Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 13/03/2008
Vraag om uitleg van de heer Mark Demesmaeker tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de toekomst van het Bruegelproject
De voorzitter: De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, de vraag over de toekomst van het Bruegelproject is ook al gesteld in de Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand. Het antwoord van minister Vandenbroucke daarop was bijzonder kort. Hij verwees door naar de minister van Cultuur. Daarom hebben we dat hier toch nog eens op de agenda geplaatst.
Het project is in 2000 opgestart, met als doelstelling natuurbeheer en -beleid in de Vlaamse rand rond Brussel te koppelen aan cultuur, met het valoriseren van de domeinen en de infrastructuur die daar aanwezig zijn. Uit de beleidsbrief Vlaamse Rand 2007-2008 bleek al dat het Bruegelproject niet meer zou ressorteren onder de vzw?de Rand´, wat tot nu toe wel het geval was. Zowel de werkingsmiddelen als de middelen voor personeel, die van de minister van Cultuur komen en in handen van de vzw waren, zullen daar dus worden weggehaald.?Onder impuls van de minister van Cultuur wordt een nieuwe vzw opgericht, die de opdracht van het Bruegelproject zal realiseren op een verruimde basis?, zo staat in de teksten te lezen.
Mijnheer de minister, we zouden het uiteraard kunnen begrijpen mocht u los van?de Rand´ willen werken om dat idee opnieuw vorm en inhoud te geven. De connectie met Natuur en Bos wordt immers best vanuit de administratie gemaakt. Ik zie echter niet meteen de meerwaarde van de stappen die nu zouden worden gezet. U moet me straks maar corrigeren, mocht ik het bij het verkeerde eind hebben. Ik heb een beetje de indruk dat we, na jarenlang streven om de krachten te bundelen, nu op weg zijn naar een nieuwe versnippering van middelen. Bovendien zie ik niet meteen de visie achter het alternatief voor de middelen van het Bruegelproject. Naar ik hoor zou een deel van de middelen naar het Festival van Vlaanderen Brussel gaan, en niet naar het Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant, om er een project?De rand ontmoet de rand´ mee op te zetten. Het doel zou zijn meer belangstellenden naar de concerten van het Festival van Vlaanderen in hartje Brussel te lokken. Ik vraag me af of dat nu het doel van het Bruegelproject is geworden. Een ander deel van het geld zal worden besteed aan het ondersteunen van allerhande grote en minder grote evenementen en projectjes in de rand zelf, zoals het kunstproject in Pepingen en ArtsElingen. Dat is allemaal goed, maar waarom moeten daarvoor dan middelen worden weggehaald bij?de Rand´?
Het Bruegelproject had als doel om, naast het vele geld ingezet voor de Vlaamse culturele aanwezigheid in Brussel, ook geld in te zetten voor de rand, om die rand cultureel-toeristisch sterker op de kaart te zetten. Met wat er nu op stapel staat, heb ik de indruk dat we die doelstelling niet meer zullen realiseren. Bovendien vraag ik me af of er wel een grondige evaluatie is geweest van wat tussen 2004 en 2007 is gedaan met betrekking tot het Bruegelproject. Dan denk ik bijvoorbeeld aan Bruegel 06. Ik verneem van vzw?de Rand´ dat de beslissing die nu is genomen, gewoon is meegedeeld. Politiek gezien is dat natuurlijk volledig uw recht: daarover gaat het niet. Bij een aantal mensen heeft dat na vier jaar hard werk echter toch wel een beetje een wrange nasmaak nagelaten. Men zou toch ten minste eerst een ernstig gesprek verwachten. Ook de minister bevoegd voor de Rand zelf is trouwens gewoon ge?nformeerd. Daarom heeft hij in de commissie voor de Vlaamse Rand ook gewoon doorverwezen naar u.
Mijnheer de minister, wat houdt die verruimde basis van dat Bruegelproject, waarvan sprake is in de beleidsbrief Vlaamse Rand, nu precies in? Klopt wat ik net heb geschetst? Hoe zullen de middelen gereserveerd voor het Bruegelproject concreet worden aangewend? Bent u niet van oordeel dat de besteding van dat geld in de eerste plaats zou moeten bijdragen aan het vergroten van de uitstraling van de Vlaamse gordel en het in de verf zetten van het Vlaamse karakter van de Vlaamse rand?
De voorzitter: De heer Gatz heeft het woord.
