Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 09/10/2008
Interpellatie van mevrouw Stern Demeulenaere tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming en tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de muziekbelasting voor scholen
De voorzitter: Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, op 25 september 2008 verscheen in verschillende kranten het bericht dat Semu, de beheersvennootschap van muziekuitgevers, in een brief eiste dat scholen een licentie nemen voor het kopiëren van liedjesteksten en partituren. Volgens Semu zijn scholen en leerkrachten in overtreding wanneer kopieën van liedjesteksten en notenbalken in de lessen worden gebruikt zonder een licentie met haar af te sluiten. Om de prijs van de licentie te bepalen zou Semu een vast licentietarief hanteren van 0,77 euro per kleuter, 1,77 euro per leerling uit het lager onderwijs en 2,77 euro per leerling uit het secundair onderwijs.
Semu vertegenwoordigt slechts een beperkte groep van muziekuitgevers. Daarenboven gebruiken scholen slechts in beperkte mate materiaal waarvoor Semu rechten kan innen. De bijdragen die zouden worden aangerekend, zouden dan ook buiten proportie zijn.
Ten slotte is ook de manier van aanpakken bedenkelijk. Semu dreigt namelijk direct met gerechtelijke procedures en zware financiële claims, en dit alles voor het uitdelen van kopieën van ´Klein klein kleutertje´ of ´Zie ginds komt de stoomboot´.
Dit is trouwens niet de eerste keer dat Semu die actie onderneemt. In de vorige legislatuur werden muziekacademies ook al onder druk gezet, maar mede door het optreden van toenmalig minister van Onderwijs Vanderpoorten heeft Semu de geuite dreigementen niet hard durven te maken.
Los van de bedenkelijke manier van optreden door Semu moet het debat ook inhoudelijk gevoerd worden. In plaats van te werken met gekopieerde partituren zouden scholen en muziekacademies ondersteund kunnen worden in de uitbouw van een boekenfonds met partituren, een zogenaamd ´partiturenfonds´. Op die manier kunnen kinderen de partituren die ze nodig hebben, lenen in de academie. Hiertoe zouden natuurlijk wel enkele basisinvesteringen op Vlaams niveau vereist zijn.
Mijnheer de minister, wat is uw standpunt en dat van uw collega, minister Anciaux, ten aanzien van het recente initiatief van Semu?
Klopt de bewering dat de berekeningen en de licentietarieven werden opgemaakt in samenspraak met uw kabinet?
Aanvaardt u de manier waarop Semu deze juridische kwestie tracht te beslechten, namelijk door het aanrekenen van een licentie met een forfaitaire prijs per kind? Zult u hiertoe bijkomende middelen uittrekken of moeten de scholen zelf instaan voor deze uitgaven?
Kan er desnoods een lijst worden voorgelegd met partituren en liedjes die onder deze wet zouden vallen? Er zijn immers heel wat liedjes waarvoor geen auteursrecht meer moet worden betaald, omdat de auteurs al meer dan 70 jaar geleden overleden zijn.
Hoe staan u en uw collega tegenover het alternatief voorstel van een zogenaamd ´partiturenfonds´? Bent u bereid om samen met uw collega verder onderzoek te laten uitvoeren en om, indien dit onderzoek positief zou uitvallen, de nodige middelen voor de opstart ervan uit te trekken?
De voorzitter: De heer De Cock heeft het woord.
De heer Dirk De Cock: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dit onderwerp ligt ons erg na aan het hart. We zijn immers van oordeel dat de vzw Semu niet de volledige groep van belanghebbenden uit de sector omvat.
We hebben vragen bij de wettelijkheid van dit gebeuren. Indien de vzw Semu de door de scholen gevraagde bijdrage zou verkrijgen, in welke mate kunnen scholen dan achteraf nog worden gevat door eventuele andere, complementaire belangenorganisaties voor hetzelfde onderwerp? Moet er dan niet meer afstemming zijn? En kunnen we het zomaar eens zijn met dat principe voor educatieve doeleinden? Dat is een andere discussie die wel al gevoerd is, maar waar nog maar tot weinig slotsommen werd gekomen.
