Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 20/03/2008
Vraag om uitleg van de heer Johan Deckmyn tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de beschuldigingen van wanbeheer in het S.M.A.K. in Gent
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, recent kwam aan het licht dat het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst in Gent met een schuldenberg van een half miljoen euro zit. Die put is het rechtstreekse gevolg van de tentoonstelling die we samen bezochten, de McCarthytentoonstelling. Deze zaak was de rechtstreekse aanleiding tot vrij ernstige beschuldigingen via de media van de ex-voorzitter van de Vrienden van het S.M.A.K. De situatie zat hem zo hoog dat hij het ontslag vroeg van zowel de zakelijke directeur als de voorzitter van de raad van bestuur van het S.M.A.K.
De feiten die hij heeft aangeklaagd via de media zijn niet min. Het gaat om chaotisch personeelsbeleid met profitariaat en misbruik, de onlogische organisatorische structuur van het museum, politieke inmenging en be?nvloeding en schriftvervalsing.
Via een interpellatie in de Gentse gemeenteraad heb ik om het ontslag gevraagd van de voorzitter van de raad van bestuur van het S.M.A.K. Die functie is voor mij onverenigbaar met zijn schepenambt. Ik heb toen ook een externe audit gevraagd. Mijns inziens zou dat een bijzonder krachtig signaal geweest zijn dat men orde op zaken wou stellen. Jammer genoeg is daar niet op ingegaan.
Het S.M.A.K. is een autonoom stedelijk bedrijf en krijgt in deze hoedanigheid nogal wat subsidies. Via het Kunstendecreet ontvangt het circa 690.000 euro en via het Erfgoeddecreet wordt het voor ongeveer 250.000 euro gesubsidieerd.
Wat is uw houding, mijnheer de minister, ten aanzien van de beschuldigingen die werden geuit tegen het S.M.A.K. in Gent? Welke initiatieven hebt u al genomen teneinde mee te bouwen aan een oplossing voor deze problemen?
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Mijnheer de voorzitter, ik zal niet inhoudelijk op de vraag ingaan, maar wel op de houding van het Vlaams Belang. Zo lang het Belang en het Blok bestaan, en zo lang het S.M.A.K. bestaat, heeft de partij alles in het werk gesteld om dat museum kapot te krijgen. Ik betreur dat ten zeerste.
Ik ben ervan overtuigd dat het S.M.A.K. bijdraagt aan de uitstraling van Gent en een aantrekkingspool is voor de stad en zelfs voor Vlaanderen. Ik begrijp hoegenaamd niet dat een volksvertegenwoordiger uit Gent op alle mogelijke manieren probeert dat ongelooflijk knappe museum kapot te krijgen. Bovendien baseert de heer Deckmyn zich enkel op een interview in de krant, terwijl hij deze week toch wel een duidelijk antwoord heeft gekregen in de gemeenteraad. Hij verwijst zelf naar zijn interpellatie in de gemeenteraad. Ik zal het hier dan nog maar eens herhalen zodat het hier ook in het verslag staat. Het is geen gazettenpraat, het komt uit de gemeenteraad.
Er zijn wel maatregelen genomen, mijnheer Deckmyn. Er is gekozen voor enkele snelle ingrepen. De stadsontvanger en het departementshoofd Cultuur hebben een duidelijke opdracht. Er komt een onderzoek van de financiële toestand, een analyse van de financiële en zakelijke gang van zaken, toezicht op het saneringsplan en een realistische begroting. Intussen is de zakelijk leider overigens teruggetreden. Ik heb geen probleem om met ontzag te spreken over zijn gehechtheid aan het S.M.A.K. Nog een maatregel slaat op de interne organisatie. Inzake behoud en beheer zijn niet alleen diverse procedures uitgeschreven, er wordt ook een concreet voorstel voorbereid in verband met de reorganisatie van die afdeling. Er is intussen in de raad van bestuur unanimiteit om tot een duidelijke afsprakennota te komen om de verhouding tussen enerzijds de vereniging en anderzijds de vzw S.M.A.K. vast te leggen.
Mijnheer Deckmyn, ik begrijp dat u hier uw vraag moet stellen. Ik heb gezien dat ze al ingediend is op 7 maart. U kende dus nog niet het antwoord van de schepen en de gemeenteraad. Het had u wel gesierd om ernaar te verwijzen.
