Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie Vergadering van 29/01/2008
Vraag om uitleg van mevrouw Els Robeyns tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over de mondelinge stemming tijdens gemeenteraden
De voorzitter: Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns: Mijnheer de minister, artikel 35 van het Gemeentedecreet regelt de wijze van stemmen tijdens de gemeenteraad. Met betrekking tot de mondelinge stemming kunnen er in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad regelingen worden ingevoerd die gelijkwaardig zijn met de mondelinge stemming, zoals mechanisch uitgebrachte naamstemming, stemming bij zitten en opstaan of bij handopsteking. Nog volgens artikel 35 wordt er mondeling gestemd telkens als een derde van de aanwezige leden hierom verzoekt.
Mijnheer de minister, graag vernam ik of er situaties bekend zijn waarbij de voorzitter van de gemeenteraad weigerde om tot de mondelinge stemming over te gaan, ondanks het verzoek van een derde van de aanwezige leden, op basis van in het huishoudelijk reglement bepaalde regelingen met betrekking tot de stemming.
Als dat het geval was, hebben die situaties dan geleid tot klachten bij de minister of tot klachten bij andere instanties? En als dat zo is, welk gevolg werd er dan aan verleend? Wat waren de gevolgen ten aanzien van de genomen raadsbeslissingen?
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, het Gemeentedecreet bepaalt in artikel 35 de wijze waarop de stemmingen in de gemeenteraad verlopen. Het principe in paragraaf 3 van artikel 35 is dat de leden van de gemeenteraad mondeling stemmen, behoudens enkele uitzonderingen die zijn opgenomen in paragraaf 2. Deze regeling bestond al onder het stelsel van de vroegere Gemeentewet. Artikel 100 van de Nieuwe Gemeentewet bevatte al het principe dat de stemming mondeling verloopt.
In datzelfde artikel 100 van de Nieuwe Gemeentewet werd eveneens gesteld dat het reglement van orde een regeling kon invoeren die gelijkwaardig is met een mondelinge stemming, zoals een mechanisch uitgebrachte naamstemming en de stemming bij zitten en opstaan, of bij handopsteking. Ook deze regeling werd in artikel 35, paragraaf 3 van het Gemeentedecreet behouden.
Het huishoudelijk reglement kan een regeling invoeren die gelijkwaardig is met een mondelinge stemming. Ik heb de drie voorbeelden aangegeven behoudens de mondelinge stemming. Ongetwijfeld ligt deze continuïteit in de regelgeving mee aan de basis van het feit dat zich op dat vlak weinig problemen voordoen. Er zijn op dit ogenblik geen situaties bekend waarbij ik als toezichthoudend minister op de handelingen van gemeenteraden geconfronteerd ben met klachten hieromtrent. Ik heb er nooit enige klacht over ontvangen. In de praktijk verloopt dat blijkbaar probleemloos.
De voorzitter: Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns: Het antwoord van de minister is duidelijk en ik dank hem daarvoor.
De voorzitter: Het incident is gesloten.