Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 12/02/2008
Vraag om uitleg van de heer Koen Van den Heuvel tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de aansturing van de verkeersstroom bij wegwerkzaamheden
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag sluit enigszins aan bij de voorgaande, maar is meer toegespitst op de omleidingswegen. Deze Vlaamse Regering maakt werk van een dynamische bewegwijzering. De jongste jaren is dat een prioriteit, waar ook geld aan wordt besteed.
Wat wegwerkzaamheden betreft, is de webstek www.wegenwerken.be opgericht, om de coördinatie wat te stimuleren, maar ook om informatie te geven aan individuele chauffeurs. Op zich is dat zeker goed, maar het is wellicht niet voldoende. Niet iedereen gaat eerst naar die website om zijn route uit te stippelen. Het komt er dus op aan op het terrein zelf, waar de wegwerkzaamheden plaatsvinden, de gepaste informatie te geven.
Uit een vergelijking met de buurlanden blijkt ook hier dat we in ons land een extra inspanning moeten doen op het vlak van de dynamische bewegwijzering op omleidingwegen. Chauffeurs vinden het natuurlijk vervelend dat ze worden geconfronteerd met een omleiding, maar het leed kan worden verzacht door heel duidelijk een alternatieve route aan te geven. Het ter beschikking stellen van de gepaste informatie, bijvoorbeeld over hoe lang die route duurt en hoe vlot ze verloopt, zou natuurlijk een extra stimulans geven om die route te volgen.
Ik stel die vraag omdat uit diverse krantenartikels blijkt dat, door het bestaan van de gps, chauffeurs het niet meer zo nauw nemen met de omleidingsborden. Dat blijkt ook uit een kleine enquête die ik bij lokale besturen heb gedaan. De gps geeft immers gemakkelijk een eigen omleiding aan. Chauffeurs denken dat hun gps slimmer is dan de officiële omleidingsborden, of alleszins dat de route sneller zal zijn, en wijken af van de officiële route.
De minister heeft gezegd dat er een extra inspanning zal worden gedaan voor de regio Antwerpen, met de grote werkzaamheden die daar plaatsvinden, met de Werf van de Eeuw. Daar zal enorm worden geïnvesteerd in gepaste, accurate, snelle en duidelijke omleidingen. Die moeten dan ook worden gevolgd. Als daar chauffeurs massaal gebruik gaan maken van hun gps en de officiële omleidingswegen niet gebruiken, dan zal het verkeer allicht nog meer in de soep draaien dan wellicht nu al het geval is.
Het is echt heel belangrijk dat de omleidingswegen heel duidelijk worden aangeduid. Zowel kaartenmakers als gps-operatoren bieden daar middelen voor. Technologische ontwikkelingen geven steeds meer mogelijkheden voor het updaten van informatie. TomTom heeft bijvoorbeeld Map Share, dat snel informatie kan geven over de actuele toestand op het wegennet in Vlaanderen.
Het is absoluut belangrijk dat de overheid dit op de voet volgt en de gps-operatoren voortstuwt en voldoende informatie geeft, om de officiële omleidingswegen, zeker bij grote wegenwerken, zo veel mogelijk te laten volgen, want anders verzeilen vrachtwagens in straten waar ze niet moeten zijn. Vandaag stond in de krant dat ook Infrabel er last van heeft, want het aantal gevallen van trucks die spooroverwegen kapot rijden, neemt drastisch toe.
Mevrouw de minister, zeker bij omleidingen is dynamische bewegwijzering bijzonder belangrijk. Chauffeurs worden al onrustig of gestresseerd, dus het is nodig om daar het nodige comfort aan te geven en een comparatief voordeel in te bouwen in de officiële omleidingswegen, omdat de bestuurders dan weten hoe lang het zal duren en ze niet overwegen om het gps-alternatief te nemen.
De producenten en operatoren van navigatiesystemen en de kaartenmakers zijn eigenlijk ook vragende partij om zo veel mogelijk informatie in te winnen over omleidingswegen. Mevrouw de minister, ziet u het zitten om deze operatoren in te schakelen? Bent u bereid om contact op te nemen? Hebt u al proactief actie ondernomen? Wat zijn de resultaten van die eventuele gesprekken?