Mijnheer de minister, collega´s, er zijn fouten gemaakt, maar er zijn maatregelen genomen. Het S.M.A.K., de stad en de Vlaamse Gemeenschap willen vooral naar de toekomst kijken. Ze willen uitzoeken hoe we van het S.M.A.K. een nog sterker museum kunnen maken en hoe we de uitstraling nog veel groter kunnen maken. In die zin kijk ik uit naar het antwoord van de minister.
De heer Dany Vandenbossche: Dit wordt als een lokaal dossier beschouwd, maar is dat eigenlijk niet. Ik zou ter zake graag de puntjes op de i willen zetten.
Het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst is opgericht door de Vereniging van het Museum voor Hedendaagse Kunst. Sinds vijftig jaar is die vereniging de motor van dat museum. In de museumwereld wordt daarvan gezegd dat dit een unieke situatie is. Dat is het eigenlijk niet. Het gebouw van het Museum voor Schone Kunsten aan de overkant is in de negentiende eeuw eveneens tot stand gebracht door een vriendenvereniging. Dat verenigingen hebben geijverd om een museum tot stand te brengen, is in Vlaanderen voor veel musea het geval.
Ik ben erg nauw betrokken geweest bij het S.M.A.K., vele jaren geleden. De kredieten voor de bouw ervan zijn toen vrijgemaakt nadat eerst de reserve was opgericht. De aanleiding van de vraag van vandaag is een conflict over bevoegdheden tussen de vzw S.M.A.K. en de vzw Vrienden van het Museum voor Hedendaagse Kunst. Dat is eigenlijk een vrij bizar verhaal. De vzw S.M.A.K. zal een jaarrekening met een tekort voorleggen aan de algemene vergadering. Ik denk dat de algemene vergadering morgen plaatsvindt. Tot spijt van wie het benijdt, legt de vzw Vrienden van het Museum voor Hedendaagse Kunst een jaarrekening met een overschot voor. De relatie tussen de beide vzw´s is een beetje moeilijk voor een buitenstaander. Eigenlijk is het zo dat de Vereniging van het Museum voor Hedendaagse Kunst nog altijd een jaarrekening heeft afzonderlijk van de vzw S.M.A.K.
Voor wie nu niet meer kan volgen: het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst is opgericht door de stad en vervolgens ondergebracht in een vzw. Ik betwijfel of dat een autonoom stedelijk bedrijf is, omdat het in het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst tewerkgestelde personeel nog altijd stadspersoneel is, dat ter beschikking is gesteld van de vzw in kwestie. Bij stedelijke autonome bedrijven hoeft dat niet per se zo te zijn in deze situatie. Het kon echter niet anders, omdat het een vzw is die is opgericht door de stad en een vereniging. Hiermee wil ik de context schetsen.
Het hele conflict heeft te maken met de voorgeschiedenis. Ik was erg verbaasd door het ontslag van de voorzitter van Vrienden van het Museum voor Hedendaagse Kunst. Hij was al twaalf jaar voorzitter en was eigenlijk de eindverantwoordelijke van de Vereniging van het Museum voor Hedendaagse Kunst, een vereniging die al vijftig jaar bezig is met de verwezenlijking van dat museum. Nu al een paar jaar huldigt die vereniging het standpunt dat het museum moet worden uitgebreid met de Floraliahal, die vast hangt aan dat museum.
Dat niet-ingewijden vinden dat het gaat over een hopeloze en ingewikkelde verstrengeling tussen de twee, kan ik best begrijpen, maar de geschiedenis heeft haar rechten. Het is niet altijd duidelijk geweest wie wat deed in dat museum, wat te maken heeft met zijn ontstaansgeschiedenis. De voorzitter heeft ervoor gekozen ontslag te nemen via een zeer druk e-mailverkeer, zonder daar de raad van bestuur over in te lichten. Vervolgens heeft hij gekozen voor een moddergevecht in de kranten. De vraag rijst of dat nu wel zo goed was voor dat museum, en of het sop de kool wel waard is geweest.
