Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie Vergadering van 03/06/2008
Vraag om uitleg van de heer Joris Van Hauthem tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de resultaten van de ´fact finding mission´ van de Kamer van Lokale Besturen van de Raad van Europa
De voorzitter: De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, ik zal de voorgeschiedenis van deze zaak niet herhalen. De delegatie heeft kort na de missie op 13 en 14 mei in het kader van de niet-benoeming van de kandidaat-burgemeesters van Linkebeek, Wezembeek-Oppem en Kraainem, haar conclusies voorgesteld aan de Kamer van Lokale Besturen. In het najaar zouden die al dan niet moeten uitmonden in een aanbeveling.
Die conclusies zijn niet mals. De benoemingsprocedure die is uitgemond in een niet-benoeming in november vorig jaar, zou onredelijk lang duren. Er is sprake van een ´stuitende betutteling´. De niet-benoeming is als sanctie disproportioneel ten aanzien van de gepleegde feiten.
Bovendien gaat men nog een beetje verder en doet men ook politieke uitspraken. De omzendbrief-Peeters zou het de inwoners van de faciliteitengemeenten moeilijk maken om deel te nemen aan het lokale leven. De delegatie pleit bovendien voor paritair samengestelde kamers van de Raad van State. Dat is een bijkomende puur politieke uitspraak.
Mijnheer de minister, zoals tijdens de missie is gezegd, heeft vooral de Franstalige lezing het gehaald bij de leden van de delegatie. Het pleidooi voor paritair samengestelde kamers van de Raad van State is de interpretatie van de Franstaligen. Zij trekken er zich niets van aan als ´la chambre Flamande´ iets beslist. Het is dan niet zo geldig als het zou moeten zijn. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
In het Voerense dossier gebeurde hetzelfde. Het kwam van de Vlaamse kamer, en men aanvaardde dat politiek gesproken niet. Men aanvaardde in feite de rechtsstaat niet.
De enige conclusie waarmee ik het eens zou kunnen zijn, is dat de procedure onredelijk lang duurt. Het zou inderdaad veel vlugger moeten gaan. Mijnheer de minister, de conclusies zijn niet mals, ondanks het feit dat u zich ongetwijfeld goed hebt voorbereid. U zegt dat we recht in onze schoenen staan en dat is ook zo, maar u moet niet alleen gelijk hebben maar ook gelijk krijgen. Ik begrijp in de hele procedure niet dat de minister-president, pas nadat de delegatie weg was, de Vlaamse vertegenwoordigers van het Congres van Lokale en Regionale Overheden heeft bijeengeroepen. Hij heeft dat pas gedaan toen het kalf al verdronken was. U had anders moeten reageren of ageren. Toen in december vorig jaar de eerste brief binnenkwam vanwege het bureau van het Congres van de Lokale en Regionale Overheden, had de Vlaamse Regering de Vlaamse vertegenwoordigers bijeen moeten roepen om een diplomatiek offensief te lanceren ten aanzien van die instantie van de Raad van Europa. Dat heeft ze niet gedaan, en nu zitten we met de gebakken peren.
Intussen voelen de drie kandidaat-burgemeesters zich gesteund door de conclusies die aan het hele congres zullen worden voorgelegd. Ze hebben al gezegd dat indien ze opnieuw niet worden benoemd, ze opnieuw niet naar de Raad van State zullen gaan. Gisteren was er een meeting waarvoor ze openlijk de steun hebben gekregen van twee federale meerderheidspartijen: het FDF en de voorzitter van de MR. Ik stel vast dat de al dan niet-benoeming van de burgemeesters in de ogen van de Franstalige partijen nog altijd een politieke kwestie is die moet worden afgehandeld in het kader van hetzij het tweede pakket van de staatshervorming, hetzij in het kader van Brussel-Halle-Vilvoorde, wat eigenlijk mee in dat tweede pakket zit.
De heer van Hoobrouck heeft gisteren gezegd dat hij de omzendbrief-Peeters nooit zal toepassen omdat die van een ´incompetente´ minister is. Hij kent de vertaling wellicht niet goed. Dat betekent ´onbekwaam´, maar hij zal misschien bedoelen ´onbevoegd´, tenzij hij een mix van de twee maakt. Hij zegt dus openlijk dat hij de taalwetgeving zoals die door de omzendbrief-Peeters is geïnterpreteerd en door de Raad van State is gevalideerd, nooit zal toepassen omdat de Vlaamse minister niet bevoegd is. Hoe ver kan men nog te ver gaan?
