Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 27/02/2008
Vraag om uitleg van de heer Patrick De Klerck tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de energiewetgeving
De voorzitter: De heer De Klerck heeft het woord.
De heer Patrick De Klerck: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, het tot stand komen van de energiewetgeving heeft heel wat voeten in de aarde gehad. In het kader van de energiewetgeving is op Europees niveau het volgende beslist omtrent de energieprestaties in openbare gebouwen:?Alle openbare gebouwen met een oppervlakte groter dan 1000 m² waarin overheidsdiensten- en instellingen gevestigd zijn, die overheidsdiensten verstrekken en door het publiek bezocht worden, moeten een doorlichting ondergaan inzake energieprestaties.
Die doorlichting resulteert in een energieprestatiecertificaat (EPC) dat op een zichtbare plaats moet worden opgehangen in het betreffende gebouw. Het certificaat bevat informatie over de energieprestatie van het gebouw. De maatregel werd getroffen met het oog op een nuttig maar matig gebruik van energie in Vlaanderen. Daarnaast informeert het certificaat ook over de energiebesparende investeringen die op korte termijn terugverdienbaar zijn.
Er is besloten dat het plaatsen van dit certificaat ten laatste moet gebeuren voor 4 januari 2009. Die datum is niet meer veraf, en aangezien de Vlaamse richtlijn een doorlichting gedurende een periode van een jaar oplegt, moest men ten laatste op 4 januari van dit jaar begonnen zijn met de doorlichting.
Mevrouw de minister, in welke mate is de doorlichting al gebeurd in de Vlaamse gemeenten? Kan de einddatum eventueel uitgesteld worden? Indien de einddatum niet gehaald wordt, welke maatregelen zullen dan getroffen worden?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer De Klerck, zoals u weet, moet het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen uiterlijk op 1 januari 2009 op een voor het publiek zichtbare plaats worden opgehangen. Het energieprestatiecertificaat zal een kengetal bevatten dat gebaseerd is op een gemeten jaarlijks energieverbruik.
Om uiterlijk op 1 januari 2009 over het energieprestatiecertificaat te kunnen beschikken, moesten de gemeenten in de loop van december 2007 de startwaarden van de meterstanden voor elektriciteit, gas en stookolie noteren. In de loop van 2008 kan dan de energieaudit worden uitgevoerd. Een jaar na het opmeten van de startwaarden, dus uiterlijk in december 2008, dienen de eindwaarden van de meterstanden te worden genoteerd. Op dat moment kan de energiedeskundige de verzamelde gegevens, met name de startwaarden, de eindwaarden en de antwoorden op de vragen van de energieaudit, in een webapplicatie inbrengen, waarna hij het energieprestatiecertificaat zal ontvangen. Het is dus nog te vroeg om al een indicatie te geven van de gemeenten die een doorlichting hebben uitgevoerd.
De Europese richtlijn betreffende de energieprestaties van gebouwen moet uiterlijk op 4 januari 2009 omgezet zijn. De Vlaamse wetgeving stelt dat het certificaat op 1 januari 2009 moet worden ophangen. We naderen met andere woorden de deadline, en dus kunnen we de einddatum onmogelijk verschuiven. Het is praktisch echter nog perfect haalbaar om het certificaat in de gemeenten op te hangen. Het is dan ook de bedoeling het nog dit jaar op te lossen.
U vroeg ook wat er gebeurt als de datum niet gehaald wordt, maar ik vind het te vroeg om daar nu al grote uitspraken over te doen. Ik heb immers gemerkt dat de gemeenten en andere publieke organisaties volop bezig zijn met de voorbereiding van de invoering van het certificaat. Zij hebben nog bijna een jaar de tijd om een certificaat op te maken. Gelet op de voorbeeldfunctie die de publieke organisaties hebben, ga ik ervan uit dat zij al het mogelijke doen om tijdig het energieprestatiecertificaat op te maken en op te hangen. Mochten we echter vaststellen dat er over enkele maanden nog problemen of knelpunten zijn, zal ik de gemeenten daar in een aanvullende communicatie nog eens op wijzen. Maar zoals de zaken er nu voor staan, is het perfect mogelijk om de streefdatum te halen.
De voorzitter: De heer De Klerck heeft het woord.
De heer Patrick De Klerck: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Er zitten inderdaad heel wat goede leerlingen in de klas. Daar zit het probleem niet. Het mogelijke probleem zit bij de gemeenten die daar nog niet mee bezig zijn. Ik betreur dat er nog geen overzicht is van wat er al gebeurd is. Ik begrijp dat het niet zo eenvoudig is om al die zaken op te vragen, maar ik wil er toch op wijzen dat dit van nabij dient te worden opgevolgd, precies om problemen te vermijden.
Een zuinig energiebeleid is een belangrijk beleidselement. De meeste gemeenten willen daar ook aan meewerken. Ik heb echter de indruk dat een aantal gemeenten nog een beetje achteroplopen. Ik laat die gemeenten het voordeel van de twijfel en houd het voorlopig bij mijn vraag om alles van dichtbij op te volgen. Een bijkomende communicatie vanuit uw kabinet of vanuit de VVSG kan inderdaad zinvol zijn om nog eens te wijzen op het belang van de certificaten.
Minister Hilde Crevits: Uw suggestie om even te overleggen met de VVSG lijkt me zinvol. De VVSG heeft voorlopig nog geen problemen gesignaleerd. Vorig jaar is hier ook al uitgebreid over gecommuniceerd. Ik was toen zelf nog schepen van Energie, dus ik heb dat van dichtbij meegemaakt.
Ik zal mijn kabinet in elk geval contact laten opnemen met de VVSG. Indien we vaststellen dat er problemen zijn, zullen we vanuit de administratie nog een brief laten vertrekken naar de gemeenten met aanvullende informatie. Er bestaat overigens al een informatiepunt voor de gemeenten, maar als het nodig blijkt, zullen we daar nog eens bijkomend over communiceren.
De voorzitter: Het incident is gesloten.