Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 15/11/2007
Vraag om uitleg van de heer Rudi Daems tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over reclamedrukwerk verpakt in plastic folie
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik heb geen wetenschappelijk onderzoek gedaan, maar gewoon elke dag mijn brievenbus leeggemaakt. Ik heb de stapel drukwerk van anderhalve week meegebracht. Mevrouw de minister, ik stel, niet wetenschappelijk, maar puur empirisch vast dat het volume drukwerk omhuld door een plastic folie de voorbije jaren fel is toegenomen.
Ik pretendeer niet dat dat klopt, want ik wil dat ook aan u vragen. Mevrouw de minister, in een vorig leven hebt u zich regelmatig geërgerd aan het feit dat veel wegwerpverpakking op onze wegen en op ons openbaar domein terechtkomt. Recyclage moet volgens u ook zo efficiënt mogelijk gebeuren. Ik herinner me het interessante debat over de rode Spa-flesjes die niet door de recyclage konden, omdat ze foute substanties bevatten.
Onze stelling is dat deze verpakking voor drukwerk in de meeste gevallen niet nodig is, en bijgevolg ook een onnodige verspilling van grondstoffen. Bovendien zijn er milieuvriendelijke alternatieven. Af en toe zijn er inderdaad krantjes en folders die in meer milieuvriendelijk materiaal zijn verpakt en dat is goed.
Van mensen uit de papier- en recyclagesector hoor ik dat de verpakking ook technisch voor heel wat problemen zorgt. Er moeten installaties zijn om alles te scheiden. Dat lukt niet altijd, waardoor een soort vervuiling van de papierstromen ontstaat.
Mevrouw de minister, ik ga even terug in de tijd, naar de milieubeleidsovereenkomst (MBO) voor papier, drukwerk en reclame. In de MBO staan engagementen om die verpakking een halt toe te roepen. In de MBO van 1998 staat, inzake preventie, dat de organisaties die de MOB hebben ondertekend, zich ertoe verbinden hun leden te adviseren het gebruik van kunststoffen voor de verpakking van hun publicaties te beperken. Ze streven ernaar dat het aantal periodieken dat met kunststof wordt verpakt voor de verzending van hun publicaties naar de huishoudens, vanaf 1 januari 1998 niet meer toeneemt. De MBO bepaalt ook dat jaarlijks aan het Vlaamse Gewest wordt gerapporteerd over de evolutie.
Mevrouw de minister, ik heb eerst een aantal vragen over de MBO papier, drukwerk en reclame. Wat is de evolutie van de verpakkingswijze van reclamedrukwerk volgens deze MBO? Is er een dalende of stijgende trend vast te stellen? Wat zult u doen om deze engagementen uit een MBO uit het verleden, waar u niet verantwoordelijke voor was, te laten nakomen?
Eigenlijk had deze MBO een aantal jaren geleden verlengd moeten worden. Hoe staat het met de besprekingen voor een nieuwe MBO? Ik heb opgevangen dat er een MBO aankomt en dat er daarover administratief en politiek overleg is geweest. Maar ik heb jammer genoeg ook geruchten opgevangen dat het er niet zo goed uitziet. Ik kijk ook naar de collega's in deze commissie die altijd een heel sterk punt hebben gemaakt van de aanvaardingsplicht. Ik hoor dat er jammer genoeg evoluties zijn naar de uitholling van deze aanvaardingsplicht. De producenten zouden, via een preventiebijdrage zoals dat heet, hun producentenverantwoordelijkheid een beetje afkopen. Er wordt zelfs onderhandeld over het feit dat in de nieuwe MBO - en ik kijk in het bijzonder naar de heer Bex - wordt afgesproken dat het aandeel van plastic folie proportioneel niet meer mag toenemen, maar in absolute cijfers dus wel mag toenemen. Mevrouw de minister, ik maak me ernstig zorgen. Ik zou graag vernemen wat uw standpunt is in dit moeilijke debat.
Los van de MBO, heb ik ook vragen over het gebruik van plastic folies in het algemeen. Wordt binnen de diensten waarvoor u bevoegd bent, nog gebruik gemaakt van plastic folie als verpakkingswijze voor het verzenden van drukwerk? Zo ja, voor welke publicaties? Welke maatregelen neemt u om daaraan te verhelpen?
We hebben al jaren een departementoverstijgend intern milieuzorgsysteem, waar ook dat punt als belangrijk punt is aangehaald. Ik wou eens weten hoever we daarmee staan. Is dat een aandachtspunt? Is er een evolutie?