Er wordt een discussie gevoerd over een tekort dat werd veroorzaakt in een museum. De vraag kan worden gesteld of er slecht begroot is. Wellicht wel. Is er geld te kort in dat museum? Wellicht ook. Studies hebben aangetoond dat het geld dat ter beschikking wordt gesteld van dergelijke musea misschien wat te weinig is wat het S.M.A.K. betreft. Dat is echter geen reden om een tekort te veroorzaken. Het is duidelijk dat dat tekort te maken heeft met de tentoonstelling van McCarthy, maar het wordt er niet helemaal door verklaard.
Ik sluit me zeer graag aan bij wat Marc Ruyters ter zake in De Morgen heeft geschreven. Het heeft eigenlijk met veel meer te maken dan alleen met een probleem dat rijst in een museum en met een tekort. Het gaat over het kerntakendebat en het Vlaamse cultuurbeleid. Ik herinner u eraan dat tekorten dezer dagen blijkbaar een blijvend probleem vormen in vele culturele instellingen. Zakelijk directeurs hebben de meest risicovolle functies in die instellingen, want de ene na de andere sneuvelt.
In tegenstelling tot het MuHKA is het S.M.A.K. geen grote Vlaamse instelling met bijbehorende middelen. Dat is geen uitkomst van het kerntakendebat of een evaluatie ten gronde. Het is, opnieuw, een historisch gegroeid bestuurlijk kader. Ik wil geen afbreuk doen aan grote instellingen, maar we stellen vast dat dit alleszins te maken heeft met de voorgeschiedenis. Een discussie over het S.M.A.K. en wat zich daar afspeelt gaat dus veel ruimer dan een louter lokale discussie. Het is helemaal geen anti-MuHKA- en pro-S.M.A.K.-verhaal.
Ik wil oproepen om historische gegroeide situaties die nog altijd bestaan veeleer op een bovenlokaal, bovenstedelijk niveau uit te discussiëren. In Nederland zegt men dat het Vlaamse cultuurbeleid zeer moeilijk is omdat het vaak leidt tot een oorlog tussen steden over de middelen uit de cultuurbegroting. Zoals voor de musea voor de Schone Kunsten pleit ik ervoor dat zowel het MuHKA, het S.M.A.K. en de derde speler, het provinciaal museum van Oostende, eens rond de tafel gaan zitten en er samen voor zorgen dat een boeiende permanente collectie wordt aangeboden. Die drie musea liggen in een gebied dat een voorschoot groot is. Met hun beperkte middelen kunnen ze samen meer dan elk afzonderlijk.
Er is een tekort en dat doet zich voor in de vzw S.MA.K., en niet in de vzw Vrienden van het Museum voor Hedendaagse Kunst. De stappen die de voorzitter van de vzw Vrienden van het Museum voor Hedendaagse Kunst heeft gezet, dragen absoluut niet mijn goedkeuring weg. Hij moest dat in overleg met zijn raad van bestuur hebben gedaan, en niet via een potje moddergooien in de kranten. Mijn pleidooi is gericht op samenwerking. Het blijkt dat dit mogelijk is, al is dat voorlopig nog maar in embryonale vorm het geval tussen de musea voor Schone Kunsten van Antwerpen, Gent en Brugge. Volgens mij moet het ook kunnen voor de musea voor hedendaagse kunst.
Het heeft allemaal te maken met het kerntakendebat dat vandaag opnieuw opdook in het dossier van Het Toneelhuis van Antwerpen. Men heeft het er voortdurend over, maar we geraken er niet uit omdat de verschillende overheden het steeds opnieuw verkeerd opvatten. Men vat het op als het pluimen van de Vlaamse Gemeenschap, en dat is niet het doel van een kerntakendebat. Dergelijk kerntakendebat moet leiden tot een bepaling van welke bevoegdheden de Vlaamse Gemeenschap heeft en vooral wat er van bovenlokaal belang is. De discussie over het S.M.A.K. is tot de lokale aspecten verengd omdat de lokale spelers mekaar al lang kennen en er ook nogal wat afrekeningen tussen personen van de verenigingen zijn gebeurd. Zolang de musea op die voorschoot groot niet samenwerken, is er een fundamenteel probleem. Kan de minister daarom zeggen of er uitzicht is op een samenwerking tussen de musea voor Hedendaagse Kunst? Dat is de kernvraag, en niet zozeer de vraag wat hij zal aanvangen met het tekort van het S.M.A.K. Ik vrees immers dat u aan dat laatste niet direct kunt remediëren.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega´s, mijn antwoord op de vraag van de heer Vandenbossche luidt?ja?. Wat de andere vragen betreft, moet ik zeggen dat ook ik met de nodige verbazing de artikelenreeks in de krant heb gelezen over het S.M.A.K. in Gent. Het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst is namelijk een van de belangrijkste musea in Vlaanderen. Ik denk dat we het daarover eens zijn. Het zet zich in voor het verzamelen, het behoud, het beheer, het onderzoek en de presentatie van actuele kunst.