De heer Sven Gatz: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, ik sluit mij aan bij de vragen van de heer Demesmaeker. Het Bruegelproject is terug te brengen tot drie punten: cultuur, groen en de rand.
Er is ook een nog vastgoedgedeelte aan verbonden. Ik weet dat dat niet uw verantwoordelijkheid is, mijnheer de minister, maar ik heb het gevoel dat we verder dan ooit verwijderd zijn van de begindoelstellingen van het project. Dit is niet de juiste commissie om het over het vastgoedaspect te hebben, maar de laatste tijd is daar heel weinig beweging rond geweest. Het gegeven van de rand wordt nu ook enigszins richting Brussel gezogen. Dat is niet de bedoeling. Ik maak mij daar, als Brusselaar, zorgen over.
Wat het culturele luik betreft, denk ik dat de doelstellingen onvoldoende scherp afgelijnd zijn. Men heeft destijds nochtans een goede start genomen. Ik sta, voor alle duidelijkheid, volledig achter het Bruegelproject zoals het destijds geconcipieerd is. Na twee, drie jaar heeft men het echter laten uitwaaieren. De doelstellingen waren misschien niet scherp genoeg gesteld, en er is geen evaluatie geweest. Nu kijkt iedereen naar iedereen en men ploetert maar wat verder.
We moeten dit project een renaissance kunnen geven. U zou daarbij een brugfiguur kunnen zijn, samen met de andere twee betrokken ministers. Als we de komende maanden geen actie ondernemen, vrees ik dat het project een stille dood zal sterven. Dat zou geen goede zaak zijn. Naast de vanzelfsprekende culturele uitstraling van Brussel, moet ook de hele rand een stevige culturele uitstraling krijgen. Momenteel ligt dat culturele gegeven versnipperd rond de stad. De huidige inspanningen renderen onvoldoende.
Ik heb weinig bijkomende vragen, mijnheer de minister, maar ik wens vooral mijn bezorgdheid uit te drukken.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik heb het gevoel dat hier een verkeerd uitgangspunt gehanteerd wordt. Wij proberen net die renaissance gestalte te geven.
Ik ken het project zeer goed, want ik heb het destijds zelf op poten gezet. Ik heb vele jaren gepoogd om een goede samenwerking af te dwingen tussen de cultuur- en de milieusector. Ik ben daar in de periode 2000-2002 verschillende keren voor naar de regering gegaan. We hadden een protocolafspraak en er waren ook afspraken met de personen ter plaatse. Toen ik in 2004 terugkwam, was er van enige samenwerking vanuit de milieusector echter al lang geen sprake meer. Er was vooral veel wrevel tussen de milieujongens en de cultuurjongens. Er werd zelfs niet meer met elkaar gepraat. Met die situatie werd ik geconfronteerd in 2004.
Dit project zat helemaal niet bij vzw?de Rand´, mijnheer Demesmaeker, en zelfs niet bij het beleid rond de rand. In de vorige legislatuur was ik tot en met 2002 verantwoordelijk voor de Vlaamse rand. Wij hebben een samenwerking opgebouwd tussen - toen nog - de vzw Bruegel en de vzw?de Rand´, maar enkel wat betreft de administratieve ondersteuning van het project. Daarvoor kreeg vzw?de Rand´ een kleine vergoeding. De middelen zijn echter altijd afzonderlijk op de begroting blijven staan. Ook in 2004 werden die middelen afzonderlijk vanuit Cultuur betaald, en niet vanuit de vzw?de Rand´.
In 2006 is er wel een opsplitsing gemaakt, waarbij vzw?de Rand´, die enkel voor een aantal aspecten een bijkomende subsidie had vanuit het Randbeleid, overgeheveld werd naar het programma van de Diensten voor het Algemeen regeringsbeleid (DAR). Dat programma wordt beheerd door de minister die bevoegd is voor de Vlaamse Rand, namelijk minister Vandenbroucke. We hebben dus middelen vanuit de begroting Cultuur overgeheveld naar de begroting Vlaamse rand. Daarin zat alleen ongeveer 90 percent van de middelen die rechtstreeks naar vzw?de Rand´ gingen.
Het gaat tussen haakjes om 90 percent omdat een beperkt gedeelte van de middelen subsidies waren in het kader van het jeugdbeleid en ter ondersteuning van concrete projecten. Die projecten ondersteunen we nu nog altijd. In het kader van het decreet Sport en het decreet Jeugd hebben we ook extra ondersteuning gegeven aan de Nederlandstalige organisaties binnen de faciliteitengemeenten.