Welke mogelijkheden hebt u nog om een negatieve aanbeveling te vermijden? Wat was het resultaat van het overleg met de Vlaamse vertegenwoordigers in het Congres van Regionale en Lokale Overheden? Naar mijn bescheiden mening is dat overleg er veel te laat gekomen. Wanneer kan een advies van de gouverneur en de procureur-generaal in het nieuwe benoemingsdossier worden verwacht? Wat is de stand van zaken? Hoe komt het dat het zo lang duurt vooraleer er een advies is van de gouverneur? Het gaat in feite over net hetzelfde dossier. Er kan moeilijk sprake zijn van nieuwe feiten. De gouverneur baseert zijn advies op het verleden. De feiten die toen zijn gepleegd en zo zwaarwichtig waren om de kandidaat-burgemeesters niet te benoemen, zijn niet weg. Wie 150 kilometer per uur rijdt op de snelweg en daarvoor een boete krijgt, kan na drie maanden niet zeggen dat die boete weg moet omdat er nieuwe feiten zijn: die persoon heeft 150 kilometer per uur gereden. Ik vraag me af waar het advies van de gouverneur blijft. Er kunnen geen nieuwe feiten zijn. De gepleegde overtredingen blijven.
We hebben al verschillende keren gevraagd naar de mogelijkheid om tuchtsancties te treffen ten aanzien van de drie eerste schepenen. Een kandidaat-burgemeester zegt nogmaals dat hij er niet aan denkt om de taalwetgeving en uw autoriteit en voogdijoverheid te respecteren. U hebt al verschillende keren gezegd dat het stapeltje op uw bureau groot wordt. Het wordt nog altijd groter. U moet nu maar eens beslissen hoe hoog het nog kan worden vooraleer u met tuchtsancties kan ingrijpen.
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Mijnheer Van Hauthem, soms is het een beetje ´petit pays, petit esprit´. Als iemand vorig jaar rond deze tijd zou hebben gezegd dat we de drie burgemeesters niet zouden benoemen, dan had u geantwoord dat u dat wel eens zou willen zien.
We hebben dat in november beslist. Op dit ogenblik kijkt de hele wereld naar ons, samen met de Raad van Europa en de hele Franstalige politieke klasse. Ze vragen ons waarom we niet benoemen. Hier in Vlaanderen hangt u het beeld op dat ik een slappe minister ben omdat ik geen tuchtonderzoek voer. Als we onszelf belachelijk willen maken, moeten we daar vooral voor kiezen. De Raad van Europa en de wereld vragen me wat ik doe. Ik moet dan uitleggen waarom ik doe wat ik doe. Ik heb een juridisch dossier en ik blijf op mijn lijn.
U verwijst naar gisteren. Er is voor mij niets nieuws gebeurd. Wat ze daar hebben gezegd, herhalen ze al maanden. Het zou pas nieuw zijn als er plots een ander geluid te horen was. Ik vind het opvallend dat de PS en cdH minder affirmatief mee rond de tafel zitten dan andere partijen. Voor mij is er geen nieuw feit. Ik blijf op mijn lijn, en de Vlaamse Regering blijft op haar lijn. Met de niet-benoeming hebben we een beslissing genomen die wettelijk correct is. U begint over een tuchtonderzoek en wekt de indruk dat ik als minister met me laat sollen. We zitten op een moment dat de hele wereld om uitleg vraagt. We geven die op basis van wetgeving die is overtreden.
De heer Joris Van Hauthem: Het probleem is dat ze u niet geloven!
Minister Marino Keulen: We halen alle argumenten uit de kast die er te bedenken zijn. Misschien spelen er internationaal gesproken andere dingen tegen ons. Ik verweer me en ik denk dat ik dat goed doe. We hebben op geen inspanning gekeken.
