Commissie voor Algemeen Beleid, Financi?n en Begroting Vergadering van 08/07/2008
Interpellatie van de heer John Vrancken tot de heer Dirk Van Mechelen, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over de uiteindelijke bestemming van het Land van Ooit in Tongeren
Interpellatie van de heer Jan Peumans tot de heer Dirk Van Mechelen, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, en tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de herbestemming van Ooit Tongeren
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het Land van Ooit is er nooit gekomen en zal er ook nooit komen. Er is al heel wat over gepraat. Enkele maanden geleden zijn hier verschillende interpellaties gehouden. Dat resulteerde in een lang debat. Ik heb uit uw antwoorden kunnen opmaken dat er op vrij korte termijn uitsluitsel zou komen.
Er was sprake van een mogelijke doorstart door de inplanting van een wellnesshotel, gefinancierd door privépartner Strabag. Andere pistes zouden nog onderzocht worden. Er was sprake van de twee schuldeisers van de nv Plinius, Strabag en Fortis, waarvan de facturen op dat ogenblik niet opeisbaar waren gesteld in hoofde van nv Plinius Vastgoed.
De pers bericht nu over een voorlopige openstelling van het park als gratis fiets- en wandelpark, tot er een definitieve bestemming komt. Hoe zit het daarmee? De Vlaamse Regering investeert via Lisom (Limburgse Strategische Ontwikkelingsmaatschappij), nu Limburg Sterk Merk (LSM), nog extra 1 miljoen euro - 6,5 miljoen euro dus - in de verdere ontwikkeling van het Pliniusproject. Waar moet dat geld voor dienen? We weten immers dat Strabag het Colosseum gaat afbreken op eigen kosten, al krijgt de privépartner daarvoor natuurlijk wel een compensatie, wellicht in de bouw van dat wellnesshotel.
Een deel van de infrastructuur zou worden verkocht aan een Spaanse onderneming. Hoe zit het met het verlies op de investeringen door Plinius? Wie zal dat verlies dragen?
Hoe moet het nu verder met de Vlaamse investeringen in de nv Plinius? Hoe moet het nu met de niet-opeisbare facturen van oktober 2007 van Strabag en Fortis in hoofde van de nv Plinius?
Welke garanties biedt Plinius dat die 6,5 miljoen euro van LSM deze keer wel goed besteed zullen worden, met andere woorden dat ook dit geld weer niet verloren zal gaan? Werden hier de nodige studies voor gedaan?
In ondergeschikte orde, alhoewel niet onbelangrijk voor de mensen die destijds hun job verloren: in hoeverre kunnen een deel van de vroegere werknemers van het ´Land van Ooit´ in het nieuwe project ingepast worden?
Het dossier over het Land van Ooit dat ik hier liggen heb, is ongeveer 5 centimeter dik. Het laatste woord is nog niet gezegd. Ik zou wel graag weten wat er nu gaat gebeuren met het Land van Ooit in Tongeren.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, op 25 juni jongstleden stuurde de voorzitter van deze commissie een brief aan de voorzitter van het parlement om te vragen dat de interpellaties van de heer Vrancken en mij onontvankelijk zouden worden verklaard.
Ik was mede-indiener van een amendement op het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 van 23 mei 2008. Dit amendement bepaalt dat met ingang van 29 februari 2008 alle rechten en plichten die in verband met het beheer van Lisom en zijn middelen zijn ontstaan of kunnen ontstaan, wat het Vlaamse Gewest aangaat, van rechtswege worden overgenomen door de provincie Limburg.
Ik heb dit amendement zelf ondertekend. Het zou in dit geval dus van enorme dommigheid getuigen als ik u als volksvertegenwoordiger zou interpelleren over verantwoordelijkheden die al lang tot de provincie Limburg behoren. We kunnen wel de bestendige deputatie of het directiecomité ondervragen via de provincieraadsleden - zo slim zijn we inmiddels wel. Het Uitgebreid Bureau heeft de interpellaties gehandhaafd, op voorwaarde dat we een aangepaste tekst indienden. We hebben onze eerste tekst ingediend op 19 juni. We hebben de tekst gewijzigd en als enige invalshoek 1 juli 2008 genomen.