Mijnheer Demesmaeker, ik lees in uw vraagstelling dat er een aantal onduidelijkheden zijn over de evolutie van het culturele project in de Vlaamse rand, meer bepaald over het Bruegelproject. Ik zal proberen wat meer duidelijkheid te scheppen, maar sta me toe om eerst de bredere context te scheppen. Ik wil het om te beginnen hebben over de vele inspanningen vanuit het cultuur-, jeugd- en sportbeleid ten voordele van de Vlaamse rand en hoe die inspanningen geëvolueerd zijn sinds het begin van de legislatuur.
Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om even te vertellen wat we specifiek voor de Vlaamse rand doen. De middelen zijn heus wel wat ruimer dan die voor het nieuwe Bruegelproject. Ik vraag aandacht voor de verschillende decreten en initiatieven die hierbij belangrijk zijn. Er zijn heel veel lokale decreten, gericht op het plaatselijke jeugd-, sport- en cultuurbeleid. Via deze decreten wordt in 2008 gezamenlijk 6.168.324 euro vrijgemaakt voor de randgemeenten. In 2004 was dit nog 4.861.185 euro. Er is dus een stijging met ruim 1,3 miljoen euro of een toename met 26 percent.
Daarnaast zijn er de specifieke maatregelen, waarvan ik hier enkele structurele onder de aandacht wil brengen. Voorbeelden zijn de subsidiëring en ondersteuning van onder andere het Museum Felix De Boeck, het kasteel van Gaasbeek, het Museum voor Oudere Technieken in Grimbergen, ´t Smiske in Asse, Jazz Hoeilaert en vanzelfsprekend ook De Gordel. Daarnaast zijn er verdere investeringen in het jeugdverblijfcentrum Destelheide. Met deze initiatieven wordt de uitstraling van de regio en het Vlaamse cultuur-, sport- en jeugdbeleid in de rand versterkt. In 2004 was hiervoor, dus los van de decreten die ik zopas heb genoemd, 1.539.619 euro beschikbaar. In 2008 gaat het om 3.141.000 euro. Ook hier gaat het dus om een stijging, namelijk met ruim 1,6 miljoen euro, of een groei met 103 percent.
Ik stel dus met plezier vast dat de structurele middelen vanuit deze sectoren op amper vier jaar tijd met de helft zijn toegenomen. Het gaat om een stijging met 2,9 miljoen euro: van 6,4 miljoen euro naar 9,3 miljoen euro of een groei van ruim 45 percent. Bovendien werd er in dezelfde periode bijkomend voor ruim 2,3 miljoen euro ge?nvesteerd in de cultuur- en jeugdinfrastructuur in de rand. Dit gebeurde vanuit het Fonds Culturele Infrastructuur.
U weet dat in 2006 de afspraak werd gemaakt om de bevoegdheid voor de vzw?de Rand´ over te dragen aan mijn collega, minister Vandenbroucke. Zoals ik al opmerkte, ging dit vanaf 2007 gepaard met een budgettaire transfer van de dotatie aan de vzw, behalve voor de administratieve ondersteuning van het Bruegelproject en het Museum Felix De Boeck, dat een specifieke dotatie ontvangt. Ook in de begroting merkt u dat dit een dotatie is aan vzw?de Rand´ voor het Museum Felix De Boeck. Men verkiest dat dit via vzw?de Rand´ verloopt en ik heb daar geen problemen mee. We zullen dat bedrag trouwens verhogen in de tweede begrotingscontrole van het begrotingsjaar 2008..
Ik geef u ook graag de stand van zaken van het Bruegelproject. Mijn basisuitgangspunt is duidelijk: het project moet dynamiek, uitstraling en bekendheid geven aan de woonkernen, de dorpen, de gemeenten en hun vele activiteiten aan de rand van beide gewesten, namelijk het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Vandaar dat we de volgende werknaam gebruiken:?De rand ontmoet de rand´. Voor alle duidelijkheid: het is niet de bedoeling om een project op te starten waardoor de mensen worden geleid naar de activiteiten van het Festival van Vlaanderen in het centrum van de stad. Ik heb aan de koepel Festival van Vlaanderen gevraagd om dit uit te werken. De interne verdeling laat ik aan de mensen van de koepel over, maar het is wel degelijk de bedoeling dat er een goede verstandhouding is tussen het Festival van Vlaanderen Brussel en het Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant. Ik ga er ook vanuit dat die goede verstandhouding bestaat. Ik heb dus aan de koepel gevraagd om dit uit te werken. Hoe ze de zaak organiseren is mij om het even. Nogmaals, het is niet de bedoeling om een toeleiding te geven naar de activiteiten van het Festival van Vlaanderen in het centrum van de stad, wel om culturele activiteiten op touw te zetten in de rand, de Vlaamse rand en de Brusselse rand.
