Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 22/11/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Martine Fournier tot de heer Dirk Van Mechelen, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, over de uitbreiding van de industriezone Cavale Rouge in Halluin (Frankrijk)
De voorzitter: Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier: Mijnheer de minister, ik wil een probleem aankaarten dat al door de heer Decaluwe werd aangekaart in april 2004. Het betreft de uitbreiding van een industriezone aan de Franse grens, meer bepaald in Halluin. Daar is de Communauté Urbaine de Lille, afgekort CUDL, bezig met een uitbreiding met 40 hectare van het industriegebied Cavale Rouge. De impact van deze uitbreiding op de naburige Vlaamse gemeenten is niet miniem. Denk maar aan problemen inzake mobiliteit, waterbekkens en milieuproblemen.
Wat ons, als stad, in dit dossier het meest stoort, is het gebrek aan communicatie en overleg met Frankrijk. Ik denk dat Menen allicht geen alleenstaand geval is en dat het probleem zich situeert in alle grensgemeenten.
Mijnheer de minister, in de beleidsbrief 2006-2007 staat:?In de samenwerking met de Noord-Frankrijkco?rdinator en de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid wordt de Vlaamse co?rdinatie inzake grensoverschrijdende ruimtelijke-ordeningsdossiers gestructureerd en worden maximale inspanningen geleverd om met Noord-Frankrijk een systeem voor planconsultatie op te zetten. Het doel is een Vlaams interbestuurlijk overleg voor de samenwerking met Noord-Frankrijk te formaliseren en een principieel akkoord te krijgen met de Noord-Franse, en eventueel Waalse, partners voor het opzetten van een systeem voor planconsultatie in de grensstreek met Frankrijk.?
Mijnheer de minister, welke daden hebt u in dit dossier al gesteld? Op welke manier houdt u rekening met de mogelijke problemen die in Vlaanderen kunnen ontstaan door een wijziging in de ruimtelijke ordening in het buitenland? Hoever staat het met de uitwerking van het structureel overleg?
De voorzitter: Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen: Mevrouw Fournier, voor ik specifiek antwoord op de vragen over het dossier Cavale Rouge, is het interessant om eens een algemene stand van zaken te schetsen over het structureel overleg tussen Vlaanderen en Noord-Frankrijk.
De Vlaamse Regering heeft, samen met een aantal lokale en regionale betrokken partijen, het initiatief genomen tot de opbouw van een structureel overleg tussen Vlaanderen en Noord-Frankrijk. De Vlaamse minister bevoegd voor het buitenlands beleid, minister Bourgeois, en de Noord-Frankrijkco?rdinator, de West-Vlaamse gouverneur, de heer Paul Breyne, die op 4 maart 2005 door de Vlaamse Regering werd aangeduid, nemen initiatieven om een globale structuur voor samenwerking met Noord-Frankrijk uit te bouwen.
Afhankelijk van de realisatie van die ruimere grensoverschrijdende organisatie Vlaanderen-Noord-Frankrijk, kan de samenwerking inzake ruimtelijke ordening hierin worden ge?ntegreerd. De betrokken minister bevoegd voor het buitenlands beleid en de co?rdinator werd een uitgebreid dossier bezorgd waarin een aantal organisatorische aandachtspunten met betrekking tot ruimtelijke ordening werden toegelicht.
Parallel is de noodzaak aangevoeld om het gezamenlijke optreden van de Vlaamse partners ten opzichte van Noord-Frankrijk te versterken. De Vlaamse Regering heeft daarom op 8 september 2006 beslist tot de oprichting van een ambtelijke commissie voor een Vlaams Interbestuurlijk Co?rdinerend Overleg Ruimtelijke Ordening, in het vakjargon de VICORO-commissie genoemd.
Het samenwerkingsconvenant dat nodig is om hieraan uitvoering te geven, werd op 19 juli 2007 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Na de medeondertekeningsprocedure kan de VICORO-commissie van start gaan. Tot het mandaat van VICORO behoort het bereiken van een maximale co?rdinatie tussen de verschillende Vlaamse bestuursniveaus inzake ambtelijke adviesverlening op ruimtelijk relevante beleidsinitiatieven die komen vanuit de Noord-Franse grensregio.
Binnen de samenwerking met Noord-Frankrijk is het opzetten van een afsprakenkader inzake planconsultatie een belangrijk aandachtspunt. Het departement Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed (RWO) heeft in het kader van de werkzaamheden van de Frans-Belgische Parlementaire Werkgroep deelgenomen aan een technische werkgroep Ruimtelijke Ordening. Het departement RWO heeft samen met de betrokken Franse en Waalse administraties een routeplan uitgewerkt voor de opmaak van een afsprakenkader inzake planconsultatie. De verdere uitvoering van dat routeplan zal in samenwerking met de andere bestuursniveaus worden aangevat vanuit het samenwerkingskader van VICORO. De betrokken administraties aan weerszijden van de grens organiseren hierop vooruitlopend op 11 december 2007 een technische kennisuitwisselingsdag.
U merkt dat er heel wat initiatieven lopen om het structurele overleg met Noord-Frankrijk te organiseren, te structuren en in goede banen te leiden. Op die manier kan er iets gecreëerd worden dat ook wel degelijk functioneert. Met betrekking tot interlandelijk overleg hebben we in het verleden immers al wat problemen gekend.
Over het dossier van de Cavale Rouge werd op 14 november, op initiatief van de gouverneur van West-Vlaanderen, overleg gehouden, waarbij zowel de stad Menen, de provinciale en gewestelijke overheid als de intercommunales aanwezig waren. Daaruit is gebleken dat de officiële procedure tot de bestemmingswijziging op de site Cavale Rouge nog niet is opgestart, en dat het dossier zich nu dus in de voorbereidende fase bevindt.
Mijn voorkeur gaat ernaar uit om het dossier in de VICORO-commissie te brengen en daar ons standpunt te formuleren. Dat standpunt kan dan worden overgemaakt aan Frankrijk, ten laatste tijdens het openbaar onderzoek dat moet worden georganiseerd bij het doorlopen van de procedure tot bestemmingswijziging.
Mijn administratie kan vanuit de algemene context waken over de correcte naleving van de Europese spelregels, alsook over de relatie met het Vlaams ruimtelijk beleid. De gouverneur heeft zich tijdens het overleg van 14 november geëngageerd om het initiatief te nemen voor bijkomend overleg over dit dossier. Gouverneur Paul Breyne neemt dat zeer ter harte. Hij heeft mij deze week onder meer ook aangeschreven met betrekking tot de ratificatieprocedure voor dat samenwerkingskader. Blijkbaar is daar iets misgelopen. Ik zal hem zo snel mogelijk antwoorden dat wij dit ook van onze kant zullen opnemen.
De voorzitter: Mevrouw Fournier heeft het woord.
Mevrouw Martine Fournier: Ik heb intussen het verslag van vorige week ontvangen. Er waren twee collega-schepenen aanwezig op het overleg. Op het moment dat ik mijn vraag indiende, was dat overleg nog niet begonnen.
Minister Dirk Van Mechelen: Het overleg loopt.
Mevrouw Martine Fournier: Ik dank u voor uw antwoord.
De voorzitter: Het incident is gesloten.