Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 01/07/2008
Vraag om uitleg van de heer Pieter Huybrechts tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het beleid inzake zwerfvuil
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, twee weken geleden is hier in dezelfde commissie door de heer De Klerck een vraag gesteld over zwerfafval langs de kust. Maar jammer genoeg moeten we vaststellen dat zwerfafval niet enkel aan de kust voorkomt, maar dat het een plaag is die heel Vlaanderen teistert.
Zwerfvuil heeft altijd bestaan, maar het probleem wordt alsmaar groter. In veel steden waar aan selectieve ophaling gedaan wordt, merkt men, merkwaardig genoeg, een toename van het zwerfvuil. Het probleem is op sommige plaatsen zeer groot en het begint mensen als maar meer te ergeren. Meer dan 2000 ton afval zwerft langs de Vlaamse wegen.
Mevrouw de minister, u hebt het zelf gezegd, in 2007 nam de berg zwerfafval langs de Vlaamse gewestwegen met 1365 ton toe ten opzichte van 2006. Dat is een stijging met maar liefst 45 percent.
De oorzaak van het probleem is uiteraard deels te vinden in het gedrag van de mensen. Het zwerfvuil bestaat qua samenstelling vooral uit plastic zakken, papier, verpakkingsafval, bier-en frisdrankblikjes, sigarettenpakjes enzovoort. De meerderheid van de bevolking ergert zich hier terecht aan, al is het natuurlijk ook de bevolking die het zwerfvuil stort. Voor wie dit niet doet, is het probleem natuurlijk des te erger.
Overvolle straatvuilnisbakken zijn vaak een bron van zwerfvuil en sluikstorten. Ook bevordert, mijn inziens, de hoge kostprijs van de omhaling van het huishoudelijk afval en het diftarsysteem dat in sommige gemeenten reeds werd ingevoerd, het sluikstorten.
In het verleden werden er al opruimacties georganiseerd. Maar niet alleen het opruimen maar vooral het voorkomen van zwerfvuil, is belangrijk. Gemeenten zouden een repressief optreden moeten combineren met sensibiliseringscampagnes, die natuurlijk moeten aansluiten bij de campagnes van de gewestelijke overheid.
Twee weken geleden stelde u zich de vraag of straatvuilnisbakken afval aantrekken of een proper beleid bevorderen. Het individuele gedrag van de burger is natuurlijk meer bepalend dan de infrastructuur. De ene gooit het afval achteloos weg, de andere gooit het consequent in de vuilnisbak. Merkwaardig is het feit dat, ondanks de spectaculaire aangroei van het zwerfvuil, er heel wat minder processen-verbaal worden opgesteld. In 2007 werden er in Vlaanderen slechts 59 pv´s uitgeschreven. In 2006 waren er dat nog 110, als ik me niet vergis.
Mevrouw de minister, wat is uw uitgewerkte visie op de aanpak van het probleem in zijn totaliteit?
Herbruikbare verpakking of brouwersrondes kunnen misschien een vermindering van drankblikjes langs de weg opleveren. Hopelijk kan er meer worden gedaan om te zorgen dat de verpakkingen worden aangepast, zodat ze tot minder afval aanleiding geven. Welk beleid wilt u daarvoor voeren?
Moet er, naast sensibilisatie en opruiming, geen aandacht worden besteed aan de verantwoordelijkheid van de producenten? Producenten moeten betrokken worden bij deze problematiek. Welke initiatieven hebt u genomen om dit te realiseren?
Naast preventie kan er ook worden gedacht aan bijkomende repressie. Hoe kan de repressie efficiënter worden gemaakt? Ik denk bijvoorbeeld aan het opstellen van pv´s.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mevrouw de minister, geachte collega´s, ik erger me ook aan het feit dat het aantal blikjes en plastic flessen naast de wegen en soms ook naast vuilnisbakken, toeneemt.