Ik zal het straks over het budget hebben, maar ik merk al op dat dit extra middelen zijn ten opzichte van initiatieven die ook in het zuiden geactiveerd blijven. Vroeger was alles gecentraliseerd om en rond Gaasbeek. Heel ruim beschouwd ging het om de zuidkant tot de westkant van Brussel. Veel andere activiteiten waren er in dat perspectief niet. Nu wil ik twee polen hebben: de noordkant en de zuidkant van Brussel. Vandaar dat we het hebben over?De rand ontmoet de rand´. Zo kan Neerpede een stuk van Dilbeek ontmoeten, ik denk ook aan bepaalde kernen zoals Jette of Sint-Agatha-Berchem die naar de overkant gaan, of aan een activiteit in de Plantentuin van Meise die wordt gelinkt aan een activiteit in Laken, of aan Koningslo met zijn prachtige plekken, of aan Machelen dat wordt gelinkt aan Neder-Over-Heembeek en Haren. Dit zijn niet toevallig plekken aan de Brusselse kant waar nogal wat Vlamingen wonen en waar nog nooit echt een link werd gelegd over de grens met de Vlamingen onderling. Het lijkt me heel boeiend om dat te doen en dit komt bovenop de investeringen die we in het zuiden willen behouden.
Met deze doelstelling trachtte ik in 2007 de vernieuwing van het bestaande Bruegelproject te realiseren. Het is belangrijk dat de uitstraling van de Vlaamse rand en het Vlaamse karakter ervan worden versterkt. Een culturele investering kan hier toe bijdragen en is zelfs essentieel. Het is daarbij van cruciaal belang dat de vele actoren in de Vlaamse rand rond Brussel zo breed mogelijk worden betrokken en bereikt.
In het verleden vertrok het Bruegelproject voornamelijk vanuit een specifieke locatie, namelijk het kasteel van Gaasbeek. Vanuit het kasteel van Gaasbeek zullen er voortaan ook meer activiteiten gebeuren. Ik wil die meer opentrekken, meteen ook een essentieel aspect in het vernieuwde concept dat vanaf 2008 zal worden gerealiseerd. Het vernieuwde project zal zich op verschillende locaties ontwikkelen en zich uitstrekken over de periode half juli tot half september. Ik wil er een project van maken waar cultuur sterk gekoppeld wordt aan gezinsactiviteiten met wandel- en fietstochten. Ik zal extra middelen op het budget voor Sport vrijmaken.
Daarnaast stel ik vast dat de gemeenten, de woonkernen, dorpen en wijken in de rand rond Brussel veelal niet gekend zijn door de mensen die in gemeenten en dorpen wonen binnen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, maar grenzend aan de Vlaamse rand. Er is nog nooit een institutionele uitwisseling geweest. Nochtans zijn sommige dorpen erg met elkaar verbonden, bijvoorbeeld Diegem en Haren. Er zijn schitterende plekjes in die streken. Maar ik durf te stellen dat er in Brussel bijzonder weinig aandacht is voor die rand. Van Anderlecht tot Evere zijn er weinig activiteiten behalve dan verbranden, opslagen en storten.
Daarom wil ik met dit project bij wijze van spreken de?muurtjes slopen´ en deze aan elkaar grenzende dorpen met elkaar in contact brengen, en dit vanuit een sterke Vlaamse culturele invulling die de brede bevolking aanspreekt. Het nieuwe concept richt zich daarom ook heel duidelijk op de bewoners van deze woonkernen. Er wordt veel aandacht besteed aan de uitstraling van deze mooie streek, maar ook aan de normale maar vaak wat weggedeemsterde relaties. Het nieuwe concept zal deze relaties en allerlei samenwerkingsverbanden stimuleren, soms herstellen en vaak nieuwe adem inblazen.