U zegt dat de procedure lang duurt. We hebben nog altijd niet het advies van de procureur-generaal. De gouverneur moet ons het resultaat overmaken. Er is een scheiding van de machten. De gouverneur wacht op het advies van de procureur-generaal. Het beeld ophangen dat de Vlaamse Regering met zich laat sollen door de kandidaat-burgemeesters is niet correct. We hebben de beslissing genomen om niet te benoemen. We handhaven die op basis van wetgeving, een juridisch dossier, een negatief advies van de gouverneur en dergelijke meer. Wat u nu probeert te doen, begrijpt niemand, ook niet in Vlaanderen. Niemand spreekt me daarover aan. Iedereen vraagt of er nieuwe elementen zijn en of ik mijn koers moet bijstellen. Neen, we blijven op onze lijn en handhaven de niet-benoeming.
Ik heb een omstandige reactie opgemaakt op het informatierapport van de fact finding mission van de Kamer van de Lokale Overheden van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa betreffende de niet-benoeming van de kandidaat-burgemeesters van Kraainem, Linkebeek en Wezembeek-Oppem. In deze reactie weerleg ik punt per punt de conclusies van het informatierapport. Ik baseer me op teksten van de wetgeving, de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State, in het bijzonder wat de punten betreft over de juridische context van de burgemeesterbenoemingen in Vlaanderen en het gebruik van het Nederlands tijdens de gemeenteraad. Tevens weerleg ik een aantal feitelijke onjuistheden van het informatierapport.
We hebben ook veel uitleg moeten geven over het feit dat burgemeesters bij ons een stukje staatsmacht hebben. Dat is vrij uniek ten opzichte van de rest van Europa. Dat is de reden voor de toetsing en het advies van de procureur-generaal en de gouverneur. Burgemeesters moeten loyale mensen zijn die de regering op een correcte manier vertegenwoordigen. Ze mogen voor 100 percent een ander politiek idee hebben dan de Vlaamse en federale regering, maar met het gezag van hun functie staan ze er wel borg voor dat wetten en decreten - ook al hebben ze daar bedenkingen bij - correct worden toegepast op het grondgebied van hun gemeenten. Een burgemeester - en ik kijk naar de burgemeester der burgemeesters, de heer Vermeiren - heeft een vrij uitgebreide politionele bevoegdheid. Hij heeft die ook alleen als burgemeester. Hij heeft die niet als lid van het schepencollege en niet namens de gemeenteraad, hij heeft die als burgemeester. De burgemeester kan het leger vorderen. Dat heeft niets te maken met het college of de gemeenteraad: hij kan dat uit hoofde van het burgemeesterambt. Een burgemeester kan ook een woning onbewoonbaar verklaren. Dat heeft niets te maken met het college of de gemeenteraad.
Burgemeesters moeten dus mensen zijn die op een zeer loyale manier met de wet- en decreetgeving omgaan. Dat is moeilijk met mensen - de heer van Hoobrouck is daar bij uitstek de exponent van - die bij elke gelegenheid, te pas en te onpas zeggen dat ze niet met ons zullen samenwerken, dat ze de decreten niet zullen toepassen. De overtreding die de drie kandidaat-burgemeesters hebben begaan op het vlak van de taalwetgeving - en dat horen ze niet graag - is federale wetgeving, goedgekeurd door een tweederde meerderheid met een meerderheid in elke taalgroep. Het is een van de steunpilaren van dit land.
Het is de federale Raad van State die zegt dat de voormalige ministers Peeters en Martens met hun omzendbrieven een correcte vertaling hebben gegeven van hoe de bestuurstaalwetgeving in de praktijk moet worden omgezet in de gemeenten en OCMW´s. Het advies van de Raad van State van 23 december 2004 is duidelijk en kan niet zomaar worden uitgegomd. Het bestaat, en we passen het toe.
Ik heb deze reactie in beide officiële talen, het Engels en het Frans, aan de Raad van Europa bezorgd. Ik heb de Raad van Europa trouwens in februari 2008 al een nota bezorgd waarin het hele dossier uit de doeken wordt gedaan. In die nota staat vermeld hoe de bevoegdheidsverdeling in dit complexe land is georganiseerd. Die nota is in het Nederlands, in het Frans en in het Engels opgesteld. Dat de betrokkenen de stukken niet lezen, valt niet onder mijn verantwoordelijkheid. Dit is geen probleem van de Vlaamse Regering meer, dit is bij uitbreiding een probleem van de Raad van Europa.
Op 26 mei 2008 is het door de delegatie opgestelde rapport in de Commissie institutionele zaken voorgesteld. Het rapport zal tijdens een zitting van de Kamer van Lokale Overheden ter goedkeuring worden voorgelegd.