Mijn dossier is nog veel dikker dan dat van de heer Vrancken. Het is mijn taak als volksvertegenwoordiger om het onderste uit de kan te halen. Ik moet iedereen ondervragen over zijn verantwoordelijkheden en aandeel in dit dossier. Ik zal dat zo dadelijk toelichten.
Ik heb ook in de kranten gelezen dat er concrete plannen zijn. De loftrompet wordt zelfs gestoken over het feit dat de man die minister is van Binnenlandse Zaken en vice-eersteminister van de federale regering, erin geslaagd is om die 6,5 miljoen euro plus die 1 miljoen euro bijkomende middelen in Tongeren te houden. Ik wil nog altijd weten wat er tot nu toe met de 22 miljoen euro overheidsgeld die in dit project gestort is, gerealiseerd is. Dat is mijn achterliggende vraag.
Wie rustig wil gaan fietsen of wandelen in de streek, wordt geconfronteerd met een afschuwelijk bouwwerk. Het landschap was vroeger zeer mooi. Dit bouwwerk is een aanfluiting. Ik ga regelmatig wandelen in Zuid-Limburg. Als ik dat zie, ben ik beschaamd Limburger te zijn.
Men wil nu allerlei tewerkstellingsprojecten in Limburg oprichten. Ik heb jammer genoeg niemand anders om te ondervragen dan u, mijnheer de minister. Ik weet dat u dat niet prettig vindt. Ik herinner me van uw vorige uiteenzettingen dat u blij was dat u van dat dossier af was. U zult het met me eens zijn dat er in het verleden beslissingen genomen zijn waarover ik u moet aanspreken. Daar was een regeringscommissaris bij aanwezig. Regeringscommissaris Hedwig De Koker kreeg eervol ontslag naar aanleiding van de beslissing van 7 maart 2008 van de Vlaamse Regering. Hij wordt voor de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) vervangen door Lieve Schuermans.
Misschien moet ik nog een aantal schriftelijke vragen stellen. Ik heb naar aanleiding van alle debatten interne stukken ontvangen van LRM/Lisom. Daaruit blijkt dat er vooraf voldoende knipperlichten hebben gebrand om te weten dat men niet in dit project moest stappen. Ik krijg op 14 maart 2008 anoniem een nota toegestuurd waar bovenaan staat ´Plinius, nota in verband met financiële haalbaarheid project´. Ik heb mails gekregen die stellen dat alle elementen aanwezig waren om erop te wijzen dat het project gedoemd was om te mislukken. Mij interesseert wie welke verantwoordelijkheid voor de beslissingen in dit dossier draagt. Ik weet dat er ook een strafrechtelijk onderzoek loopt. Dat is één kant van het verhaal, maar er zijn ook politieke verantwoordelijkheden.
Ik zal u deze anonieme nota bezorgen, mijnheer de minister. Misschien gooit u ze in de papiermand, dat weet ik niet. Ik ga u er in ieder geval een aantal schriftelijke vragen over stellen. In de context van een interpellatie ligt dat misschien wat moeilijk. De nota bestaat uit een inleiding die over de exploitatie gaat van het Land van Ooit en de onroerendgoedmaatschappij, en ze trekt conclusies. De conclusies in de nota zijn vrij duidelijk. Op voorhand was duidelijk dat dit project nooit van de grond had moeten komen. Ik weet niet waar de nota vandaan komt. Ik denk vanuit LRM/Lisom, ze is anoniem overgemaakt.
Op basis van mijn inzagerecht, heb ik intussen een eerste blik geworpen op het dossier dat hier in het parlement achter de kast wordt bewaard. Ik zal me er de volgende weken op toeleggen.
