de eigen huiselijke omgeving gebeurt door de eigen hond. Een aantal eerdere preventietechnieken om op een brede basis, bijvoorbeeld klassikaal, te leren hoe men moet omgaan met honden, gaat voor een deel voorbij aan het feit dat de meeste bijtincidenten in de huiselijke omgeving gebeuren. Een specifiek op de kinderen en de ouders gerichte training is daarvoor aangewezen.
De voorzitter: Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Uiteraard zijn de twee projecten niet identiek. De doelstelling is wel dezelfde. Uw project richt zich inderdaad meer tot de gezinnen en het project waar ik naar verwijs tot het onderwijs. Dat staat ook zo in mijn vraag. Alleszins kan preventie op beide niveaus nuttig zijn. Mocht er een vervolg komen waarbij uw project zich ook richt tot de schoolomgeving, hoop ik dat u zeker ook rekening houdt met de ervaring die in onze provincie bestaat.
De voorzitter: Het incident is gesloten.