Zoals ik ook op de vraag om uitleg van 2 april 2008 heb geantwoord, is de heer Gabriëls, burgemeester van Genk en voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de vertegenwoordiger van de gemeenten van het Vlaamse Gewest in de Kamer van Lokale Overheden. Hij zetelt wel niet in het bureau van de Kamer van Lokale Overheden. Ik zal de verdere opvolging van dit dossier met de heer Gabriëls bespreken.
Wat de nieuwe voordrachten van de kandidaat-burgemeesters betreft, kan ik melden dat de gouverneur van Vlaams-Brabant zeer recent een advies van de procureur-generaal over de voor de gemeente Kraainem voorgedragen kandidaat heeft ontvangen. Wat de andere kandidaten betreft, zijn nog geen adviezen geleverd. De gouverneur heeft me nog geen enkel voordrachtdossier met alle adviezen bezorgd. Wanneer de andere adviezen van de procureur-generaal mogen worden verwacht, kan ik uiteraard niet zeggen. Dit behoort tot de bevoegdheden van de procureur-generaal zelf. De gouverneur bezorgt me pas een advies als een dossier volledig is. Dit betekent dat het advies van de betrokken procureur-generaal er deel van moet uitmaken. Die regeling geldt voor alle gemeentebesturen.
Ik heb meteen verklaard dat ik gemengde gevoelens bij het rapport van de Raad van Europa heb. In de media is het bericht verschenen dat het rapport mild is. Ik heb het rapport gelezen en ik begrijp dat niet goed.
Ik heb meteen laten weten wat ik positief vind. In het rapport wordt de bedenking gemaakt dat de kandidaat-burgemeesters niet naar de Raad van State zijn gestapt. Ze hadden eerst de lokale rechtsgang moeten uitputten alvorens de Europese instanties aan te spreken of de Europese rechtbanken te mobiliseren. Dit is steeds een van onze belangrijkste opmerkingen geweest.
In het rapport worden ook andere punten naar voren gebracht. Ik stel vast dat de delegatie geen rekening heeft gehouden met de juridische context waarin burgemeesters in Vlaanderen worden benoemd. Die regelgeving maakt deel uit van het Gemeentedecreet.
De delegatie is voorstander van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester. Ik heb de leden van de delegatie uitgelegd dat ik dat ook ben. (Opmerkingen)
Ik heb hen uitgelegd dat die toetsing ook bij een rechtstreekse verkiezing van de burgemeesters zou gebeuren. Dit heeft met ons bestel te maken. De burgemeester bekleedt een gedeelte van de staatsmacht. Wat politie, veiligheid en openbare gezondheid betreft, heeft hij een aantal exclusieve bevoegdheden. Het zou bijgevolg om dezelfde toetsing gaan.
Bij een rechtstreekse verkiezing van de burgemeesters zouden de heren Van Dijck, Verfaillie, De Meulemeester en Vermeiren opnieuw burgemeester worden. De procureur-generaal en de gouverneur zouden evenwel dezelfde toetsing uitvoeren. Ik heb hen dat proberen uit te leggen. (Opmerkingen en gelach)
Ik ben voorstander van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeesters, maar de regelgeving is wat ze is. Ik heb bovendien uitgelegd dat de niet-benoemde kandidaat-burgemeesters niet tot burgemeester zijn verkozen. We moeten hier beducht voor zijn. We praten daar zelf op die manier over. Die mensen zijn niet tot burgemeester, maar tot gemeenteraadslid verkozen. Het is een bepaald jargon. Zelfs de media die hierover schrijven, laten dit uitschijnen. Deze mensen zijn niet tot burgemeester verkozen. Uiteindelijk moeit de Vlaamse overheid zich niet met de voordrachten. Dat wordt op het lokale niveau zelf beslist. De meerderheid die vorm krijgt, draagt kandidaten voor. Wie kandidaat moet worden, wordt niet van hogerhand opgelegd. Op het lokale niveau wordt een voorstel gedaan. We kunnen dat evident vinden, maar dat is het eigenlijk niet. Ik betrap er mezelf vaak op over de niet-benoemde burgemeesters te praten. Op die manier wekken we in het buitenland de indruk dat die mensen tot burgemeester zijn verkozen en door ons niet worden benoemd. Ze zijn echter niet tot burgemeester verkozen. We moeten daar goed mee opletten.