Ik heb enkele publicaties uit de stapel papier gehaald. Enkele zijn trouwens verpakt in milieuvriendelijke materialen. Ik heb hier de Mobiliteitsbrief van vorige week, verpakt in plastic folie. Die van De Lijn is sinds kort verpakt in milieuvriendelijk materiaal. Ik wou dus graag weten hoe het staat met de evolutie van het intern milieuzorgsysteem.
Wat ik me ook afvraag, is wat er met die folies gebeurt. Het is een probleem van recyclage. Ik zie in de cijfers een toenemende export naar derdewereldlanden. Hebt u er een zicht op wat er daarmee gebeurt? Gebeurt de verwerking goed? Recyclage van dergelijke flutfolie is technisch immers heel moeilijk.
De voorzitter: Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Joke Schauvliege: Ik sluit me aan bij de vragen van de heer Daems. Ik wil ook nog eens benadrukken dat de overheid het goede voorbeeld moet geven. Jaarverslagen worden nog altijd verpakt in plastic folie, daar moet dringend iets aan gebeuren. We hebben, samen met een aantal collega's een voorstel van resolutie ingediend om alle documenten, jaarverslagen enzovoort niet meer te verpakken in plastic folie.
Ik moet de heer Daems ook teleurstellen. Ik heb deze week een brochure van De Lijn gekregen die nog verpakt was in plastic folie. Dat is compleet overbodig voor zo'n klein foldertje. Er zou toch op gelet moeten worden. De Vlaamse overheid en instellingen die eraan verbonden zijn, zouden toch een voorbeeldfunctie moeten hebben.
De voorzitter: De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex: De heer Daems heeft daarnet verwezen naar de MBO papier. De MBO's zijn geagendeerd over een paar weken. Ik veronderstel dat we er dan verder over kunnen praten.
Ik heb toch een paar opmerkingen. We mogen de rol van de marketingbureaus in het gebruik van plastic folie niet onderschatten. Zij adviseren hun cliënten op welke manier ze het best hun materiaal verpakken. Zij maken zich geen zorgen over milieuaspecten. Zij kijken vooral naar wat marketinggericht het beste voor hen is.
De Vlaamse overheid is in veel gevallen de financier van de apparaten waarmee de verpakking gebeurt. De meeste verpakkingen gebeuren in de sociale werkplaatsen, gefinancierd door de Vlaamse overheid. Telkens wanneer we een investering financieren, bestendigen we het gebruik van plastic voor 20 jaar. Die machines zijn zeer duur, en als er eenmaal zo'n machine gekocht is, verpakt men voor 20 jaar in plastic. Diegene die zo'n machine gekocht heeft, probeert uiteraard cliënten te vinden en hen te overtuigen om in plastic te verpakken. Er is dus een probleem om er vandaag op morgen korte metten mee te maken.
De voorzitter: De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens: Ik wil me ook aansluiten bij de heer Daems. Ik denk dat we naast de Vlaamse overheid, ook moeten kijken naar bijvoorbeeld de provincies. Ik krijg dagelijks documenten van de provincie West-Vlaanderen, verpakt in plastic. Ik stel me dus vragen over de voorbeeldfunctie.
De marketingbureaus maken ook vaak de keuze voor plastic omdat wat in de verpakking zit ook rechtstreeks visueel aantrekkelijk moet zijn. Maar er zijn genoeg andere middelen om dergelijke documenten te versturen. Ik denk dat we daar toch iets aan moeten doen.
De heer Patrick Lachaert: Wat de heer Bex zegt, is juist. Maar men verpakt in plastic opdat de inhoud niet nat zou worden, anders eindigt hij in de vuilbak.
De heer Jos Bex: Ik heb het persoonlijk meegemaakt dat de verzendingsbedrijven op een bepaald moment allemaal bandeermachines hadden. Er werd dus een papieren wikkel rond het document gedaan. Toen is men met plastic begonnen, wat een hogere productiviteit met zich meebracht en ook gemakkelijker was om mee te werken. Alle werkplaatsen met bandeermachines zijn dan overgeschakeld op plastic folie. Nu moeten ze er 20 jaar mee werken en zoeken ze er cliënten voor. Dat is een gegeven.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, ik dank u voor deze zeer interessante vraag.