Ik vind dat we inderdaad meer werk moeten maken van een brongerichte aanpak zoals producentenverantwoordelijkheid. Ik denk dat er, naast Fost Plus, twee manieren zijn om een antwoord te bieden. Ten eerste is er het invoeren van statiegeldsystemen voor wegwerpdrankverpakkingen. In Duitsland bestaat dit systeem al en het is zeer efficiënt. Er ligt veel minder zwerfvuil langs autowegen. Ten tweede moeten herbruiksystemen voor vooral drankverpakkingen worden gepromoot. We moeten onszelf verplichten om te gaan naar een koolstofarme chemie en alle vormen van wegwerptoepassingen in bijvoorbeeld drankverpakkingen, afbouwen.
De heer Patrick Lachaert: Ik woon dicht bij een autosnelweg met een redelijke oprit. Ik moet elke dag alle soorten blikjes opruimen die de mensen zelfs tot in de tuin smijten, en dan vooral de jeugd.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik denk dat ik eerst en vooral een bezorgdheid van iedereen deel, namelijk dat de strijd tegen zwerfvuil soms een beetje ontmoedigend werkt.
Als we als Vlaamse overheid een beleid willen voeren, moeten we proberen in te zetten op drie pijlers, mijnheer Huybrechts. Die staan ook heel duidelijk in de verschillende nota´s en het uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen.
We moeten proberen sensibiliseren door communicatiecampagnes te voeren die mensen overtuigen om geen zwerfvuil te veroorzaken. Er start trouwens vandaag of morgen weer een campagne langs de autosnelwegen, een campagne om daar toch attent voor te zijn. We zien ook goede resultaten. Als we de sportevenementen bekijken, is er een heel mooie samenwerking tussen de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en private organisatoren van manifestaties. Er is bijvoorbeeld het samenwerkingsverband met Club en Cercle Brugge, om bij alle voetbalmatchen enorm veel aandacht te hebben om preventief om te gaan met afval. Volgend weekend is er Rock Werchter, waar ook enorme inspanningen gebeuren om preventief om te springen met een en ander. Hierbij worden ook een pak mensen bereikt en probeert men te sensibiliseren op het ogenblik dat mensen in volle emotie - als een goal wordt gemaakt en ze hun blikje weggooien - bepaalde reflexen hebben. Daar proberen we op in te spelen. Dat heeft ook wel resultaat.
Een tweede pijler van het beleid is dat er heel veel aandacht is voor het verbeteren van de infrastructuur, om tot een ideale infrastructuur te komen die enerzijds stimuleert dat mensen afval in het vuilbakje gooien, maar anderzijds niet uitnodigt. Afval dat men meeneemt langs de straat, hoort eigenlijk niet in de afvalbak langs de straat, maar moet men gewoon meepakken naar huis en daar sorteren, zodat het afval de juiste weg volgt.
De Vlaamse overheid subsidieert infrastructuur: straatvuilnisbakjes, veegwagens. Ik heb onlangs het budget voor de veegwagens enorm opgetrokken, want we zien dat vanuit de gemeenten bijzonder veel interesse is om te vegen en te borstelen om tot een propere infrastructuur te komen.
Er worden meer inspanningen gedaan om de omgeving net en proper te houden. We zien dat binnen alle provinciale administraties. Ik heb hier de cijfers voor de veegwerken, voor het reinigen van kolken en voor de zwerfvuilophaling. Als we de evolutie bekijken tussen 2000 en 2007 zien we een spectaculaire stijging van de middelen die uitgetrokken worden. We zien die stijging in alle provincies. Het is ook logisch dat, als men meer middelen investeert in het opruimen van de omgeving, men ook meer afval ophaalt. Dat kan natuurlijk weer uitnodigend werken voor mensen die zeggen dat het toch wordt opgekuist en dan alles maar weggooien. We zitten eigenlijk met volkomen tegenstrijdige signalen, die soms een beetje ontmoedigend werken.
Handhaving is een andere pijler. We moeten handhaven, maar, ik heb het al vaak gezegd in deze commissie, ik nodig u allen uit om een consequent handhavingsbeleid te voeren. Iemand die sluikstort, bijvoorbeeld langs een autosnelweg, is bijzonder moeilijk te identificeren.