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, als contact wordt opgenomen met bepaalde producenten van navigatiesystemen, moet men ook oog hebben voor het grotere plaatje. Men moet hen niet alleen betrekken bij initiatieven voor de dynamische aansturing van verkeersstromen, maar ook nagaan - zoals in het verleden in deze commissie al aan bod kwam - hoe we kunnen verhinderen dat bepaalde routes worden genomen.
Bij wegenwerken kunnen we nagaan hoe het verkeer best zou rijden. Maar in eerste instantie moeten we ervoor zorgen dat bepaalde routes, die ook zonder wegenwerken al als sluipweg worden genomen, kunnen worden vermeden. Ik sta positief tegenover het contacteren van de producenten van navigatiesystemen, want zij zijn goed geplaatst om mee samen te werken, om ervoor te zorgen dat we de mobiliteit op een bepaalde manier kunnen regelen.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Ik verneem dat deze vraag ook al aan minister Van Brempt werd gesteld.
De heer Koen Van den Heuvel: De bijvraag die de heer Deckmyn stelt, heb ik inderdaad al in oktober aan minister Van Brempt gesteld. De vraag nu gaat specifiek over wegwerkzaamheden.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer Van den Heuvel, bij het uitvoeren van wegwerkzaamheden gaat bijzonder veel aandacht naar het beperken van de duur en de omvang van de verkeershinder. Bovendien proberen we ervoor te zorgen dat er een omleidingsweg is die duidelijk bewegwijzerd is. Dat geldt ook voor werken op autosnelwegen. Daar wordt aan de weggebruikers vandaag al een alternatieve reisroute aangeboden, indien mogelijk via de dynamische informatieborden, zeker als die ingeplant zijn voor belangrijke verkeersknooppunten.
Op korte afstand wordt een alternatief aangeboden van een afrit tot een volgende oprit, via niet-autosnelwegen. Hetzelfde alternatief wordt ook aangeboden bij incidenten op de autosnelweg. Het gaat over de zogenaamde calamiteitenroutes, die zelfs permanent - bijvoorbeeld in de regio Gent - bewegwijzerd zijn in gecodeerde vorm. Als men deze calamiteitenroutes wil inschakelen, moet enkel een bord met de nodige startinformatie zichtbaar worden gemaakt. De verkeerslichten op deze calamiteitenroutes zijn voorzien van een aangepaste cyclus, die vanop afstand geactiveerd kan worden en die dan de doorgang van het verkeer op de calamiteitenroute bevoordeelt ten opzichte van het verkeer op andere wegen en dus die andere wegen minder aantrekkelijk maakt voor weggebruikers. Bovendien geeft het Vlaams Verkeerscentrum, via diverse kanalen, voortdurend informatie over de verkeersafwikkeling op het volledige wegennet.
Op de plaatsen waar er al een rijstrooksignalering bestaat, worden de aanduidingen ervan afgestemd op de eventuele signalisatie van wegwerkzaamheden in de omgeving. Zo nodig worden beide tot een geheel geïntegreerd, om de veiligheid te verhogen.
Het is absoluut de bedoeling om de dynamische bewegwijzering zo goed mogelijk te implementeren bij wegwerkzaamheden, voor zover dat vandaag nog niet op voldoende wijze zou gebeuren.
Voor de gps zitten we met een aantal problemen. Navigatiesystemen werken met een wegennetwerk, aangeleverd door kaartenmakers, en software die zelf een route zoekt over dat netwerk. Het is dus bijzonder moeilijk om zomaar een omleidingsweg te implementeren als de te volgen route. De routeplanner zal deze omleiding pas gebruiken als ze ook de kortste/snelste is van alle mogelijke alternatieven. Dat is specifiek aan de kaartzoeksystemen: ze zijn eigenlijk niet gemaakt om zich te laten leiden door een overheid, maar zoeken zelf op het wegennetwerk wat de meest ideale route is.
