Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 14/10/2008
Interpellatie van de heer Pieter Huybrechts tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de discussie binnen de Vlaamse Regering betreffende de plaatsing van flitspalen
Vraag om uitleg van mevrouw Annick De Ridder tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, en tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de mobiele flitscontainer en een stand van zaken betreffende de flitspalen in het algemeen
Voorstel van resolutie van de heer Pieter Huybrechts betreffende de doordachte plaatsing van flitspalen
De voorzitter: Het antwoord wordt gegeven door minister Crevits.
De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de voorzitter, geachte collega´s, mevrouw de minister, u bent samen met Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, mevrouw Van Brempt, bevoegd voor het flitspalenbeleid.
Uit een recent interview van u, mevrouw de minister, blijkt dat u, en dit in tegenstelling met de visie van minister Van Brempt, flitspalen wilt voorbehouden voor gevaarlijke plaatsen, waar het echt belangrijk is dat je de snelheid beperkt. Ik citeer u, mevrouw de minister: ?Je kunt daarin prioriteiten vastleggen, en de autosnelwegen staan daar, wat mij betreft, niet bovenaan.?
Bovendien bent u geen voorstander van solitaire flitspalen, welke volgens u terecht minder efficiënt zijn en aanleiding kunnen geven tot botsingen als bestuurders er plots door gaan remmen. Uw voorkeur gaat uit naar een bundeling van flitspalen per regio, die ook met een bord mogen of moeten worden aangekondigd.
Ik ben zeer verheugd dat u ons voorstel van resolutie over de doordachte plaatsing van flitspalen zeer aandachtig hebt gelezen en dat u zowaar onze standpunten en voorstellen hebt overgenomen. Maar uw visie staat wel in schril contrast met de visie van minister Van Brempt, die verklaart verbaasd te zijn over uw uitlatingen, alsook met de visie van minister Vandenbroucke, die uw uitspraken totaal misplaatst vindt.
Volgens minister Van Brempt werd in onderlinge afspraak met u beslist om extra flitspalen te plaatsen, waarvan het merendeel solitair. Minister Van Brempt is er ook grote voorstander van om meer flitspalen op autosnelwegen te zetten. Bovendien is ze voorstander om individuele flitspalen niet aan te kondigen. Ik verwijs hiervoor naar mijn vraag om uitleg nummer 1230, behandeld in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie op 6 mei 2008. Ik citeer minister Van Brempt: ?Individuele flitspalen worden best niet aangekondigd.?
Is uw terechte visie over het flitspalenbeleid - die wij volledig ondersteunen - ook de visie van de volledige Vlaamse Regering?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mevrouw de minister, mijnheer de voorzitter, geachte collega´s, mijn vraag sluit aan bij de interpellatie van de heer Huybrechts. Ik heb ook het krantenartikel gelezen waarin men aankondigt dat op de E313 en de E314 in Limburg geflitst wordt of kan worden door een mobiele flitscontainer, een camera die in een bak zit die op een vuilnisbak lijkt.
Ik trap misschien een open deur in, maar de verbetering van de verkeersveiligheid en de vermindering van het aantal ongevallen is ook voor Open Vld een prioriteit. Flitspalen en sensibiliseringen hebben daarbij op sommige locaties zeker hun meerwaarde, want ze doen het aantal ongevallen dalen, omdat er trager en voorzichtiger wordt gereden.
We zijn echter nog steeds geen voorstander van flitsen op autostrades, en zeker niet onaangekondigd. Voor Open Vld moeten er flitspalen staan op de meest gevaarlijke punten waar men, door in te werken op het gedrag van de automobilist, het aantal ongevallen kan doen dalen. Voor alle duidelijkheid: ieder ongeval is er ook voor ons nog één te veel. Door flitspalen zichtbaar op te stellen, beweegt men chauffeurs immers net tot het aanpassen van hun snelheid. Als men de snelheid kan verlagen, dan gebeuren er minder ongevallen. Het kan dus niet dat men ongezien kan flitsen of louter boetes kan innen om een of andere staatskas te vullen.
Inmiddels vernemen we ook dat u, mevrouw de minister, zich opnieuw vragen stelt bij de genomen beslissingen en bijhorende investeringsbeslissingen over de flitspalen.
Voor Open Vld is het duidelijk: snelheidscontroles moeten gericht zijn en mogen niet enkel kwantitatief zijn, maar ook kwalitatief. Ze mogen niet gebeuren op punten waar het merendeel van de bestuurders omwille van bijvoorbeeld de infrastructurele omkadering sowieso geflitst wordt, terwijl er geen probleem is met de verkeersveiligheid.
