Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 20/03/2008
Vraag om uitleg van de heer John Vrancken tot mevrouw Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, over ethisch ondernemen, in het bijzonder met betrekking tot China
Vraag om uitleg van de heer Jan Roegiers tot mevrouw Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, over de mogelijke deelname van Vlaanderen aan de Wereldtentoonstelling in Shanghai
Vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux tot mevrouw Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, over de promotie van ons sociaal overlegmodel tijdens de Wereldtentoonstelling in Shanghai
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot mevrouw Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, over de mogelijke Vlaamse deelname aan de Wereldtentoonstelling in Shanghai
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mevrouw de minister, ik heb mijn vraag ingediend op 5 maart, maar die is intussen enigszins ingehaald door de actualiteit, onder meer door de zware Chinese agressie in Tibet.
In 2006 ondervroeg ik uw voorgangster, mevrouw Moerman, over het project?ethisch ondernemen´, naar aanleiding van de op 9 januari 2006 in het Vlaams Parlement gehouden diplodagen. Daarbij kregen de Vlaamse diplomaten de opdracht om buitenlandse bedrijven en investeerders aan te zetten tot ethisch ondernemen.
Ik haalde toen de mensenrechten en de sociale en milieuproblematiek aan van een van onze bevoorrechte handelspartners, met name China. Intussen zijn al tal van overtredingen bekend van de mensenrechten en van de sociale rechten. Ook de benarde toestand van de Chinese industrie op het vlak van het milieu hebben we al vaker via de media vernomen.
Twee jaar na datum blijkt aan deze toestand niet veel veranderd te zijn. Dat geeft aanleiding tot internationaal protest vanuit allerlei kringen, in zoverre dat bepaalde groeperingen en organisaties oproepen tot een boycot van de Olympische Spelen.
In een artikel in De Morgen van 5 maart 2008 stelt politicoloog Kristof Decoster voor om een tweesporencampagne op te starten die niet uitsluitend de Chinese regering viseert, maar ook nagaat wat onze industrie er in het land in kwestie van bakt. De webstek Freedom House geeft een abominabel lage Chinese score qua politieke en burgerlijke rechten weer en publiceert maar liefst tien scherpe aanklachten op het beleid van de communistische machthebbers. De westerse bedrijven worden daarbij mee aansprakelijk gesteld voor de mistoestanden in China.
Ik citeer de heer Decoster:? Inderdaad, mensenrechten en politieke rechten zouden eigenlijk overal ter wereld moeten gelden, dus ook in China. Maar hetzelfde zou moeten gelden voor milieunormen, sociale rechten en veiligheidsvoorschriften. Met andere woorden, dingen die we hier niet tolereren in Europa, zouden daar door Westerse - inclusief Belgische - bedrijven ook niet mogen worden toegepast. Westerse bedrijven moeten daarin het voortouw nemen, en wij moeten ze pushen om dat te doen.? Daarmee staat de heer Decoster op één lijn met wat tijdens de diplodagen in het Vlaams Parlement werd gesuggereerd.
Minister Moerman verwoordde het toen als volgt:?Onder duurzaam ondernemen wordt deugdelijk bestuur, respect voor het milieu en mensenrechten verstaan, een transparant personeelsbeleid en aandacht voor liefdadigheid en maatschappelijke projecten.´
Ik wil hier graag een kleine kanttekening bij plaatsen, want in de commissie voor Economie kwam vandaag tot uiting dat de Europese Commissie bij internationale handelsbetrekkingen meer de nadruk zal leggen op het ecologische aspect dan op het ethische aspect.
Ik citeer opnieuw uit het antwoord van de toenmalige minister, want zij wilde zelfs dat Vlaanderen die boodschap in de wereld uitdraagt:?De Vlaamse vertegenwoordigers moeten buitenlandse bedrijven ervan overtuigen dat duurzaam en ethisch ondernemen geen marginaal verschijnsel is, maar hen raakt in hun kernactiviteit.? Vlaanderen moest volgens haar?zijn sociaal, economisch en ecologisch welzijn exporteren?. Meer nog; duurzaam ondernemen werd een strategische doelstelling van Flanders Investment and Trade (F.I.T.).
Ik heb daarom, en vooral omdat het moment, de aanloop naar de Olympische Spelen, opportuun is, enkele vragen voor u.
Hebt u intussen al resultaat van de opdracht die uw voorgangster aan de Vlaamse diplomaten had gegeven om buitenlandse bedrijven en investeerders aan te zetten tot ethisch ondernemen?
F.I.T. had geopperd dat in Brussel een ondersteunende cel zou kunnen worden opgericht die zich zou bezighouden met duurzaam en ethisch ondernemen. Daarenboven werd aangegeven dat F.I.T. zelf die principes in de interne werking moet implementeren. Wat is hiervan geworden? Werd deze cel opgericht en welke resultaten werden al geboekt?
Met het opnemen van het duurzaam en ethisch internationaal ondernemen in de beheersovereenkomst tussen F.I.T. en de Vlaamse overheid wilde minister Moerman de bedrijven die in Vlaanderen zijn gevestigd en die internationaal ondernemen, blijvend sensibiliseren. Het ging natuurlijk niet alleen om het internationale aspect, maar ook om de andere Vlaamse bedrijven. Daarom zou ze samen met de economische partners in mei 2006 een platform uitbouwen waarin bedrijfsleiders en professionals die zich wijden aan duurzaam en ethisch ondernemen, elkaar kunnen ontmoeten. Het ondernemen dat gebaseerd is op duurzame en ethische waarden wordt daarmee zichtbaar, bespreekbaar en toegankelijk gemaakt in de Vlaamse bedrijfswereld. Is dit platform er gekomen en wat zijn de resultaten van de bijeenkomsten?
Welke initiatieven hebt u intussen al genomen om er bij uw Chinese collega op aan te dringen de Chinese bedrijfswereld te sensibiliseren tot duurzaam en ethisch ondernemen?