Uit de nota blijkt het volgende. Ik citeer:?De exploitatievennootschap is de eerste jaren slechts leefbaar door een lage huurprijs die pas vanaf 200.000 bezoekers verhoogd wordt. Met 200.000 bezoekers heeft de exploitatievennootschap heel wat winst, maar is er voor de investeerders in het onroerend goed geen enkel rendementsperspectief. Desondanks worden de eerste jaren gecumuleerd 1,1 miljoen euro verliezen gemaakt. Met een genormaliseerde huurprijs zou dit rond de 4 miljoen euro liggen. Vanaf 250.000 bezoekers is de huurprijs genormaliseerd, ongeveer 1 miljoen per jaar, en genereert de exploitatiemaatschappij aanzienlijke winsten. Toch is de kapitalisatie bij aanvang zeer beperkt, namelijk 65.000 euro. Aangezien het cashtekort de eerste jaren lijkt het ons onhaalbaar dat via een bankfinanciering te financieren. Gezien de toekomstige winstprojecties lijkt het ons dan ook sterk aan te raden het startkapitaal aanzienlijk te verhogen met een minimum van 2 miljoen euro om het eigen vermogen positief te houden en het cashtekort met eigen middelen te financieren gezien externe financiering voor de exploitatievennootschap anders onrealistisch is, temeer daar de rendementen na enkele jaren voldoende hoog zijn om een behoorlijke return te garanderen voor de aandeelhouders.?
Voor notaris Hougaerts in Tongeren heeft er zich op 16 juli 2007 een merkwaardige gebeurtenis plaatsgevonden. De betrokkenen, Plinius en Plinius Vastgoed, waren er perfect van op de hoogte. Eerst heeft men een kapitaalsvermindering en vervolgens een kapitaalsverhoging doorgevoerd. De kapitaalsverhoging had betrekking op het gebruiksrecht en op woord- en beeldmerken. Dat is een lege doos. Samen met de beslissing is het de vraag of men van deze feiten op de hoogte was. Hoe verhoudt zich dat tot het businessplan? Dat is trouwens ook door de Vlaamse Regering indertijd goedgekeurd.
Mijnheer de minister, daarom wil ik u enkele vragen stellen. Ze hangen samen met de beslissing van de Vlaamse Regering van 7 maart 2008, waarbij het besluit is genomen dat er een bijkomende betoelaging zou komen van 1 miljoen euro plus 6,5 miljoen euro waar de heer Vrancken naar verwijst.
Op welke wijze kwam de beslissing voor de herbestemming van Ooit Tongeren tot stand? Was de Vlaamse overheid op één of andere manier betrokken bij de herbestemmingsplannen v??r de overdracht van de Lisom-middelen aan Limburg plaatsvond? Welke houding heeft de regeringscommissaris aangenomen? Heeft hij daarover opmerkingen gemaakt of niet? In hoeverre was hij hiervan op de hoogte?
Vanuit de invalshoek Ruimtelijke Ordening heb ik de volgende vraag. Op welke manier passen de nieuwe plannen in het bestaande ruimtelijke kader? Er is een gewestplanwijziging doorgevoerd in functie van dit project. Past dat daar volledig in? Daar bent u als minister van Ruimtelijke Ordening wel bij betrokken. Wat gaat er concreet met alle gebouwen, attractietoestellen en voorzieningen op het terrein gebeuren? Wat gebeurt er met de al gedane investeringen? In hoeverre en op welke manier worden ze gerecupereerd? Welke investeringen werden er nu in totaal door de Vlaamse overheid, weliswaar via Lisom, gedaan naar aanleiding van het project Land Van Ooit en op welke manier worden ze nu gerecupereerd?
Naar aanleiding van de interpellatie op 9 oktober 2007 antwoordde u ook dat er een evaluatie van de controlemechanismen zou komen. Is die evaluatie intussen al gebeurd? Met welke resultaten? Op 12 maart 2004 heeft de Vlaamse Regering na advies van de Inspectie Financiën waarvan u weet dat het negatief was, kennis genomen van het toenmalige businessplan van Plinius. De vraag rijst dan op welke manier en op basis van welke criteria dat businessplan destijds werd beoordeeld? Doorstaat het financiële businessplan van de herbestemming de test?
De voorzitter: Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen: De heer Vrancken richtte zijn interpellatie tot mezelf, de heer Peumans aan minister Bourgeois en mezelf. Ik wil mijn collega Bourgeois verontschuldigen omdat zijn aanwezigheid vereist is in een zitting in verband met ontwikkelingssamenwerking in de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers. Ik zal dus trachten een geco?rdineerd antwoord te geven op de verschillende vragen.