Wat me uitermate stoort is de toon van de briefwisseling waarmee de scholen geconfronteerd worden. Die is in hoge mate agressief en culpabiliserend ten aanzien van de schooldirecties. Die mensen verdienen het niet om op die manier aangesproken te worden. Dat stoort me echt heel erg.
Wat ik ook opvang, is dat een aantal scholen uit het deeltijds kunstonderwijs (dko) opnieuw afstand nemen van wat ze in het vorige schooljaar of de vorige schooljaren wel hebben ondertekend, net omdat Semu niet het volledige veld beslaat. Zelfs als kleuterjuffen in het kleuteronderwijs een kopietje nemen uit hun zangboekjes waar al een bijdrage op betaald is, om dat in het ouderboekje te steken zodat de ouders de evolutie van hun kindje in de school met betrekking tot de muzikale opvoeding kunnen volgen, zou er betaald moeten worden. Dat lijkt me nogal sterk.
Mijnheer de minister, hoeveel percent van de belanghebbenden groepeert de vzw Semu?
Mijn volgende vraag is misschien een beetje verregaand. Zou het pedagogisch-didactisch niet nodig zijn dat het onderwijsveld voor één keer een beetje anarchistisch reageert door dit gewoon naast zich neer te leggen?
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Ik wil graag het betoog van de heer De Cock aanvullen. Ik heb gedurende een achttal jaar heel veel te maken gehad met deze problematiek toen ik werkzaam was in de culturele sector.
Ik moet zeggen dat mijn ervaringen met Semu buitengewoon negatief zijn - ik moet me trouwens inhouden om geen grove krachttermen te gebruiken om Semu te beschrijven. Semu is erin geslaagd om diepe wonden te slaan in de koorwereld en de wereld van de instrumentale muziek en om mensen tegen elkaar op te zetten. Ze deden dat allemaal om de licentie te kunnen verkopen en om mensen onder druk te zetten om de licentie te nemen.
Het hele licentie-idee komt erop neer dat een licentie wordt genomen indien alle potentiële rechthebbenden, uitgevers van partituren, door die licentie gevat zijn. Uit onderzoek blijkt dat niet eens de helft van de uitgevers die in Vlaanderen bladmuziek verdelen, wordt gevat door de licentie. De representativiteit van Semu is buitengewoon problematisch.
Over het dko bestaan verschillende meningen. Daarover kan worden gediscussieerd omdat het dko in zijn kerntaken heel veel met bladmuziek te maken heeft. In de rest van het onderwijs is dit veeleer problematisch.
Eigenlijk is dit een anomalie. Ik ben voorstander van auteursrechten. Auteurs en uitgevers moeten beschermd worden, laat daar geen twijfel over bestaan. Ik wil iedereen adviseren om originele bladmuziek te gebruiken, want dan is er een garantie dat die gebruikt wordt en moet men geen licentie nemen. Ik raad dit aan aan elk koor of elke muziekmaatschappij die mij hierover advies vraagt. De wet verbiedt trouwens niet om een kopie van een partituur te nemen voor privégebruik. Hetzelfde geldt als iemand een cd koopt: ook die mag men voor eigen gebruik kopiëren.
Wegens de toon van Semu, de gebrekkige representativiteit van die vzw en uw verdienstelijke inspanningen voor de maximumfactuur waar dit toch weer komt tussenfietsen, zou ik u het liefst willen vragen om u aan te sluiten bij wat de heer De Cock zegt en om ?neen? te zeggen, maar wellicht is er iets meer onderzoek nodig. We kunnen de wet niet zomaar naast ons neerleggen. Er is meer onderzoek nodig, maar als er geen representativiteit blijkt te zijn voor de licentie, zou dit soort informatie minstens aan de directies kunnen worden meegedeeld. Dan kunnen die afwegen in welke mate ze liever opteren voor originele muziekpartituren, want dan moeten ze geen licentie nemen, en dan steunen ze de componisten en de uitgevers van muziek veel meer dan vandaag.
De voorzitter: Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mevrouw An Michiels: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben een beetje later, want mijn aanwezigheid was vereist in een andere commissie.