Als we kijken naar de probleemanalyse die in het Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen wordt gemaakt, dan blijkt dat het ongevallenrisico - het aantal ongevallen per miljard gereden voertuigkilometers - op autosnelwegen drie keer lager ligt dan op secundaire wegen en achttien keer lager dan op gemeentewegen. Dan stellen wij ons toch vragen bij het nut van het plaatsen van flitspalen op die locaties.
We vinden dat het bestaande aanbod van flitspalen geëvalueerd moet worden. We weten dat het op advies van politiediensten is dat ze op die locaties terechtkomen, maar dat betekent niet dat er niet kan worden bijgestuurd.
Bent u er zich van bewust dat er geen waarschuwingsborden worden gebruikt om de flitspalen aan te kondigen? Zo ja, wat is de reden hiervoor? Deze vraag kan ik evengoed aan minister Van Brempt stellen. Bent u het eens met de stelling dat flitspalen dienen om de veiligheid te verhogen, en hiertoe best ook aangekondigd worden?
Zullen de in het verleden getroffen beslissingen over de flitspalen en de locaties worden geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd? Zo ja, op welke wijze zal men de locaties waar geflitst wordt, evalueren op hun doelmatigheid? Kunt u een huidige stand van zaken geven?
Het zou ook nuttig zijn om cijfermatig te motiveren waar men flitspalen plaatst langs de autosnelweg en waarop deze beslissingen gestoeld zijn.
Ik zou graag een met redenen omklede motie aankondigen.
De voorzitter: De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De heer Joris Vandenbroucke: Mevrouw de minister, ik was ook verwonderd over uw uitspraken over de flitspalen in het tijdschrift Verkeersspecialist.
U wekt de indruk dat er regeringspartners zijn die te pas en te onpas en zomaar her en der, flitspalen willen neerpoten om mensen te flitsen om ze te flitsen en zo de staatskas te spijzen. Dat is pertinent onwaar. Onze fractie heeft er altijd voor gepleit om flitspalen te zetten daar waar ze nodig zijn en waar ze effectief een bijdrage kunnen leveren aan de verkeersveiligheid.
En ja, ook op autosnelwegen moeten we werk maken van een flitspalenbeleid. De voorbije drie jaar vielen er 250 doden op de autosnelwegen. Op onze autosnelwegen is het ongevalrisico meer dan dubbel zo hoog dan in onze buurlanden. Ik nodig de collega´s uit om naar die buurlanden te gaan. Een van de redenen waarom er zo weinig doden vallen in Frankrijk en Nederland bijvoorbeeld, is dat er flitspalen staan op de autosnelwegen. Wij stellen ook vast dat er tussen 2006 en 2008 geen daling meer is genoteerd van het aantal zware ongevallen op autosnelwegen. En we weten dat een derde van het aantal ongevallen op die autosnelwegen te wijten is aan overdreven snelheid.
Mevrouw de minister, ik dacht dat we het erover eens waren - dat heeft het verleden duidelijk aangetoond - dat wat betreft het onderliggende wegennet, het plaatsen van onbemande camera´s een van de maatregelen is die effectief nuttig zijn om de verkeersveiligheid te verhogen. Het aantal doden en ongevallen daalt namelijk met 27 percent op die locaties waar er camera´s staan.
Mevrouw de minister, op welke locaties staan er op dit moment flitspalen of worden er gepland waar ze volgens u niet moeten staan? Waar wilt u ze afschaffen? Waar vindt u dat geplande flitspalen liever niet moeten worden geplaatst? Beschikt u over gegevens over het aantal ongevallen en de ernst ervan ten gevolge van solitaire flitspalen? U beweert dat het zelfs niet uitgesloten is dat flitspalen aanleiding geven tot bijkomende ongevallen. Ik had er graag de gegevens van gezien.
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het nieuwe fenomeen van flitscontainers is blijkbaar ondertussen bekend in lokale politiezones. Onder meer in de Rupelstreek gaat men flitscontainers aanschaffen. Het is duidelijk gebleken dat de aankondiging van flitspalen eveneens een afremmend effect heeft. We moeten duidelijk zijn dat het flitspalenbeleid geen rondje Vlamingen pesten mag zijn. Ik had graag van u een duidelijke visie gekregen over de flitspalen en vooral de flitscontainers op lokaal niveau. Mevrouw De Ridder heeft er wel naar verwezen maar ze is er niet op doorgegaan.
De voorzitter: De heer Koninckx heeft het woord.