Informatie over wegenwerken wordt niet specifiek doorgegeven aan kaartenmakers en producenten van navigatiesystemen, omdat het dynamische informatie is over het wegennetwerk. We hebben ook vastgesteld dat er een relatief groot tijdsverloop is tussen het doorgeven van informatie aan een kaartenmaker en de effectieve implementatie ervan bij de eindgebruiker. Dat betekent dat het maar zinvol zou zijn om die informatie door te geven voor werken die over zeer lange tijd een impact zullen hebben op de verkeerssituatie en de wegenwerken eigenlijk een soort stabiliteit creëren voor een heel lange periode.
De meeste vandaag geïnstalleerde navigatiesystemen zijn niet dynamisch en werken op basis van een vaste informatiedrager. Dat betekent dat communicatie door de gps-leverancier in die gevallen niet mogelijk is. Bepaalde navigatiesystemen hebben intussen wel een TMC-ontvanger. TMC staat voor Traffic Message Channel en zorgt ervoor dat via de radio actuele verkeersinformatie onder gecodeerde vorm wordt uitgezonden. De informatie over wegenwerken die het verkeerscentrum mee opneemt in de verkeersberichten, wordt tevens continu via TMC uitgezonden. Dat is heel dynamisch. Op deze manier worden de navigatiesystemen van weggebruikers wel bereikt, en zij kunnen hiermee rekening houden bij berekeningen of herberekeningen van routes.
Het blijft een feit dat de Vlaamse overheid niet rechtstreeks vat heeft op privé-bedrijven die systemen voor routegeleiding op de markt brengen. De moeilijkheid blijft ook dat die systemen net gebouwd zijn om zelf een route te zoeken. De systemen met TMC-informatie kunnen de route met wegenwerken op een of andere manier penaliseren zodat de gebruiker die route niet meer neemt. Maar in het Vlaamse wegennet zijn er meestal verschillende alternatieve routes mogelijk. De routeplanner zal pas uitkomen bij de officiële omleiding als dat op dat moment de kortste of snelste route is.
Ik vat nog even samen. Er is een groot tijdsverloop tussen het moment van informatie verstrekken en het moment van implementeren. Enkel heel lange werkzaamheden komen daardoor in aanmerking. Alle informatie over korte wegenwerken gaat via het TMC-systeem, maar er is geen garantie dat dan de route van de officiële omleiding wordt genomen. Het systeem berekent zelf de snelste route.
De heer Koen Van den Heuvel: Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Het laatste probleem dat u aanhaalt, is een fundamenteel probleem van de snelste of kortste route. Dat hebben we ook al eens besproken met minister Van Brempt. Sommige routeplanners hebben ook een 'maatschappelijk verantwoorde' route. Die derde keuze zouden wij vanuit de overheid moeten kunnen aanmoedigen, zodat men niet enkel kiest voor de kortste of snelste route door kleine straatjes, schoolomgevingen of dorpskernen.
U zegt dat er een lange periode zit tussen het moment van doorgeven en het laten implementeren. Daarvoor bestaan volgens mij nu technologische middeltjes. De statische gps-systemen zijn wellicht nog in de meerderheid. Maar er zijn ook professionele gebruikers, die vaak op de baan zijn. Zij hebben vaak gesofisticeerde systemen die ze wekelijks kunnen updaten via internet. Dat is nu nog maar een klein segment van de gps-markt, maar het zal waarschijnlijk stijgen in de toekomst. Dat geldt zeker voor de doelgroep: zij die het meest baat hebben bij de informatie, namelijk degenen die de meeste kilometers vreten. Daarom wil ik u nog eens aanmoedigen om dat pad niet links te laten liggen.
De heer Johan Deckmyn: Mijn opmerkingen zijn misschien meer bestemd voor minister Van Brempt, maar ik wil ze toch even zeggen. U zegt dat we geen vat kunnen hebben op privé-bedrijven. Dat begrijp ik uiteraard. Er zijn, zoals u aangeeft, nu al veel TMC-systemen. Kunnen we er bij grote werken geen rekening mee houden welke routes de gps-systemen zullen voorstellen? Dat kun je wel inschatten. Als je op die punten het verkeer afleidt, beperk je toch al het potentiële gevaar van alternatieve routes.
In de toekomst zullen we steeds meer evolueren naar onlinesystemen. Daarom zijn de contacten met de producenten van die systemen erg belangrijk, zodat we op problemen kunnen anticiperen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.