Zelfs de heer Van Hauthem is van mening dat de redelijke termijn voor het nemen van een beslissing over de benoeming is overschreden. Ik wil een beslissing nemen. Het heeft echter maanden geduurd voor die heren zich geroepen voelden om de vragen van de gouverneur te beantwoorden. De mensen die klagen, moeten zich ook een spiegel voorhouden. Ze moeten tekst en uitleg geven over het feit dat ze maandenlang niet thuis hebben gegeven. De gouverneur vervult in dit verband nochtans een zeer belangrijke rol.
Wat de juridische argumentatie over de taalwetgeving in het rapport betreft, heb ik de indruk dat de Franstalige interpretatie van het taalgebruik in de gemeenteraad en van de omzendbrief-Peeters wordt gevolgd. We hebben met hand en tand uitgelegd dat het hier federale wetgeving betreft. Aangezien de Vlamingen zwaar aan de taalwetgeving tillen, hebben sommigen de indruk dat het hier om Vlaamse decreetgeving gaat. Het gaat echter om federale wetgeving, die met een tweederdemeerderheid in het geheel en met een gewone meerderheid in elke taalgroep is goedgekeurd.
De omzendbrieven van de voormalige ministers Peeters en Martens vormen geen eenzijdig verhaal. De Raad van State, een federaal rechtscollege, heeft deze omzendbrieven bevestigd. Volgens de Raad van State gaat het om een correcte weergave van de taalwetgeving inzake het taalgebruik in de contacten van de gemeenten en de OCMW´s met de brede buitenwereld.
Het rapport suggereert dat de uitspraken van de Raad van State kunnen worden betwist. Ik stoor me hier zwaar aan. We hebben verklaard dat dit niet klopt. Het gaat hier om een logica die bij onze Franstalige landgenoten opgeld maakt, maar die juridisch-inhoudelijk niet correct is.
Het rapport stelt terecht dat de kandidaat-burgemeesters bij de Raad van State beroep tegen hun niet-benoeming moeten aantekenen. De Raad van State is immers het enige bevoegde rechtscollege. Het is me altijd een raadsel geweest waarom ze dat nog niet veel eerder hebben gedaan. Misschien voeren ze die procedure bij de Raad van State niet omdat ze juridische twijfels hebben bij hun overtuiging dat ze toch tot burgemeester moeten worden benoemd.
Het rapport wordt nu aan de Commissie Institutionele Zaken overgemaakt en zal nadien aan het Bureau van het Congres van Lokale en Regionale Overheden worden overgemaakt. Het Bureau van het Congres van Lokale en Regionale Overheden zal de plenaire vergadering van het Congres van Lokale en Regionale Overheden een voorstel voorleggen.
Ik heb de voorzitter van het Congres van Lokale en Regionale Overheden een nota bezorgd om de foutieve uitgangspunten en juridische argumentatie in het rapport te corrigeren. Het gaat hier om feitelijke correcties met een juridische grondslag en niet om politieke redeneringen. Deze nota zal tevens aan alle Vlaamse leden van de Kamer van Lokale en Regionale Overheden worden overgemaakt.
Ik blijf erbij dat we ons met betrekking tot dit dossier niets te verwijten hebben. We hebben correct geopereerd. We moeten ons niet schamen voor de zaken die ons ten laste worden gelegd. Ik stel vast dat er een aantal vooroordelen ten aanzien van onze handelwijze bestaan. Mochten we zaken te camoufleren hebben, zou ik hier met het schaamrood op de wangen zitten. Dat is niet het geval.
Ik vind het verloop van de zaken bedenkelijk. Nog voor hij een letter op papier had gezet of zelfs België had verlaten, heeft een van de onderzoekers van de Raad van Europa te persoonlijken titel verklaard dat de kandidaat-burgemeesters alsnog moeten worden benoemd. We stellen vast dat mensen waarmee we rond de tafel moeten zitten, heel weinig zicht hebben op de wijze waarop ons land georganiseerd is en op de wijze waarop onze wetgeving in elkaar zit. Maanden op voorhand hebben we de Raad van Europa nochtans een informatief dossier bezorgd.
Provoceren ligt niet in mijn aard. De Raad van Europa is een zeer belangrijke instelling. We moeten hier goed mee samenwerken. Ik denk echter dat de Raad van Europa zijn eigen procedures en werkwijzen in vraag moet durven stellen.