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik wil de problematiek, die werd ingeleid door de heer Vrancken, een beetje verengen tot de mogelijke deelname van Vlaanderen aan de wereldtentoonstelling in Shanghai.
In 2010 zal de wereldtentoonstelling Shanghai aandoen. Samen met de Olympische Spelen in 2008 in Beijing, is dit een zeer prestigieus evenement dat de ogen van de wereld op China gericht zal houden. De Chinese overheid heeft als thema van de expo gekozen voor:?Better City, Better Life.´
Teneinde dit thema handen en voeten te geven, is Expo 2010 nu al een duidelijke factor in het overheidsbeleid, met als uiteindelijk doel van Shanghai de meest moderne, internationaal georiënteerde en schoonste metropool van China te maken. Om dit mogelijk te maken, zal ongeveer 100 miljard dollar worden ge?nvesteerd in grote infrastructurele projecten zoals de uitbreiding van de internationale luchthaven en de aanleg van de nieuwe diepzeehaven. De afgelopen twee jaar stonden dan ook volledig in het teken van de organisatie en de positionering van Shanghai als?the most splendid, succesful and unforgettable World Expo?. Het expoterrein ligt in het hartje van Shanghai, langs de oevers van de rivier Huangpu. Staalfabrieken, scheepswerven en ongeveer 70.000 huishoudens zullen het komende jaar moeten verdwijnen of worden verplaatst.
Mevrouw de minister, onder uw voorgangster besliste de Vlaamse Regering op 7 september om niet deel te nemen aan dit evenement. Ik wil toch even teruggrijpen naar het voorstel van beslissing dat door de minister-president aan de Vlaamse Regering werd voorgesteld. Ik citeer:?De Vlaamse Regering beslist af te zien van een structurele deelname aan de wereldtentoonstelling in Shanghai in 2010 en derhalve ook geen structurele bijdrage aan de financiering van dit project te voorzien. Dit sluit niet uit dat Vlaamse agentschappen, ondernemingen, steden en gemeenten, en zo verder, op eigen initiatief en op ad-hocbasis kunnen participeren aan de wereldtentoonstelling.?
Blijkbaar werd daarover in de schoot van de regering een discussie gevoerd, want in de notulen van één week later beslist de Vlaamse Regering om?af te zien van een structurele deelname aan de wereldtentoonstelling in Shanghai in 2010 en derhalve geen structurele bijdrage aan de financiering van dit project te voorzien?. De verdere passus over de agentschappen werd heel nadrukkelijk weggelaten. In het voorstel van beslissing stond dat de agentschappen vrij waren om eraan deel te nemen en in de uiteindelijke beslissing werd dat weggelaten. Die weglating heeft natuurlijk een bedoeling. Het is niet omdat men het blauwblauw laat, maar omdat de regering duidelijk heeft beslist om niet naar Shanghai te gaan, en daarmee bedoelt ze ook de agentschappen die onder haar politieke verantwoordelijkheid vallen. Dit is volgens mij een heel duidelijke beslissing.
Vorige week las ik echter in de kranten dat die beslissing wordt herzien. Blijkbaar zou men niet meer rechtstreeks deelnemen aan de wereldtentoonstelling, maar wel via F.I.T. Ik heb mijn licht ook eens opgestoken bij F.I.T. en daar vertelde men mij dat de raad van bestuur dat niet heeft beslist. Ik herhaal: de raad van bestuur van F.I.T. heeft niet beslist om naar Shanghai te gaan.
Mevrouw de minister, vandaar mijn vragen. Klopt de informatie dat Vlaanderen deelneemt aan de expo in Shanghai? In welke mate is dat conform aan de eerdere beslissing van de Vlaamse Regering? Klopt het dat Vlaanderen via het agentschap Flanders Investment and Trade zal deelnemen aan deze expo? In welk bedrag wordt voorzien om deel te nemen aan de expo? Onder welk samenwerkingsverband zal Vlaanderen deelnemen, en wat zijn de modaliteiten van deze samenwerking? Bewijst een deelname van Vlaanderen aan de expo in Shanghai niet dat de minister de mensenrechtensituatie in China minimaliseert? Hoe en op welke manier zal de minister aandacht vragen voor het vele onrecht dat in China nog steeds bestaat?
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Het probleem is gekend. Oorspronkelijk was er beslist om niet deel te nemen aan de wereldtentoonstelling in Shanghai. Onder druk van het bedrijfsleven zou nu toch nog via het Vlaams agentschap Flanders Investment and Trade aan de wereldtentoonstelling worden geparticipeerd. We kennen China allemaal als de grote opkomende economische grootmacht die voor bedrijven ontegensprekelijk kansen en mogelijkheden biedt.
Het feit dat er lage lonen zijn, dat het er grotendeels ontbreekt aan enig sociaal overleg en er van vakbonden heel weinig sprake is en dat er bovendien een lakse milieuwetgeving is, maakt dat het voor heel wat westerse bedrijven interessant is om zeker een deel van hun productie naar China te delokaliseren. Tegelijk komen in Vlaanderen de sociale en ecologische verworvenheden onder druk te staan. De wereldtentoonstelling in 2010 in Shanghai vormt zonder enige twijfel een kans voor de Vlaamse bedrijven om zichzelf in de kijker te zetten, maar als we dan toch zouden deelnemen aan dit evenement vraag ik me af of niet van de gelegenheid gebruik kan worden gemaakt om een aantal verwezenlijkingen van ons sociaal overlegmodel in de kijker te zetten. Op die wijze zou de Vlaamse Regering op een subtiele en iets minder subtiele wijze de Chinese regering attent kunnen maken op een aantal evidente sociale grondrechten en basisconventies, ook die van de Internationale Arbeidsorganisatie, zoals de vrijheid van vakvereniging, het verbod op dwang- en kinderarbeid, leefbare lonen, veilige arbeidsomstandigheden, redelijke werkuren en zo meer.
