Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 16/10/2008
Vraag om uitleg van de heer Kris van Dijck tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de bouw van multifunctionele voetbalstadions
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de voorzitter, aangezien deze vraag om uitleg sterk aan mijn eerste vraag om uitleg en aan de interpellatie van de heer Deckmyn is gelinkt, zal ik het kort houden.
Ik zou graag de stand van zaken betreffende de dossiers van de voetbalstadions kennen. Ik heb de indruk dat er zich bepaalde evoluties voltrekken. Ik wil het hier niet concreet over de problematiek van Loppem, Antwerpen of Brussel hebben. Gent is blijkbaar een uitzondering. Daar zijn de bouwwerken immers al aangevat. Ik weet niet in welke mate daarbij rekening wordt gehouden met bijkomende middelen van de Vlaamse overheid. Dat is een open vraag.
Mijnheer de minister, wat zijn de plannen van de Vlaamse Regering? Gaat het over een stadion per provincie? Wat is de visie op de andere clubs die in eenzelfde stad actief zijn? Ik moet hier geen voorbeelden geven. Wie een lijstje van alle in eerste klasse spelende ploegen neemt, ziet onmiddellijk waarover het gaat. Waar wilt u heen? Heeft dit iets met de kandidatuurstelling voor het FIFA wereldkampioenschap in 2018 te maken?
Hoeveel geld is precies beschikbaar om deze plannen ten uitvoer te brengen? Waar komt dat geld vandaan? Gaat het om bijkomende middelen voor het beleidsdomein Sport of om een herschikking van middelen? Is in functie van de toewijzing van de projecten een selectiecommissie samengesteld? Zo ja, wie zetelt in die commissie? Hoe zal dit worden aangepakt? Wat is de timing? Worden alle voetbalclubs uitgenodigd een dossier in te dienen of gaat het slechts om enkele clubs? Welke randvoorwaarden en criteria zal de selectiecommissie hanteren? Zal rekening worden gehouden met de regionale spreiding, bijvoorbeeld door een stadium per provincie te weerhouden?
Al deze vragen hebben natuurlijk betrekking op het onderwerp dat daarstraks al aan bod is gekomen.
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, ik wil me uiteraard bij de vraag om uitleg van de heer Van Dijck aansluiten. Ik wil erop wijzen dat het Vlaams Belang eerst duidelijkheid wil over de splitsing van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB). Daarover hebben we, naar aanleiding van de vraag om uitleg van de heer Van Dijck en mijn eigen interpellatie, daarstraks al een discussie gevoerd.
De heer Van Dijck heeft naar de bouw van een stadium in Gent verwezen. Ik zou daarover een bijkomende vraag willen stellen. De eerste steen is al gelegd. Indien alles volgens plan verloopt, zal het stadium er tegen 2010 staan. Er zijn al concrete financieringsplannen. Als bezorgde Gentenaar vraag ik me dan ook af welke concrete engagementen de Vlaamse Regering in verband met die financiering is aangegaan. Ik vind dit een belangrijke vraag. De mensen ter plaatse moeten zekerheid hebben.
De voorzitter: Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens: Mijnheer de voorzitter, ik wil me kort bij de vraag om uitleg van de heer Van Dijck aansluiten. Zal de beslissing welk stadium precies zal worden gebouwd op basis van selectiecriteria worden genomen? Ik vraag mij af of u ook van plan bent om in die selectievoorwaarden de aspecten van de integrale toegankelijkheid op te nemen. Wanneer het project volledig of gedeeltelijk wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, dan moet er ook aandacht zijn voor integrale toegankelijkheid. Wanneer de bouwheer vanaf het begin rekening houdt met de integrale toegankelijkheid, dan zal de kostprijs verwaarloosbaar zijn. Wanneer er achteraf nog aanpassingen moeten gebeuren, dan ligt die kostprijs veel hoger.
Ik wil ook verwijzen naar de expertise van de provinciale toegankelijkheidsbureaus en van de vzw Enter.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: De Vlaamse overheid zal in een eerste fase 50 miljoen euro investeren en ondersteuning bieden voor de realisatie van een aantal grote voetbalstadions in Vlaanderen via een publiek-private samenwerking, projectfinancieringskennis en via de inbreng van hefboomfinanciering. Bij de onderhandelingen over de begroting 2009 werd beslist om dit bedrag in te schrijven via de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). Dat zijn extra middelen die ten goede komen van de sport.