De heer Flor Koninckx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de flitscontainer is niet meer het laatste nieuwe snufje, dat zijn camera´s die ingewerkt zijn in de vangrails van de autosnelweg. Mevrouw de minister, hebt u weet van het bestaan van dat systeem? Overweegt u om in de toekomst ook zulke systemen bij ons toe te passen?
Flitsen hangt samen met snelheid en snelheidsovertredingen. Al jaren hebben we, terecht, een snelheidsbeperking van 100 kilometer per uur op de ring rond Antwerpen. Jammer genoeg hebben we op de ring rond Brussel, die minstens even druk bereden is, op sommige plaatsen 120 kilometer per uur, op sommige plaatsen 100 kilometer per uur, ik denk aan Waterloo, op andere plaatsen 70 en 90 kilometer per uur, ik denk aan het viaduct van Vilvoorde, en op nog andere plaatsen gewoon 90 kilometer per uur, met name in de tunnels in Tervuren. Overweegt u - ik wil u dat aanraden - om een eenvormige snelheidsbeperking van 100 kilometer per uur op de ring rond Brussel in te voeren, zoals in Antwerpen, voor de duidelijkheid en de uniformiteit, voor het goede begrip van de weggebruikers?
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in het verleden heb ik al een aantal vragen hierover gesteld aan minister Van Brempt. Het protocol van september 2004 doet een verdeling tussen u en minister Van Brempt. Ik weet niet precies hoe dat in elkaar zit, want u moet uiteindelijk betalen.
De vraag is eigenlijk altijd van de federale politie gekomen, en de heer Koninckx weet dat beter dan ik. Het kan zijn dat dat te maken heeft met het uitsparen van personeel of iets dergelijks. Er kan een heel goed motief zijn. Ik heb dus een vraag gesteld aan minister Van Brempt, en zij is een lid van de regering en de regering is een en ondeelbaar. Toen is gesteld dat men uitging van een honderdtal flitspalen. Ik citeer: ?De federale politie heeft aan de wegbeheerder gevraagd om op bepaalde gevaarlijke plaatsen onbemande camera´s te plaatsen. De oorspronkelijke vraag maakte melding van een honderdtal flitspalen. De vraag was eerder een principiële vraag waarbij niet echt een specifieke beperking op het gewenste aantal werd gezet. De federale politie heeft ook plaatsen voorgesteld waarnaar de voorkeur uitgaat voor de plaatsing van onbemande camera´s.?
In dit verband heb ik een vraag waarvan ik denk dat u er nu niet meteen op kunt antwoorden. Misschien kan ik het antwoord schriftelijk krijgen. Ik heb altijd proberen te achterhalen wat de motivatie voor de plaatsing was. Ik heb er destijds een vraag over gesteld. Er is door u of door minister Peeters verwezen naar een studie in Australië, want men vond maar een studie over de relatie tussen het plaatsen van digitale camera´s op autosnelwegen en de verkeersveiligheid. Ik heb van minister Van Brempt een heel uitgebreid literatuuroverzicht gekregen van de reductie van het aantal ongevallen naar ernst van het ongeval na het plaatsen van onbemande roodlichtcamera´s. Het steunpunt Verkeersveiligheid heeft daar nogal wat onderzoek naar gedaan. Het valt niet te ontkennen dat dat effectief is. Alleen voor de autosnelwegen heb ik nooit een goede onderbouwing gezien waarom men dat vraagt. Vraagt de federale politie dat uit besparingoverwegingen, zodat men geen mensen meer op de middenberm hoeft te plaatsen? Kiest men ook voor digitale camera´s omdat er geen filmrolletjes moeten worden vervangen?
Mij interesseert vooral het volgende. Er is gesteld dat drie gegevens van belang waren voor het plaatsen van die camera´s. Ten eerste is er de verkeersonveiligheid. Ik heb die digitale camera´s al op een aantal plaatsen zien staan. Zijn dat zwarte punten op de autosnelweg? Die vraag is relevant. Ik verwijs naar de heer Vandenbroucke, die heeft gewezen op de verweving op de ring van Gent. Daar zijn lagere snelheden aangewezen omdat de kans op ongevallen groot is. Maar op een recht stuk autosnelweg? Wanneer men de controle over het stuur verliest, dan kan ik begrijpen dat men tegen de vangrail botst, vervolgens tegen de ingebouwde camera van de heer Koninckx, en dan is die nog kapot ook.