Daarnaast zou op de Vlaamse stand op de wereldtentoonstelling ook het democratische dividend in de kijker kunnen worden gezet. Ik denk aan de democratische structuren die ruimte creëren voor het ontstaan van een maatschappelijk middenveld dat een vertaling kan uitwerken van de sociaaleconomische en ecologische bezorgdheden van de mensen.
Mevrouw de minister, waarom heeft de Vlaamse Regering beslist om via het F.I.T. alsnog deel te nemen aan de wereldtentoonstelling in Shanghai? De tweede vraag is ook al door anderen gesteld. Wat is het budget dat de Vlaamse Regering zal investeren in de deelname aan de wereldtentoonstelling? Is er ook al zicht op de manier waarop Vlaanderen zijn deelname inhoudelijk zal inkleuren? Wie of wat zal Vlaanderen in Shanghai promoten en in de kijker zetten? Ik wil niet per se pleiten voor een deelname. Maar als we deelnemen, zou het interessant zijn om optimaal van dit forum gebruik te maken om een aantal tergende wantoestanden in China aan de kaak te stellen. Is de Vlaamse Regering in het geval van een deelname bereid om in te gaan op de suggestie om de Vlaamse stand op de wereldtentoonstelling op te bouwen rond het promoten van ons sociaaloverlegmodel en de sociale grondrechten zoals ze verwoord staan in de basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie?
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Johan Peumans: Heel wat zaken zijn hier reeds gezegd. De Vlaamse Regering had op 7 september 2007 beslist om niet aan het project deel te nemen. Er was trouwens een heel uitgebreide voorbereidende nota over opgemaakt vanuit de dertien beleidsdomeinen. Men vroeg immers zeer forse bedragen voor deelname. Een en ander hangt met name af van het concept dat men zou ontwikkelen. Ik ga daar nu niet dieper op in. We dachten dat de kous daarmee af was.
De beslissing is de opvolger van een eerdere, gelijkaardige beslissing, namelijk die om niet deel te nemen aan de Belgische deelname aan de wereldtentoonstelling 2008 in Zaragoza. De beslissing was ingegeven door meerdere redenen. Men stelt onder andere dat het concept van de wereldtentoonstelling verouderd is en dat er een te beperkte inbreng is van de deelstaten in het Belgische paviljoen. De nota van de federale regering laat zien hoe ze met de gewesten omgaat. Het is zeer lezenswaardige literatuur, want men denkt daar blijkbaar dat we nog altijd in 1830 zitten.
De hoge kostprijs is een argument, maar dat heb ik al gezegd. De kostprijs varieert van 2,3 tot 4,2 miljoen euro. De expo in Japan heeft bewezen dat de formule helemaal geen succes was. Via de media hebben we nu echter vernomen dat de Vlaamse Regering een koerswijziging doorvoert. De heer Roegiers heeft het ook al aangehaald. Het maakt geen verschil uit of de Vlaamse Regering, dan wel een van haar extern verzelfstandigde agentschappen een initiatief neemt. Dat is een discussie over de kip en het ei of het geslacht van de engelen. Het is een oneigenlijk gebruik van een beslissing die de regering heeft genomen. Zo wil ik het formuleren. Vorige week raakte immers bekend dat F.I.T. wel zal investeren.?Anders zou er reputatieschade voor Vlaanderen zijn? stelde, volgens Het Laatste Nieuws, de heer Bert De Graeve, de voorzitter van de Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel.
U beweerde toen in een krantenartikel dat er signalen kwamen dat wegblijven zou worden beschouwd als deloyaliteit met mogelijk directe gevolgen voor de handelsrelatie. Zal Vlaanderen deelnemen? Hoe valt die beslissing te rijmen met de beslissing van de Vlaamse Regering om niet structureel deel te nemen aan de expo? We kunnen discussiëren over het feit dat de regering die beslissing heeft genomen, maar het staat het F.I.T. formeel vrij om dat te doen.
Zijn er directe gevolgen voor de handelsrelaties tussen Vlaanderen en China als Vlaanderen zou wegblijven? Hoe kan dat worden gestaafd? Komt men hieraan tegemoet door indirect te investeren? Zult u Vlaanderen voorstellen als een land met persvrijheid en waar geen volkeren worden onderdrukt? Ik verwijs hierbij naar wat de voorbije weken in Tibet is gebeurd. Hoe zult u Vlaanderen voorstellen?
De voorzitter: Minister Ceysens heeft het woord.
Minister Patricia Ceysens: Het dossier is hier goed gekend, maar ik zal toch even teruggaan in de tijd. De toenmalige federale minister van Economie stuurde op 23 februari 2007 een brief naar de Vlaamse minister-president met de uitnodiging aan de gewesten tot participatie aan de wereldtentoonstelling in Shanghai in 2010. De minister-president heeft advies ingewonnen bij de Vlaamse administratie. Dat advies werd opgemaakt door een interdepartementale werkgroep onder leiding van de diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid.
Dit advies bevatte de volgende conclusies: China is een belangrijke economische wereldspeler en het belang van China als economische handelspartner van Vlaanderen gaat in stijgende lijn; het doel van een eventuele deelname van Vlaanderen is imagovorming bij het Chinese publiek; de profilering moet nog bedongen worden bij de federale instanties (in het verleden waren de ervaringen hierover niet altijd even goed); de ambtelijke werkgroep was naar de inhoudelijke invulling neutraal tot gematigd positief.
In de afweging tussen de kosten en de baten kan worden gesteld dat de kosten hoog zijn. De ambtelijke werkgroep had het vooral moeilijk met het veeleer vage voorstel van het federale beleidsniveau over het totale kostenplaatje en de verdeling over de verschillende partners. De verwachte baten werden onzeker ingeschat. Daarom achtte de ambtelijke werkgroep een deelname van Vlaanderen aan de wereldtentoonstelling van Shanghai niet aangewezen. Over dit standpunt kon de ambtelijke werkgroep echter geen unanimiteit bereiken. Er is een interkabinettenwerkgroep geweest, die in juni 2007 heeft beslist om zich aan te sluiten bij de analyse en conclusies van de ambtelijke werkgroep, ook al waren die niet unaniem.