In een tweede fase zal een subsidiëringsmechanisme worden uitgewerkt om de voetbalclubs te helpen bij de aanpassing van hun stadions aan de verhoogde licentienormen. Indien België samen met Nederland zouden worden geselecteerd voor de organisatie van het WK in 2018, dan zullen er in een derde fase bijkomende middelen moeten worden vrijgemaakt.
In een eerste fase wordt dus 50 miljoen euro vrijgemaakt voor investeringen. In principe is dat voor een vijftal stadions. Tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat we een subsidiëringssysteem moeten uitwerken voor de clubs die niet kunnen genieten van zo´n pps-constructie waarin de overheid mee investeert. Een deel van de kosten van de infrastructuur kan dan via een subsidiëring vanuit de Vlaamse Gemeenschap worden opgevangen. Indien ervoor wordt gekozen om het WK in 2018 te organiseren, dan moeten er bovenop die 50 miljoen euro, nog bijkomende middelen kunnen worden vrijgemaakt voor investeringen.
De heer Kris Van Dijck: Zitten er in die tweede fase ook andere stadions? Over welk bedrag spreken we dan?
Minister Bert Anciaux: Ik spreek over drie fases. In een eerste fase wordt 50 miljoen euro vrijgemaakt. Ik verduidelijk straks nog wie zich daarvoor kandidaat kan stellen. In een tweede fase moet de Vlaamse Gemeenschap ook voor andere clubs een vorm van subsidiëring voor infrastructuur uitwerken. Indien de Vlaamse Gemeenschap en andere instanties beslissen om het WK in 2018 te organiseren, dan zijn er in een derde fase bijkomende investeringen nodig.
Is er een selectiecommissie? Ja, er is een selectiecommissie.
Op uw vraag naar het bestaan van een interne commissie kan ik het volgende antwoorden. De Vlaamse Regering besliste inderdaad een Overlegcommissie Voetbalinfrastructuur Vlaanderen op te richten, die het hele dossier zal voorbereiden.
In deze overlegcommissie zetelen zowel een aantal vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering, maar ook van de Vlaamse clubs uit de profliga. Ook PMV is erin vertegenwoordigd en een onafhankelijke voorzitter is aangeduid, met affiniteit met het voetbal en een grote ervaring in het bedrijfsleven. Deze voorzitter stuurt de overlegcommissie aan. Het departement neemt het secretariaat waar. Langs regeringszijde zijn afgevaardigden opgenomen van de minister-president, de minister van Begroting en de minister van Sport.
Wat is het plan van aanpak en de timing? De Overlegcommissie Voetbalinfrastructuur Vlaanderen is intussen een aantal keren samengekomen en zal binnenkort een nota voorleggen aan de regering, met daarin de verdere werkwijze, een verfijning van de criteria en de concrete modaliteiten en timing van de projectoproep. Deze nota moet verheldering brengen inzake de volgende stappen in het dossier.
Worden alle voetbalclubs uitgenodigd om een dossier in te dienen of slechts enkele? Ook hier: alle clubs uit de profliga zullen een aanvraag kunnen indienen.
Wat zijn de randvoorwaarden en de criteria die de selectiecommissie hanteert? De regering bepaalde - en die randvoorwaarden gebruikt de commissie - voorlopig een aantal criteria waaraan de stadions minstens moeten beantwoorden. Er moet een maatschappelijk draagvlak zijn, een akkoord van de gemeente, het moet verenigbaar zijn met het behoud en de versterking van het aanwezige handelsapparaat in de binnenstad, er is de voorkeur voor herontwikkeling en hergebruik van bestaande sites, er moet een voldoende aantal zitplaatsen zijn, er moet een parkingplan zijn in functie van de capaciteit van de stadions en een goede bereikbaarheid voor het openbaar vervoer en een goede toegankelijkheid. De toegankelijkheidscriteria zijn van in het begin mee opgenomen als vereiste criteria. Het plan moet passen binnen de bestaande structuur- en gewestplanning en moet verenigbaar zijn met bestaande bebouwde ruimtes, rekening houden met ecologische richtlijnen, met internationale normering en Belgische wetgeving ter zake. Verder zijn van belang: multifunctionaliteiten ter ondersteuning van de financiële haalbaarheid, de economische draagkracht van de regio, de landmark status, de goedzichtlocatie, citymarketing, venue branding enzovoort.