Ten tweede is er het percentage weggebruikers dat naar schatting een overtreding begaat van de reglementering die op een bepaalde plaats geldt. Die gegevens moeten van de federale politie komen als het over autosnelwegen plus een aantal ringwegen gaat, want dat wordt uitsluitend door de federale politie gecontroleerd. Zijn dat variabele plaatsen? Ik weet ondertussen wel waar de federale politie staat.
Ten derde is er de moeilijkheid om de twee voorgaande punten te remediëren via andere middelen. Dat waren de drie motieven om te opteren voor die bepaalde inplantingsplaatsen van flitspalen langs autosnelwegen.
Ik zou graag weten of die criteria zijn gehanteerd? Waarop zijn ze gebaseerd? Welke gegevens zijn daarover beschikbaar?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Geachte leden, wie het bewuste artikel heeft gelezen, zal ook de quote gezien hebben: ´We raken er altijd wel samen uit.´ Het is overgekomen als een heel grote polemiek, maar we raken er samen uit, en ik hoop dat dat nog eventjes zo blijft.
In mei van dit jaar hebben minister Van Brempt en ikzelf een consensus gevonden voor wat betreft het plaatsen van een hele rits onbemande camera´s. We hebben daar heel nadrukkelijk over gecommuniceerd, waarbij ook de federale politie aanwezig was en waar heel wat uitleg is gegeven over onder meer de manier van aanpakken.
We hebben toen afgesproken dat er voor handhaving in een bedrag van ruim 9 miljoen euro wordt voorzien. Ik heb hier de verdeling van dat bedrag bij me. Er is een bedrag van 4,7 miljoen euro voor roodlicht- en snelheidscamera´s. Men kan worden geflitst als men te snel rijdt, maar ook als men door het rode licht rijdt. Beide situaties kunnen bijzonder gevaarlijk zijn.
Er is ook in een kleiner bedrag voorzien voor homologaties. Voor trajectcontrole zijn er systemen waarbij snelheid wordt gemeten op een paar punten. In plaats van te flitsen op één plaats, kijkt men naar het traject dat wordt afgelegd en de gemiddelde snelheid die wordt gevoerd over een bepaald traject. Daarvoor is in 800.000 euro voorzien. Voor de koppeling van verkeershandhavingssystemen op het netwerk is in 260.000 euro voorzien. Voor de bewaking van de flitspalen vanop afstand en de koppeling met rijstrooksignalisatie is in een bedrag voorzien alsook voor het draadloos aansturen van flitspalen en het overseinen van vaststellingen. Het heeft voordelen als men een paal zet, dan moet men geen auto meer op de berm van de autostrade zetten. Er is in een budget van 1 miljoen euro voorzien voor een systeem waarbij de tussenafstanden worden gecontroleerd op de vrachtwagens. Daar is recentelijk ook over gecommuniceerd. Ook was in 2 miljoen euro voorzien voor ´Weigh in Motion´. Van die dikke 9 miljoen euro is er dus 6 miljoen euro bestemd voor de plaatsing van snelheidscamera´s.
Over de locaties waar die palen komen, hebben we een duidelijke consensus bereikt. Dat wil ik u toch klaar en duidelijk zeggen. Ik heb inderdaad de voorkeur geuit om in eerste instantie flitspalen te plaatsen waar dat het meest rendeert qua verkeersveiligheid. Met betrekking tot de reeks waarover ik het daarnet had, zijn er twintig locaties geselecteerd op het snelwegennet. Mijnheer Peumans, ik heb een document meegebracht waarin de methodiek wordt uiteengezet op basis waarvan een locatiekeuze is gemaakt. Ik kan dat hier uitdelen. Het is trouwens de eerste keer dat er een dergelijk programma wordt opgesteld voor autosnelwegen. Aan het document zult u kunnen merken dat het criterium van de veiligheid hier heel sterk doorweegt.
Daarnaast is ook afgesproken om het plaatsingsbeleid van camera´s langs de gewone gewestwegen voort te zetten, maar in eerste instantie alweer op die punten die het meest renderen qua verkeersveiligheid. Dat is een keuze die moet worden gemaakt. Ik zal daar straks nog wat uitleg over geven. Het gaat dus over de zwartste punten, waar het moeilijk, zo niet onmogelijk is om door infrastructuuringrepen of iets anders verbeteringen te bewerkstelligen.