Op 7 september 2007 heeft de Vlaamse Regering een beslissing op papier gezet. Die beslissing was om niet in te gaan op de uitnodiging van de federale regering tot gezamenlijke en structurele deelname. Ik denk dat het altijd duidelijk is geweest dat de beslissing van de Vlaamse Regering om niet structureel deel te nemen, niet impliceerde dat ze tegelijk afzag van andere mogelijke vormen van Vlaamse deelname aan de wereldtentoonstelling.
De heer Roegiers heeft geput uit verschillende nota´s. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een structurele deelname aan en financiering van het project. Daarbij was de grootste overweging dat het project vaag was. In het federale regeerakkoord staat de wereldtentoonstelling vermeld. Daar staat de intentie in om het concept uit te werken. Los van de structurele deelname was het niet de bedoeling om agentschappen, ondernemingen, steden en gemeenten uit te sluiten van een eigen initiatief en een ad-hocdeelname. De heer Roegiers laat uitschijnen dat we zouden uitsluiten dat ze dat doen. Hoe kunnen we ooit uitsluiten dat ze dat doen?
De heer Jan Roegiers: Ik laat dat niet uitschijnen.
Minister Patricia Ceysens: De Shanghai-regio is nu ontzettend belangrijk voor de Vlaamse economie. Er zijn samenwerkingsverbanden tussen de haven van Antwerpen en Shanghai en er zijn aanzienlijke Chinese investeringen in de Antwerpse haven, maar ook elders. Verder zijn er talloze Vlaamse ondernemingen die er hebben ge?nvesteerd en eigen vestigingen hebben geopend, al dan niet via bemiddeling van het dienstencentrum dat F.I.T. jarenlang heeft geëxploiteerd in Shanghai. Bedrijfsleiders en de Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel hebben er heel formeel en nadrukkelijk op geattendeerd dat een deelname van Vlaanderen erg belangrijk is, en dat de afwezigheid door China niet of verkeerd zou worden begrepen.
We mogen niet uit het oog verliezen dat de Chinese overheid nog steeds een belangrijke invloed heeft op het economische bestel in China. Heel wat bedrijven zijn afhankelijk van, of in handen van de overheid. Een aantal van die ondernemingen heeft steeds meer internationale ambities. In dat licht kunnen ze ge?nteresseerd zijn in een mogelijke vestiging in onze regio.
Omgekeerd is de Chinese overheid een belangrijke factor voor Vlaamse bedrijven die zich in China vestigen. Een goede verstandhouding is dan ook aangewezen wil men succesvol zakendoen in of met het land. We hebben niet voor niets bij F.I.T. een aparte Chinastrategie. Om al deze redenen ben ik gewonnen voor een deelname van het Vlaamse bedrijfsleven aan de expo. Daarom bereiden we die voor, uiteraard binnen de krijtlijnen van de regeringsbeslissing en de nota die op 7 september werd voorbereid.
Hoe dit er precies zal uitzien, is een voorbarige vraag. Daar staat ook een passage over in het federale regeerakkoord. We bekijken momenteel de mogelijkheden en verkennen verschillende denkkaders over wat die deelname zou kunnen inhouden. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van het agentschap om de beste en de meest kostenefficiënte formule van deelname te identificeren. Daarmee wordt bedoeld de formule die een maximale exposure biedt voor de expertise en knowhow van Vlaamse ondernemingen aan de batigste en meest haalbare geschikte deelnemingsvoorwaarden. Op dit moment zijn de kosten voor deelname aan de wereldtentoonstelling nog niet begroot. Die kost zal natuurlijk afhankelijk zijn van de wijze waarop we zullen deelnemen.
Het thema van de wereldtentoonstelling luidt inderdaad?Better city, better life? en appelleert daarmee ondubbelzinnig aan de grote uitdagingen waar de wereld voor staat in verband met de leefbaarheid van onze verder verstedelijkende planeet. Voor de inhoudelijke invulling werden door de ambtelijke werkgroep vele thema´s ge?dentificeerd in verband met urbanisatie, mobiliteit, gezondheid, milieutechnologie, waterbeheer, ICT en andere. Vanzelfsprekend komt het thema van de expo daarmee heel dicht in de buurt van wat gevat wordt onder de definitie van duurzame ontwikkeling. Die heeft ook zonder meer een duidelijk socio-economische component. Ik sta dan ook open voor suggesties om die componenten die onontbeerlijk zijn voor onze duurzame ontwikkeling op een of andere manier te thematiseren in de Vlaamse aanwezigheid. Dat sluit hoe dan ook aan bij de opdracht van F.I.T. in verband met ethisch verantwoord ondernemen. Alleen lijkt het niet de bedoeling dat ik daar hier en nu definitief uitsluitsel over zou verschaffen. Mijn voorstel is daarom dat ik deze en andere mogelijke suggesties overmaak - ik heb al een aantal gesprekken met het agentschap gehad - en dat we onze deelname voorbereiden. Zij kunnen dan op hun beurt onderzoeken of en op welke manier deze opties effectief gerealiseerd kunnen worden en op een consistente wijze kunnen samensporen met de andere inhoudelijke speerpunten die ze voor succesvolle deelname cruciaal achten.
