Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 08/07/2008
Vraag om uitleg van mevrouw Tinne Rombouts tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de hervormingsplannen voor de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme (ADJ)
De voorzitter: Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts: Mijnheer de minister, bij de bespreking van de beleidsbrief Jeugd 2008 meldde u dat u de dienstverlening van de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme of ADJ wilt optimaliseren. Het doel van de herstructurering zou zijn om de jeugd nog meer te laten genieten van de centra De Hoge Rielen en Destelheide en nog meer kampeermateriaal uit te lenen via de uitleendienst. Daartoe zou de vzw ADJ worden opgesplitst en zou de uitleendienst bij de administratie worden ondergebracht. U benadrukte in november 2007 dat u van plan was om sterke impulsen te geven om de werking van ADJ te versterken.
Ik heb toen namens mijn fractie al enkele kritische bedenkingen geuit, onder andere over het zogenaamde insourcen van de uitleendienst voor kampeermateriaal bij het IVA Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen, over de vermindering van de inspraak van het jeugdwerk bij de werking van ADJ, over de opsplitsing van ADJ in een vzw voor jeugdverblijfcentrum Destelheide en een vzw voor De Hoge Rielen, enzovoort.
Mijnheer de minister, sindsdien hebben we in het Vlaams Parlement niets meer vernomen over dit dossier. Ik wil u dan ook een aantal vragen stellen over de concrete stand van zaken in de herstructurering van ADJ.
Zijn de onderhandelingen met alle betrokkenen en dan vooral met het jeugdwerk en de vertegenwoordigers van het personeel afgelopen? Welke conclusies hebt u getrokken uit dit overleg? Werd de uitleendienst al ondergebracht bij het IVA Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen?
Welke garanties zult u geven over de inspraak van het jeugdwerk in de dienstverlening van de ingesourcete uitleendienst? U hebt in uw vorige antwoord benadrukt dat ook u het jeugdwerk daar maximaal bij wilt betrekken. Intenties zijn belangrijk, maar er moeten ook garanties zijn.
Komt er een aparte beheersstructuur per jeugdverblijfscentrum? Wanneer zal de hervorming van ADJ ook decretaal geregeld worden?
De voorzitter: De heer Vermeulen heeft het woord.
De heer Jo Vemeulen: Ik sluit me aan bij deze vraag. Aan deze zaak is intern al heel wat discussie voorafgegaan. Ik wil me toespitsen op de vraag over een aparte beheersstructuur per jeugdverblijfscentrum. Dat was aangekondigd in de beleidsbrief. Er waren heel wat argumenten voor, in die zin dat Destelheide en De Hoge Rielen een eigen profiel, een eigen werking en eigen accenten hebben. Het is essentieel dat ze die kunnen bewaren ten gunste van het jeugdwerk in het geheel en van een aantal doelgroepen in het bijzonder.
Ik heb zelf, als gebruiker en als vrijwilliger, ervaring met Destelheide en De Hoge Rielen. In hun werking en activiteiten zijn ze heel complementair en richten ze zich tot verschillende genres groepen. Typisch voor de Hoge Rielen zijn een herfstontmoeting en de kampen die daar plaatsvinden. Typisch voor Destelheide is een zomeracademie waar veeleer met kunstenaars wordt gewerkt.
Het imago van beide jeugdverblijfcentra is ook verschillend. De Hoge Rielen focust op natuur en alles wat daarmee te maken heeft. Destelheide legt veeleer het accent op kunst en cultuureducatie. Het is belangrijk dat die diversiteit kan worden bewaard, niet alleen voor de grote lijnen natuur en cultuur, ook het genre logies en de gastronomie zijn verschillend.
Er zijn nogal wat reacties gekomen op het voorstel om twee afzonderlijke vzw's op te richten. Het jeugdwerk was daar unaniem tegen. Vooral chiro en scouts zouden het daar moeilijk mee hebben. Kleinere jeugdorganisaties vinden het wel een goede zaak, maar misschien zijn hun stemmen minder gehoord. Ik weet niet of zij allemaal in de Jeugdraad vertegenwoordigd zijn. De meningen waren duidelijk verdeeld. De grote spelers willen één beheersstructuur behouden.