Het is goed om nog eens de context te schetsen, zoals de heer Peumans stelt. Intussen is inderdaad de integrale overdracht gerealiseerd van de financiële middelen via Lisom naar de provincie Limburg. Dat is een beslissing van de Vlaamse Regering van 7 maart 2008 geweest, en ze is decretaal vertaald in het programmadecreet van 23 mei 2008 en goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Er is een rechtstreekse betrokkenheid vanuit het Vlaamse Gewest via het Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA) Toerisme Vlaanderen dat nog altijd participeert in de nv Plinius, samen met het autonome gemeentebedrijf Tongeren. U weet dat mijn respect voor het parlement onverkort blijft gelden. Ik heb in het verleden getracht zo positief mogelijk te antwoorden op de verschillende vragen, zowel op het financieel-technische vlak als op het beleidsmatige en politieke vlak. Via schriftelijke antwoorden heb ik al getracht duidelijkheid te bieden op uw vragen.
De nota die u aanhaalt, ken ik niet, maar ik dank u als u me er een kopie ter inzage van zou bezorgen. Het is belangrijk dat u begrijpt dat we nu in een gewijzigde context uw vragen trachten te beantwoorden. We zullen in het voorkomende geval alle relevante informatie opvragen. Ik wil eerst duidelijk stellen dat er bij mijn weten geen betrokkenheid is van de Vlaamse overheid bij de herbestemmingsplannen voor de overdracht van de Lisom-aandelen, met opnieuw die ene uitzondering natuurlijk van de aanwezigheid van Toerisme Vlaanderen in de raad van bestuur van nv Plinius. Maar ik neem aan dat het niet dit laatste is wat u met uw vraag viseerde.
Er wordt nagedacht over herbestemmingsplannen. Vanzelfsprekend zijn er gesprekken geweest met Strabag en Fortis om te kijken in welke mate de schuld al dan niet opeisbaar wordt. De laatste maanden verleen ik er echter mijn medewerking niet meer aan.
- De heer Jaak Gabriels treedt als voorzitter op.
Het Plinius-domein waarop het Land van Ooit ontwikkeld werd, is via een erfpacht door nv Plinius aan de nv Plinius Vastgoed overgedragen. Het is inderdaad juist dat de nv Plinius Vastgoed onmiddellijk na het faillissement en toen nog in overleg met de curatoren van Dea Dia, een marktraadpleging heeft georganiseerd voor het vinden van een nieuwe exploitant. Het park werd en wordt intussen onderhouden en beveiligd. We weten dat de marktbevraging niet onmiddellijk heeft geleid tot een potentiële doorstart, maar ik denk dat de kenners van het dossier dat ook niet onmiddellijk hadden verwacht.
We weten dat voor alle voorstellen die nv Plinius Vastgoed onderzocht heeft, een kwalitatieve upgrade van de bestaande toestand door deze marktpartijen financieel niet haalbaar werd geacht. Op een bepaald moment werd zelfs opnieuw gesproken van een bijkomende overheidssteun. Dat is op dat ogenblik niet toegezegd. Ik vrees met andere woorden dat het wachten wordt op de inhoud van de door nv Plinius aangekondigde visienota. Op basis van wat ik van Toerisme Vlaanderen heb vernomen, zou met de opmaak van deze visienota zijn gestart. Uiteraard zal ook de raad van bestuur van Toerisme Vlaanderen hier kennis van nemen en een deel van haar kennis ter beschikking stellen om eventueel tot een gunstig resultaat te komen.
Wat de invalshoek ruimtelijke ordening betreft en de mogelijke inpasbaarheid van de nieuwe plannen in het bestaande ruimtelijke kader, hebben we navraag gedaan bij het departement RWO (Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed). Het departement laat me het volgende weten:?Noch het departement RWO, noch het Agentschap R-O (Ruimtelijke Ordening) Vlaanderen is gecontacteerd omtrent de nieuwe plannen waar in de vraag wordt naar verwezen. Ik kan dan ook moeilijk aangeven op welke manier de nieuwe plannen passen in het van kracht zijnde provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Ik dien er evenwel op te wijzen dat de stedenbouwkundige voorschriften en het verordenend grafisch plan van het PRUP (Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan) relatief gedetailleerd zijn van aard. Indien de nieuwe plannen bijkomende of andere bebouwing en/of verhardingen behelzen, is het mogelijk dat een aanpassing van het PRUP vereist is vooraleer de nodige stedenbouwkundige vergunningen kunnen worden afgeleverd.?