Het museum wordt niet alleen omwille van zijn belangrijke collectie gesubsidieerd, maar ook wegens zijn belang als kunstencentrum. Het S.M.A.K. speelt een belangrijke rol in het presenteren van wat er op het vlak van actuele kunst in Vlaanderen en in het buitenland gebeurt. Het tentoonstellingsprogramma zorgt voor reflectie, debat en discussie. De tentoonstelling van Paul McCarthy heeft daartoe zeker bijgedragen. De heer Deckmyn neemt onverkort de analyse van de ex-voorzitter van de Vrienden van het Museum voor Hedendaagse Kunst over, zoals die in De Standaard op 1 maart is verschenen. Dat laat ik volledig voor zijn rekening.
Zelf wens ik toch volgende bedenkingen te maken. De Vrienden van het Museum voor Hedendaagse Kunst - zo heet de vriendenvereniging van het S.M.A.K. - heeft een belangrijke rol gespeeld in de oprichting van het S.M.A.K. In de beginperiode werkten ze vanuit het Museum voor Schone Kunsten. Ze hebben gezorgd voor een collectie actuele en hedendaagse kunst en hebben de stad aangespoord om voor deze collectie een afzonderlijk museum op te richten. Het S.M.A.K. is een stedelijk museum. De collectie is eigendom van de stad Gent. In de statuten van de vriendenvereniging is namelijk opgenomen dat elk collectiestuk aan de stad Gent wordt overgedragen. De collectie is van de stad, het gebouw is van de stad, en zoals de heer Deckmyn als gemeenteraadslid van de stad Gent ongetwijfeld weet, is het grootste deel van de personeelsploeg in dienst van de stad Gent.
De stad Gent heeft in het verleden een aantal van zijn erfgoeddiensten verzelfstandigd en de werking ondergebracht in een - al dan niet stedelijke - vzw. Naast een vzw voor het S.M.A.K. is er een vzw voor het Huis van Alijn en eentje voor het beheer van het STAM en de werking van de erfgoedcel Gent. De Gentse schepen van Cultuur is bevoegd voor die materies. Aangezien een vzw in feite een onafhankelijke organisatie is, aangestuurd door de raad van bestuur en de algemene vergadering, is het niet onlogisch en ongebruikelijk dat bij stedelijke vzw´s de schepen van Cultuur voorzitter is van de raad van bestuur. Het nieuwe Gemeentedecreet biedt meer mogelijkheden om diensten te verzelfstandigen en voorziet expliciet in democratische controle op de verzelfstandigde diensten door het college van burgemeester en schepenen en door de gemeenteraad.
Als minister van Cultuur raad ik de stad Gent aan om de mogelijkheden binnen dit decreet te bekijken en af te wegen of deze vzw´s kunnen worden omgevormd tot gemeentelijke IVA´s of EVA´s. Ten aanzien van een vzw-structuur geven dergelijke IVA´s en EVA´s mogelijk bijkomende democratische legitimiteit, die een belangrijke input van de stad veronderstelt, en tegelijkertijd een belangrijke mate van flexibiliteit en autonomie.
Wat de in uw vraagstelling overgenomen elementen van beschuldiging betreft, kan ik duidelijk stellen dat ik tot op heden geen enkele officiële melding, of wat voor directe melding dan ook, over deze beschuldigingen gekregen heb. Ik vernam deze beschuldigingen, net als u, via de pers. Het lijkt mij overigens in de eerste plaats aan de raad van bestuur en de stad Gent om hierover een uitspraak te doen. Dat is deze week intussen ook gebeurd.
In de bewijsstukken die het museum jaarlijks aan de Vlaamse overheid moet overmaken, ter staving van het toegekende subsidiebedrag, werden tot op heden geen onregelmatigheden vastgesteld. De voor 2007 ingediende en door de raad van bestuur goedgekeurde begroting voorzag geen tekort. De jaarrekening 2007 dient ons pas uiterlijk op 1 april te worden bezorgd.