Mijnheer de minister, zijn de knopen doorgehakt? Komen er twee vzw's? Als het bij één vzw blijft, hoe kunt u dan garanties inbouwen dat het eigen profiel, de eigen activiteiten, de eigen teneur en de eigen specificiteit van de twee centra behouden blijft?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Voor ik antwoord op de concrete vragen, wil ik de context van dit belangrijke onderdeel van het jeugdwerkbeleid schetsen.
Bij het begin van deze legislatuur stelde ik hoge verwachtingen over een goede, efficiënte en gedragen hervorming van de vzw ADJ. ADJ verzamelt twee uiterst belangrijke functies voor het jeugdwerkbeleid: de uitleendienst kampeermateriaal en het beheer van twee prachtige jeugdverblijfscentra, namelijk De Hoge Rielen en Destelheide.
Die verwachtingen zijn niet verwonderlijk. Voor het jeugdwerk is zowel deze uitleendienst als de verblijfsaccommodatie ontzettend belangrijk. Het zijn werkelijk koninginnenstukken in het Vlaamse jeugdwerkbeleid.
In voorbereiding van een mogelijke optimalisering van ADJ gaf ik opdracht om een audit uit te voeren. Daaruit kon geconcludeerd worden dat alle entiteiten binnen ADJ goed worden beheerd, dat de bestuursstructuur niet optimaal is, dat de dienstverlening bijzonder relevant is, en dat er grote verschillen zijn tussen de onderdelen binnen ADJ. Het onderzoek gaf echter geen sluitend voorstel over een toekomstige structurering of aanpak.
Onder andere op basis van deze audit, maar zeker van vele contacten op het veld, ontwikkelde ik een concrete visie op ADJ, ingegeven door duidelijke vaststellingen en uitgangspunten. Ten eerste moet de uitleendienst nog meer en beter tegemoet komen aan de vragen van het jeugdwerk. Dit betekent dat er meer tenten, meer service en vooral een hoopvol toekomstperspectief moeten komen.
Ten tweede zijn De Hoge Rielen en Destelheide allebei bijzondere en waardevolle centra. Ze hebben elk een eigen identiteit die op verschillende noden en behoeften van het jeugdwerk inspeelt. De Hoge Rielen is duidelijk een domein waar de natuur, de ruimte voor spel en avontuur en de diversiteit aan verblijfsmogelijkheden centraal staan. Destelheide is een vormingscentrum pur sang, waar het accent ligt op onder andere cultuureducatie. Het kruispunt jongeren en kunst komt er heel sterk aan bod.
Ten derde blijkt de huidige bestuursorganisatie niet optimaal. Er is een groot verschil tussen de opdrachten van de uitleendienst en die van het beheer van de centra. Ook tussen de twee centra zijn er grote verschillen, zowel beheersmatig als inhoudelijk. Ik heb ook grote twijfels bij de aanwezigheid van ambtenaren in het bestuur van de vzw. Natuurlijk is de link met de Vlaamse Gemeenschap cruciaal, maar dit kan ook via andere methodes dan het opnemen van ambtenaren in de algemene vergadering en de raad van bestuur. Dat is trouwens ook de visie van de ambtenaren zelf.
Het was en blijft altijd mijn stellige bedoeling om elk onderdeel van het ADJ een optimale toekomst te garanderen, met voor elk actor een sterke identiteit, een stevige sturing en zeker ook voldoende middelen. Het staat buiten kijf dat het jeugdwerk hier absoluut centraal staat, zeker bij de sturing, maar ook als favoriete doelgroep.
Zoals steeds heb ik bij de ontwikkeling van nieuwe voorstellen intensief en open met alle betrokkenen overlegd. Dit overleg heeft geresulteerd in de volgende aanpak, die momenteel wordt geconcretiseerd.
Ten eerste: de twee centra blijven onder één beheer. Ten tweede: de uitleendienst wordt binnen het IVA Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen opgenomen. Graag licht ik deze keuze toe.