Ik heb het PRUP zelf goedgekeurd, en ik vrees dat binnen het strakke kader van het PRUP niet veel fantasie mogelijk is. Gelet op de gewijzigde toestand moet er niet alleen meer een project worden ondergaan, maar dit soort planologische initiatieven moet eerst een plan-MER (milieu-effectrapportage) ondergaan, vervolgens het opstellen of aanpassen van het PRUP, en dan een mogelijke project-MER en een bouwvergunning. Als men er een andere bestemming aan geeft dan vandaag aan het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, vrees ik dat alleen planologisch al er een vrij zware procedure aan vooraf moet gaan. We hebben de navraag al gedaan.
De investeerders hebben met het agentschap R-O Vlaanderen in Limburg nog geen contact opgenomen. Ik veronderstel dat groepen als Strabag wel nadenken hoe ze daar ooit uit zullen raken.
Wat gebeurt er met de bestaande activa? De gebouwen, attracties en voorzieningen zijn investeringen die gerealiseerd zijn door nv Plinius Vastgoed op gronden van nv Plinius. Op het erfpachtrecht, zoals door nv Plinius ingebracht in nv Plinius Vastgoed, rust een hypotheek van Fortis. De nv Plinius Vastgoed heeft tot op heden de gebouwen en de gronden als een goede huisvader onderhouden en beveiligd. Er zijn nu twee werklieden in dienst, en er is voorzien in bewoning en bewaking van het geheel.
Voor het openstellen van het park voor het publiek is er een invitatie binnengelopen op 10 juli 2008. Met een voorafgaand akkoord van Fortis is nv Plinius Vastgoed overgegaan tot de verkoop van goederen, namelijk attracties, aan de Spaanse groep Aspro Ocio. Deze attracties, behalve de speeltuinen, zullen in de loop van deze zomer weggehaald worden en verplaatst worden naar attractieparken van de groep Aspro Ocio. Alle andere toekomstige acties zullen steeds in overleg met en na goedkeuring van de preferente schuldeiser Fortis moeten gebeuren. Concreet betekent dit dus wel dat indien er verlies wordt geboekt op deze verkoop, dit in eerste instantie binnen nv Plinius Vastgoed geboekt wordt.
Op de vraag om nog eens een overzicht te geven van de gedane investeringen met hun bron van oorsprong, stel ik voor de volgende tabel te laten ronddelen. Het project had een totale waarde van circa 30 miljoen euro, waarvan 20 miljoen euro door publieke partners is gefinancierd. Het werd op de volgende wijze opgedeeld: LRM-dividenden voor 13 miljoen euro, 8,1 miljoen euro dividenduitkering LRM-middelen is doorgestort aan AGBT (Autonoom Gemeentebedrijf Tongeren), 1,5 miljoen euro dividenduitkering LRM-middelen aan nv Plinius ter dekking van de operationele kosten en 3,4 miljoen euro in de vorm van een achtergestelde lening uit LRM-middelen via Lisom aan nv Plinius Vastgoed.
De andere publieke partners hebben voor een bedrag van 6,77 miljoen euro gefinancierd, waarvan 1,4 miljoen euro inbreng gronden fase 1 en 2 door Toerisme Vlaanderen in nv Plinius, 1,27 miljoen euro inbreng gronden in nv Plinius door AGBT/stad Tongeren en 2,5 miljoen euro subsidie in functie van de riolering en nutsvoorzieningen door Riolim/Aquafin en Interelectra. En tot slot, 1,5 miljoen euro subsidie in het kader van de Europese EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling)-middelen.
De private partners hebben een bedrag ingebracht van 9,75 miljoen euro: 1,5 miljoen euro kapitaalinbreng Strabag in Plinius Vastgoed, 0,25 miljoen euro kapitaalinbreng Dea Dia in Plinius Vastgoed, 6 miljoen euro lening Fortis aan Plinius Vastgoed, 1 miljoen euro kapitalisatie Dea Dia nv en 1 miljoen euro kredietlijn Dea Dia nv bij KBC.
