Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 08/07/2008
Vraag om uitleg van de heer Koen Van den Heuvel tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over het toenemende sluipverkeer als gevolg van het gebruik van gps-toestellen
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb een vraag over de snelheidsdatabank. Het is dus een opvolgingsvraag. We hebben de voorbije jaren hierover in de commissie al een paar keer van gedachten kunnen wisselen. Ik dacht dat, voor het reces, het moment gekomen was om nog eens een stand van zaken op te maken.
Het gps-wereldje, en dan vooral de technologische ontwikkeling, staat niet stil. Elke week, bij manier van spreken, kunnen we in de pers wel een nieuwe ontwikkeling of een nieuwe toepassing lezen. Ik denk dat het belangrijk is om als overheid daarbij stil te staan en het in goede banen te proberen leiden. Ik denk nog altijd dat de lijn moet zijn dat we, ook met gps, moeten streven naar de meest maatschappelijk verantwoorde route.
Ik denk dat dat het uitgangspunt moet zijn. We moeten ervoor zorgen dat gps geen contraproductief element wordt, het hoofdwegennet niet wordt verlaten en men niet op de kleine wegen en wegels kan rijden, om toch maar zo snel mogelijk op een bepaalde plaats te geraken. Ik denk dat dat niet de doelstelling is van gps en we er als overheid over moeten waken dat de meest maatschappelijk verantwoorde route wordt aangemoedigd.
Mevrouw de minister, eind oktober 2007 hebt u verklaard dat er eerst een nulmeting moest gebeuren, vooraleer met de snelheidsdatabank gestart kon worden. Met speciale apparatuur zullen alle Vlaamse wegen af worden gereden om een volledige verkeersdatabank te kunnen opmaken. De doelstelling was om dat tegen 2010 klaar te hebben. U hebt hiervoor tweemaal 4 miljoen euro vrijgemaakt, dit jaar en volgend jaar. Er zouden ook personeelsleden aangeworven zijn om er werk van te maken, samen met de lokale wegbeheerders.
Op 18 maart hebt u, naar aanleiding van de rondetafel over veilig vrachtvervoer, twaalf maatregelen en 6 miljoen euro voor veilig vrachtvervoer aangekondigd. In het actieplan werd gezegd om tegen 2010 de navigatiesystemen uit te rusten met een vrachtwagenmodule, om ervoor te zorgen dat vrachtwagens op een nuttige manier gps kunnen gebruiken, want we lezen bijna wekelijks - en het houdt niet op - wel ergens in een krant een verhaal dat een vrachtwagen komt vast te zitten in een steegje of op een landbouwweggetje waar hij niet hoeft te zijn.
In maart 2008 was er de actuele vraag om een meldpunt voor lokale besturen en individuele burgers te maken, waar duidelijke fouten in navigatiesystemen kunnen worden gemeld, zodat de overheid die aan kaartenmakers en gps-operatoren kan doorgeven. Zo kan men snel op de bal spelen en de fouten, die soms bizarre gevolgen kunnen hebben, oplossen.
Mevrouw de minister, op deze drie punten wil ik even ingaan, en de vragen hebben daar betrekking op. Hoever staat het met de opmaak van de snelheidsdatabank? Is de nulmeting gestart? Wat met het decretale kader? Hoe worden de lokale wegbeheerders betrokken bij deze oefening? Hoe zit de timing concreet in elkaar? Hoever staat het met het Europees kader voor de verkeersdatabank?
Ook over de vrachtwagenmodule, naar aanleiding van de rondetafel voor veilig vrachtvervoer, wil ik een stand van zaken. Zijn er op dit vlak al concrete initiatieven genomen?
Hebt u al werk gemaakt van het meldpunt voor het aankaarten van problemen door navigatiesystemen? Moeten daar specifieke hindernissen voor overwonnen worden?
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter, collega's, het is belangrijk om verder te werken aan een snelheidsdatabank, omdat het eigenlijk het noodzakelijke gevolg is van de ISA-projecten die we hebben opgestart. De snelheidsregimes op de verschillende wegen inventariseren en een nulmeting doen, is een zeer groot werk dat heel minutieus moet gebeuren. Als je dat dan toch opstart, zijn we van mening dat dat meteen ook moet gelden voor andere verkeersborden die op die wegen staan zodat je in plaats van een snelheidsdatabank, een verkeersbordendatabank krijgt. Ik denk aan andere toepassingen zoals een gericht parkeerbeleid, waarbij het zinvol kan zijn te weten welke parkeerborden er staan. Momenteel is er geen eenvormigheid in snelheidsregimes, voorrangsregels enzovoort.
Als deze databank operationeel is, zullen deze gegevens geïntegreerd worden in de gps-systemen. De praktische afspraken hiervoor zijn momenteel lopende. Hierdoor zullen chauffeurs correcte informatie krijgen via hun navigatiesysteem, wat de verkeersveiligheid ten goede komt.
Waar staat het dossier vandaag? De bieders op het bestek van de verkeersbordendatabank hebben op 19 juni 2008 hun offerte ingediend. Deze offertes zijn nu in onderzoek. Ik verwacht op het einde van deze maand of ten laatste volgende maand een toewijzing voor de verkeersbordendatabank en de nulmeting. Dan kunnen we ermee beginnen.
De drie personeelsleden die mee de uitwerking van de verkeersbordendatabank en de aanvullende reglementen moeten opvolgen, zijn aangeworven en bezig. De nulmeting zal gebeuren na de toewijzing van de opdrachtnemer. De huidige timing voorziet in een proef in september en de effectieve start van de nulmeting vanaf oktober. In het najaar zijn we er dus mee bezig.
