Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie Vergadering van 19/06/2008
Vraag om uitleg van de heer Gino De Craemer tot mevrouw Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, over de verdeelsleutel voor de steun bij de ontwikkeling van de Airbus A350
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, ik ben hier inderdaad opnieuw met mijn Airbus. Ik ben al min of meer in vakantiestemming: daarom begin ik met vliegtuigen. In maart 2007 stelde de federale regering ongeveer 150 miljoen euro ter beschikking van Belgische bedrijven die willen meewerken aan de ontwikkeling van het A350-project van Airbus. Een voorwaarde voor die steun is echter dat er een samenwerkingsakkoord wordt gesloten tussen de diverse gewesten, waarbij een verdeelsleutel wordt bepaald. Meer dan een jaar later is er echter nog steeds geen akkoord.
Op 1 november 2007 deed Waals minister van Economie Marcourt nog het voorstel om de 150 miljoen euro voor het A350-project volgens de Vlaamse sleutel te verdelen, maar de niet gebruikte budgetten van het programma A380 integraal aan Waalse en Brusselse bedrijven te schenken. Sindsdien, sinds dat voorstel, zit het overleg eigenlijk muurvast. Het dossier ligt nu nog altijd bij federaal minister Laruelle, die een nieuwe poging zou doen om de zaak te deblokkeren.
Mevrouw de minister, in de commissie voor Economie van 6 maart van dit jaar vroeg ik wat uw intenties waren met betrekking tot de verdeling van de compensaties voor de Airbus A350 tussen Vlaanderen en Wallonië. U verklaarde toen te zullen blijven vasthouden aan het 56 percentstandpunt.
Volgens de Franstalige krant L´Echo van woensdag 4 juni 2008 zou de Waalse regering bijna een maand geleden een nieuw voorstel hebben overgemaakt aan de Vlaamse Regering. Het zou de bedoeling zijn om 70 percent van de enveloppe voor de A350 te nemen en dat toe te voegen aan het saldo van de enveloppe voor de A380. Die middelen zouden dan moeten worden verdeeld volgens de modaliteiten van de A380 en dus, volgens mij althans, in het voordeel van Wallonië. De overige 30 percent zou ter beschikking worden gesteld volgens de reële noden van de bedrijven.
Mevrouw de minister, klopt het dat er een nieuw voorstel is gedaan door de Waalse regering? Is de inhoud daarvan zoals ik daarnet heb geschetst? Hoe staat u tegenover dit nieuwe voorstel? Hoe zult u erop reageren? Is er ondertussen nog overleg gepleegd over dit dossier en wat zijn de resultaten daarvan? Is er eventueel nieuw overleg gepland? Hoe is het contact met de sector?
De voorzitter: De heer Laurys heeft het woord.
De heer Jan Laurys: Mijnheer de voorzitter, dit is een onderwerp dat onze voormalige collega, de heer Schuermans, na aan het hart lag. Hij heeft ter zake herhaaldelijk de toenmalig bevoegde ministers ondervraagd. De minister, maar ook haar voorgangster, heeft ter zake altijd het been stijf gehouden. Ze heeft altijd gezegd dat die 56 percent de norm zal zijn. Ik wil nogmaals uitdrukkelijk verwijzen naar het voorstel van resolutie dat het Vlaams Parlement ter zake heeft goedgekeurd. Daarin stelt het parlement dat het die 56 percent zal zijn. Daarom wil ik me graag aansluiten bij de heer De Craemer.
De voorzitter: Minister Ceysens heeft het woord.
Minister Patricia Ceysens: Dit is inderdaad iets dat herhaaldelijk terugkomt en wellicht nog een paar maal zal terugkomen. Het lijkt me goed dat ik nogmaals precies de data geef waarop wat is gebeurd, want ook in de vraag klopt dat niet helemaal. Er wordt naar zaken verwezen en op den duur gaan diverse data een eigen leven leiden.
Op 14 februari 2007 werd er een voorstel overgemaakt, als een persoonlijk initiatief van Waals minister Marcourt, aan toenmalig minister Moerman. Het voorstel beoogde de verdeling van 150 miljoen euro volgens de voorgestelde Vlaamse verdeelsleutel, dus 56 percent, maar zoal u weet zou het saldo van de A380 dan integraal naar Wallonië en Brussel moeten gaan. De FOD Economie raamt het saldo momenteel op 28 miljoen euro. Dat betekent dat Vlaanderen in dat voorstel 84 miljoen euro zou krijgen, op een totaal van 178 miljoen euro, wat neerkomt op 47,2 percent.