De gedane investeringen in rioleringen en nutsvoorzieningen en de aanleg van het park zijn vandaag aanwezig. De nv Plinius heeft vooral geïnvesteerd in grondgebonden en dus waardevaste activa. Ik ben ervan overtuigd dat bijgevolg alleen in functie van eventuele concrete en vooral financieel haalbare nieuwe plannen duidelijk zal worden in welke mate de gedane investeringen op het niveau van Plinius Vastgoed kunnen worden gerecupereerd of versneld moeten worden afgeschreven of in verlies genomen.
Het businessplan van nv Plinius, waarvan de Vlaamse Regering op 12 maart 2004 kennis heeft genomen na advies van de Inspectie Financiën, werd door Technum nv beoordeeld conform de volgende elementen en criteria, namelijk de basisgegevens van het business plan; de structurering; het investeringsbudget van de NV Plinius Vastgoed; een BTW-toetsing van het businessplan in het kader van het KB nr. 30 van 29 december 1992 en de waardevastheid van het businessplan.
Ik hoor spreken van een financieel businessplan voor de herbestemming. Zelf heb ik er tot op vandaag geen kennis van. Uit informatie van Toerisme Vlaanderen vernemen we dat er nog geen nieuw financieel businessplan aanwezig is. Ik heb wel begrepen dat er afspraken zijn gemaakt met Fortis over de opeisbaarheid van de schuld en door nv Plinius Vastgoed wordt onderhandeld. Er zijn ook gesprekken aangeknoopt met Strabag en Fortis met betrekking tot de toekomstplannen van het project en mogelijke doorstartscenario´s.
Wat de financiële middelen betreft die hier zijn geciteerd, wil ik zeggen dat conform het plan dat voor Lisom was opgesteld in de beslissing van 7 maart 2008, is beslist dat deze middelen worden overgedragen aan Limburg Sterk Merk. Ze zijn daar gereserveerd, en waren eigenlijk bedoeld voor de tweede fase van het project. U weet dat in de tweede fase onder meer sprake is van hotelinfrastructuur. Vanzelfsprekend zal de provincie erover oordelen of ze de middelen al of niet vrijgeeft voor een tweede fase van het project, wetende wat er uiteindelijk met het park zou kunnen gebeuren.
Ik heb ook even geïnformeerd welke toestellen zijn verkocht. Het gaat indoor over een stuk of wat opblaasbare spelen als een springkasteel, een doolhof en kermisattracties. Outdoor gaat het om een treintje, een galjoen, een Ambiorixfiguur, een Romein en nog wat figuren die terug te vinden waren in het pretpark.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Er blijft toch een zweem van mist hangen rond het Land van Ooit. Strabag is bereid en neemt blijkbaar zelf het initiatief om het Colosseum gratis af te breken met de optie er een wellnesshotel te bouwen. Welke zekerheid of compensatie krijgen ze om deze extra kosten te doen en het Colosseum af te breken? We horen nu immers dat het niet zeker is of dat wellnesshotel er wel zal komen.
Een tweede punt is dat de Vlaamse overheid 6,5 miljoen euro extra investeert in het Pliniusproject.
Minister Dirk Van Mechelen: Laat er geen misverstand over bestaan. Er is afgesproken dat 1 miljoen euro zou dienen om de archeologische opgravingen te financieren, en 6,5 miljoen euro als tweede schijf aan de provincie. Het is LSM die beslist of ze deze middelen al dan niet ter beschikking stelt. Dat is de procedure die wordt gevolgd.
De heer John Vrancken: Het bedrag van 6,5 miljoen euro was al toegezegd. Het is dus gewoon een uitvoering van wat was toegezegd.
Minister Dirk Van Mechelen: Er is een volledige tabel die in de regeringsbeslissing van 7 maart 2008 vervat zit, waarin staat welke middelen aan wie worden toegekend. Er was in 6,5 miljoen euro voorzien voor de tweede fase. De middelen zijn aan LSM overgemaakt en LSM zal oordelen over de opportuniteit van de al of niet ter beschikkingstelling ervan.
De heer John Vrancken: En als deze middelen niet ter beschikking worden gesteld? Komen ze dan terug naar de overheid?