Wat met de situatie van de mensenrechten? Ik denk niet dat een deelname vanuit Vlaanderen aan de wereldtentoonstelling in Shanghai door de wereld kan begrepen worden als een verkeerd signaal of als een miskenning door de Vlaamse overheid van de problematiek van het respect voor de mensenrechten in China. Momenteel hebben reeds 168 landen zich ingeschreven voor deelname aan de expo, waarvan 41 uit Europa. Als Vlaanderen de stelling zou huldigen dat het niet kan deelnemen omwille van de situatie van de mensenrechten in China, zou dit toch een totaal ge?soleerde opstelling zijn binnen Europa. Verder hebben ook al 29 internationale instellingen beslist om deel te nemen aan de expo, met onder hen de Internationale Federatie van het Rode Kruis, de Verenigde Naties zelf en de VN-agentschappen zoals UNICEF. Dat zijn allemaal organisaties die zich toch heel precies op de mensenrechten toeleggen. Ik leer daaruit dat zelfs dat soort organisaties de inschatting heeft gemaakt dat een aanwezigheidspolitiek op het vlak van mensenrechten juist te verkiezen is boven een wegblijven. Naar mijn aanvoelen is die benadering inderdaad de meest productieve. Ze kan daarom ook door ons worden gevolgd. Beter dan wegblijven, kunnen we gewoon deelnemen met volledige inachtname van de eigen bestaande codes en doelstellingen inzake ethisch verantwoord ondernemen die respect voor de mensenrechten impliceren.
Mijnheer Vrancken, u had nog vragen over een evaluatie van wat we doen om buitenlandse bedrijven en investeerders aan te zetten tot ethisch ondernemen. Onze VLEV´ers (Vlaamse economische vertegenwoordigers) adviseren natuurlijk de Vlaamse bedrijven om de lokale wetgeving in China met betrekking tot milieu en sociale bescherming van werkgevers te respecteren of zelf ook beter te doen dan de wettelijke minimumnormen. De nieuwe Chinese arbeidswet is in voege getreden op 1 januari 2008. Die vormt opnieuw een stap in de goede richting. Problemen stellen zich vooral in de algemene implementatie van de wetgeving. Door de Vlaamse bedrijven te adviseren om deze wet toch nauwkeurig toe te passen, zal dit op korte termijn zeker een stimulans zijn voor de lokale Chinese bedrijven. Anderzijds zal het ook het imago van de betrokken Vlaamse bedrijven ten goede komen.
Een ander voorbeeld van de actieve rol die onze VLEV´ers kunnen spelen is te vinden in de opstart van de Vlaamse Ecocluster, opgericht om de krachten te bundelen van onze Vlaamse milieubedrijven in China. De bezielers van deze Ecocluster hebben zichzelf duidelijk opgelegd om de zaken transparant en ethisch verantwoord aan te pakken, in tegenstelling tot de corruptie en belangenvermenging die in deze sector in China nog wel aanwezig is. Dit vertaalt zich in de beginfase waarschijnlijk in een nadeel aan de onderhandelingstafel, maar de cluster is ervan overtuigd dat dit de beste langetermijnstrategie is. Deze duidelijke en rechtlijnige houding zal ongetwijfeld de aanbesteders of aankopers en concurrenten aan het denken zetten over hun houding ten aanzien van misbruiken.
Na de diplodagen 2006 werd binnen F.I.T. inderdaad een verantwoordelijke voor duurzaam en ethisch internationaal ondernemen aangesteld. Het is zijn taak om het thema, zoals opgenomen in de beheersovereenkomst van F.I.T., vorm te geven. Wat de algemene resultaten betreft, verwijs ik graag naar het duurzaamheidsverslag opgenomen in het jaarverslag van F.I.T.
Een opsomming van al die acties zou ons hier te ver leiden, maar ik wil graag een aantal elementen aanhalen. De Vlaamse bedrijven werden uitgenodigd om deel te nemen aan diverse infosessies, seminaries en workshops met betrekking tot duurzaam en ethisch internationaal ondernemen. Regelmatig publiceert F.I.T. informatieve of sensibiliserende hoofdartikels of artikels in de F.I.T.-nieuwsbrief. Via folders werden bedrijven ge?nformeerd over de stappen die ze kunnen zetten naar een duurzaam internationaal beleid. Bij de jaarlijkse verkiezing van de Leeuw van de Export is duurzaamheid een element in de jurering. Voor een aantal acties heeft F.I.T. samengewerkt met de vzw Kauri en de consultant Sustenuto. Dat paste binnen het project gesubsidieerd door het Europees Sociaal Fonds (ESF). Als afsluiting van dat project werd trouwens een boek gepubliceerd met als titel?Duurzaam internationaal ondernemen: vijftig landen wereldwijd in actie en dialoog´. Dankzij de bijdrage van de Vlaamse economische vertegenwoordigers werden in dit boek vijftig infofiches verzameld waarin de Vlaamse bedrijven informatie vinden over duurzaam ondernemen in de landen in kwestie. Als dat de vraagsteller interesseert, bezorg ik hem graag een exemplaar.
Indien men als agentschap een boodschap van duurzaamheid wil verspreiden, moet men deze waarden inderdaad ook gestand doen in de eigen interne werking. Ook daar heeft F.I.T. belangrijke stappen gezet. Zo heeft het voltallige personeelsbestand een opleiding gevolgd met betrekking tot duurzaam en ethisch internationaal ondernemen. Daarnaast heeft F.I.T. een rechtspositieregeling uitgewerkt voor de lokaal aangeworven medewerkers in het buitenland. Het doel hiervan is wereldwijd een basis qua sociale tegemoetkomingen te garanderen, onafhankelijk van de soms minimale wettelijke sociale verplichtingen die worden opgelegd in een bepaald land. Ook op het gebied van het milieu en een verantwoord aankoopgedrag werden acties ondernomen. Zo werd overgeschakeld naar 100 percent gerecycleerd papier, was er de aankoop van producten uit de eerlijke handel, de terbeschikkingstelling van fietsen voor lokale verplaatsingen en opleidingen voor alle personeelsleden over integriteit. In 2008 staan er trouwens nog een reeks maatregelen met betrekking tot een duurzaam intern beleid op stapel.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Sta me toe enkele opmerkingen te maken over uw betoog over de werking van F.I.T., de principes die in die instelling worden ge?ncorporeerd, over de doelstellingen die ze heeft vooropgesteld en over haar informatieronde bij de ondernemingen. Er waart een geest van hypocrisie door heel dat F.I.T.-gebeuren. Enerzijds zegt de instelling dat het duurzaam en ethisch ondernemen moet worden ge?mplementeerd in het eigen bedrijf, dat het moet worden gepromoot, dat de bedrijven ter zake moeten worden gesensibiliseerd, dat het moet worden?geëxporteerd´. Anderzijds zegt u dat F.I.T. de bedrijven aanmaant zich te schikken naar de normen die in China zijn ge?mplementeerd. Daar heb ik toch wel vragen bij. De Chinese normen ter zake stemmen immers helemaal niet overeen met wat wij begrijpen onder ethisch ondernemen, en zeker onder ethisch duurzaam ondernemen.