Ik wil me aansluiten bij de tweede vraag van mevrouw Demeulenaere. Bij alles wat hierover verschenen is en gezegd werd, heb ik een beetje het gevoel dat de volgende richting wordt uitgegaan. De scholen krijgen veel meer geld via het nieuwe Financieringsdecreet en daarover wordt algemeen gecommuniceerd en dus zijn er anderen die daar hun deeltje van opeisen. Ik vraag me af of dit kan. Bent u het daarmee eens? Zo neen, hoe gaat u daartegen reageren?
Mevrouw Monica Van Kerrebroeck: Ik dank de vraagsteller om dit op de agenda te plaatsen en ook de collega´s die zich hebben aangesloten. Ik denk inderdaad dat dit fenomeen te wijten is aan de goed merkbare verhoging van de subsidiëring, en nu zijn er kapers op de kust die delen van de koek willen. Mevrouw Michiels heeft dit terecht onderstreept.
Ik meen ook dat we de scholen weer eens zullen belasten met een zoveelste extra. We kunnen dit niet dulden. Ik sluit me dan ook graag aan bij de oproep. De heer De Cock sprak van anarchisme. Ik neem dat woord ook graag in de mond om dit te benadrukken.
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, ik zou duidelijk willen stellen dat het niet gaat om Vlaamse regelgeving of om onderwijsregelgeving. De impact die we als Vlaamse ministers van Onderwijs en respectievelijk Cultuur hebben, is dan ook beperkt. De beheersvennootschap Semu is bij ministerieel besluit van 14 februari officieel erkend als een beheersvennootschap van dit soort rechten, dat gebeurde onder de federale regering-Verhofstadt I.
De beheersvennootschap heeft tot doel het innen en het verdelen, administreren en beheren, in de ruimste zin van het woord, van alle grafische rechten van de bij hen aangesloten muziekuitgevers op hun uitgavefondsen, waaronder maar niet uitsluitend, het grafische reproductierecht en het recht op de vergoeding voor reprografie. Ik kom daar straks nog even op terug, maar eigenlijk zou men in de federale Kamer minister Van Quickenborne hierover moeten aanspreken.
Semu is gemachtigd om de auteursrechten en meer bepaald de grafische rechten te vrijwaren van de muziekuitgevers op hun muziekfondsen, waarop de uitgevers aanspraak kunnen maken - voor zover ze althans bij Semu zijn aangesloten. Semu mag in dit kader licenties voorstellen aan potentiële gebruikers.
Semu heeft in de voorbije jaren met alle sectoren die muziekcomposities gebruiken, licenties afgesloten, waaronder het deeltijds kunstonderwijs, het hoger kunstonderwijs, ensembles, kerkmuziek, en zo meer. Het is dus niet helemaal juist, mevrouw de voorzitter, dat Semu nu plotseling wakker geschoten is omdat we een extra financiering geven aan basisscholen. Dit is een debat dat wat Semu betreft, al jaren loopt. Mevrouw Demeulenaere wees er ook op. De voorbije jaren heeft Semu inderdaad met heel wat sectoren akkoorden gesloten.
Om het nog ingewikkelder te maken: het auteursrecht ligt vast in Europese regelgeving via de richtlijn 2001/19 en de federale wet van 30 juni 1994. De auteurswet beschermt elk concreet werk dat via intellectuele activiteit een persoonlijke stempel heeft meegekregen van een persoon. Het mag niet zomaar gekopieerd en voor uitvoering gebruikt worden. Alleen de auteur zelf mag zijn eigen werk kopiëren of toestemming geven om het te kopiëren. Naast boeken, toneelwerken, gedichten, en andere, komen ook muziekcomposities en tekeningen in aanmerking voor bescherming door het auteursrecht.