De twee centra blijven onder één beheer, dus in één vzw. Deze keuze speelt in op een erg expliciete verwachting van het jeugdwerk. Het is zo, mijnheer Vermeulen, dat het jeugdwerk en de Jeugdraad er heel uitdrukkelijk voor hebben gepleit om deze twee entiteiten niet van elkaar los te koppelen. Ik zeg niet dat iedereen het ermee eens was, maar in de adviezen klonk dat unisono.
Daarbij zal ik wel, via de beheersovereenkomst met de vzw, aan beide centra de kans bieden om een eigen identiteit verder uit te bouwen. We zullen dat heel uitdrukkelijk in de beheersovereenkomst vastleggen en stipuleren. Ik vind het belangrijk dat beide centra, onder andere voor allerlei beheersmatige aspecten, een vergelijkbaarheid behouden. Maar inzake hun aanbod pleit ik voor de mogelijkheid dat elk van deze centra met een specifiek aanbod een antwoord zou geven op de specifieke vragen van onder andere het jeugdwerk, bij uitbreiding het jeugdverenigingsleven. Dit pleidooi is niet nieuw en bevestigt eigenlijk de bestaande toestand en ook de voorstellen van de betrokken directies.
Het is dus de bedoeling om binnen één structuur een grote vorm van identiteit en autonomie te hebben.
Dan is er de integratie van de Uitleendienst Kampeermateriaal binnen het IVA Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassen. Voor mij is de uitleendienst een basisfunctie en fundamentele opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. Ik vind daarom dat deze functie binnen de overheid moet worden opgenomen, dat dit tot de kernverantwoordelijkheden van de Vlaamse overheid behoort. Het is duidelijk dat het IVA Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen hiervoor de beste omkadering biedt. Dit agentschap is altijd intensief bij het beheer van de uitleendienst betrokken geweest en coördineert ook de aankopen. Door deze integratie wordt ook deze functie verankerd in de ambtelijke opdrachten. De wijze waarop deze opdracht wordt geoperationaliseerd, krijgt nu vorm in de beheersovereenkomst met de betrokken leidende ambtenaar en bij de jaarlijkse planningsgesprekken.
Collega's, op basis van deze uitgangspunten wil ik nu graag een antwoord geven op de concrete vragen.
De voorbije jaren en meer intensief de voorbije maanden waren er heel regelmatig contacten met verschillende betrokkenen: het bestuur van de vzw ADJ; de Vlaamse Jeugdraad; een afvaardiging van het personeel; bilaterale gesprekken met de directies; voortdurend overleg met onze administratie; gericht en specifiek overleg met andere administratieve diensten binnen de bevoegdheid 'ambtenarenzaken'. De conclusie van deze overlegmomenten was, kort samengevat: beide centra blijven onder één bestuur, dus behoud van één vzw. Er komt een nieuw bestuur, op voorstel van de Vlaamse Jeugdraad en zonder 'zetelende' ambtenaren. De vzw krijgt een nieuwe beheersovereenkomst waarin ruimte wordt geboden voor de eigen identiteit van de twee centra, duidelijk gekaderd binnen het jeugdwerkbeleid.
De uitleendienst wordt binnen het IVA geïnsourcet. Hierbij moeten we nog twee aspecten belichten: het personeelstechnische en waarborgen voor een adequate service aan het jeugdwerk. Beide punten worden verder in dit antwoord toegelicht.
Momenteel is de uitleendienst nog niet geïnsourcet. De integratie is voorzien voor 1 januari 2009, maar de voorbereidende werkzaamheden zijn volop bezig. Belangrijke uitdaging hierbij is dat het personeelstatuut voor personeelsleden van de uitleendienst goed wordt uitgewerkt. Aan het personeel van de uitleendienst beloofde ik dat hun rechten gewaarborgd zouden blijven. Voor de effectieve insourcing van deze personeelsleden en de juridische afhandeling ervan is een decreet in voorbereiding. Het door onze administratie opgestelde voorontwerp van decreet bepaalt dat de Vlaamse Regering de modaliteiten en voorwaarden zal bepalen waarbij de personeelsleden die zijn tewerkgesteld op de Uitleendienst Kampeermateriaal kunnen worden overgenomen door het IVA Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Deze modaliteiten en voorwaarden zullen rekening houden met de verworven rechten van het personeel.
