Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie Vergadering van 02/10/2008
Vraag om uitleg van de heer Pieter Huybrechts tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de tewerkstelling van gedetineerden
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de minister, niet zo lang geleden heb ik u mogen ondervragen over het onderwijs en gedetineerden. Ik moet zeggen dat ik toen van u een bevredigend antwoord heb gekregen. Nu zou ik graag wat meer uitleg krijgen over de tewerkstelling van gedetineerden.
Wanneer mensen worden opgesloten en na het uitzitten van hun straf worden vrijgelaten, dan moet de samenleving wel iets ondernemen zodat die mensen reële kansen hebben op re-integratie. Mijnheer de minister, collega's, ik denk dat iedereen het daarmee eens is. De realiteit toont aan dat de toestand met betrekking tot integratie en re-integratie vandaag de dag niet zo rooskleurig is.
Uit de huidige werkloosheids- en tewerkstellingssituatie blijkt dat ex-gedetineerden zeer moeilijk aan bod komen op de arbeidsmarkt. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) is van mening dat de Vlaamse overheid veel krachtigere acties moet ondernemen, onder meer voor personen die niet over een blanco strafblad beschikken. Het aantal ex-gedetineerden dat van specifieke herinschakelingsmaatregelen geniet, blijft zeer beperkt.
De hulpverlening aan gedetineerden is expliciet een gemeenschapsbevoegdheid geworden. Deze bevoegdheid omvat de beroepsopleidingen en de begeleiding naar de arbeidsmarkt van ex-gedetineerden. Indien ze een job hebben, zullen ze minder snel opnieuw in de criminaliteit belanden.
Mijnheer de minister, hebt u zicht op de tewerkstellingskansen en op de toegang tot de arbeidsmarkt van ex-gedetineerden? Welke initiatieven hebt u al genomen of zult u nog nemen om deze problematiek aan te pakken?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, op de eerste plaats zou ik willen zeggen dat we via de registratie van de VDAB enkel uitstroomgegevens hebben over de gedetineerden die een traject gevolgd hebben via het 'Aan de bak'-programma. Ik zal over dat programma dadelijk nog iets meer zeggen. De gegevens zijn wat beperkt omdat bij andere gedetineerden die een dergelijk traject niet gevolgd hebben het niet mogelijk is te monitoren. Omwille van de wet op de privacy mag detentie immers niet in het werkzoekendendossier vermeld worden.
De volgende cijfers van augustus 2008 bieden een overzicht van het bereik van het 'Aan de bak'-programma: 1144 gedetineerden volgden in de loop van 2008 een traject in het kader van het 'Aan de bak'-programma. Ongeveer 40 percent van hen volgde oriëntatie, assessment of sollicitatie- en communicatietraining, 68 percent van hen volgde een beroepsopleiding, 27 percent deed werkervaring op via stage, individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO), werkervaringsproject (WEP+), sociale werkplaats of een invoegbedrijf. Er zijn in augustus 2008 al 303 trajecten van gedetineerden beëindigd, waarvan 50 percent uit de werkloosheid is uitgestroomd, 32 percent naar werk. 701 gedetineerden zijn momenteel nog steeds in een traject. Als we de cijfers van de vorige jaren bekijken, zien we eenzelfde tendens: 47 percent uitstroom uit de werkloosheid, 32 percent uitstroom naar werk.
'Aan de bak' is een begeleidingsprogramma van de VDAB in de gevangenis dat in 2001 al van start ging. Het programma houdt in dat de detentieconsulent voor elke gedetineerde die binnen afzienbare tijd de gevangenis kan verlaten, in samenspraak met alle betrokken actoren een haalbare weg naar de arbeidsmarkt uitstippelt. Door middel van informatie, oriëntatie, het werken aan sollicitatie- en communicatievaardigheden en eventueel extramurale beroepsopleiding, krijgt de gedetineerde een begeleiding gericht op zijn of haar intrede of herintrede op de arbeidsmarkt. Als een gedetineerde na het verlaten van de gevangenis nog werkzoekend is, wordt hij of zij overgedragen naar de reguliere werking van de VDAB.
Het 'Aan de bak'-programma loopt momenteel al in tien Vlaamse gevangenissen: Wortel, Merksplas, Hoogstraten, Hasselt, Leuven Centraal, Leuven Hulp, Brugge, Gent, Antwerpen en Dendermonde. In deze gevangenissen is de VDAB structureel aanwezig met een fysiek ingebedde detentieconsulent. In vijf andere gevangenissen - Ruiselede, Ieper, Oudenaarde, Mechelen en Turnhout - is de VDAB eveneens werkzaam maar nog niet structureel aanwezig. Vanaf het najaar starten de gesprekken om in de gevangenissen waar 'Aan de bak' nog niet werkzaam is, zo snel mogelijk aanwezig te zijn met het basispakket, namelijk de zitdagen.
De komende jaren wordt dit aanbod systematisch uitgebreid. De ambitie is om tegen 2010-2011 met 'Aan de bak full option' aanwezig te zijn in alle Vlaamse gevangenissen. Dat betekent dat de detentieconsulent voltijds of halftijds aanwezig is in de gevangenis en dat er naast individuele begeleiding ook groepsactiviteiten zoals assessment- en sollicitatietrainingen in de gevangenis mogelijk zijn.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de minister, met u hoop ik dat het 'Aan de bak'-programma kan en zal uitgebreid worden tot alle gevangenissen en dat de nodige positieve resultaten bereikt zullen worden.
De voorzitter: Het incident is gesloten.