Ik ontwaar hier toch wel de geest van de Europese Unie. Die heeft ter zake een invloed op haar lidstaten. Daarnet verklaarde u in de commissie voor Economie dat voor de Europese Unie duurzaam ondernemen zowel een ecologisch als een ethisch aspect bevat, maar dat toch meer de nadruk wordt gelegd op het ecologische. Dat gebeurt natuurlijk onder invloed van de hype die momenteel bestaat met betrekking tot de CO2-uitstoot. Daardoor wordt het ethische aspect, de mensenrechten en dergelijke, meer naar de achtergrond gedrongen. Het economische aspect is voor Europa immers veel belangrijker dan het ethische. Er is dus een dualiteit in de houding en de werking van F.I.T. Enerzijds belijdt F.I.T. het duurzaam ondernemen en het ethische, maar anderzijds loopt de organisatie op eieren om China toch maar niet voor het hoofd te stoten. Ze ontwijkt eigenlijk de dialoog met China wat het respect voor de mensenrechten en de sociale aspecten van ondernemen, vooral dan voor de werknemers, betreft. Dan denk ik aan de vakbondswerking, die helemaal onbestaand is in China.
Men is dus bang om China voor het hoofd te stoten. Men wil zelfs de dialoog blijkbaar niet aangaan, terwijl men er destijds niet voor terugdeinsde om economische strafmaatregelen te nemen ten opzichte van Zuid-Afrika met betrekking tot het apartheidsregime. Daar was men wel heel duidelijk. Men nam stelling. De Zuid-Afrikaanse economie werd geboycot. Ten opzichte van een grote speler op de internationale markt loopt men echter op eieren.
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Ik dank de minister voor haar uitgebreide antwoord. Het zal haar evenwel niet verwonderen dat ik het niet eens ben met haar interpretatie van de regeringsbeslissing. Als een zin wordt weggelaten in een beslissing, dan gebeurt dat met een bedoeling. Mevrouw de minister, het is evident dat u bedrijven, steden en gemeenten niet kunt verbieden om naar Shanghai te gaan. Agentschappen daarentegen vallen onder de politieke verantwoordelijkheid van de Vlaamse Regering. Ik zou graag een antwoord willen op een duidelijke vraag: wie heeft er beslist om met het F.I.T. aan de wereldtentoonstelling deel te nemen? Volgens mijn informatie heeft de raad van bestuur dat alleszins niet beslist.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Ik dank de minister voor haar antwoord. Ik ben erg blij dat ze akkoord gaat om ethisch-sociale componenten een rol in het beleid te laten spelen. Ik pleit er wel voor dat dit niet wordt weggemoffeld in een groter geheel, maar zeer expliciet als een hoofdthema in onze Vlaamse aanwezigheid op de wereldtentoonstelling aan bod komt.
Het doel van de deelname is imagovorming bij het Chinese publiek. De facto betekent dat dus ook imagovorming bij de Chinese overheid, bij het regime. Imagovorming betekent dat men goed wil overkomen en de gastheren zeker niet tegen de haren in wil strijken. Dat lijkt me echter het omgekeerde van wat we volgens mij zouden moeten doen: gebruik maken van dit forum om de Chinese autoriteiten op hun verantwoordelijkheden te wijzen inzake het respect voor de fundamentele sociale grondrechten, ook als dat betekent dat we hen tegen de haren in strijken.
Ik pleit niet voor een boycot. De boycot van het apartheidsregime in Zuid-Afrika was door de onderdrukte oppositie zelf gevraagd, terwijl het met China anders ligt. De Dalai Lama heeft onlangs nog heel expliciet gevraagd om niet te boycotten, maar wel om het forum van de wereldtentoonstelling aan te grijpen om veranderingen tot stand te brengen. Ik denk dat hij er trouwens in slaagt, want vandaag zijn de Chinese autoriteiten bereid om met hem te praten. Dat zou nooit gebeuren als er geen Olympische Spelen werden georganiseerd en als dat forum niet zou worden aangegrepen om de Chinese overheid op haar verantwoordelijkheden te wijzen. Ik pleit dus zeker niet voor een boycot, maar wel om de wereldtentoonstelling te gebruiken om de autoriteiten duidelijk te maken dat wij ervan uitgaan dat als onze bedrijven ginder opereren en zij bij ons investeren, dat met het volste respect voor alle fundamentele sociale grondrechten moet gebeuren.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, ik heb op twee van mijn vier vragen geen duidelijk antwoord gekregen. Ik reken erop dat u dat straks alsnog doet. Ik ben een vurige aanhanger van de Dalai Lama, en hij stelt dat men uit China niet moet wegblijven. Hij beseft dat Tibet nooit meer een onafhankelijke staat wordt. Toen we hem twee jaar geleden ontmoetten, was hij erg ge?nteresseerd in de manier waarop regio´s omgaan met cultuur in deze federale staat.
Ik heb als volksvertegenwoordiger al heel wat brieven naar de Chinese ambassadeur verstuurd, maar ik heb nog nooit een antwoord gekregen. Ik voel me niet verheven boven het gewone volk, maar de Chinese ambassade gaat toch wel erg selectief tewerk. Misschien verstaat men er geen Nederlands, en moet ik ze in het Chinees opstellen?