Het decretale kader is het decreet op de aanvullende reglementen dat in het parlement is goedgekeurd. Het samenwerkingsverband met de gemeentelijke wegbeheerders, ook bijzonder belangrijk, is voorgelegd aan de vereniging van steden en gemeenten voor advies. Deze overeenkomst zal in een volgende fase voorgelegd worden aan de lokale besturen en ondersteund worden door een promotiecampagne naar de steden en gemeenten.
In de voorbereiding om te komen tot de verkeersdatabank, zitten we op schema. De timing wordt op alle vlakken behouden. In 2010 zouden we dus moeten beschikken over een verkeersbordendatabank.
Op Europees vlak neemt de Vlaamse overheid deel aan het Europese project Rosatte, dat tot doel heeft om een datastandaard te definiëren van overheden voor commerciële kaartenleveranciers. Dit project is op 1 januari van dit jaar van start gegaan en heeft een looptijd van 30 maanden. Tot nu toe werd in Rosatte al een 'state of the art' gemaakt waarin voor 22 landen wordt weergegeven wat hun huidige status is op vlak van opslag, uitwisseling en update van veiligheidsgerelateerde verkeersborden. Verder is men in het project de functionele, technische kwaliteit en organisatorische eisen aan het oplijsten. Men heeft ook een globale architectuur gedefinieerd. In de komende maanden zal er verder gewerkt worden aan de vereiste technische ontwikkelingen. In de loop van 2009 zullen er in Vlaanderen testen plaatsvinden om de doeltreffendheid van de Rosatte-uitwisseling en -architectuur en de in het project ontwikkelde instrumenten te testen. Ook op Europees vlak is alles dus in volle ontwikkeling.
De vrachtwagens vormen een heel belangrijk onderdeel. We hebben daar een wat andere methodiek voor nodig. Om het vrachtwagennetwerk te kunnen ontwikkelen, is een bestek 'uitwerken van een methodiek voor een netwerk voor het algemeen vrachtverkeer op mesoschaal en toepassing op twee pilootregio's' gelanceerd. Dit onderzoek is gepland voor het vierde kwartaal 2008. We zijn nu volop bezig met het bestek uit te rollen.
De contacten met de kaartenmakers verlopen via de overleggroep, waar ze deel van uitmaken en die alle actoren bundelt om het project van de verkeersbordendatabank in goede banen te leiden.
Op 19 maart heb ik al gesteld dat een meldpunt momenteel geen deel uitmaakt van het lopende project. Na overleg met de kaartenmakers is gebleken dat zij zelf al focusgroepen hebben, om eventuele fouten in hun data op te sporen. Ik denk dat een meldpunt wel aan de orde is bij de implementatie van het geïntegreerde systeem, dat wil zeggen bij de integratie van een snelheids- en/of vrachtmodule in de navigatiesystemen. Het lijkt me dan zinvol om te werken met een soort van melding die eigenlijk de test kan doen van het systeem op het terrein.
De voorzitter: De heer Van Den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik ben blij dat eraan voortgewerkt wordt, maar ik wil onderstrepen dat dit met de nodige spoed en alertheid moet gebeuren omdat de technologie bij de kaartenmakers en gps-operatoren gelukkig ook niet stilstaat. Dat is echter een mes dat aan twee kanten snijdt. Men kan die nieuwe technologische snufjes wat misbruiken wanneer men echt unilateraal inzet op de slimste route, met een aanpassing online van de route. Het risico bestaat dat men het hoofdwegennet verlaat om langs kleine, maar dan misschien op het moment van files snellere, alternatieven te gebruiken. Dit moet goed worden bekeken. De overheid moet er zo veel mogelijk voor pleiten dat de gps-operatoren de maatschappelijk verantwoorde routes promoten. Ze zijn daar technologisch zeker en vast toe in staat.
Daarom wil ik u ook vragen om te gaan naar een structureel overleg met de kaartenmakers en de gps-operatoren. Dat zijn er geen honderden, men kent ze allemaal. Zo kan op een structurele manier worden gewerkt aan een goed mobiliteitsbeleid omdat het spelers zijn die ons sterk kunnen helpen. We moeten positief benaderen in welke mate ze een bondgenoot kunnen worden in het Vlaamse mobiliteitsbeleid.
De voorzitter: Minister Van Brempt het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Ik onderschrijf uw bezorgdheid. Om aan te tonen dat we zeker in Vlaanderen vooroplopen: het Europese project waar ik zonet van sprak, wordt bij ons uitgetest omdat we in Europa voorloper zijn in het ontwikkelen van de verkeersbordendatabank, het vrachtwagennetwerk enzovoort. We spelen vandaag al een pioniersrol in Europa, en terecht, want we hebben de grootste problemen als het gaat over het aantal vrachtwagens, het sluipverkeer, het dichte wegennet enzovoort.
Ik deel ook uw bekommernis over het vrachtwagennetwerk. De verkeersbordendatabank is een groot maar technisch project. We moeten ervoor zorgen dat we dat geïnventariseerd krijgen. Dat zal wel gebeuren. Het vrachtwagennetwerk is heel belangrijk maar veel moeilijker. Daarin moeten we keuzes maken samen met de gemeenten. U weet dat elke gemeente die vrachtwagens uit haar kern en haar grondgebied wil weren. Ik begrijp dat wel, maar we moeten afspreken waar ze moeten rijden. Dat is beleidsmatig een grotere uitdaging dan de verkeersbordendatabank op zich. Ik geloof zeer sterk dat we erin zullen slagen, daarom werken we ook met pilootprojecten. Als we dan de link leggen tussen die methodiek en gps, dan zijn we iets heel toekomstgerichts aan het ontwikkelen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.