Ik voorzie voor deze aanpak in 2008 in een totaalbudget van 450.000 euro, specifiek voor de versterking van het Vlaamse karakter en de Vlaamse uitstraling van de rand. De ontwikkeling van een aantal van deze projecten heb ik toevertrouwd aan het Festival van Vlaanderen. Deze organisatie is al vele jaren en met succes de pionier van wervende participatieve projecten. Dorp op Stap is hiervan een mooie illustratie.
Met dit nieuwe project hoop ik dat deze sterke organisatie op drie niveaus tegelijk zal werken: culturele en sportieve evenementen voor een heel brede doelgroep organiseren, de samenwerking stimuleren tussen actoren die zich momenteel in het veld bevinden en nu al heel wat moois realiseren en heel wat lokale uitwisselingen realiseren tussen verenigingen en dorpen in randgemeenten van de Vlaamse rand en Brussel.
Het Festival van Vlaanderen Brussel overschrijdt hiermee haar eigen territorium, maar doet dat uiteraard in overleg met het Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant. Bovendien wordt ook intensief met de andere culturele spelers in de regio samengewerkt.
Deze 450.000 euro betekent meer dan een verdubbeling van de middelen die in 2007 voor het Bruegelproject zijn ingezet. De editie 2007 was om allerlei redenen, onder meer de ziekte van een van de drijvende krachten, een beperkte uitvoering, waarbij deze nieuwe aanpak nog niet werd geoperationaliseerd. Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat er extra´ s moeten worden ingezet en een nieuwe dynamiek moet worden gegeven. De heer Guido Vereecke is hiervoor vrijgesteld en ondersteunt de projecten in bijvoorbeeld Pepingen en Edingen die in het verleden geen ondersteuning kregen. Er zijn absoluut nog meer mogelijkheden want het programma staat nog niet helemaal op punt. De heer Vereecke wordt, op eigen vraag, ook gelinkt aan het kasteel van Gaasbeek. Het kasteel wordt gerenoveerd en de dotatie wordt fors verhoogd. De directie is dynamisch en heeft visie. De heer Vereecke gaat mee nieuwe projecten opzetten en de bestaande projecten ondersteunen.
U merkt dat een vernieuwd, uitdagend concept en een krachtige operationele partner veel energie kunnen veroorzaken. Ik ben daarom heel hoopvol gestemd dat dit project, als een geheel van diverse evenementen en gericht naar brede doelgroepen, erin zal slagen om met veel elan en slagkracht de verschillende doelstellingen te bereiken. Met dit antwoord wilde ik u informeren maar ook enthousiast maken voor dit vernieuwde project. Ik wil daarbij bevestigen dat de stevig aangegroeide middelen die ik inzet voor culturele en sportieve projecten in de rand, heel expliciet zullen worden aangewend voor de uitstraling van de Vlaamse gordel en de ondersteuning van het Vlaamse karakter, nog meer dan voorheen. Dat maakt ons wellicht allebei gelukkig.
Er zijn weinig projecten waar ik zoveel over heb gepraat als het Bruegelproject, zowel bij de start als bij de omvorming. In 2006 toen de vzw?de Rand´ heel uitdrukkelijk afstand wou nemen van het departement en van het beleidsdomein Cultuur en men heel uitdrukkelijk de overgang wou maken, hebben we heel veel gepraat over de bedoeling en de verhoudingen. Ik had een beetje schrik dat het een te gesloten geheel zou kunnen worden, maar dit wordt goed in het oog gehouden door minister Vandenbroucke. Die bezorgdheid is dan ook weg. We hebben toen ook over de evaluatie van het Bruegelproject gesproken.
In 2004 heb ik gepoogd te remediëren aan de scheefgegroeide situatie tussen 2002 en 2004 waar de problemen eigenlijk hoofdzakelijk op het terrein zijn ontstaan. U weet ook dat we op het vlak van personeel wat problemen hebben gehad. Ik steek niet onder stoelen of banken dat het vaak om mensen ging die ik heel goed kende en erg waardeerde als persoon. Het is echter niet altijd gelopen zoals we wilden. Ik wil nu absoluut gebruikmaken van de creativiteit van Guido Vereecke om in de zuidkant of de zuidwestkant een vernieuwde werking mogelijk te maken die toch fors hoger is dan wat we hebben gehad. Het is zeker ook mijn bedoeling om andere domeinen te bereiken en het Bruegelproject open te trekken of het project cultuur Vlaamse rand open te trekken naar de hele Vlaamse rand. De rand bestaat immers niet alleen uit de zes faciliteitengemeenten. We moeten samenwerking proberen te realiseren.