Ik heb het geluk gehad om enkele weken geleden een ploeg opruimers van zwerfvuil langs een autosnelweg een uur te volgen, want ik wilde zien hoe zij dat aanpakken en hoe vuil het in de realiteit is. Het is bijzonder gevaarlijk werk, maar het is onmogelijk om daders te gaan identificeren.
Sigarettenpeuken en drankblikken kunnen onmogelijk voor die tonnagestijging zorgen. Een van de belangrijkste redenen waarom de gewichtstoename zo groot is, zo melden de zwerfvuilophalers, is het gestegen aantal autobanden dat wordt teruggevonden. Die wegen enorm veel en zeker vrachtwagenbanden kunnen niet door één persoon worden opgepakt. Er is dus een gevoelige toename van het aantal gesprongen banden langs de autosnelwegen. Die zorgen mee, naast het feit dat er meer ophaalbeurten zijn, voor de gewichtstoename.
Nog niet zo lang geleden, toen ik me ´s avonds laat naar het verre West-Vlaanderen begaf, stond er midden op de snelweg een zetel die waarschijnlijk van een vrachtwagen was gevallen. Dit zal wellicht niet een geval van bewust zwerfvuil achterlaten zijn geweest. Maar het voorval bewijst nog maar eens hoe moeilijk de strijd tegen het zwerfvuil is.
U hebt een punt als u zegt dat men de bedrijven op hun verantwoordelijkheid moet wijzen. Er is wat dat betreft goed nieuws. Bedrijven die verpakkingen en andere zaken die in het zwerfvuil terechtkomen produceren en op de markt brengen, hebben met de Vlaamse overheid een samenwerkingsprotocol ondertekend om dit probleem aan te pakken.
Ook OVAM levert inspanningen om bedrijven te overtuigen en om ze te begeleiden om minder en beter recycleerbare verpakkingen te gebruiken. De Interregionale Verpakkingscommissie volgt nauwgezet de preventieplannen van de industrie op, ten einde die hoeveelheid verpakkingsafval te verminderen.
Er is, mijnheer Huybrechts, een visie. Ik heb het daarnet over de drie grote pijlers gehad. Het uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen bevat ook een actieprogramma dat het probleem van ontwijkend gedrag, zoals het veroorzaken van zwerfvuil en sluikstorten, wil verminderen.
Tot slot zijn er ook de bedrijven. Zij hebben zich verenigd in Fost Plus. In 2006 is er een intentieverklaring ondertekend om met de Vlaamse overheid samen te werken rond zwerfvuil. De bedrijven die kauwgum, sigaretten en roltabak invoeren en ook de distributiebedrijven hebben zich in de loop van 2007 en 2008 bij die samenwerking aangesloten. Met het zeer recent toch ondertekend geraakte samenwerkingsakkoord met de verpakkingsindustrie heeft men zich geëngageerd om jaarlijks 0,3 euro per inwoner bij te dragen in een fonds dat zowel de Vlaamse overheid als de gemeenten in staat moet stellen om de strijd tegen het zwerfvuil te intensifiëren. Dat fonds levert de Vlaamse overheid potentieel 3 miljoen euro per jaar op.
Ik heb al verwezen naar de samenwerkingsprojecten die bestaan binnen het project ´In De Vuilbak´, waarbij evenementen heel specifieke initiatieven nemen. Ik heb nog niet verwezen naar de campagnes ´In De Vuilbak´ waarbij ook gemeenten ondersteund worden. Maar u kent die campagnes beslist. De gemeenten krijgen afvalzakken, handschoenen, fluohesjes... om de strijd tegen het zwerfvuil aan te binden. Ik zie ook in meer en meer gemeenten de bordjes opduiken. Die werken sensibiliserend:?Dit is een zone of wijk die onderhouden wordt door een zwerfvuilmeester. Wees aandachtig.? Dat zijn kleine zaken, die proberen te sensibiliseren.