Er kan dus een auteursrecht ingeroepen worden voor de volgende muziekcomposities en muziekuitgaven of partituren: ten eerste een muziekcompositie die in origineel is opgesteld door een auteur of componist in tekst of in muziek met een nieuw werk of met een creatieve herwerking van een bestaand werk, en ten tweede een muziekuitgave, met muziekcomposities, die een originele vormgeving meekrijgt van de uitgever door onder meer een creatieve bundeling in één geheel, grondig uitgewerkte presentatie, moderne vormgeving met tekeningen en foto´s en andere. De potentiële gebruikers, waaronder de scholen die mogelijk reproducties maken uit de uitgaven, zijn niet verplicht een licentie te nemen zolang ze de auteurswetgeving respecteren. Semu is gemachtigd daar controle op uit te oefenen.
Er bestaan evenwel een reeks uitzonderingen waar het auteursrecht volgens de geldende regelgeving niet geldt. Dat is primo, de aankoop voor alle betrokken leerlingen van de originele liedboeken of partituren. Secundo is dat het nemen van korte fragmenten binnen een onderwijskader, want het kopiëren van partituren voor de leerlingen is niet onderworpen aan het auteursrecht indien maar 10 percent gekopieerd wordt van een partituur of van een boek met partituren. Het fragment dient wel ter illustratie van het lesgeven en is niet beschikbaar voor uitvoering. De regel van 10 percent is geen wettelijke regel, maar wordt binnen het domein van de auteursbescherming regelmatig aangehaald.
Tertio is een uitzondering het gebruik maken van het publiek domein. Het publiek domein inzake partituren is vrij ruim. Het gaat namelijk om een muziekcompositie die een creatie is van een onbekende componist of van een bekende componist die meer dan 70 jaar geleden overleden is, zonder dat er nieuwe, originele, creatieve elementen zijn toegevoegd. Het gewone ´Klein, klein kleutertje´ zonder enige originele bewerking, behoort tot het publiek domein, en noch de scholen noch enige andere organisatie moet hiervoor een auteursrecht betalen. Het is belangrijk om ook dit mee te delen.
U vroeg of we de manier aanvaarden waarop Semu deze juridische kwestie tracht te beslechten, namelijk door het aanrekenen van een licentie met een forfaitaire prijs per kind, en of we hiertoe de nodige middelen zullen uittrekken of dat de scholen zelf moeten instaan voor deze uitgaven. Of we dat nu graag hebben of niet, en wat we ook vinden van deze organisatie, op het feit dat Semu hier een initiatief neemt, is eigenlijk niets aan te merken. Hoe vervelend dit soms is voor initiatiefnemers, er is een gerechtvaardigde vraag naar het regelen van de rechten van degenen die creëren.
Over de manier waarop deze vennootschap haar initiatieven ontwikkelde, kan ik u zeggen dat het overleg tussen de koepels van onderwijsverstrekkers en Semu uiteindelijk niet tot een vergelijk heeft geleid. Wel gingen alle partijen ermee akkoord om via een mededeling in Schooldirect de scholen en schoolbesturen te informeren op basis van een tekst en van een prijszetting die tijdens het overleg aan de orde was gekomen, maar waarover uiteindelijk geen ultieme overeenstemming werd bereikt. Dat er geen akkoord ´van harte´ was bereikt, leidde tot de oprispingen in de pers die we hebben meegemaakt.
Voor het dagonderwijs, het basis- en secundair onderwijs, waren er tot op heden geen afspraken over het kopiëren van muziekcomposities of muziekuitgaven. Semu heeft nu een licentie opgesteld die vanaf 1 september 2008 geldig is voor het dagonderwijs en die toelaat dat scholen die dat wensen, kopieën kunnen maken uit een aantal liedboeken om door alle leerlingen in de klas te gebruiken. Het is daarbij duidelijk dat basis- en secundaire scholen waar geen beschermde muziekuitgaven worden gekopieerd, de nu voorgestelde Semu-licentie niet nemen. Semu is in haar optreden gebonden door de pas vermelde regelgeving en wordt gecontroleerd door de federale overheid, namelijk door de FOD Economie, afdeling Controle Beheersvennootschappen Auteursrechten. Als u wilt weten hoe deze mensen optreden, moet u federaal minister Van Quickenborne interpelleren.