In de regeringsnota die is opgemaakt in samenwerking met de EVA´s staat er op bladzijde 6 een belangrijke voetnoot. Nadat is uitgelegd dat de rest van Vlaanderen zegt dat deelname eigenlijk weggegooid geld is, staat er - en ik citeer:?de federale aanpak getuigt van een miskenning van de bevoegdheden die Vlaanderen op dit moment heeft op het gebied van buitenlandse handel.? De heer Verwilghen verstuurt de brief; de federale regering neemt in april 2006 de beslissing, maar in februari 2007 vraagt hij de deelstaten om ook deel te nemen. De federale regering heeft gewoon eenzijdig beslist, en wij mogen dan de centen op tafel leggen.
In de nota staat er ook:?Uit het verleden bleek overduidelijk dat voor de federale overheid de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de gemeenschappen en de gewesten niet de eerste prioriteit is.? Dat is een duidelijke uitspraak van de administratie. Verder staat er:?Ervaring bij eerdere Vlaamse deelnames heeft geleerd dat het erg moeilijk is om in de context van een Belgisch paviljoen voldoende zichtbaarheid op te bouwen voor de deelstaten.?
Toerisme Vlaanderen vindt de deelname aan de wereldtentoonstelling een duur instrument voor een erg onzeker resultaat. In een belangrijke voetnoot staat wel dit:?Het F.I.T. daarentegen staat er minder kritisch tegenover. Het vindt dat een Belgisch paviljoen voldoende mogelijkheden biedt om Vlaamse activiteiten te organiseren, maar onderlijnt dat het aan Vlaanderen zelf is om de nodige initiatieven te ontwikkelen en hiervan voor 2010 een prioriteit te maken.? Eigenlijk kaatst het F.I.T. de bal terug naar de Vlaamse Regering: het stelt dat er een oneigenlijk gebruik is van de middelen.
Ik denk dat Vlaanderen eigenlijk niet wil deelnemen maar dat u persoonlijk wel graag hebt dat Vlaanderen deelneemt. Als ik deze nota lees, is er duidelijk maar één conclusie: doe er niet aan mee, want het is gewoon weggegooid geld.
De heer John Vrancken: Ik wil even ingaan op de opmerking van de heer Glorieux over de oppositie in Zuid-Afrika en de oppositie in China. Wij vinden dat de oppositie in Zuid-Afrika destijds toch mondiger was en meer bewegingsvrijheid had dan de oppositie in China, die momenteel in werkkampen en concentratiekampen vastzit.
De Chinese oppositie is op informeel bezoek geweest in deze commissie. De leden van mijn fractie waren toen echter de enige commissieleden die aanwezig waren, de anderen waren afwezig. De oppositie heeft wel degelijk opgeroepen tot een boycot van China. De Chinese oppositie in Europa, die bewegingsvrijheid heeft, roept dus wel degelijk op tot boycot.
Minister Patricia Ceysens: Het is goed dat er eensgezindheid is over het feit dat we niet moeten overgaan tot een boycot van China. Ik ben blij dat men inziet dat we veel meer kunnen bereiken, bijvoorbeeld het verbeteren van de levensstandaard, als de internationale gemeenschap daar aanwezig is.
Ik heb ook duidelijk gezegd wie er zich allemaal al heeft ingeschreven. Er zijn een aantal belangrijke organisaties bij op het gebied van de mensenrechten. Ook zij geven aan dat het belangrijk is dat we daar zijn.
Het is belangrijk om te tonen wat we in China doen. Wat Bekaert daar doet, is zonder meer om trots op te zijn. Hun personeelsverloop ligt rond de 3 percent, waar het in China gemiddeld rond de 30 percent ligt. Daaruit blijkt dat we daar dus effectief inspanningen doen op het vlak van arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen. We mogen er trots op zijn wat Vlaamse bedrijven daar doen. Onze aanwezigheid brengt voor de mensen ginder meer op dan een absurd ideologisch standpunt. Ik geloof daar niet in. Ik geloof absoluut dat meer internationalisering en globalisering voor heel wat mensen een verhoging van de levensstandaard inhoudt.
De nota over de regeringsbeslissing is zeer uitvoerig en er staan inderdaad voetnoten in. De nota geeft ook aan dat F.I.T., in tegenstelling tot Toerisme Vlaanderen - dat altijd gezegd heeft dat het in de Wereldtentoonstelling geen meerwaarde ziet - het bijzonder belangrijk vindt om wel deel te nemen. Er is dus een groot verschil tussen verschillende Vlaamse agentschappen. De regering heeft een onderscheid gemaakt tussen een structurele deelname en een ad-hocdeelname.
Je kunt de mensen die opgesomd staan, zelfs niet uitsluiten. In de regeringsbeslissing staat ook expliciet dat de ondernemingen kunnen aanbrengen om deel te nemen. Het is dan ook aangebracht vanuit de ondernemingswereld. Het is zo dat ondernemingen mij erop gewezen hebben dat afwezig blijven echt niet kan. De Vlaamse-Chinese Kamer van Koophandel heeft me formeel een brief gestuurd waarin ze zeggen dat ze willen deelnemen. Volgende week heb ik een onderhoud met de voorzitter van de Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel en met de Chinese ambassadrice, die overigens, mijnheer Peumans, een zeer charmante dame is.
De heer Jan Peumans: Charmant of niet, ze heeft me in elk geval nog nooit enig antwoord gestuurd op brieven over Tibet.
Minister Patricia Ceysens: Ze is op zeer veel activiteiten aanwezig en probeert zeer goede relaties te onderhouden met heel wat mensen in Vlaanderen.
De heer Karim Van Overmeire: Het is toch de strategie van de Chinese ambassade om zich vooral met de federale overheid bezig te houden en slechts node met de Vlaamse overheid.
Minister Patricia Ceysens: Ze is geregeld aanwezig geweest op exclusief verzoek van de Vlaamse regio. Ik heb niets op haar aan te merken. Mijn ervaring is dat ze absoluut bereid is om met Vlaanderen samen te werken.
De heer Jan Peumans: U hebt misschien niets op haar aan te merken, maar ik wel.