U weet dat er een probleempje bestond met gemeentelijke administratieve sancties en de mogelijkheid sluikstorters te sanctioneren. Wij hebben dat rechtgezet via het Milieuhandhavingsdecreet. Er wordt meer aandacht besteed aan het sanctioneren, maar niet meer via die processen-verbaal en het parket, enzovoort. Het gaat om kleinere vormen van overlast, waarbij korter op de bal kan worden gespeeld door het opleggen van een administratieve geldboete.
Nogmaals, het is bijzonder moeilijk om op heterdaad te betrappen. Ik heb het lokaal gedurende een aantal jaren meegemaakt. Zelfs als je erin slaagt, krijg je meestal toch nog betwistingen. Stel dat het gaat om het sluikstorten van een restafvalzak of van een plastic zak met afvalresten, dan probeert men via analyse van wat men vindt de dader op te sporen. En als je dan die persoon gevonden hebt, zegt hij dat het zijn buurman is die hem pest. Dat geeft aanleiding tot bijzonder zware discussies. De strijd is niet eenvoudig te voeren. Maar ik zie wel dat de inspanningen om de omgeving net te houden toenemen en bijzonder groot zijn. We zien dat zwerfvuil datgene is wat de mensen het meeste ergert. Dan zouden we er eigenlijk van uit moeten gaan dat niemand zich daaraan bezondigt, maar het omgekeerde is het geval.
Mijnheer de voorzitter, we hebben laten onderzoeken welke groep het meest verontreinigt. Dat blijkt niet zozeer de jeugd te zijn. Ook oudere mensen nemen niet noodzakelijk hun afval mee naar huis. Alle lagen van de bevolking bezondigen zich daar in mindere of meerdere mate aan.
Tot slot heb ik nog een merkwaardige vaststelling. Een van onze onderzoeken leert ons dat uitgevoerde wegenwerken - en we hebben er nu opnieuw wat meer dan vroeger - bijzonder grote bronnen van zwerfvuil zijn en worden. Auto´s staan stil en chauffeurs maken blijkbaar van die gelegenheid gebruik om allerlei dingen zomaar op de openbare weg te gooien. Dat hebben we recent vastgesteld, bij het analyseren van hoe we dat probleem daadkrachtiger kunnen aanpakken.
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mevrouw de minister, laten we allemaal samen hopen dat de gedane inspanningen en de toegenomen middelen mogen resulteren in een afname van het zwerfvuil. U zegt dat er nu een samenwerkingsprotocol bestaat met de verpakkingsindustrie. Dat is uiteraard een goede zaak. Ik onderschrijf dat het niet altijd mogelijk is, en zelfs zeer moeilijk, om de dader te identificeren, maar toch denk ik dat we jammer genoeg naar een systeem moeten gaan waarbij wie niet wil horen, moet voelen.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mevrouw de minister, ik dank u, maar ik vind uw antwoord toch nog te veel end-of-the-pipe gericht. U zegt dat we 0,3 euro per inwoner van Fost Plus hebben verworven om het zwerfvuil op te ruimen en dat er een verhoogd budget voor veegwagens is. U hebt zelf heel terecht een knelpunt aangehaald: het intensief reinigen van straten nodigt soms mensen uit ze opnieuw vuil te maken. Ik vind dat ook ergerlijk, maar het is nu eenmaal zo. Ik heb u ook al eerder gezegd dat ik het onderdeel met betrekking tot preventie en hergebruik binnen het uitvoeringsplan dat recent is goedgekeurd, wat onderbelicht vind. Ik blijf daarbij. Misschien moeten er daar meer initiatieven worden genomen.
Ik weet hoe moeilijk het is, maar misschien is het Duitse systeem van statiegeld op wegwerpverpakkingen een effectief middel. Zoals werd gezegd: soms voelen mensen dat alleen maar in hun portemonnee, en het blijkt te werken. Het gaat over 50 cent statiegeld. Dat werkt. Mensen brengen die verpakkingen terug naar een inzamelpunt of naar de winkel waar ze het product hebben gekocht. Probeer, als dat kan, daar ook werk van te maken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.