Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie Vergadering van 22/04/2008
Vraag om uitleg van de heer Jan Verfaillie tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de aangekondigde uitwerking van een tweede lokaal pact
De voorzitter: De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie: Mijnheer de voorzitter, ik ben een goedgelovig volksvertegenwoordiger. (Opmerkingen en gelach)
Ik bedoel dit in de letterlijke en de figuurlijke betekenis van het woord. De lokale besturen hebben uitvoerig aan het eerste lokaal pact meegewerkt. Ik heb links en rechts gelezen dat de Vlaamse Regering een tweede lokaal pact zou voorbereiden. Hoewel ik heb vernomen dat het om een aprilgrap zou gaan, kunnen we van de gelegenheid gebruik maken om de minister te vragen of hij effectief dergelijke intenties heeft. Indien het niet voor 2008 zou zijn, kan dit in 2009 als een verkiezingsgeschenk worden gebruikt.
Mijnheer de minister, is de Vlaamse Regering van plan opnieuw overleg te plegen over de samenwerking met de lokale besturen? Kunnen de budgettaire overschotten in functie van onze tekorten worden aangewend? Kan hier en daar aan de parameters van het Gemeentefonds worden gesleuteld?
Zo zouden gemeenten van bijkomende financiële voordelen kunnen genieten. Er zou ook een tweede schuldovername kunnen komen. De Vlaamse Regering zou ter compensatie van de Elia-heffing nog in bijkomende middelen kunnen voorzien. Ondanks de reeds bestaande compensaties verliezen we ingevolge de liberalisering van de energiemarkt nog steeds ettelijke honderden miljoenen euro's.
Hoewel ik heb gelezen dat het om een aprilgrap zou gaan, wil ik u een concrete vraag stellen. Wat is uw visie op een tweede lokaal pact? Hebt u de intentie in de toekomst aan een tweede lokaal pact te werken?
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Mijnheer de voorzitter, de heer Verfaillie is populair in deze commissie. (Opmerkingen)
Ik ben natuurlijk geen CD&V'er. (Gelach)
Ik kijk elke dinsdag met belangstelling uit naar een nieuwe vraag om uitleg van de heer Verfaillie. Hij volgt de ontwikkelingen die verband met de gemeenten houden op de voet op. Op gezette tijdstippen stelt hij me hier vragen over. Ook deze week stelt hij niet teleur.
In VVSG-week, de elektronische nieuwsbrief van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, heeft de heer Verfaillie gelezen dat de Vlaamse Regering werk van een tweede lokaal pact met de gemeenten wil maken. Hij verwelkomt dit initiatief, maar misschien verwondert het hem dergelijke informatie via deze weg te moeten vernemen.
De VVSG stelt in diezelfde nieuwsbrief trouwens "nog te moeten uitvissen wat er precies in de teksten zal staan" en dat "de gemeenten boter bij de vis zullen krijgen". De heer Verfaillie vraagt zich af of de inhoud van dit bericht klopt en wat de timing met betrekking tot het tweede lokaal pact zou zijn. (Opmerkingen)
Uit het bericht van de VVSG blijkt dat er voor de gemeenten niet enkel vis, maar ook boter bij de vis zal zijn. Het blijft evenwel onduidelijk welke vis in de pan zal liggen. Ik wil ook wel weten of het om een vette vis, een grote vis of een sprotje gaat. Als inwoner van Veurne, een stad die niet ver van de kust is gelegen, weet de heer Verfaillie beter dan wie ook dat de zee door vele soorten vis wordt bevolkt. Nog een beetje klimaatopwarming, en Veurne zal trouwens zelf kustgebied zijn.
Eerst wil ik nog even ingaan op uw vraag naar de timing. Een jaar is immers vlug om en we naderen stilaan het laatste werkjaar van deze Vlaamse Regering. Het is daarom nuttig te kijken naar de kalender.
Wellicht weet u dat onze kalender, en meer bepaald de indeling van de maanden, afkomstig is uit de Romeinse tijd. Volgens de legende is de Romeinse kalender ontwikkeld door Romulus, die de stad Rome in 735 voor Christus zou hebben gesticht. Maar die kalender had slechts tien maanden. Caesar moderniseerde de kalender grondig. Hij gaf het jaar 365 en een kwart dagen. De maanden kregen afwisselend 30 en 31 dagen, behalve februari, dat 28 dagen kreeg in een gewoon jaar en 29 dagen in een schrikkeljaar.
Enkele van die maanden zijn genoemd naar goden. Zo zou de huidige maand april genoemd zijn naar Aprilis, een thans onbekende god. Met deze maand april is er echter iets bijzonders aan de hand. Volgens historische bronnen werd tot aan de hervorming van de kalender door Paus Gregorius XIII in 1582, Nieuwjaar gevierd van 25 maart tot 1 april. Bij de wijziging naar de Gregoriaanse kalender werd Nieuwjaar verplaatst naar 1 januari, zoals dat vandaag nog steeds het geval is.
Blijkbaar is het u, geachte collega, deels ontgaan dat de VVSG-berichten waarnaar u verwijst, werden verstuurd op 1 april en hebt u evenmin opgemerkt dat in dit bericht tersluiks werd verwezen naar deze datum. In het bericht werd ook tweemaal verwezen naar de welbekende vissen die op 1 april ter bestemming van goedgelovige en andere zielen, worden uitgezet.
Zal er in deze legislatuur nog een tweede lokaal pact komen? Ik denk het niet. Over een jaar is de kiescampagne bezig. Op 14 juni 2009 zijn er verkiezingen. Het parlement zal dan al ontbonden zijn. Ik meen wel dat de herfinanciering van de gemeenten bij de vorming van een nieuwe Vlaamse Regering, een heel prominent punt moet zijn.
Er zijn in deze legislatuur serieuze inspanningen gedaan voor de gemeenten. Er is 235 miljoen euro extra naar het Gemeentefonds gegaan. Het Stedenfonds is met 20 miljoen euro gegroeid. Er is het lokaal pact. Er zijn inspanningen voor de riolering gedaan. Er is de verhoogde Elia-tegemoetkoming. Normaal zou Elia in juli 2010 gedaan zijn. We hebben een mooi palmares opgebouwd. De samenleving bestaat in de buurten, in de wijken, in de gemeenten, in de steden. De bijkomende financiering van de gemeenten moet dus een heel prominent punt zijn.
De voorzitter: De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw geschiedkundig overzicht en voor de stimulansen die u wilt blijven geven aan de lokale besturen.
U moet wel niet denken dat ik niet wist dat het een 1 aprilartikel was. Maar ik dacht dat zo'n vraag misschien een manier was waarop een klein stekelbaarsje, zoals ik, een grote snoek, zoals u, kan vangen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.