Als bijkomende voorwaarde werd gesteld dat de KBVB zich dient te hebben aangepast aan de federale staatsstructuur, zodat beantwoord wordt aan de criteria van het decreet van 13 juli 2001, alvorens kan worden beslist tot ondersteuning van infrastructuurprojecten door de Vlaamse overheid.
Wordt rekening gehouden met de regionale spreiding of met één per provincie? De regionale verdeling zal een uitgangspunt zijn bij de toewijzing van de projecten. Al van bij de eerste principenota over dit project heeft de Vlaamse Regering gesteld dat het principe van één multifunctioneel stadion per Vlaamse provincie gehanteerd zal worden, inclusief één voor het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad.
Het is uitdrukkelijk afgesproken dat KAA Gent nog een dossier mee kan indienen, zij het dat het zal gaan over de fase waar nog geen financiering over is, met name de afwerkingsfase. Het dossier van KAA Gent is een goed dossier, maar de financiering gaat over een cascosituatie. Daar komt een pps-formule nog altijd zeer nadrukkelijk om de hoek kijken. Dat zou nog perfect moeten kunnen binnen de timing.
Voor alle duidelijkheid: ja, het gaat over een extra budget. Het gaat niet over subsidies, maar over een investering. Ook inzake de tweede fase, als we niet meer voor grote maar voor kleine stadions kiezen, is het criterium van de toegankelijkheid vanzelfsprekend een van de voorwaarden die we zullen hanteren. Heel mijn beleidsdomein Cultuur, Jeugd en Sport zal een uitdrukkelijke partner zijn en als expertisecentrum worden erkend in het kader van het Participatiedecreet.
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de minister, uw antwoord was heel duidelijk, maar ik wil nog enkele bedenkingen toevoegen. Indien het project van de 50 miljoen euro in Gent niet kan worden afgerond, heeft Gent dan geen rekening gehouden met de afwerking? Het lijkt me vreemd om zo´n risico te nemen. Ik neem daar akte van. Misschien is dat de reden waarom bepaalde mensen uit het Gentse pushen om de KVBV gesplitst te krijgen. Er is niets nieuws onder de zon.
De middelen van PMV blijven gegarandeerd. Ik dacht dat de PMV recentelijk heeft moeten bijspringen voor andere dossiers.
Minister Bert Anciaux: Neen, die middelen zijn ongeschonden.
De heer Kris Van Dijck: Dat is een pak van mijn hart.
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Ik voel me aangesproken door de heer Van Dijck. Ik zou zelf niet liever hebben dan dat de bond op een goede manier wordt gesplitst. Een bijkomend voordeel is dat er gelden ter beschikking komen voor het stadion van KAA Gent. Er zitten toch nog wel risico´s in de financiering van dat stadion. Het zou vreemd zijn om te worden geconfronteerd met een ruwbouw aan de Groothandelsmarkt die niet kan worden afgewerkt. Of heb ik dat verkeerd begrepen?
De voorzitter: Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens: Mijnheer de minister, ik wil even terugkomen op bepaalde aspecten van toegankelijkheid. U verwijst naar vzw Intro. Ik wil graag het verschil maken tussen toegang tot evenementen voor mensen met een handicap en de fysieke toegankelijkheid tot gebouwen. De multifunctionele stadions vereisen toch een andere expertise. Daarvoor moet je aankloppen bij vzw Enter, met hoofdkantoor in Hasselt. Die werkt samen met de provinciale toegankelijkheidsbureaus. Ze kunnen dus ook advies geven.
Het is belangrijk om het verschil te maken tussen de fysieke en mentale toegankelijkheid zoals duidelijke bewegwijzering, zodat ook mensen met een mentale handicap hun weg kunnen vinden, waarvoor Enter zorgt, en Intro, dat zich toespitst op de evenementen zelf.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Het project van KAA Gent lijkt me een schitterend project, waar ik alleen maar met veel eerbied kan naar kijken. KAA Gent is erin gelukt om zelf de middelen te vergaren om het grootste deel van het stadion af te werken. Dat er op het einde van zo´n bouwproject een restbedrag nodig is dat over enkele miljoenen kan gaan, is niet abnormaal. Dat gebeurt in heel veel dossiers. Daarover zijn al gesprekken gevoerd met KAA Gent. Dat kan ook een dossier indienen in het kader van de operatie die we hier bespreken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.