Ik wil u nog het volgende zeggen, maar haal daar niet te veel argumenten uit in de ene of de andere richting. Ik stel vast dat de door Semu opgestelde licentie voor het dagonderwijs relatief beperkt is in vergelijking met het kunstonderwijs, waar het gaat om 16,50 euro en 7,60 euro voor hoger en respectievelijk secundair kunstonderwijs, en andere sectoren - voor kerkpartituren gaat het bijvoorbeeld om 4,66 euro. Voor het kleuteronderwijs gaat het om 0,99 euro. Voor het lager onderwijs is het 1,99 euro en voor het secundair 2,99 euro. Dit is met inbegrip van 6 percent btw. Wel gaat er voor kleuter-, lager en secundair onderwijs nog een korting van 0,22 euro van af volgens een afspraak tussen Semu en Reprobel. Als u de cijfers die in Schooldirect hebben gestaan hiermee vergelijkt, dan merkt u dat ze aanzienlijk veel gunstiger zijn dan de cijfers voor bijvoorbeeld het deeltijds kunstonderwijs. En, mevrouw Demeulenaere, voor het dko kwam het akkoord tot stand onder mijn voorgangster, mevrouw Vanderpoorten. Zeggen dat mevrouw Vanderpoorten Semu tegenhield, is dus niet juist. Ik stel dan ook voor dat we het debat niet daartoe beperken.
De licentie bevat bovendien geen beperking inzake het aantal kopieën, wat in andere licenties wel het geval is, en ze geldt per vestigingsplaats en niet automatisch voor de hele school. Basisscholen en secundaire scholen die nu werken met de duurdere licenties uit het kunstonderwijs, krijgen een terugbetaling van Semu - wat op zich goed is. De werking van het schoolkoor of het schoolorkest is ook inbegrepen in de licentie. Ik pleit hiermee niet voor Semu, ik wil alleen maar aantonen dat er voor en tegen is bij deze voorstelling van zaken.
Als er onduidelijkheid is over het repertoire dat Semu zou vertegenwoordigen, dan is de beheersvennootschap wettelijk verplicht om de school daarover sluitende informatie te bezorgen.
U vroeg ook of we bereid zijn om het alternatieve voorstel van een zogenaamd ´partiturenfonds´ te bekijken. Ik ben inderdaad bereid om de mogelijkheden daarvan te onderzoeken. Het is wel zo dat het uitlenen van muziekpartituren een onderdeel is van het auteursrecht. Voor zover het om beschermde muziekpartituren gaat, dient daarover een akkoord gesloten te worden met Semu voor de bijhorende licentie. We komen zo natuurlijk bij dezelfde terecht, maar ik meen dat dit iets is dat we moeten onderzoeken. Het is wel zo dat er op dit ogenblik niet in budgetten voorzien is om als Vlaams ministerie van Onderwijs de Semu-licentie centraal te betalen, noch voor het oprichten van een of meerdere partiturenfondsen. Ik ben bereid om te onderzoeken of dit een oplossing kan bieden.
Het is belangrijk om u de volledige juridische toedracht te geven. Het is voor de minister nogal moeilijk om op te roepen om heel ostentatief de wet niet te respecteren.
De voorzitter: Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben al heel blij om van u te mogen vernemen dat de briefwisseling van Semu niet in samenspraak met uw kabinet is gebeurd. Dat wordt wel door Semu beweerd. Het staat zwart op wit op papier. Semu beweert dat hierover onderhandeld werd op uw kabinet en dat de brieven ook in samenspraak met uw kabinet werden gestuurd.
Minister Frank Vandenbroucke: Ik zal dit even verduidelijken. De onderhandelingen zijn natuurlijk bij ons gebeurd, maar er was geen akkoord. Er is daarover dus ook geen akkoord gesloten met mij.
We hebben wel gezegd - en dat wisten de partijen - dat dit op Schooldirect zou worden gezet, maar zonder dat er een akkoord was. In die zin zijn we wel deels betrokken in deze kwestie, ook op een heel officiële manier, want we hebben ons communicatiekanaal ter beschikking gesteld. Dat was voor de partijen geen probleem, maar die partijen waren het niet met elkaar eens over de prijzen.
