Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 12/02/2008
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de evaluatie van de uitbreiding van het weekendtarief voor elektriciteit
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de Vlaamse Regering heeft op 18 november 2005 een besluit goedgekeurd waardoor het nachttarief ook in het weekend geldt voor de gezinnen met een tweevoudige uurmeter. Dat weekendtarief werd ingevoerd met zowel een sociale, economische als ecologische doelstelling. De federale overheid moest de nodige tarifaire aspecten regelen. Ondertussen is het weekendtarief in werking getreden op 1 januari 2007.
Bij de aankondiging van het weekendtarief reageerden de elektriciteitsleveranciers met een geplande prijsverhoging van het dagtarief van 5 tot 15 percent, om het vermoedelijke inkomstenverlies van ongeveer 100 miljoen euro te compenseren. Dat betekende dat alleen wie minstens 30 percent van zijn dagverbruik zou kunnen overhevelen naar het weekend, zou besparen. De vraag is of bedrijven en gezinnen daar effectief toe in staat zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan kmo's, waar de activiteiten deels of geheel stilgelegd worden in het weekend. Die verschuiving is dus moeilijk. Voor de gezinnen en bedrijven die de 30 percent niet halen, zou de maatregel gewoon een prijsverhoging betekenen.
- Mevrouw Annick De Ridder treedt als waarnemend voorzitter op.
De VREG rapporteerde dat een tariefverhoging onvermijdelijk zou zijn en het effect van de maatregel dus te verwaarlozen is. Ook stelde de VREG dat slechts 5 tot 10 percent van het gezinsverbruik in piekuren in aanmerking komt om verschoven te worden naar de daluren. Op het totale stroomverbruik, dus gezinnen en bedrijven samen, zou dat ongeveer 0,5 percent zijn. Dat is in feite een te verwaarlozen percentage.
Mevrouw de minister, uit simulaties van april 2007 bleek dat de maatregel slechts een voordeel opleverde voor de gezinnen die minstens 30 percent van hun totale verbruik konden overhevelen naar het weekend- en nachttarief. Het weekendtarief is ruim een jaar van toepassing. Het moment is gekomen om een eerste evaluatie te maken.
Mevrouw de minister, werd het weekendtarief al geëvalueerd? Zo ja, wat waren de conclusies van deze eerste evaluatie? Zo nee, is er een evaluatie gepland en wanneer?
In welke mate wordt de sociale, economische en ecologische doelstelling effectief ingevuld? Kunt u dat nader toelichten? In welke mate verlegden de gezinnen met een tweevoudige uurmeter - ongeveer 40 percent van de gezinnen - en bedrijven hun dagverbruik naar nacht- en weekendverbruik? Kunt u hier een evolutie in aantonen?
Het tarifaire aspect is een federale bevoegdheid, maar onontbeerlijk voor de evaluatie van het weekendtarief. Welke tarifaire impact had deze maatregel op het dagtarief van de tweevoudige uurmeter en op het tarief van de enkelvoudige uurmeter? Kunt u daar een evolutie van aantonen? In welke mate doen de gezinnen en de bedrijven uiteindelijk een voordeel met de invoering van het weekendtarief? Welk percentage van de gezinnen en bedrijven doet effectief een voordeel ten opzichte van de vorige situatie?
Mevrouw de minister, zult u op basis van een evaluatie en feiten nieuwe initiatieven nemen of iets veranderen aan de huidige regeling van het weekendtarief?
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer Decaluwe, ik ben het eens met uw analyse. Als men ziet dat de reactie van de elektriciteitsleveranciers is dat ze het dagtarief verhogen om de compensatie tot stand te brengen voor het inkomstenverlies dat ze hebben door de maatregel, moeten we opletten dat het niet gewoon een vestzak-broekzakoperatie is.
Mevrouw de minister, heeft de evaluatie al plaatsgevonden? Dringt een herziening zich niet op, als we vaststellen dat de burger hierdoor niet minder betaalt voor zijn elektriciteits- en gasfactuur?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer Decaluwe, het weekendtarief is op vandaag nog niet geëvalueerd, noch in Vlaanderen, noch federaal, noch in de andere gewesten. Het werd pas ingevoerd op 1 januari 2007, dus het is ook een beetje logisch dat het nog niet geëvalueerd is. Ik vrees dat, als we nu al evalueren, we tot voorbarige vaststellingen en conclusies zouden komen. Als de aanleiding er is, zal ik de VREG opdragen een evaluatie over de invoering van het weekendtarief uit te voeren. De evaluatie is gepland, maar het was de bedoeling om te wachten tot volgend jaar, omdat we dan het effect van de maatregel volledig kunnen inschatten.