Wat de goedkeuring van de lijst van camera´s betreft, weet u dat een hele reeks verstandige mensen zich daar het hoofd over breken, en dat dat eveneens de zegen moet krijgen van de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid. De lijst met aanvragen die we hebben vanwege gemeentelijke autoriteiten of allerhande diensten om een flitspaal of onbemande camera langs gewestwegen te plaatsen, is gigantisch lang. Het is dus altijd moeilijk om een keuze te maken. Er wordt me vandaag gevraagd waarop we ons nu moeten toespitsen in de toekomst, los van het akkoord en de locaties die we al hebben gekozen. Het lijkt me belangrijk dat we in de toekomst voldoende aandacht hebben voor die punten waarbij er sprake is van een grote vraag, ook vanwege lokale besturen.
Wat het aankondigen van flitspalen op autosnelwegen betreft, meen ik dat ik als minister bevoegd voor openbare werken mijn verantwoordelijkheid moet en mag nemen om ervoor te zorgen dat een en ander zo veilig mogelijk kan gebeuren, dat bruuske remmanoeuvres worden vermeden. Er bestaat een Engelse studie, die ik niet bij me heb, die aangeeft dat plotse remmanoeuvres een kwalijk nevenverschijnsel van solitaire flitspalen langs autosnelwegen kunnen zijn. Daarom stel ik inderdaad voor een al bestaande praktijk in het buitenland over te nemen. We kennen een voorbeeldje in Gentbrugge. Daar staat zo´n paal aangekondigd. Waarom zouden we die borden niet uitbreiden langs de autosnelwegen? Ik heb het hier dus wel over de aankondiging van flitspalen op autosnelwegen: we moeten een kat een kat blijven noemen. Het is de bedoeling dat daarmee dergelijke manoeuvres worden vermeden, dat er geen verrassingseffecten zijn en dat we een rustiger beeld krijgen.
Mijnheer Huybrechts, u vroeg hoe het nu zit met het flitspalenprogramma goedgekeurd door mezelf en minister Van Brempt. Welnu, dat gaat gewoon door. We hebben allebei onze goedkeuring gegeven aan een programma voor dit jaar. Uiteraard is het de bedoeling dat dat programma wordt uitgevoerd. Over de vraag hoe het programma er voor de komende jaren uit zal zien, moeten nog afspraken worden gemaakt.
Mevrouw De Ridder, u hebt me gevraagd of ik weet dat er hier en daar geen waarschuwingsborden worden gebruikt. U hebt ook verwezen naar de flitscontainers. Daarbij aansluitend heeft een ander lid naar de flitsvangrails verwezen. Mevrouw De Ridder, u weet dat die flitscontainers niet tot de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest behoren. Ze worden mobiel opgesteld. Ze maken geen onlosmakelijk deel uit van de structuur van het patrimonium van het Vlaamse Gewest. De plaatsing van vaste flitspalen is wel onze bevoegdheid. Die worden immers op ons domein geplaatst.
Voor de eerste generatie flitspalen die werden geplaatst, werd er, althans in een aantal gevallen, een bord geplaatst dat aanspoorde tot veilig verkeer. We hebben daar al wat ervaring mee opgedaan. Die vrij typische borden hadden als boodschap: ?Rij voorzichtig, voor meer verkeersveiligheid.? De link met die paal werd dus niet echt gelegd, maar er werd wel een bord met een zekere sensibiliserende functie geplaatst.
In diezelfde periode werden op weggedeelten waar op diverse vlakken aan intensieve handhaving werd gedaan, ook borden geplaatst die meer expliciet verwezen naar die controles. Dat is onder meer een tijdlang het geval geweest op de Brusselse ring.
Het is evident dat flitspalen uitsluitend de bedoeling kunnen en mogen hebben de verkeersveiligheid te vergroten. Ik denk dat iedereen wat dat betreft dezelfde taal spreekt. Om het u nogmaals duidelijk te maken, in het algemeen wordt gezegd dat die verkeersveiligheid vooral wordt beïnvloed door de drie E´s: engineering, education en enforcement. Samengevat gaat het dus ten eerste over een degelijke weginfrastructuur en wagens met een groot aantal veiligheidsvoorzieningen. Het aanpakken van de zwarte punten past daarin. Ten tweede gaat het over de opvoeding. Minister Van Brempt is daar zeer intens mee bezig. De derde pijler van een dergelijk beleid is de handhaving. Dat betekent uiteraard dat er onbemande camera´s moeten worden geplaatst. Ik denk dat niemand dat betwist. Iedereen vindt het noodzakelijk die camera´s te plaatsen, maar de vraag is natuurlijk hoe we daarmee omgaan. Een andere vraag is of het niet verstandiger is die aan te kondigen langs autosnelwegen.
Wat die eerste reeks van twintig palen langs de autosnelwegen betreft die nu is goedgekeurd, heeft het agentschap ondertussen beslist om die aan te kondigen. Uiteraard zal dat worden geëvalueerd en gevolgd, om te bekijken welke effecten dat heeft.