In het kader van de bestaande MBO reclamedrukwerkafvalstoffen beschikt de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) niet over recente cijfers. We hebben wel wat oudere gegevens, maar die zijn vrij fragmentair en geven ook geen duidelijk beeld over het aandeel van de plastic verpakkingen. De bestaande MBO is inderdaad afgelopen, zoals de heer Daems terecht opmerkt. Met de betrokken sectoren is afgesproken dat de bepalingen uit deze MBO verder worden nageleefd. In de nieuwe ontwerpteksten worden de afspraken over het informeren van de OVAM door de sector over de verpakkingswijze van de folders en de periodieken concreter geformuleerd. Dat is misschien goed nieuws. Vroeger was het te vrijblijvend.
In de ontwerptekst voor de nieuwe MBO reclamedrukwerk worden ook de doelstellingen inzake preventie van niet milieuvriendelijke verpakkingen duidelijker bepaald. In de afgelopen MBO stond hierover een redelijk vage tekst. De doelstellingen moeten duidelijker worden. Er is ook afgesproken dat de beheerinstelling een informatieverplichting heeft, waarbij aan OVAM, ten laatste op 1 augustus, een volledig rapport ter beschikking wordt gesteld met, onder meer, "een overzicht van de preventieve acties ondernomen in het kader van artikel 5 van deze overeenkomst en alle beschikbare gegevens noodzakelijk voor het meten van de resultaten van de preventieve acties". Tot nu toe was het onmogelijk om in te schatten hoe het in elkaar zit en wat de resultaten van de acties zijn.
Ook in de ontwerptekst van de nieuwe MBO persdrukwerk zijn voorschriften inzake preventie van het gebruik van kunststof verpakkingen opgenomen. De betrokken sectoren zullen OVAM ook informeren over de gebruikte verpakkingen.
Voor beide MBO's loopt op dit ogenblik een procedure. Ze zullen nog dit jaar voor principiële goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd worden. De openbare procedure en adviesvraag volgen daarna. Ik hoop dat dat niet te lang duurt. Ik zal u op de hoogte houden.
In het kader van de MBO periodieke pers heeft OVAM van de overkoepelende representatieve organisatie een overzicht ontvangen waarin per tijdschrift wordt aangegeven hoeveel exemplaren er in plastic waren verpakt ten opzichte van het totale aantal verkochte exemplaren van dat tijdschrift. Voor het jaar 2006 blijkt daaruit dat het procentueel aandeel plastic verpakking sterk varieert van tijdschrift tot tijdschrift. Gemiddeld wordt circa 36 percent van de verkochte tijdschriften in plastic verpakt, maar er zijn uitersten van nauwelijks 2 tot zelfs 100 percent.
Het verpakken van folders en tijdschriften in plastic folie heeft voor de betrokken sectoren praktische en economische voordelen. Het is dus niet evident om het gebruik ervan niet te laten stijgen. Het zal dus zeker niet eenvoudig zijn om dit aandeel te doen dalen. Ik ben zeer zeker bereid om me daarvoor te engageren en te doen wat mogelijk is.
Als de MBO's officieel van kracht zijn, zal OVAM dit onderwerp nauwgezet kunnen volgen. De OVAM zal tijdens de looptijd van de nieuwe MBO's acties ondernemen die ervoor zorgen dat de plastic folie niet alleen de wettelijk bepaalde bestemming krijgt, de heer Daems had daar een opmerking over, maar zal er ook voor ijveren dat die bestemming, op milieuhygiënisch gebied, hoogwaardiger wordt.
OVAM zal meewerken aan de verdere sensibilisatie van de burger om zo veel mogelijk gebruik te maken van de 'geen reclame'-sticker, zodat de reclamefolders, met of zonder folie, alleen bij die personen terechtkomen, die dit wensen. Deze sticker kent trouwens nog altijd een stijgend succes. OVAM zal zich mee inzetten om de burger de attitude aan te leren om niet alleen de plastic folie te verwijderen vooraleer de folder of het tijdschrift in de papiermand te doen, maar ook om die folie volgens de voorschriften in te zamelen.