Nu kunnen mensen een procedure opstarten voor ze de rechtsgang in hun eigen land hebben uitgeput. Ik vind dit zeer bedenkelijk. Normaal kunnen mensen pas een procedure op supranationaal of op Europees niveau opstarten als ze alle gerechtelijke procedures hebben doorlopen in het land waar ze zijn gedomicilieerd. Dat is hier niet gebeurd. Toch begint er opeens een hele trein te lopen. De Raad van Europa heeft een belangrijke rol, maar hij moet zijn eigen werkwijze onder de loep durven te nemen en kritisch bevragen.
De voorzitter: De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem: Mijnheer de minister, het is aandoenlijk hoe u probeert er ons van te overtuigen dat u gelijk hebt en recht in uw schoenen staat. U haalt alle argumenten nog eens uit de kast. U hoeft ons echter niet te overtuigen van uw gelijk: ik vraag u hoe u de Raad van Europa zult overtuigen van uw gelijk.
Het laatste deel van uw antwoord was wel relevant. Er is inderdaad een probleem met de werkwijze van die instellingen. Als men genoeg heeft aan tien of vijftien handtekeningen om een missie naar om het even welke lidstaat te sturen, dan kunnen we ons daar vragen bij stellen. In heel deze operatie waren we tien jaar geleden al een beetje geleerd. We hebben dit al eens meegemaakt. We hebben er toen blijkbaar niets aan gedaan, en dat gebeurt ook nu niet.
U hebt de delegatie van antwoord gediend op een correcte manier en met de juiste argumenten. U hebt echter ook gevoeld dat ze niet naar hier zijn gekomen om de juiste feiten te kennen. Dat hebt u ook toegegeven, helaas. Het zou anders moeten gaan. Het feit dat ze naar hier komen op vraag van, zegt eigenlijk al genoeg. Dan staan de conclusies eigenlijk al op voorhand vast. Dat hebben we tot onze scha en schande ondervonden.
Ik vind het bijzonder jammer dat onze VVSG-vertegenwoordigers in dat congres niet op tijd zijn wakker geschoten of op tijd bij elkaar zijn geroepen. De missie was al weg. Daar hebben we ook niets geleerd uit het verleden. Toen de heer Columberg hier is geweest, was het ook nadien alle hens aan dek om ervoor te zorgen dat de negatieve aanbevelingen nog even werden tegengehouden.
Mijnheer de minister, u zegt dat de zaken nu naar het Bureau en vervolgens naar het Institutioneel Comité van het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa gaan. Daarin zit geen vertegenwoordiger van de VVSG, enkel een plaatsvervanger, de heer Gabriëls. De Franstaligen hebben wel een vertegenwoordiger.
Mijnheer de minister, u zegt dat er in het buitenland door die delegatie verkeerde informatie wordt verspreid. Ik betreur dat. Ik betreur echter nog meer dat in ons eigen tijdschrift Flanders Today de feiten eveneens verkeerd worden voorgesteld. Dat is toch wel om in de grond te zakken van schaamte.
Mijnheer de minister, u zegt dat u uw antwoord hebt gestuurd naar de voorzitter van het Congres. Zult u uw repliek ook naar alle leden van het Congres sturen? Of hoopt u dat de voorzitter die doorstuurt naar de leden? Ik zou daar niet te veel op hopen.
Mijnheer de minister, ik hoop dat we nu eindelijk de les gaan trekken uit deze saga. U kunt gelijk hebben, maar u moet ook nog gelijk krijgen. We moeten op een andere manier ageren ten aanzien van internationale instellingen.
Wat de benoeming van de burgemeesters betreft, zegt u dat het belachelijk zou zijn om tuchtsancties te treffen. Ik vraag me af wie er eigenlijk belachelijk is.
U wacht nog op het advies van de procureur-generaal in twee dossiers. Ik begrijp dat u daar geen macht over hebt. Als dat er tegen 15 juli is, kan het nog in dezelfde boot worden meegenomen.
De voorzitter: De heer Vermeiren heeft het woord.
De heer Francis Vermeiren: De minister heeft me net vernoemd. Ik apprecieer dat. Vanuit mijn levenservaring wil ik even ernstig worden.
