Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 01/07/2008
Vraag om uitleg van de heer Pieter Huybrechts tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het parkeerverbod voor lpg-voertuigen in ondergrondse ruimten
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de voorzitter, lpg is veel goedkoper dan benzine en diesel. Dat is een open deur intrappen. Hierdoor gaat de verkoop van lpg-voertuigen in stijgende lijn. Bovendien is lpg milieuvriendelijker dan benzine en diesel, wat ook mooi meegenomen is.
In titel II van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM) staat dat de toegang tot ondergrondse parkings en ruimtes verboden is voor voertuigen die met gasvormige brandstoffen worden aangedreven. Dit is natuurlijk niet bevorderlijk voor de grote doorbraak van lpg-voertuigen. Dit verbod zou echter niet gelden voor ondergrondse parkeerruimtes waarin uitsluitend personenwagens worden gestald. In de praktijk belet dit de beheerders van ondergrondse parkeerruimtes niet om lpg-personenwagens te weren. De lpg-voertuigen die volgens de huidige technieken worden geproduceerd, zijn volgens de Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu veiliger dan benzineauto´s. Dit kan geen argument zijn om lpg-wagens te weren.
Mevrouw de minister, de Vlaamse overheid kan het parkeerverbod voor lpg-voertuigen in overdekte parkings afschaffen. Welke initiatieven zijn reeds genomen om ervoor te zorgen dat lpg-wagens niet langer uit ondergrondse parkeergarages kunnen worden geweerd? Welke initiatieven zijn reeds genomen om een versnelde introductie van milieuvriendelijke voertuigen te bewerkstelligen? Ik weet dat al initiatieven zijn genomen. Misschien kunt u nog wat nadere toelichting verstrekken.
De voorzitter: De heer Sannen heeft het woord.
De heer Ludo Sannen: Mijnheer de voorzitter, ik wil me aansluiten bij deze vraag om uitleg. De vragen van de heer Huybrechts hebben me immers verbaasd. Ik ga er namelijk van uit dat het ondergronds parkeren van lpg-wagens in Vlaanderen al geregeld is. Ik heb zelf met het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 hoofdstuk 5.15 van VLAREM II gewijzigd. Die wijziging houdt in dat lpg-voertuigen sinds 1 april 2004 van de Vlaamse Regering in gesloten parkeergarages mogen staan.
Het vroegere verbod gold enkel voor bestel- en vrachtwagens. Het werd vaak verkeerdelijk tot alle voertuigen uitgebreid. De Vlaamse regeling, die sinds april 2004 van toepassing is, heeft dit probleem ondertussen opgeheven. Op het niveau van de federale regering is echter nog gedurende jaren een gelijkaardig probleem blijven bestaan. De minister van Binnenlandse Zaken is bevoegd voor de veiligheid en de brandweer heeft lpg-voertuigen jarenlang niet tot gesloten gebouwen toegelaten.
Ik heb bij minister Dewael herhaaldelijk op een oplossing aangedrongen. Uiteindelijk is op 20 juni 2007, enkele jaren na de Vlaamse regeling, in het Belgisch Staatsblad een koninklijk besluit verschenen dat ondergronds parkeren mogelijk maakt indien de parkeeruitbater de voorschriften van het koninklijk besluit van 17 mei 2007 inzake de veiligheid volgt.
Mijn partijgenoten in de Kamer van Volksvertegenwoordiger hebben de minister van Binnenlandse Zaken om een evaluatie van de cijfers gevraagd. We moeten eens nagaan of er op het terrein werkelijk een verandering is. Het is mogelijk dat er nog geen verandering is. De juridische context is er nochtans. We hebben de nodige maatregelen getroffen om veranderingen te kunnen realiseren.
Het voorstel om lpg meer te ondersteunen, vind ik positief. Ik steun dit ten volle. Ik heb hierover al uitvoerig met minister Van Mechelen gediscussieerd. Op 13 juni 2006, bijvoorbeeld, hebben we in de commissie voor Financiën een uitvoerig debat over de aanvullende verkeersbelasting op lpg-voertuigen in Vlaanderen gehouden. We zouden die belasting kunnen afschaffen in het licht van de vernieuwde autobelastingen die rekening houden met milieuvriendelijk gebruik.
In elk geval is het aantal lpg-wagens niet echt toegenomen in vergelijking met het hoogtepunt dat omstreeks 2002 is bereikt. Sindsdien is het aantal opnieuw gedaald. Het zou kunnen dat u gelijk hebt, en dat er de jongste tijd een stijging kan worden genoteerd. Een stimulerend beleid krijgt onze volle steun. We sluiten ons dus aan bij datgene wat de heer Huybrechts zegt. Ik denk dat de Vlaamse Regering toch nog initiatieven zou kunnen nemen. Zo denk ik bijvoorbeeld aan het wegnemen van de extra belasting op wagens die op lpg rijden.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de voorzitter, ik wou ongeveer hetzelfde zeggen als de heer Sannen. Ik heb destijds nog aan dat initiatief meegewerkt. Ik wist niet dat minister Dewael uiteindelijk, na drie jaar zwoegen, toch nog het hoofd heeft gebogen.