Wat het gebruik van plastic folies betreft als verpakkingsmateriaal voor het verzenden van drukwerk hebben het departement Mobiliteit en Openbare Werken, de agentschappen Infrastructuur, Waterwegen en Zeekanaal NV en nv De Scheepvaart, het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie en OVAM bevestigd dat zij geen gebruik maken van plastic folie als verpakkingswijze voor het verzenden van drukwerk. Ik beweer niet dat het helemaal niet meer gebeurt; ik heb het alleen over die agentschappen. Verder worden volgende principes toegepast: indien mogelijk wordt het materiaal aangeboden via informatiezuilen. Dit heeft eveneens als voordeel dat alleen de geïnteresseerde personen de folder of brochure in kwestie meenemen; waar mogelijk wordt gewerkt met digitale communicatie en het versturen van drukwerk gebeurt in papieren omslagen. Dat neemt niet weg dat de punten die u hebt aangehaald, een permanente zorg blijven.
Wat acties binnen het interne milieuzorgsysteem van de Vlaamse overheid betreft, kan ik u het volgende meedelen. In het kader van de uitbesteding van het drukwerk en de verzending van het nieuwe personeelsblad '13' gaf de coördinatiecel Milieuzorg advies met betrekking tot de integratie van milieucriteria in het bestek. Als men iets wil versturen, moet men een bestek opmaken, en de vraag was of men daar milieucriteria in kan opnemen. De meest milieuvriendelijke oplossing, een papieren wikkel, was geen optie, aangezien er soms losse publicaties worden bijgevoegd. Uiteindelijk werd geopteerd voor de biodegradeerbare plastic folie omdat deze verpakkingswijze mee in het geautomatiseerde proces kan worden opgenomen, en bijgevolg de kostprijs drukt. De Inspectie van Financiën ging er alleen mee akkoord om het milieuvriendelijkheidscriterium op te nemen, op voorwaarde dat het prijscriterium een zwaarder gewicht meekreeg.
Daarmee komen we bij een niet onbelangrijk knelpunt. Als er vroeger een overheidsopdracht werd uitgeschreven, kon het milieucriterium niet eens een criterium zijn. Recent werd de overheidsopdrachtenwetgeving gewijzigd op basis van een Europese richtlijn waardoor milieu een criterium wordt. We moeten echter nog een hele weg afleggen, want de vraag is of dit het doorslaggevende criterium kan worden of dat de prijs het doorslaggevende criterium moet blijven.
Op dit ogenblik wordt werk gemaakt van een interne richtlijn milieuvriendelijke communicatie. Deze richtlijn wordt opgemaakt op basis van de bestaande informatie en ervaringen binnen de eigen diensten en bevat onder meer instructies in verband met drukwerk, inclusief de verpakking, gadgets, beurzen, evenementen, websites en e-zines. Het is de bedoeling om deze richtlijn toe te passen binnen de eigen diensten en ter beschikking te stellen van andere beleidsdomeinen. Met de betrokkenen zal ook bekeken worden in hoeverre deze richtlijn al dan niet verplicht kan worden gemaakt voor de Vlaamse overheid. De vooropgestelde timing voor de afwerking van de richtlijn is het voorjaar van 2008.
Aangezien er geen centraal overzicht bestaat over de hoeveelheid drukwerk van de Vlaamse overheid en over de manier van verzenden, is er geen overkoepelend zicht op de evolutie van de hoeveelheid en de aard van het gebruikte verpakkingsmateriaal. De plastic folies die door derden worden gebruikt, de inkomende post, worden in de kantoren apart gesorteerd en komen uiteindelijk in een container met restafval terecht.
Mijnheer Daems, alle ingezamelde plastic folies binnen onze diensten gaan naar de verbrandingsoven van Brussel. Dit is natuurlijk maar een gedeeltelijk antwoord op uw vraag, want het gaat enkel over de eigen diensten. Ik kan niet antwoorden op de vraag over het algemene, want ik beschik niet over de nodige informatie.
De voorzitter: De heer Daems heeft het woord.
De heer Rudi Daems: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is belangwekkend dat u zegt dat er geen gegevens zijn over de evolutie van de folies over de jaren heen. Zowel in de van kracht zijnde MBO als in de MBO die op stapel staat, wordt echter in een heel duidelijke informatieplicht op jaarbasis voorzien.
U verwijst naar de nieuwe MBO en u zegt dat de oude op een aantal punten minder duidelijk was. Ik zal dat nagaan, maar ik heb u twee voorbeelden gegeven. Het eerste voorbeeld was dat de eerste MBO bepaalt dat de kwantiteit van de plastic folies in absolute cijfers niet mocht toenemen. Ik hoop dat er nog ruimte voor debat en onderhandeling is, want in het nieuwe voorstel staat dat deze hoeveelheid proportioneel niet mag toenemen. Ik vind dit een belangwekkende ongunstige evolutie. Ten tweede bepaalt de andere MBO voor reclame dat de producenten een soort bijdrage kunnen stoppen in een fonds van de overheid en op die manier een stuk van hun preventieverantwoordelijkheid als producent afkopen. Ik richt een oproep tot de Vlaamse Regering om dit nog eens goed te bekijken en om eventueel te proberen om deze bepaling in goede zin bij te sturen.