Minister Patricia Ceysens: Ik zie haar volgende week opnieuw, samen met de Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel. Vanuit de ondernemingswereld zullen we nagaan wat er aangewezen is en hoe een en ander moet gebeuren. Ik heb dat gesprek uiteraard ook met F.I.T. gevoerd, dat de deelname van de bedrijfswereld ook belangrijk vindt. De vorige editie werd door Toerisme Vlaanderen niet zo succesvol ervaren. Dat het nu in Shanghai is, is voor het bedrijfsleven echter een nadrukkelijke en aparte insteek.
Ik ben er ten gronde van overtuigd dat de ondernemingen een punt hebben. Voor hen is het belangrijk dat men nooit heeft willen uitsluiten dat ze kunnen deelnemen en dat F.I.T. altijd heeft duidelijk gemaakt dat het voor F.I.T. anders ligt dan voor Toerisme Vlaanderen.
Volgende week ontmoet ik, zoals gezegd, opnieuw de Chinese ambassadrice en de Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel. We zullen bekijken wat aangewezen is. Ik vind persoonlijk dat we maximaal moeten luisteren en bekijken wat voor de bedrijven belangrijk is. Het F.I.T. is uiteraard het agentschap dat voorziet in ondersteuning voor de bedrijven bij beurzen en allerlei deelnames in het buitenland. Nauw overleg met de Vlaams-Chinese Kamer van Koophandel is hierbij aangewezen.
De voorzitter: Ik heb zopas een brief ondertekend om de ambassadeur uit te nodigen op een hoorzitting die op 15 april plaats zal hebben in deze commissie. Mevrouw de minister, misschien kunt u haar suggereren om op onze uitnodiging in te gaan zodat we met haar van gedachten kunnen wisselen.
De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Ik wil nog eens hameren op mijn vraag die ik al drie keer heb gesteld: wie heeft beslist om deel te nemen aan de wereldtentoonstelling in Shanghai?
Minister Patricia Ceysens: Mijnheer Roegiers, ik heb u al drie keer gezegd dat het idee werd aangebracht door de ondernemingen. De beslissing van de Vlaamse Regering laat zulks perfect toe. We hebben daarvoor een agentschap, namelijk F.I.T.
De heer Jan Roegiers: De raad van bestuur van F.I.T. heeft dat niet beslist. Wie heeft dan wel beslist dat F.I.T. deelneemt? Het gaat er mij niet om of het deelneemt of niet, het gaat er mij om te weten wie die beslissing heeft genomen.
Minister Patricia Ceysens: Het antwoord is eenvoudigweg dat de beslissing van de Vlaamse Regering zeer duidelijk is. U geeft er een andere interpretatie aan. Dat is uw goed recht. Maar ik zeg u nogmaals: het komt vanuit de ondernemingen. Het was ook een overweging van de Vlaamse Regering dat onze ondernemingen kunnen deelnemen. Onze ondernemingen hebben daarvoor een agentschap. Ik denk dat ik bijzonder duidelijk ben.
De heer Jan Roegiers: Als het zo duidelijk is, zeg het dan!
Minister Patricia Ceysens: Dat is het antwoord. Voilà.
De heer Jan Roegiers: Dat is geen antwoord.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Wat is de kostprijs van de deelname? Is dat het bedrag dat hier in de voorbereidende nota staat, namelijk 2,5 miljoen euro? Zo ja, is het een bevoegdheid van de afgevaardigde bestuurder van F.I.T. om dat goed te keuren, of is dat onderworpen aan de goedkeuring van de raad van bestuur van F.I.T.? Dat is een heel terechte, concrete vraag die tegemoet komt aan de bezorgdheid van de heer Roegiers.
Minister Patricia Ceysens: Er zal een voorstel worden gemaakt over de financiën. Ook in het federale regeerakkoord staat er een passage over.
De heer Jan Peumans: Stappen we nu in het federale verhaal of niet? Is de nota die voorligt, het concept dat men nu gaat toepassen?
Minister Patricia Ceysens: We bekijken alles.
De heer Jan Peumans: Dat is niet bepaald een duidelijk antwoord.
De heer Jan Roegiers: U lacht met het parlement.
Minister Patricia Ceysens: Alleen als u erom vraagt.
De heer Jan Roegiers: U weigert antwoorden te geven op heel concrete en pertinente vragen. Zeg gewoon wie beslist heeft! Het bedrijfsleven, zegt u. Het bedrijfsleven kan niet beslissen of Vlaanderen deelneemt!
Minister Patricia Ceysens: Mijnheer Roegiers, we hebben nooit gezegd dat Vlaanderen deelneemt. Vlaanderen neemt niet deel.
De heer Jan Roegiers: Wie neemt er deel?
Minister Patricia Ceysens: Wie er kan deelnemen, namelijk steden en gemeenten, ondernemingen. De ondernemingen kunnen daarbij, zoals het heel duidelijk in de nota werd omschreven, heel duidelijk ondersteund worden door agentschappen. Dat kunnen ze voor een aantal dingen. Waar is het probleem? U zoekt een probleem waar er geen is.
De heer Jan Roegiers: Neen, ik wil geen probleem, ik wil een duidelijk antwoord.
Minister Patricia Ceysens: U hebt het antwoord gehad.
De heer Jan Roegiers: Dat is geen antwoord.
Minister Patricia Ceysens: U geeft een andere interpretatie aan de regeringsbeslissing. Dat spijt me. U zult ongetwijfeld de komende weken nog over dit dossier horen. We zullen bekijken wat nu precies het meest aangewezen is. Voor mij is daarbij van kapitaal belang hoe de ondernemingen die deelname zien. Ik heb daar met hen al over gesproken en zal er nog over spreken. Ook dat stond uitdrukkelijk in de nota van de Vlaamse Regering. U moet ze goed lezen.
De voorzitter: Ik stel voor de discussie hier voorlopig af te sluiten. Van zodra het voorstel wat meer gestalte krijgt en er wat meer concreet materiaal is, kunnen we het hier desgevallend opnieuw ter sprake brengen.
Het incident is gesloten.