Minister Dirk Van Mechelen: Het geld zit bij Limburg, en Limburg mag binnen deze enveloppe herschikkingen doen.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. U kunt niet meer doen. Er blijven nog wel een hele hoop vragen uit het verleden over. Ik blijf erbij, als ik me in een dossier vastbijt, wil ik ook het onderste uit de kan halen. Dat heb ik van u geleerd, want u neemt deze houding ook vaak en terecht aan.
Ik krijg geen antwoord op de recuperatie van overheidsmiddelen. De tabel die u aanhaalt, is ons allen heel bekend. Het is een project met een totale waarde van 30 miljoen euro waarvan uiteindelijk niets meer overblijft. Daar komt het uiteindelijk op neer. De recuperatie zou er komen als het project op volle toeren zou draaien. Er is 20 miljoen euro door publieke partners geïnvesteerd, waarvan 13 miljoen euro aan LRM-middelen. Er zit Europees geld in.
Minister Dirk Van Mechelen: Ik wil even duidelijk het volgende stellen. Toerisme Vlaanderen en een deel van de LRM-middelen zijn gebruikt om de eigendom te verwerven. Er zijn nogal wat gelden geïnvesteerd om deze eigendom te maken tot wat het nu is. Strabag heeft een deel kapitaal ingebracht en een lening aangegaan bij Fortis om er een aantal gebouwen op te zetten. Wat de architecturale en ruimtelijke kwaliteit van de gebouwen betreft, treed ik voor een groot gedeelte uw mening bij. Ik heb dat al gezegd. U weet dat. Het zijn de gebouwen waarvoor Strabag opdraait. Als men zich vastrijdt en dit leidt tot een faling, zit de financiële last bij degene die heeft geïnvesteerd.
De heer Jan Peumans: De vraag is wat er van de overheidsmiddelen wordt gerecupereerd. Wat blijft ervan over? Zijn er ooit opmerkingen geformuleerd door de regeringscommissaris? Hij heeft toch alle vergaderingen bijgewoond.
Er blijft toch een link met de Vlaamse Regering over. In dit geval is dat Toerisme Vlaanderen. Dat betekent dat het dossier niet volledig verhuist naar Limburg, maar dat er een heel duidelijke link overblijft. Ik heb begrepen dat we deze vragen moeten stellen aan de minister van Toerisme.
Wat de herbestemming betreft, wil ik duidelijk vragen of u de administratie zou vragen of dat wel in overeenstemming is met wat men nu gaat doen. Men gaat de grote hal nu plots afbreken. Daar is een bouwvergunning voor nodig. Past dat in het toch wel gedetailleerde PRUP dat indertijd is opgesteld?
De andere vragen zijn voor de provincie, maar ik blijf op mijn honger zitten wat het businessplan betreft. De stukken waarover ik beschik, stellen heel duidelijk dat het plan niet uitvoerbaar was. Men heeft de heer Coenen voor de kar gespannen. Hij heeft dat in alle vergaderingen trachten te weerleggen, maar ik beschik over elementen waaruit het tegenovergestelde blijkt. Deze elementen zijn afkomstig van de LRM, heel waarschijnlijk op verzoek van Lisom. Ik moet dat nog natrekken in de verslagen die mij nu ter beschikking zijn gesteld. Er blijven dus een hele hoop onbeantwoorde vragen over.
U zegt dat er 1 miljoen euro is gegeven voor archeologie. Ik heb dat bij de archeologen nagetrokken. Dat geld is niet aangewend voor archeologische opgravingen. Die waren op dat ogenblik ondergeschikt aan het project. U weet dat. Men is daar in het kader van de zorgplicht heel snel overheen gereden. Het komt erop neer dat het flauwekul was, want het project moest en zou er komen. Ik weet nog altijd niet waarvoor dat miljoen euro is gebruikt. Ik heb begrepen dat het ook is aangewend voor milderende maatregelen in het kader van de MER. Wat dat inhoudt, weet ik niet.
Ik zal op basis van de stukken waarover ik beschik, eerst schriftelijke vragen stellen. Ik hoop dat ze ontvankelijk zullen zijn. Het gaat over wat er in het verleden is gebeurd. Ik wil duidelijkheid krijgen over wie welke beslissingen heeft genomen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.