Ik heb de tijden van minister Peeters meegemaakt. Ik heb zijn initiatieven en omzendbrief gesteund. Ik heb destijds minister-president Van den Brande aangepord om initiatieven te nemen in verband met bijvoorbeeld Vlabinvest. Hij heeft dat advies gevolgd, hoewel dat niet altijd het verhoopte succes heeft. Ik ken de heer Van Hauthem al veel langer dan u allemaal samen. Ik heb voor zijn ideologie niet altijd de sympathie die hij verwacht. Ik heb echter wel respect voor het feit dat hij een andere ideologie heeft. We moeten naar elkaar luisteren om de juiste conclusies te kunnen trekken.
De heer Van Hauthem en ik hebben jaren samen in de Kamer gezeten. Hij was toen nog jong, ik was toen al oud. Ik heb respect voor de wijze waarop de heer Van Hauthem zijn ideologie verdedigt en voor zijn halsstarrigheid. Maar eigenlijk is het nu genoeg geweest.
Onze minister doet iets wat u niet graag hebt, mijnheer Van Hauthem. Hij doet wat hij moet doen, en dat ergert u. Toch blijft u telkens opnieuw terugkomen. U blijft de minister tergen. Dat is niet nodig. Daarmee bewijzen we Vlaanderen immers geen dienst. Eigenlijk hebben we gelijk. We hoeven elkaar daar niet van te overtuigen.
We hebben kunnen vaststellen dat de wijze waarop de heren en/of dames uit de Raad van Europa zich hebben geïnformeerd, verkeerd is. Onze vertegenwoordiging en de stem die wij verkondigen op een ander niveau, moet beter worden. Ik ben daarvan overtuigd. Toch stellen we vast dat de geestesgesteldheid die we hebben, de een al wat meer dan de ander, wordt tenietgedaan in wat wij voor onze burgers willen betekenen in een verenigd Europa.
De drie kandidaat-burgemeesters hebben ongelijk, we steunen ze niet en onze minister is daarvan onze woordvoerder. Maar, mijnheer Van Hauthem, uit de grond van mijn hart: ik vind dat we over die zaak genoeg hebben gepraat. De minister heeft genoeg en voldoende bewezen wat de stelling van de Vlaamse Regering en zijn stelling is. Het is mijn oprechte mening dat we die discussie moeten stoppen. We moeten ons imago verbeteren. Dit is niet goed voor Vlaanderen, voor ons allemaal, voor de burgers. Ik hoor in deze commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden over niets anders meer spreken dan over die drie burgemeesters en de goede stad Veurne. Dat is niet normaal. De burgemeester van Veurne doet het dan nog in het algemeen belang. Hij neemt zijn streek als voorbeeld om het goede te beredderen. Laat de minister nu toch even verpozen. Ik kom hier maanden om hem hetzelfde te horen zeggen en om u hetzelfde te horen zeggen, om elkaar te tergen. U zegt allebei hetzelfde. Stop daarmee! Ik meen het!
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de voorzitter, ik neem het woord met enige schroom nadat de burgemeester der burgemeesters heeft gesproken. Mijnheer Vermeiren, u hebt gelijk. Laat ons ermee stoppen. Dat waren ook de woorden van de minister. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Natuurlijk heeft iedereen het recht om vragen te stellen. De minister heeft ooit zelf gezegd dat hij dit dossier spuugzat is. We moeten er nog weinig aandacht aan besteden. Wat er gisteren gebeurd is, heeft wel de volmondige steun van een vicepremier van dit land. Hij treedt vanavond mee op als covoorzitter in communautaire onderhandelingen. Voor Vlaanderen is dit een juridisch dossier. Ik ben daar ook van overtuigd. Als die mensen worden benoemd, dan is dat een kaakslag voor alle burgemeesters en alle lokale mandatarissen die zich wel aan afspraken houden. Er is nog een vierde burgemeester in Vlaanderen die nog niet is benoemd. Niet enkel de taal speelt in deze. Ik wil enkel dit zeggen: trop is te veel, maar er wordt niet gemarchandeerd over de positie van deze typen als er straks wordt onderhandeld. Dit is een juridisch dossier waarover niet wordt onderhandeld.