We hebben het op Schooldirect geplaatst omdat we dachten dat het goed was om dat te doen toen men het ons vroeg. Het gaat inderdaad om tarieven die voor een aantal scholen misschien wel voordelen inhouden tegenover een wildwestsituatie.
Mevrouw Stern Demeulenaere: De heer Caron merkte op dat het niet heel duidelijk is wie Semu vertegenwoordigt. Misschien kan het helpen indien we een lijst produceren waardoor scholen alle partituren en auteurs kunnen gebruiken die niet onder Semu vallen. Misschien kunnen de scholen op die manier de licenties ontwijken. Ik weet wel dat dit ontwijkgedrag is, maar misschien is dit een goed denkspoor.
Ik weet ook dat dit federale materie is, en ik zal navraag doen bij de federale collega´s, maar zou het mogelijk zijn dat er in deze wet een uitzondering wordt gemaakt voor het onderwijs? Het gaat immers niet om professioneel, maar om puur educatief gebruik. Misschien kunt u hiertoe een bijdrage leveren in afwachting van het onderzoek naar het partiturenfonds. Misschien kunt u hierover onderhandelen met uw federale collega.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de minister, over de prijs wil ik nog kwijt dat de vergelijking niet klopt. U verwijst naar de basistarifering, maar men heeft ook akkoorden gemaakt met de verschillende sectoren waarbij de prijzen telkenmale lager liggen. Ik zou dus zeggen: opgepast met de vergelijking, want die is relatief. Ook voor een koor werd een maximumtarief bepaald, dat lager is dan 4,5 euro en daar zingt men elke week op basis van bladmuziek.
Ik wil nog iets zeggen over de muziekbibliotheken. Het heeft te maken met de houding van Semu. Koor & Stem is een landelijke federatie van amateurkoren. Semu heeft geprocedeerd tegen Koor & Stem en heeft de federatie verboden om de partiturenbibliotheek nog open te houden. Je moet maar durven! Dit geldt niet voor openbare bibliotheken, die mogen wel bladmuziek uitlenen. De zaak loopt nog in beroep, er moet nog een definitieve uitspraak gedaan worden, maar het typeert de wijze waarop Semu werkt, en die irriteert de mensen in de culturele sector enorm.
Mevrouw Demeulenaere, u bent een partijgenote van de federale minister van Economie. U zou de culturele sector een onwaarschijnlijke dienst bewijzen indien u van uw partijgenoot gedaan kunt krijgen dat wordt opgetreden, dat de controledienst wordt ingeschakeld en dat regels worden opgelegd aan de organisaties. Alle uitgevers en auteurs hebben rechten en die moeten we respecteren, maar de wijze waarop dat nu gebeurt, deugt niet. U kunt daar meer aan doen dan ik, dan de minister van Onderwijs en dan de minister van Cultuur. U zou ook het onderwijs een grote dienst kunnen bewijzen. Wij rekenen op u.
Mevrouw Stern Demeulenaere: Laat ons zeggen dat deze vraag een aanzet was. We zullen het hier zeker niet bij laten, we zullen dit verder onderzoeken.
Ik dank de minister omdat hij het onderzoek naar het partiturenfonds zal starten, want misschien kan er op die manier een oplossing worden gevonden voor het onderwijs.
De voorzitter: De heer De Cock heeft het woord.
De heer Dirk De Cock: Mijnheer de minister, kunnen we een kopie van uw antwoord krijgen zonder daarvoor een bijdrage te moeten betalen? (Gelach)
De voorzitter: Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn: Ik heb in het antwoord van de minister niet expliciet gehoord dat hij officieel contact zal opnemen met minister Van Quickenborne, het is toch raadzaam om dit formeel te doen.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, ik wil bevestigen ten aanzien van mevrouw Demeulenaere dat ik het voorstel zal onderzoeken.
Ze zet me ook een beetje op weg om contact op te nemen met minister Van Quickenborne, want als we informatie willen over de dekking, dan moeten we die bij hem halen. Het is dan inderdaad mogelijk om de volledige problematiek even voor te leggen aan de federale collega, en ik stel voor dat ik dat doe. Ik zal u daar te gelegener tijd over rapporteren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.