Op 14 november 2007 heeft het kabinet van minister Marcourt dat voorstel ook nog eens aan mijn kabinet herhaald. Op 6 maart 2008 heb ik inderdaad in deze commissie verklaard principieel vast te houden aan die 56 percent, en dat voor alle beschikbare middelen en voor de ingediende projecten.
Op 4 juni 2008 verscheen dan een artikel in de Franstalige krant L´Echo over een zogenaamd nieuw voorstel dat door de Franstaligen zou zijn gedaan. We hebben nooit begrepen waar dat voorstel vandaan kwam. Het is ons ook nooit overgemaakt als een officieel voorstel, dus ik wil daar eerlijk gezegd ook niet op ingaan. Het is voor ons nooit een officieel voorstel geweest.
Wat we toen dachten en nog steeds denken, is dat de krant mogelijk heeft willen verwijzen naar het onderhoud van 15 mei 2008 tussen minister-president Demotte en minister-president Peeters. Tijdens dat onderhoud is wel een voorstel overgemaakt. In dat voorstel zou in een eerste fase 60 percent van de 150 miljoen euro in gelijke helften worden verdeeld tussen Vlaanderen enerzijds en Brussel en Wallonië anderzijds. In een tweede fase zou het saldo van 40 percent, net als het saldo van de A380, volgens de reële noden worden verdeeld. Dat was toch wel een heel ander voorstel dat daar is overgemaakt. Indien natuurlijk in die tweede fase geen enkel Vlaams projectvoorstel zou worden geselecteerd, dan betekent dat dat Vlaanderen enkel de helft van 60 percent van 150 miljoen euro uit die eerste fase zou krijgen. Dat is 45 miljoen euro. Op een totaal van 150 miljoen euro zou, plus het saldo van 28 miljoen euro van de A380, Vlaanderen dus een aandeel van 25 percent hebben.
Men kan natuurlijk ook stellen dat in die tweede fase enkel en alleen Vlaamse projecten aan bod zouden kunnen komen. In die veronderstelling zou Vlaanderen in de eerste fase 45 miljoen euro krijgen. Met die tweede fase samen, dus die 40 percent van 150 miljoen euro en het saldo van 28 miljoen euro van de A380, zou dat Vlaanderen in totaal 133 miljoen euro opleveren. Dan zou het Vlaamse aandeel dus 74 percent zijn.
U ziet dat ook in dat voorstel op geen enkele wijze het scenario van 56 percent wordt gewaarborgd. Er wordt enkel een onder- en een bovengrens vastgelegd. U voelt dat noch die ondergrens noch die bovengrens eigenlijk echt realistisch is. In dat scenario konden wij alleen uitgaan van een gekende ondergrens en een gekende bovengrens.
Er is dus nog steeds geen overeenstemming in het dossier. We blijven overleggen. U kunt ervan op aan dat we bij dat overleg ook de sector zelf erg nauw betrekken. We koppelen telkens terug naar die sector.
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Ik heb heel wat cijfers gehoord. Die krijg ik waarschijnlijk straks allemaal. Ik was wellicht niet snel genoeg met het noteren. Maar goed, het gaat over het principe. Die onder- en bovengrens zijn gekend, maar zijn ze realistisch? Ik denk dat het weinig zin heeft ervan uit te gaan dat alle projecten Vlaamse projecten zouden zijn, en als ik het goed begrijp, houden we bij de eerste fase nog minder over. Het lijkt me een voorstel dat totaal niet te overwegen valt.
Heeft de minister-president daar officieel op gereageerd, of niet?
Minister Patricia Ceysens: Hij heeft teruggekoppeld naar ons kabinet. We hebben gezegd dat we blijven vasthouden aan die 56 percent.
De heer Gino De Craemer: Wie kan er nu eigenlijk uiteindelijk de knoop doorhakken? Dat dossier loopt al meer dan een jaar. Er moet uiteindelijk worden afgerond. Er moet een overeenkomst komen. We moeten uiteraard blijven overleggen.
Minister Patricia Ceysens: Er is geen sprake van dat we gaan toegeven om af te ronden.
De heer Eric Van Rompuy: Is er een timing ter zake? Die discussie duurt al twee jaar.
Minister Patricia Ceysens: Er is niet echt een timing.
De heer Gino De Craemer: Ik kan er alleen maar gelukkig mee zijn dat u vasthoudt aan die 56 percent, maar goed, dit dossier wordt niet afgerond.
De heer Eric Van Rompuy: Misschien op 15 juli. (Gelach)
De voorzitter: De heer Van Malderen heeft het woord.
De heer Bart Van Malderen: Mijnheer de voorzitter, we hebben het voorstel van resolutie mee ondertekend. Ik kan alleen maar met enige verbijstering vaststellen dat we na ongeveer twee jaar nog geen stap verder staan.
De voorzitter: Het incident is gesloten.