Ik stel ook vast dat er tot op vandaag bijzonder weinig negatieve opmerkingen of klachten over de invoering van het weekendtarief zijn binnengelopen. Mijnheer Decaluwe, misschien is uw perceptie anders, maar bijzonder weinig klachten hebben daarop betrekking.
Op dit ogenblik heb ik nog geen materiaal om conclusies te trekken. Toch kunnen al enkele indicaties worden opgelijst. De VREG voerde vorige zomer een enquête uit naar het gedrag van gezinnen in Vlaanderen op de elektriciteits- en aardgasmarkt. We zien een sterke stijging van het aantal gezinnen dat over tweevoudig uurtarief beschikt. Dat is een voorwaarde om te kunnen genieten van de voordelen van weekendtarief. Er wordt voorgesteld om te wachten tot volgend jaar voor een evaluatie, omdat we dan pas zullen zien of de gedragsaanpassingen bij de elektriciteitsverbruikers volledig hun effect bereiken.
Mijnheer Decaluwe, u haalt terecht een aantal parameters aan. Een grondige evaluatie zou inderdaad moeten streven naar het toetsen van de sociale, de economische en de ecologische gevolgen van de maatregel. Deze doelstellingen hebben een sterk verschillend karakter. De sociale effecten situeren zich op het vlak van comfortwinst voor de elektriciteitsverbruikers, die nu een ruimere periode krijgen waarin ze bepaalde taken kunnen uitvoeren aan daltarief. De economische doelstelling heeft twee facetten. Enerzijds is er de impact op de individuele elektriciteitsgebruiker van de gedragswijziging en van de prijsaanpassingen die als gevolg van het weekendtarief doorgevoerd werden. Op basis van een prijsanalyse moeten we nagaan wat de effecten zijn. Anderzijds is er een macro-economische dimensie, doordat het verschuiven van verbruik uit de piek- naar de daluren de nood aan bijkomende piekproductiecapaciteit kan uitstellen. Dat is een niet onbelangrijk effect dat meegerekend moet worden. Daardoor zou het mogelijk kunnen worden om een aantal dure investeringen niet te moeten uitvoeren of ze vooruit te schuiven in de tijd. Dat is echter een bijzonder moeilijk in te schatten aspect, dat enkel aan de hand van een diepgravende macro-economische studie getoetst kan worden. Als er een studie gebeurt, zal die een sterk theoretisch karakter hebben.
Het is ook van belang om de ecologische effecten te bekijken. Maar ook die zijn moeilijk becijferbaar, omdat ze eveneens verband houden met de hypothetische evolutie die het productiepark gekend zou hebben mocht het weekendtarief niet ingevoerd zijn.
Voor het tarifaire aspect moet ik bovendien doorverwijzen naar de federale regulator, de CREG, die hiervoor bevoegd is.
Mevrouw De Ridder, het klopt dat de maatregel wordt doorgerekend in de prijs. Het effect waarover u het hebt, kan ik niet ontkennen.
Ik stel voor om een grondige evaluatie te doen, maar pas begin volgend jaar, nadat de maatregel twee jaar heeft gewerkt en aan de hand van de parametersets die ik heb geschetst.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.
Volgend jaar, op basis van de evaluatie, kunnen we grondig debatteren over het al dan niet welslagen van deze maatregel. Als er weinig klachten zijn, rijst natuurlijk de vraag hoe dat komt. Ik denk wel dat het een maatregel is die men kent, maar kan men controleren of er bepaalde effecten zijn? Wie een elektriciteitsfactuur wil analyseren, moet zowat professor in de hogere wiskunde zijn om een perfecte analyse te kunnen maken van de voor- of nadelen van het overschakelen. Er zijn misschien geen klachten, omdat men niet beseft wat er gebeurt door de verschuiving.
Op basis van de studie zullen we volgend jaar wel de kans krijgen om daarover van gedachten te wisselen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.