Ik vind het goed dat in LNE en Openbare Werken geen folies worden gebruikt. Ik heb daar geen informatie over en kan u dus niet tegenspreken. Het zou goed zijn dat dit wordt verruimd naar alle departement en dat het voorbeeld wordt overgenomen.
Inzake milieuvriendelijkheid als criterium voeren we het klassieke debat over de kip en het ei. Op een bepaald moment moeten eieren gelegd worden en moet via wetgevend werk of via administratieve richtlijnen worden beslist dat we meer belang zullen hechten aan de richtlijn en dat de richtlijn ook bepalend is voor de Inspectie van Financiën. Dan zal de markt er wel op reageren. Voorlopig blijft het een prijskwestie. Het een is duurder dan het ander en dus doet men voort met brol en blijft men een deel van de externe kosten afschuiven op de gemeenschap, en dat is geen goede zaak.
De heer Patrick Lachaert: We moeten ons ook eens afvragen wat wij doen met al die dure jaarverslagen van de administraties. Ze kosten heel veel geld, ze zijn heel mooi gedrukt en bevatten hele mooie foto's, maar hoe nuttig zijn ze? Bij de Europese Commissie wordt niets meer op papier verspreid. We moeten daar eens over nadenken. Misschien moeten we een voorstel van resolutie opstellen waarin wordt gevraagd of de papieren documenten echt wel moeten.
De heer Jos Bex: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de cijfers en gegevens van de minister over de departementen gaan over het gebruik van plastic binnen de eigen diensten. Wanneer de diensten een verzending uitbesteden aan de privésector, worden bepaalde drukwerken wel nog in plastic gestopt. Die vinden we niet terug in het overzicht.
Het is heel belangrijk, en dit staat ook in het regeerakkoord, dat we de kosten moeten internaliseren. Als producenten van verzendingsmateriaal met plastic, zullen worden geconfronteerd met de verwerkingskosten ervan en ze die kosten in hun prijs moeten verrekenen, dan zal er een en ander veranderen op de markt. Het regeerakkoord biedt ons de mogelijk. Ze zou in de MBO moeten worden opgenomen.
Mevrouw de minister, ik heb ook nog een technische opmerking. U hebt gezegd dat het onder wikkel brengen problemen veroorzaakt als er bijlagen worden toegevoegd. Het is technisch perfect mogelijk om tot tien bijlagen aan een wikkel toe te voegen, men moet alleen maar over de gepaste apparatuur beschikken. Die wikkels zijn heel stevig. Het is ook mogelijk om ze machinaal onder een omslag te steken en de omslag te fabriceren op het moment dat men de stukken toevoegt.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer Daems, ik heb wel het onderscheid gemaakt tussen de twee MBO's. Er werden wel cijfers bijgehouden voor wat de MBO periodieke pers betreft. Zij hebben ook de verplichting om te rapporteren. Zij hebben dat ook gedaan, anders was ik nooit aan die 36 percent kunnen komen. Men moet het onderscheid maken tussen de verschillende cijfers. Dat is een belangrijke nuance.
Wat de jaarverslagen betreft, mijnheer de voorzitter, is het zo dat bijvoorbeeld OVAM op dit ogenblik overweegt om de jaarverslagen enkel nog digitaal te publiceren, omdat ze ook heel vaak digitaal geraadpleegd worden. We moeten ons daar in elk geval over bezinnen. Dat is een denkpiste die nu gelanceerd wordt. We stellen bijvoorbeeld ook vast dat jaar- en andere verslagen vaak op de website gepubliceerd worden.
Mijnheer Bex, u stelt dat het enkel over interne communicatie gaat. Ik had het in mijn antwoord nochtans duidelijk over het verzenden van drukwerk. Dat is dus uitgaande post, en geen interne communicatie. Dat is wat mijn administraties hebben gemeld, ik ben dat niet overal persoonlijk gaan controleren. Voor het verzenden van drukwerk dat vanuit onze eigen diensten vertrekt, wordt geen plastic folie gebruikt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.