Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 22/05/2008
Vraag om uitleg van mevrouw An Michiels tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de derde gelijkeonderwijskansencyclus
De voorzitter: Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mevrouw An Michiels: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, in het kader van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen krijgen scholen aanvullende lestijden indien een aantal van hun leerlingen 'indicatorleerling' zijn. Dat zijn leerlingen die voldoen aan een selectie van indicatoren waarvan wordt aanvaard dat ze goede voorspellers zijn van leerachterstand van leerlingen. Deze aanvullende lestijden worden telkens voor een periode van drie schooljaren toegekend. De volgende periode - de derde GOK-cyclus - loopt van 1 september 2008 tot 31 augustus 2011. Hierdoor was het noodzakelijk om dit schooljaar 2007-2008 een nieuwe bevraging te doen bij de scholen.
Aangezien u ook een aantal gegevens nodig had in het kader van het nieuwe financieringssysteem, hebt u beslist om in september 2007 de gegevens voor de derde GOK-cyclus op te vragen, samen met de gegevens die nodig waren voor het nieuwe financieringssysteem. Omdat er voor de toekenning van de GOK-lestijden rekening wordt gehouden met de toestand op 1 februari 2008, konden de scholen tot die datum eventuele aanvullingen of wijzigingen doorgeven.
Intussen is het eind mei, en de schooldirecties beginnen stilaan met de voorbereiding van het volgende schooljaar. Het is voor hen dan ook belangrijk om te weten op hoeveel GOK-uren zij in september een beroep zullen kunnen doen. Uit verschillende bronnen verneem ik echter dat de schooldirecties tot op heden geen weet hebben van het aantal uren waarop zij recht zullen hebben.
Klopt het dat de schooldirecties nog niet weten op hoeveel uren zij in september recht zullen hebben? Zo ja, wanneer zullen de scholen hiervan op de hoogte gebracht worden? Zo ja, vindt u het getuigen van 'goed bestuur' - het motto van deze regering - dat scholen twee maanden voor het einde van het schooljaar geen zicht hebben op het aantal GOK-uren waarop zij in september recht zullen hebben?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, het klopt dat de schooldirecties nog niet op de hoogte zijn gebracht van het aantal lestijden of lesuren GOK waarop ze de komende drie schooljaren zullen kunnen rekenen.
De scholen zullen uiterlijk eind juni een dienstbrief ontvangen met het aantal GOK-lestijden in het basisonderwijs of het aantal uren GOK in het secundair onderwijs, waarop ze recht hebben.
Ik begrijp heel goed dat de scholen het liefst zo vlug mogelijk weten waar ze aan toe zijn. Ze willen maatregelen nemen om personeelsleden uit dienst te melden of aan te werven. Ik ben het met u eens dat het voor het oog van de buitenwereld altijd sneller kan, maar de realiteit waarmee ik geconfronteerd word, is de volgende. Enerzijds is er het werk van het verificatiekorps dat de ingestuurde gegevens moet controleren. Dat is elk schooljaar zo en wie het veld kent, weet dat deze werkzaamheden niet voor einde mei kunnen zijn afgerond. Daarenboven moeten er in voorbereiding van de derde GOK-cyclus meer gegevens worden gecontroleerd dan ooit tevoren. In tegenstelling tot de vorige GOK-cycli worden alle scholen bevraagd. Voor de tweede en derde graad secundair maken we - mits de goedkeuring van dit parlement - immers geen gebruik meer van de oude indicatoren die we zelf uit onze databanken konden plukken, maar gedeeltelijk ook van ingestuurde gegevens net zoals in het basisonderwijs en de eerste graad secundair.
Deze grote bevraging - je zou ze de moeder van alle bevragingen kunnen noemen - moet slechts één keer plaatsvinden. Dat is het grote voordeel. In de toekomst zal het volstaan om enkel de nieuw instromende leerlingen te bevragen, aangezien de in het verleden reeds bevraagde leerlingen hun kenmerken blijven dragen doorheen hun schoolcarrière. De inspanning die de verificatie nu moet ondernemen is heel erg groot. In de toekomst zal daardoor het verificatiewerk echter danig kunnen worden ingekort.
Anderzijds is de toekenning van het aantal lestijden of lesuren GOK van de derde GOK-cyclus gekoppeld aan het besluitvormingsproces. Eerst en vooral is er het ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XVIII dat een aantal wijzigingen aan het GOK-decreet aanbrengt en dat binnenkort in deze commissie wordt besproken. Vandaag zal ik de toelichting geven bij dit ontwerp van decreet. En ter uitvoering van die wijzigingen moet het besluit betreffende het geïntegreerd ondersteuningaanbod in het kader van GOK aangepast worden. Dit houdt ook al een volledig besluitvormingsproces in.
Het zou niet van 'goed bestuur' getuigen om nu reeds mededelingen aan de scholen te doen over het aantal lestijden of lesuren GOK vooraleer het volledige besluitvormingsproces achter de rug is. U zou het als lid van de commissie niet appreciëren mocht het parlement zijn rol niet kunnen spelen. Ik wil er toch nog op wijzen dat de dienstbrieven met het aantal lestijden of lesuren GOK sinds de start van GOK nooit voor begin juni de deur zijn uitgegaan. Hetzelfde geldt trouwens voor het algemeen pakket uren-leraar of lestijden dat niet voor eind juni bekend kan worden gemaakt.
De voorzitter: Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mevrouw An Michiels: Mijnheer de minister, ik begrijp wel dat er veel werk is en dat het daardoor zo lang duurt. We komen hier een beetje terug in de discussie van gevoerd op dinsdag 20 mei (Hand. Vl. Parl. 2007-08, nr. C249), namelijk dat het voor schooldirecties wel moeilijk wordt als alles zo laat komt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.