Ik vermoed dat het mevrouw De Ridder is geweest die me heeft gevraagd hoe we de beslissingen uit het verleden zouden evalueren en eventueel bijsturen. Mevrouw De Ridder, uiteraard is het logisch dat een evaluatie gebeurt op basis van ongevallengegevens in de nabijheid van een flitspaal. De heer Peumans heeft ter zake gewezen op een achilleshiel, namelijk dat de NIS-gegevens over de letselongevallen veel te laat beschikbaar zijn. Het is voor ons, dus zowel voor minister Van Brempt als voor mezelf, verschrikkelijk moeilijk om die te krijgen. Het is absoluut noodzakelijk dat we snel kunnen beschikken over die cijfers.
Wel kunnen we op basis van de wel beschikbare gegevens duidelijk vaststellen dat het aantal ongevallen met slachtoffers zeer sterk terugloopt ter hoogte van kruispunten met flitspalen. Het is dus duidelijk dat die primaire doelstelling van het plaatsen van die palen vandaag wel degelijk wordt bereikt. We boeken dus resultaten ter zake. Ik heb voor u het overzicht meegebracht van de methodologie die wordt gevolgd bij de plaatsing, met de gegevens op basis waarvan men komt tot een bepaalde locatievoorkeur. Dat lijkt me wel nuttig. Het werd ook gevraagd door twee leden. Het lijkt me interessant dat te verspreiden onder de commissieleden. Voor de geïnteresseerden heb ik ook de lijst mee met de locaties die zijn geselecteerd. Dan gaat het over de twintig locaties op de snelwegen en over de rodelicht- en gewestwegencamera´s. Die zijn dus geselecteerd op basis van de parameters in het methodologisch overzicht.
De heer Peumans stelde dat de federale politie honderd flitspalen vraagt. Ik kan u melden dat er een aantal maanden geleden een akkoord werd gesloten om er twintig te plaatsen en ik kan bevestigen dat er nog zal worden gepraat over het vervolg.
De heer Koninckx stelde een vraag over de ring. Dat is een goede vraag. Ik heb er al een paar keer op geantwoord. Ik denk dat we zo snel mogelijk werk moeten maken van het dynamisch snelheidsbeheer. Dat bestaat al op de ring rond Antwerpen. De snelheid kan er geregeld worden in functie van de drukte. Ik heb gisteren nog gemerkt welk verschil dat maakt op het vlak van een vlottere doorstroming van het verkeer. Dat is onze prioriteit zodat het mogelijk wordt om ook op de Brusselse ring met een aangepast snelheidsbeheer te werken: de snelheid kan worden verlaagd wanneer het drukker is en worden verhoogd wanneer het minder druk is.
Ik hoop dat we de komende jaren een serieuze doorbraak zullen kennen. U weet dat er een serieuze investeringsbeslissing werd genomen inzake het verkeerscentrum Gent. Die zou tot gevolg hebben dat ook daar op de ring een beter en dynamisch verkeersbeleid kan worden gevoerd. Het is iets dat op al onze knooppunten gerealiseerd zou moeten worden.
De heer Pieter Huybrechts: Mevrouw de minister, ik heb aandachtig naar uw antwoord geluisterd. Ik zou u nog twee vragen willen stellen.
Zit u nu opnieuw volledig op één lijn met minister Van Brempt voor wat de plaatsing van de flitspalen betreft? Zijn alle meningsverschillen tussen u en haar van de baan?
Ik meende begrepen te hebben dat u - waarschijnlijk in samenspraak met de minister-president - van mening was dat ook individuele flitspalen zouden moeten worden aangekondigd om de veiligheid te verhogen. Ik verheugde mij daarover, maar nu hoor ik u vertellen dat u er alleen voorstander van bent om de flitspalen op de autosnelwegen aan te kondigen. Heb ik dat juist gehoord? U stapt dus af van het idee dat individuele flitspalen moeten worden aangekondigd. Is dit misschien een toegeving aan mevrouw van Brempt?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Ik dank de minister voor haar verduidelijking. Voor alle duidelijkheid: ook ik ben verheugd over de aankondiging dat de locaties langs autosnelwegen zullen worden aangeduid, ook die van de individuele flitspalen. Dit is een belangrijke wijziging, dat blijkt uit het verslag van de vorige vraag. Minister Van Brempt antwoordde toen nog dat het opportuun was om de individuele flitspalen niet aan te kondigen. Het lijkt me evident dat dit in stedelijk gebied of langs de gewestwegen minder zal gebeuren, omdat er daar een veel grotere dichtheid aan flitspalen is. Het einde is natuurlijk zoek als we bijvoorbeeld op de Antwerpse leien een bord moeten zetten bij elke flitspaal.