Dit voorontwerp is geïnspireerd op een gelijkaardig dossier met betrekking tot de overname van de personeelsleden van de vzw Info-Toerisme door Toerisme Vlaanderen. Het is de bedoeling dat dit voorontwerp van decreet nog voor het zomerreces kan worden besproken door de Vlaamse Regering.
Zoals ik u al eerder meldde, bij de besprekingen van de begroting en de begrotingscontroles, heb ik voor de begroting 2008 de investeringen in en voor de uitleendienst sterk verhoogd. We voorzagen in een verhoging met 1000 percent, van iets meer dan 200.000 euro naar 2.200.000 euro voor de aankoop van materiaal.
Bij de beslissing om de uitleendienst te integreren in het IVA Sociaal-cultureel Werk heb ik heel duidelijk waarborgen vooropgesteld voor een adequate service aan het jeugdwerk en voor een nabije en intensieve betrokkenheid bij de werking van de uitleendienst. Het jeugdwerk heeft hieromtrent terecht zijn bezorgdheid geuit, en ik deel die bezorgdheid. Momenteel wordt alles in het werk gesteld om deze waarborgen te concretiseren. Zoals ik net al zei, is het zeker de bedoeling om het jeugdwerk voldoende te betrekken bij de werking van de uitleendienst. Aan de administratie werd dan ook gevraagd dit ook in de werking mee op te nemen. De administratie bereidde een reglement voor dat ze aan het jeugdwerk voorlegde. Vorige week ontving mijn administratie de opmerkingen van het jeugdwerk op dit voorstel. Afspraak is dat we na de zomer terug samen zitten om op basis van de opmerkingen een definitieve regeling uit te werken die voldoende inspraak waarborgt voor het jeugdwerk.
Zoals eerder gezegd, blijven de twee jeugdverblijfscentra, de Hoge Rielen en Destelheide, binnen één vzw, maar de kans om een eigen identiteit verder uit te bouwen en te ontwikkelen, blijft gewaarborgd en blijft vanzelfsprekend gekaderd binnen het Vlaamse jeugdwerkbeleid.
Tot slot, de gehele hervorming wordt geregeld door middel van twee decreten. Vooreerst is er het decreet waarnaar ik net verwees: het decreet over de diverse bepalingen met betrekking tot de uitleendienst. Anderzijds is er het decreet van 3 maart 2004 houdende erkenning en subsidiëring van jeugdherbergen, jeugdverblijfscentra, de ondersteuningsstructuren en de vzw ADJ. Via dit decreet wordt de opdracht van de huidige vzw ADJ bepaald. Kortweg stelt dit decreet nu dat de vzw instaat voor het beheer van drie onderdelen. Via het programmadecreet bij de tweede begrotingscontrole voor 2008 wordt een bepaling ingelast die stelt dat de vzw ADJ het beheer van de Uitleendienst Kampeermateriaal heeft tot en met 31 december 2008.
De voorzitter: Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Tinne Rombouts: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Er is duidelijk beweging in het landschap rond het ADJ. Er liggen zeker een aantal zaken klaar om te worden uitgevoerd. Ik ben ook blij te vernemen dat u zich net als wij ook zorgen maakt over twee belangrijke punten bij de insourcing van de uitleendienst. We moeten er niet verder over discussiëren of het al dan niet de kerntaak van de overheid is. Maar gegeven de veronderstelling dat er een insourcing komt, zijn er twee belangrijke punten: adequate dienstverlening en de betrokkenheid van de jeugdsector.
