Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 26/06/2008
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over sport op school
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de minister, mevrouw de voorzitter, geachte collega´s, een tijdje geleden heeft een collega al eens een vraag gesteld over de obesitasproblematiek bij jongeren. Recent was er ook nog een onderzoek naar sport bij jongeren. Positief was dat veel jongeren zich aangesproken voelden om meer aan sport te doen, waardoor ze hun conditie snel verbeterden.
Uit onderzoek van de Universiteit Gent blijkt dat bijna de helft van de Vlaamse jongeren tussen 12 en 18 jaar minder dan drie uur per week aan sport doet. De vakgroep Sport en Bewegingswetenschappen stelt in een persbericht van 5 juni:?Kinderen en jongeren moeten minimum één uur per week matig tot zeer intensief bewegen om gezond te zijn. Heel wat jongeren vinden de weg niet naar de sport: ze krijgen geen steun van thuis, ze sluiten zich liever niet aan bij een club omdat ze weinig sportief talent hebben.?
Verder verneem ik dat de Stichting Vlaamse Schoolsport naschoolse sport zal organiseren en daarvoor een aantal stappen zal ondernemen.
Het concept Brede School omvat meer dan het openstellen van sportinfrastructuur en komt wel vaker terug, ook in de laatste beleidsbrief Onderwijs. Tegen het eind van het schooljaar 2007-2008 zou het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen, dat een aantal projecten ter zake opvolgt, de minister een tussentijds rapport bezorgen van de knelpunten van de Brede School, alsook een aantal beleidsaanbevelingen. Het eindrapport wordt opgeleverd na afloop van de projecten.
De Stichting Vlaamse Schoolsport zal stappen ondernemen. Hoe wordt u daarbij betrokken? Welke andere ministers of administraties zullen hierbij betrokken worden? Ik denk aan Jeugd, Sport, Welzijn. Welke andere actoren zullen hierbij betrokken worden? In welke planning is voorzien?
Uiteraard speelt de autonomie van de scholen een belangrijke rol. Welke zijn de grootste problemen om sportzalen en andere faciliteiten open te stellen na de schooluren? Welke andere problemen signaleren de schoolbesturen en de onderwijskoepels? Op welke manier kan de Vlaamse overheid hieraan tegemoet komen en/of de Brede School in al zijn aspecten toch promoten? Wat is de rol van de sportzaalwachters?
Welke lessen trekt u uit het tussentijdse rapport dat het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen zou opmaken? Wanneer verwacht u het eindrapport? Is er een positieve evolutie of niet?
Wordt speciale aandacht besteed aan de problematiek van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel? Het project Brede School heeft daar nog een bijkomende dimensie. Zijn er projecten in Brussel?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, geachte collega´s, het project ´Brede School met sportaanbod´ wordt gefinancierd door minister Anciaux en opgevolgd door de administratie Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Uit een evaluatie van de werkzaamheden van het voorbije jaar blijkt dat reeds 650 scholieren gebruik maken van dit aanbod. Het project waarover het persbericht van 5 juni bericht, is een initiatief van de gemeentelijke sportdienst van Leuven, de Stichting Vlaamse Schoolsport, diverse Leuvense secundaire scholen en diverse Leuvense sportaanbieders.
Binnen dit project nemen de gemeentelijke sportdienst en de Stichting Vlaamse Schoolsport de regierol waar. Noch mijn kabinet, noch mijn administratie zijn bij dit initiatief betrokken, maar zullen via de stuurgroep Brede School op de hoogte gebracht worden van de stand van zaken van het project in Leuven. Twee keer per jaar is er een structureel overleg met de pedagogische begeleidingsdiensten, waar onder andere gerapporteerd wordt over de stand van zaken. Tijdens de laatste studiedag over Brede School die midden mei in dit huis plaatsvond, werd ook een sessie gewijd aan de thematiek Brede School met sportaanbod. U kunt het verslag terugvinden op de website Brede School.
Met de omzendbrief over de vrijstelling van onroerende voorheffing voor onroerende goederen bestemd voor onderwijs werd de drempel van de onroerende voorheffing als belemmering voor het openstellen van schoolinfrastructuur aan derden alvast weggenomen. Het is echter nog te vroeg om uitspraken te doen over de verdere problemen waar scholen mee te kampen hebben bij het openstellen van hun sportzalen, pc-lokalen en andere faciliteiten. Het rapport van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen moet hier duidelijkheid rond brengen. Ik wil dan ook nog niet op de zaken vooruitlopen.
Tijdens de laatste stuurgroep Brede School werd de timing met betrekking tot de rapporten in onderling overleg herbekeken. De nieuwe doelstelling is nu om het eindrapport te krijgen voor de Vlaamse verkiezingen, zodat de conclusies ervan eventueel meegenomen kunnen worden in het volgende regeerakkoord. Dit betekent een vervroeging van het eindrapport naar begin 2009 - we gaan er natuurlijk niet van uit de Vlaamse verkiezingen vervroegd worden - waardoor een tussentijds rapport tegen het einde van dit schooljaar enigszins overbodig wordt. Ik zal natuurlijk niet nalaten om daarover te communiceren met u.
Momenteel zijn er vier projecten Brede School actief in Brussel: twee ervan worden gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie, één door minister Anciaux en één door mezelf. De projecten lopen nog één jaar. Het lijkt me dan ook voorbarig om nu al te oordelen over een eventuele uitbreiding. Laat ons eerst de resultaten afwachten van het rapport Brede School.
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister.
De voorzitter: Het incident is gesloten.