Wat de beschuldiging over politieke inmenging betreft, meen ik dat het voorzitterschap van de raad van bestuur door de schepen van Cultuur, als men daaraan zou refereren, niet zomaar gelijkgesteld kan worden met politieke inmenging. Van enige politieke inmenging in het artistieke beleid heb ik geen weet. In een aantal artikelen werd deze algemene beschuldiging inderdaad geuit, maar ze werd niet verder concreet gemaakt. Zo sloot de tentoonstelling van McCarthy begin februari, terwijl de schepen zijn standpunt publiek geëxpliciteerd heeft in De Standaard van 8 maart, duidelijk na de feiten, dus. Hoe dan ook ben ik tegen elke vorm van politieke inmenging, zoals ik hier al verschillende keren heb laten blijken.
Wat de beheersstructuur van het museum betreft, heb ik via de opvolging door mijn diensten, in casu het agentschap Kunsten en Erfgoed, aangedrongen op een duidelijke taakverdeling tussen de twee vzw´s - de vzw S.M.A.K. en de vzw VMHK - en voor een uitklaring, en dus scheiding van de beslissingslijnen en procedures. Dit zou de transparantie kunnen verbeteren. Het lijkt mij logisch dat de stad Gent een duidelijke taakverdeling tussen de stedelijke vzw´s, eventueel verzelfstandigde agentschappen en de vriendenverenigingen van die musea afspreekt.
Het S.M.A.K. is een belangrijk museum en kunstencentrum in Vlaanderen. Het moet vanuit zijn nationale en stilaan ook internationale reputatie, en voor zijn belangrijke collectie actuele kunst, een degelijk beheer van de collectie en een dynamisch tentoonstellingsbeleid garanderen, zeker ook gelet op het totale bedrag aan werkingssubsidies van 940.000 euro die het museum krijgt van de Vlaamse Gemeenschap.
Ook ik heb gereageerd, zij het niet in de media, op de diefstal van de Meikever, een werk dat eigendom is van de Vlaamse Gemeenschap, en op het niet terugvinden van het werk van Jef Geys. De stad en het museum hebben zich geëngageerd om de nodige stappen te zetten om de beveiliging te verbeteren en de collectie beter te inventariseren en te bewaren. Ik ga ervan uit dat deze engagementen hard worden gemaakt.
In dezelfde lijn zullen mijn diensten blijvend toezicht houden op de besteding van de jaarlijkse werkingssubsidies en de globale werking van het S.M.A.K. Zo zal de financiële put van 490.000 euro die de McCarthy-tentoonstelling creëerde, zeker aandacht krijgen bij de evaluatie en inspectie. De hoofdverantwoordelijkheid voor het S.M.A.K. blijft evenwel bij de raad van bestuur en de stad Gent liggen, en het zullen de raad van bestuur en de stad Gent zijn die in eerste instantie oplossingen moeten uitwerken voor eventuele knelpunten.
In mijn antwoord op uw vraag zitten een aantal elementen voor een mogelijke oplossing, zeker voor wat betreft de transparantie van de instelling. Het is aan de stad Gent en de raad van bestuur van het S.M.A.K. om de zinvolheid ervan af te wegen.
Zoals u ook al kon lezen in de krant, hebben de stad Gent en de vzw S.M.A.K. een aantal maatregelen genomen. De stad stelt Sven Jacobs, in gezamenlijk akkoord, niet langer ter beschikking van het S.M.A.K. De eindverantwoordelijkheid wordt nu de facto bij één persoon gelegd, namelijk bij de artistiek directeur. Ik ga ervan uit dat men het nodige doet om hem op een goede wijze zakelijk te omringen. Er zal een nieuwe meerjarenbegroting worden opgesteld door de stadsontvanger en het departementshoofd Cultuur van de stad Gent.
Het zou de bedoeling zijn dat het deficit in twee jaar tijd wordt weggewerkt. Er worden monitoring- en controlemechanismen op punt gesteld om de budgettering beter op te volgen. Ten slotte wil de voorzitter een betere communicatie en terugkoppeling met de directie uitbouwen.