Ik heb nog een vraag over de evaluatie. Ik begrijp dat de letselgegevens heel laattijdig worden bezorgd, maar toch zou ik u willen vragen om u te engageren om ze aan deze commissie te bezorgen op het moment dat u ze krijgt in de vorm van een overzicht of evaluatie. Uiteraard mag dat schriftelijk gebeuren. Voorafgaandelijk heeft men volgens mij ook al een idee: uit bepaalde gegevens die ontvangen worden, kan al worden afgeleid of de flitspalen goed geplaatst zijn. Het lijkt me nuttig om volgend jaar de twintig locaties voor flitspalen die erbij zijn gekomen, eens te bekijken en om aan ons mee te delen welke flitspalen verplaatst worden, welke aangepast worden en welke weggehaald worden omdat ze geen effect blijken te hebben.
De voorzitter: De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De heer Joris Vandenbroucke: Ik wil op mijn beurt de minister bedanken voor haar uitgebreide antwoord. Het heeft me helemaal gerustgesteld, en ik kan eruit concluderen dat er geen meningsverschillen bestaan tussen de verschillende meerderheidsfracties over de opportuniteit van flitspalen op de autosnelwegen.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik zal de aanvullende informatie nog eens bekijken en analyseren.
Ik verwijs nog een keer naar de schriftelijke vragen die werden gesteld onder meer inzake onze vrienden van de federale politie. In een van haar antwoorden zei minister Van Brempt: ?De voorgestelde locaties van de federale politie behoren niet tot de relatief hoogst scorende qua verkeersonveiligheid.? Dit kwam uit een vraag van 29 oktober 2004.
Ik citeer ook uit een vraag van 4 mei 2005: ?Punt 9. De federale politie heeft op een aantal plaatsen van het autosnelwegennet onbemande camera´s gevraagd. Deze vraag was ingegeven door het feit dat op die plaatsen bemande camera´s moeilijk op te stellen zijn. Deze plaatsen waren echter niet de meest gevaarlijke. Er was hiervoor een eerste en heel algemene gedachtewisseling met de federale politie.? Ik zou toch nog eens willen horen hoe de afweging wordt gemaakt.
Ik heb toentertijd aan de minister gevraagd welke wetenschappelijke studies worden gebruikt om te bepalen of de flitspalen op autosnelwegen effectief zijn. De minister heeft me toen één studie kunnen geven. Ze had die opgevraagd bij het Steunpunt Verkeersveiligheid. Het betrof een Australische studie over de impact van flitspalen langs ´highways´. Het effect ervan was dat de gemiddelde snelheid er gedaald was met 2,7 kilometer per uur. De vraag is dan natuurlijk of dergelijke flitspalen langs autosnelwegen effectief zijn. De studie stelt: ?Uit elders verricht onderzoek komt echter naar voren dat flitspalen opmerkelijk effectiever zijn in stedelijke gebieden dan in landelijke gebieden.? Ik denk dat we de autosnelwegen voor een stuk kunnen omschrijven als landelijk gebied voor wat de verkeersafwikkeling betreft. Ik ben dus benieuwd naar uw aanvullende informatie, mevrouw de minister.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer Huybrechts, ik denk dat het antwoord op uw vraag al werd gegeven. Ik heb duidelijk gesteld dat flitspalen langs de autosnelwegen aangekondigd worden. Dat is trouwens een beslissing die mijn administratie zelf kan nemen, want ze gaat over het patrimonium. Wat de gewestwegen betreft, is dat een stuk moeilijker. Ik heb u gezegd dat we bijzonder streng zijn en dat de locaties op gewestwegen worden geselecteerd op basis van gevaarlijkheid. Dat betekent dat het echt om zwarte punten gaat, om plekken waar het echt onbetamelijk is om door het rode licht te rijden of om te snel te rijden. Het is bovendien moeilijk om op al die plaatsen aankondigingsborden te zetten, tenzij ze per regio kunnen worden gebundeld. Dit moet dus grondig worden bekeken.
Zoals ik op de persconferentie van maanden geleden al heb gezegd, worden de nieuwe flitspalen op de autosnelwegen aangekondigd met een bord. Ik heb de lijst van de geselecteerde locaties langs de autosnelwegen bij, met daarop ook de techniek die gehanteerd wordt om de borden te plaatsen. Dan kan men een vergelijking maken. Uit het verslag van de vergaderingen blijkt dat er een goede screening gebeurd is op basis van cijfers. De federale politie was trouwens aanwezig.