Ik heb ooit een masterplan opgemaakt om een groot cultureel project op te zetten in Vlaams-Brabant waarbij een intendant zou worden aangesteld om een heus samenwerkingsproject te realiseren. Ook de groene plekken zoals Gaasbeek, Meise, Strombeek en Dilbeek waren daarbij betrokken. Dat is er echter allemaal niet van gekomen. Er zijn ook de provincie, de vzw?de Rand´ en het vroegere AMINAL waarmee rekening moest worden gehouden. Ik probeer nu vanuit het departement Cultuur echt in te zetten daar waar ik dat rechtstreeks kan, met vernieuwde krachten en middelen. Ik heb het gevoel dat het een nieuwe start betekent en zeker geen afbouw. Er wordt net zuurstof gegeven aan wat nog overschoot van de oorspronkelijke ideeën en idealen van het Bruegelproject.
De voorzitter: De heer Demesmaeker heeft het woord.
De heer Mark Demesmaeker: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw diepgaand antwoord. Het stelt me enigszins gerust. Als dit een nieuwe start betekent en zuurstof geeft, dan ben ik daar blij om. We moeten het een kans geven en afwachten wat dit in de praktijk brengt. De verhoging van de budgetten juich ik toe. Ik maak me wel de bedenking dat er toch wordt afgestapt van het oorspronkelijke idee om vooral te focussen op de groene domeinen.
Minister Bert Anciaux: In 2004 bestond dat niet meer, met uitzondering van Gaasbeek.
De heer Mark Demesmaeker: Dat was wel het oorspronkelijke idee, waar nu voor een deel van wordt afgestapt.
Dit verdient zeker een kans en ik wens u alle succes toe. Ik vind wel dat de nadruk moet blijven liggen op het Vlaamse karakter van de rand. Ik heb er niet meteen problemen mee dat er samenwerkingsverbanden met de rand van Brussel worden afgesloten, maar we moeten ervoor oppassen dat er geen middelen naar Brussel worden afgeleid. Er wordt al veel ge?nvesteerd in Brussel, en terecht. Maar het Bruegelproject is bedoeld voor de toeristische en culturele uitstraling van de Vlaamse rand.
Minister Bert Anciaux: Eigenlijk zorg ik voor de inperking van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De uitbreiding van de Vlaamse rand zorgt ook voor een betere interactie tussen Brussel en de rest van Vlaanderen.
De voorzitter: De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
De heer Luk Van Nieuwenhuysen: Ik heb niet het hele antwoord van de minister gehoord, want ik moest in een andere commissie een vraag over de Vlaamse rand stellen. Een tweetal weken geleden heb ik minister Vandenbroucke een vraag over het Bruegelproject gesteld omdat ik de indruk had dat de mensen van de vzw?de Rand´ niet zo gelukkig zijn met het wegtrekken van het Bruegelproject. Ik vrees dat het wegvallen van vzw?de Rand´ zal leiden tot te weinig co?rdinatie op het vlak van de domeinen cultuur en groen, en ook dat de doelstellingen zullen verwateren. Uit het gedeelte van uw antwoord dat ik heb kunnen beluisteren, heb ik toch menen te verstaan dat er een nieuwe dynamiek is ontstaan en dat het Bruegelproject, dat de laatste jaren wat slabakte, opnieuw op de sporen komt te staan.
Ik zal in elk geval uw antwoord grondig nalezen en deze zaak verder opvolgen. Ik wil alvast nog een vraag stellen, want ze is misschien nog niet beantwoord: hebt u de bedoeling om in het kader van het Bruegelproject nog meer groengebieden aan te kopen als de kans zich voordoet? Of beperkt u zich gewoon tot de consolidatie van datgene wat er is?
Minister Bert Anciaux: De middelen waarover ik in het kader van het Bruegelproject beschik, zijn nooit gebruikt voor de aankoop van groene zones. Die middelen stonden op een andere begroting ingeschreven. Indertijd heeft het toenmalig minister Dua en mezelf veel bloed, zweet en tranen gekost om een aantal gebieden aan te kopen. Dat is al een tijdje geleden gebeurd. Ik merk eveneens dat deze zaak is stilgevallen. Ik ben bereid om dat samen met de ministers Vandenbroucke en Crevits nog eens te bekijken. Het is me een beetje ontgaan omdat ik niet langer verantwoordelijk ben voor de Vlaamse rand, maar ik zal het opvolgen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.