Ik neem aan dat de stad Gent, wanneer zij een definitieve oplossingenstrategie heeft ontwikkeld, mij dit ter bespreking zal voorleggen. Tot dan meen ik niet meer te kunnen zeggen over het dossier dan ik vandaag heb gedaan. Ik wens de stad Gent, het S.M.A.K., zijn vrienden, zijn personeel en zijn publiek in elk geval een moedig en hopelijk ook efficiënt traject toe.
Ik blijf voorstander van het plan om een structurele samenwerking op te starten tussen de drie genoemde musea. Die drie musea, samen met het Middelheim, kunnen mijns inziens samen een sterke internationale uitstraling krijgen en zouden de sector van actuele beeldende kunst ook kunnen versterken.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, u hebt een mooi overzicht gegeven van de geschiedenis van het S.M.A.K.. U hebt gelijk, het moddergevecht in de media was niet wenselijk. Het heeft wel veel vragen opgeroepen, bij mij zelf en in de gemeenteraad, die in deze commissie gesteld mogen worden. Dat heeft niets te maken met de wens om het S.M.A.K. kapot te maken.
De heer Roegiers wenst niets liever dan mijn partij in een barbaarse, anticulturele verdomhoek te plaatsen. Ik denk eerlijk gezegd dat sommige collega´s in deze commissie al weten dat we daar niet thuishoren. Ik ben echt verbaasd dat hij beweert dat het Vlaams Belang alles doet om het S.M.A.K. kapot te krijgen. Mocht ik geen vriendelijk persoon zijn, dan zou ik zeggen dat hij liegt. Maar ik neem mijn woorden nu al terug, ik zeg dat de heer Roegiers de waarheid niet zegt.
Mijnheer Roegiers, u hebt de commissie niet bijgewoond waar de stand van zaken naar voren werd gebracht over de malversaties in het S.M.A.K.. U had daar kunnen horen dat ik inderdaad niet altijd een grote fan ben van de kunst die het museum tentoonstelt. Over smaak valt natuurlijk niet te twisten. U had kunnen vernemen dat ik de internationale uitstraling van het S.M.A.K. erken. Relativeer alstublieft eens de zaken vooraleer u opnieuw, zoals altijd, van mijn partij een karikatuur gaat maken. Trouwens het gaat hier niet om kunst maar om het beheer van een museum. Ik heb op mijn interpellatie in de gemeenteraad overigens geen duidelijk antwoord gekregen. Ik vraag me af waar u uw argumentatie haalt.
U beweert dat de stadsontvanger en het departementshoofd Cultuur de opdracht hebben gekregen dat er een onderzoek komt en dat alles daarmee opgelost zal geraken. Ik wil er u allen op attent maken dat een van deze beide lid is van de raad van bestuur. Dat maakt het principe van het intern onderzoek wel héél intern, als u het mij vraagt. Daarom vraagt mijn partij om een externe audit. Ik denk niet dat ik daarmee een cultuurbarbaar ben. Ik vind dat een terechte vraag - vanuit een terechte bezorgdheid - naar een gezond beheer van dat museum.
Mijnheer de minister, u verwijt mij bijna dat ik de argumentatie van de ex-voorzitter van de Vrienden van het S.M.A.K. overneem. Dat vind ik nogal gratuit. De man in kwestie is - op zijn minst - geen tegenstander van het S.M.A.K.. Ik heb kritische vragen, ja. Ik heb de kritiek over de werking van het S.M.A.K. in De Standaard gelezen. Ik ben lid van de oppositie. Het is mijn taak om vragen te stellen. Zelfs al was ik lid van de meerderheid, ik zou nog bedenkingen hebben. Wie begaan is met het museum, moet kritische vragen durven stellen.
Ik heb niet gezegd dat het voorzitterschap van de raad van bestuur gelijkstaat aan politieke inmenging. Dat is gezegd door een vriend van het museum. Ik vind het wel nogal moeilijk dat de Gentse schepen van Cultuur cumuleert met het voorzitterschap van de raad van bestuur van het S.M.A.K.. Ik heb de argumentatie daarvoor al aangehaald. U moet ook weten dat de schepen van Cultuur de collegezaal moet verlaten bij de bespreking van dossiers inzake het S.M.A.K.. Dat is op zijn zachtst gezegd een nogal ongemakkelijke situatie. Daarom vind ik het terecht om deze vraag hier en op andere fora te stellen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.