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Er is nog een vraag gesteld over het Bureau en de Kamer van het Congres van de Regionale en Lokale Overheden. Het is een regeling die wordt uitgewerkt door de groeperingen van gemeenten. Uiteindelijk is de Vlaamse Regering notaris van het verhaal. De VVSG voelt zich koud gepakt door wat Marc Cools samen met Jean-Claude Van Cauwenberghe heeft gedaan om de procedure op gang te brengen. Ze hebben dat gedaan zonder hun collega´s van de VVSG daarin te kennen. Blijkbaar zijn er op het niveau van Europa en de Verenigde Naties ook groeperingen op het lokale vlak. De VVSG, de Vlaamse tak van de groepering van steden en gemeenten, doet de internationale vertegenwoordigingen in het kader van de Verenigde Naties. De Franstalige tak doet dat op het niveau van Europa. Dat was een praktische afspraak, een modus vivendi, die nu door de Franstaligen wordt gebruikt om aan politiek te doen. De VVSG voelt zich koud gepakt.
Ik heb het dossier aan de Vlaamse vertegenwoordigers overgemaakt: Jef Gabriels, Etienne Van Vaerenbergh en Ann Schevernels. Ik heb het ook overgemaakt aan Ian Micallef, voorzitter van het congres. Er is gebeurd wat er moet gebeuren. Het secretariaat krijgt onze reacties in het Frans, Engels en Nederlands over hoe de vork aan de steel zit.
Inzake Flanders Today hebt u een punt. Ik ben daar eerlijk gezegd absoluut niet goed van. Ik heb geen moeite met een onafhankelijke redactie - onafhankelijkheid is immers de garantie voor geloofwaardigheid - maar mensen die fulltime aan de slag zijn als journalist, moeten wel correcte informatie geven. Ze moet feitelijk correct zijn. Ze hebben twee keer een uitschuiver begaan. Zo stond er dat een splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde betekent dat de Franstaligen in de rand niet meer voor Franstalige kandidaten kunnen stemmen. Dat is zever en een vermijdbare fout. Zo stond er ook dat de hele problematiek van de burgemeesters terug te brengen is tot Franstalig verkiezingsdrukwerk. Ook dat is heel erg. Dergelijke communicatie gebeurt naar internationale posten, naar de buitenlanders die hier verblijven en die geïnteresseerd zijn in zakelijke informatie.
Dit kan niet door de beugel. Vermijdbare fouten moeten absoluut worden voorkomen. Ik kan me voorstellen dat sommige dingen moeilijk en complex zijn. Als je niet van hier bent, is het niet eenvoudig om de context te begrijpen. Zorg er dan voor dat je mensen hebt die je wel op het juiste spoor zetten.
In het bewuste nummer is de heer Guegan aan het woord geweest. Ik heb daar geen moeite mee. Dat is de onafhankelijkheid van de redactie, maar het zou wel gepast zijn om ook onze klok te laten luiden. Ons niet laten horen, vind ik deontologisch heel moeilijk te vatten. In een journalistieke omgeving wordt altijd rekening gehouden met woord en wederwoord. Dat is een van de basisbeginselen van de journalistiek.
De voorzitter: De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem: Mijnheer Vermeiren, er is een spreekwoord dat zegt: God slaat niet of hij zalft. U zalft niet of u slaat. Dat is niet oneerbiedig bedoeld, integendeel.
De reden waarom we die vragen blijven stellen, is omdat we de zaak willen opvolgen. Ik heb de minister niet aangevallen. Ik heb gezegd dat we op internationaal vlak misschien proactief hadden moeten optreden. Ik heb zijn standpunt niet aangevallen. Ik heb dat in het verleden soms wel gedaan en ik zal dat misschien nog wel doen, maar dat is het punt niet. In zo´n dossier zou het in principe moeten gedaan zijn met de niet-benoeming. Als men er aan de andere kant van de taalgrens niet over zwijgt, waarom moeten wij dat dan doen? (Opmerkingen van de heer Francis Vermeiren)
Neen, dat is misschien uw standpunt. Aan de andere kant van de taalgrens maakt men daar telkens weer een item van. Ze sturen zelfs de Raad van Europa op ons af en wie weet wat morgen nog al niet. Wij zouden daar dan geen vragen over mogen stellen! Ik stel nog altijd de vragen die ik wil stellen.
Is de bottomline dat wij erover moeten zwijgen omdat dat slecht is voor ons imago? Excuseer, maar het imago wordt niet door ons besmeurd. Dat is al maanden aan de gang aan de andere kant van de taalgrens. U moet de zaken dus niet omdraaien.
De voorzitter: Het incident is gesloten.