Er zijn natuurlijk lange lijsten met mogelijke locaties waaruit moet worden geselecteerd. De vraag is welke parameters er gebruikt worden. De belangrijkste parameter moet het verhogen van de verkeersveiligheid zijn. Ik denk dat het hier bij de locatiekeuze gebeurd is.
Mevrouw Annick De Ridder: Kunt u nog iets zeggen over de evaluatie?
Minister Hilde Crevits: U bedoelt de ongevallencijfers? Als die er zijn, dan zijn ze beschikbaar. Ik ben nog aan het wachten op de laatste cijfers.
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mevrouw de minister, geachte collega´s, ik wil het voorstel van resolutie even toelichten. Iedereen heeft ruim de tijd gehad om het te lezen.
Ik wil nog eens extra benadrukken dat de Vlaams Belangfractie het een lovenswaardig initiatief vindt dat de Vlaamse Regering het aantal verkeersdoden tegen 2010 wil halveren. Ieder normaal denkend mens is er zich van bewust dat een verantwoorde snelheidsbeperking de verkeersveiligheid ten goede komt. Verantwoorde snelheidsbeperkingen worden dan ook door het overgrote deel van de burgers nodig geacht en nageleefd. Sancties verbonden aan het overtreden van de snelheidsbeperkingen en de daarmee samenhangende maatregelen om de pakkans van overtreders te waarborgen, zijn noodzakelijk. Wij zijn dus geen voorstander van een beleid dat iedereen alles toelaat.
Een flitscamera is in dit opzicht een instrument dat wordt - of minstens zou moeten worden - aangewend om het menselijke gedrag te sturen. Wil de Vlaamse Regering echter een draagvlak creëren voor de talrijke extra flitspalen die er dit jaar en volgend jaar bij komen, dan zal ze enkel het vertrouwen van de burger kunnen winnen door de flitspalen te gebruiken als een instrument van verkeersveiligheid, in plaats van een instrument dat dient om de boetes te maximaliseren.
Dat houdt in dat de nieuwe flitspalen het best kunnen worden geplaatst op plaatsen die een reëel gevaar vormen voor de weggebruikers en die niet verder kunnen worden beveiligd via infrastructuurwerken. Hierdoor wordt de flitspaal een instrument om de snelheid op gevaarlijke plaatsen terug te dringen en de controle te verhogen. De flitspaal kan het gedrag van de automobilist verder sturen als de chauffeur weet dat er een flitspaal aanwezig is. Daarom is het noodzakelijk - al is het maar om te vermijden dat een automobilist die een flitspaal pas op het laatste ogenblik opmerkt en hard remt, met alle gevolgen van dien - flitspalen aan te kondigen. Het is spijtig dat u deze visie maar half deelt. Minister-president Peeters deelde deze visie nochtans met ons.
Op die manier neemt men bij de burger - als de burger weet dat de flitspaal wordt aangekondigd - de indruk weg dat de flitspalen er louter en alleen zijn om de boetes te maximaliseren.
Het Vlaams Belang wil de Vlaamse Regering vragen om flitspalen slechts te installeren op die plaatsen waarvan bewezen is dat ze een reëel gevaar vormen voor de automobilisten en die niet verder kunnen worden beveiligd via een verbetering van de infrastructuur. Wij vragen ook dat de flitspalen steeds zichtbaar worden opgesteld of dat men de weggebruikers op voorhand waarschuwt door een signalisatiebord voor de flitspaal te plaatsen.
Onze zienswijze wordt door vele mensen onderschreven en ondersteund, onder meer door de hoofdredacteur van het Belang van Limburg Eric Donckier, die hoopt dat het Vlaams Parlement dit voorstel van resolutie eenparig zal goedkeuren. Het verheugt ons dat minister-president Peeters en uzelf, mevrouw de minister, mee in onze richting denken. Op de steun van sp.a moeten we niet rekenen. Sp.a is er voorstander van om meer flitspalen te plaatsen, ook op autosnelwegen, en de pakkans te verhogen om zo de federale staatskas te spijzen. Ik reken wel op het gezond verstand van de volksvertegenwoordigers van CD&V en Open Vld om dit voorstel van resolutie goed te keuren.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heer Huybrechts, door de heer Peumans en door mevrouw De Ridder en de heer Vandenbroucke werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten ingediend zijn uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.