Op het terrein is er nog altijd een probleem met de implementatie van dat koninklijk besluit. De brandweer is daarvan nog niet op de hoogte, ofwel vertikt de brandweer het om het te respecteren. Ik ben zelf lpg-rijder. Ik word nog geregeld geconfronteerd met parkeerwachters die zeggen dat ik niet de parking mag binnenrijden. Sinds 2003 is die aanvullende verkeersbelasting ingevoerd. Elk jaar moet ik ongeveer 300 tot 500 euro extra betalen. Dat leidde tot een daling van het aantal lpg-rijders. Het zou kunnen dat er vandaag een stijging merkbaar is, maar dan moet het gaan over een stijging van 0,04 naar 0,05 percent van het wagenpark. Dat is dus verwaarloosbaar.
Ik steun dus elk voorstel dat lpg-gebruik aanmoedigt. Vorige week hebben we een voorstel van decreet ingediend waarvan we de spoedige behandeling vragen. Daarin vragen we om, in afwachting van de invoering van een slimme kilometerheffing, de aanschaf van een nieuwe auto financieel aan te moedigen naarmate de ecoscore beter is. Zo´n beleid zal ervoor zorgen dat de aanschaf van een lpg-wagen wordt beloond met een financiële tegemoetkoming. Ik hoop dus dat de andere fracties ons voorstel zullen steunen.
De voorzitter: De heer Pieters heeft het woord.
De heer Leo Pieters: Ik treed de heer Huybrechts en de andere collega´s bij. Ik ben zelf ook een lpg-rijder. Bouwpromotoren schermen nog altijd met het argument dat de uitvoeringsbesluiten nog niet in orde zijn. Is dat juist, en zo ja, wanneer kan dat euvel worden verholpen?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Ministerr Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, collega´s, vooreerst zou ik willen beklemtonen dat het VLAREM is aangepast. Vlaanderen heeft zijn werk gedaan. Wat het federale niveau betreft, heeft de heer Sannen al verwezen naar het KB. In dat koninklijk besluit van 17 mei 2007 werden een aantal technische maatregelen ter preventie tegen brand en ontploffing vastgesteld waaraan de gesloten parkeergebouwen moeten voldoen opdat voertuigen aangedreven met lpg toegang zouden krijgen. Omwille van veiligheidsaspecten worden eigenaars van gesloten parkeergebouwen door dit koninklijk besluit dus verplicht eerst de nodige technische aanpassingswerken uit te voeren alvorens lpg-voertuigen te kunnen toelaten. Waarover gaat dat dan? Dat gaat heel concreet over een gasdetectie-installatie, een alarminstallatie en een aangedreven verluchtingsinstallatie. Dat zijn de drie ingrepen die moeten gebeuren vooraleer men toegelaten kan worden.
Het zou kunnen dat er daarnaast ook een probleem is dat het nog niet goed is doorgegeven aan de brandweer. Daar heb ik geen zicht op. Er moeten wel wat aanpassingswerken gebeuren, maar eigenlijk zouden alle hindernissen weggenomen moeten zijn en zou het mogelijk moeten zijn voor lpg-wagens om de ondergrondse parkeergarages te gebruiken.
Mijnheer Huybrechts, voor het tweede deel van uw vraag wordt u, denk ik, gesteund door de drie andere interveniënten. Als we een beleid willen voeren dat gericht is op een versnelde introductie van milieuvriendelijke technologieën, moet dat gebeuren op een technologieneutrale manier. Het zijn de emissies die belangrijk zijn. Met welke technologie men lage emissies haalt, kan uitgezocht worden door de industrie. Men moet dus proberen om elke technologie gelijk te behandelen.
Mijnheer Daems, u verwijst ook naar de ecoscore. De ecoscore van een voertuig houdt ook rekening met de emissies, los van de technologie. De ecoscore heeft als voordeel dat ze ook rekening houdt met de emissies bij de productie van de brandstof. Er is de wagen zelf en de brandstoffen die gebruikt worden. Als we de ecoscores naast elkaar leggen, zien we dat een lpg-wagen een ecoscore heeft die vergelijkbaar is met de ecoscore van een hybride benzinewagen. Die ecoscore is ook ongeveer vergelijkbaar met een Euro 4-dieselwagen met een CO2-uitstoot van 130 gram per kilometer. Die haalt een ecoscore van 60 en een Euro 4-benzinewagen haalt een ecoscore van 66. Dat zijn vergelijkbare zaken.
Op het ogenblik dat we de ecoscore gaan gebruiken, zoals die nu bestaat of een beetje technisch aangepast, als basis voor de hervorming van de belastingen op de inverkeerstelling en de jaarlijkse verkeersbelastingen, kunnen we op die manier ook de milieuvoordelen van wagens met lage emissies financieel belonen, ongeacht welke technologie een wagen heeft. Hierbij zullen dan de lpg-wagens uiteraard een niet-onbelangrijk voordeel krijgen.
Ik heb u ook mijn engagement gegeven om dit jaar het model van de ecoscore en de wijze waarop dat geïmplementeerd kan worden in de toekomst klaar te hebben.
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord en de collega´s voor hun bijdrage. We zien dat we nooit te oud zijn om bij te leren. Ik hoop enkel dat er tussen droom en daad dit keer geen wetten meer in de weg staan, maar enkel nog enkele praktische bezwaren die opgelost kunnen worden.
De voorzitter: Het incident is gesloten.