Ik verneem dat het punt adequate dienstverlening in het reglement wordt opgenomen. Je kunt dat in een decreet moeilijk mee opnemen. Je kunt de werking beter in een reglement omschrijven. Wat de betrokkenheid van de jeugdsector an sich betreft, daar heb ik niet begrepen of dit mee wordt opgenomen in een reglement. Ik vraag mij af of het niet mogelijk is om ook dat decretaal te verankeren. Inspraak gaat verder dan enkel een huishoudelijk reglement of een werking. Aangezien dat een cruciaal onderdeel is - iedereen is toch overtuigd van het belang van de betrokkenheid van het jeugdwerk bij de uitleendienst en bij de vraag en het aanbod - is het toch belangrijk dat je dat bij elkaar brengt en op elkaar afstemt met een commissie of met werkgroepen, en dat dat decretaal wordt verankerd. Ik vraag hier uitdrukkelijk of dit decretaal kan worden verankerd en of dit eventueel nog in overweging kan worden genomen.
De voorzitter: De heer Vermeulen heeft het woord.
De heer Jo Vermeulen: Mijnheer de minister, ik dank u voor de toelichting. Ik heb over het kader dat u daaromtrent hebt geschetst nog een paar concrete vragen, met name over het nieuwe bestuur dat wordt samengesteld. Wordt ook bepaald dat de centra Hoge Rielen en Destelheide daar zelf voorstellen over kunnen formuleren? Is in een timing voorzien voor de beheersovereenkomst? U hebt zelf benadrukt dat die beheersovereenkomst en de afspraken moeten waarborgen dat de centra hun identiteit kunnen bewaren. U weet dat die zorg leeft bij Destelheide, dat het kleine broertje is. Dat heeft met betrekking tot een aantal punten andere standaards. Dat is ook logisch aangezien het een ander doelpubliek heeft. Het wil die eigen accenten bewaren. U bent overtuigd dat de eigen identiteit gegarandeerd moet blijven, maar dat zal praktische consequenties hebben. Tot en met in de gemeenschappelijke overhead en de gemeenschappelijke aankopen heeft dat gevolgen. Men moet het ook kunnen waarmaken. Beide centra zijn te belangrijk, ze hebben allebei een te mooie en te specifieke werking, die ze gegarandeerd moeten kunnen blijven uitoefenen.
Minister Bert Anciaux: Mevrouw Rombouts, er bestaat geen decreet op de uitleendienst na 1 januari 2009 omdat het dan behoort tot de taak van de administratie. Ik zal nagaan hoe we dat op de beste manier kunnen verankeren.
Ik begrijp uw bezorgdheid. Wees gerust, het is ook een van de thema's die vanuit het jeugdwerk worden aangebracht. We zijn er volop mee bezig het jeugdwerk die waarborgen te geven. Er is een ernstige betrokkenheid. Maar er is als dusdanig geen decreet, dat valt onder de algemene bepalingen.
Ik zoek naar een goede oplossing. Ik heb het jeugdwerk laten weten dat ik zelf ook vragende partij ben om die betrokkenheid zo goed mogelijk te betonneren.
Wat nu de specifieke vragen van de heer Vermeulen betreft: ik ging ervan uit dat het 1 januari 2009 was, maar ik twijfel nu, het is misschien 1 januari 2010. Mocht de beheersovereenkomst er niet op 1 januari 2009 moeten zijn, dan laat ik het u weten. Het is in elk geval wel de bedoeling om daar de mogelijkheid te creëren die eigen identiteit verder te ontwikkelen. De vraag werd uitdrukkelijk gesteld om het binnen één beheersovereenkomst te houden. Het lijkt mij mogelijk - zoals het ook vandaag al grotendeels gebeurt - dat ook binnen de raad van bestuur of in de interne werking van de vzw specifieke comités zich bezighouden met respectievelijk de Hoge Rielen en Destelheide.
Wat de samenstelling van de raad van bestuur betreft, heb ik het engagement op mij genomen dat de voorstellen die ik doe aan de Vlaamse Regering allemaal worden geadviseerd door de Jeugdraad. Ik heb wel aan de Jeugdraad gevraagd dat hij ook mensen zou voorstellen die, met betrekking tot de twee centra, interesse, ervaring en een band hebben. Wij zullen daarover waken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.