Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 13/12/2007
Vraag om uitleg van de heer Johan Deckmyn tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de antwoorden van de minister op de vraag naar het voeren van politieke propaganda door vzw's die door de Vlaamse overheid worden gesubsidieerd
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, naar aanleiding van de verkiezingen van 10 juni jongstleden hebben bepaalde vzw's een oproep gedaan om te stemmen voor een welbepaalde partij. Ik verwijs onder andere naar de vzw De Verenigde Cultuurfabrieken, die in de periode 2003-2006 jaarlijks 100.000 euro aan subsidies heeft ontvangen. Mijnheer de minister, als gevolg van deze zaak heb ik u een schriftelijke vraag gesteld. Ik heb u gevraagd of het door de Vlaamse overheid gesubsidieerde vzw's toegestaan is zich in te schakelen bij het verspreiden van politieke propaganda.
U hebt me geantwoord dat de persoon in kwestie een open brief had bezorgd aan iedereen in zijn persoonlijk e-mailbestand en dat die vraag op geen enkel moment vanwege die partij was gekomen. Deze communicatie had volgens u dan ook geen enkele band met de partijcommunicatie.
Ik was verbaasd over uw antwoord. Ik heb getracht het zo voorzichtig en vriendelijk mogelijk te formuleren in mijn vraag, door te stellen dat dit niet strookt met de waarheid.
Minister Bert Anciaux: Ik kan ook maar zeggen wat ik verneem.
De heer Johan Deckmyn: Daarom heb ik het ook op die wijze geformuleerd. Ik heb de brief die ik heb gekregen hier bij me. U kunt die brief met eigen ogen zien. U ziet dus waarom uw antwoord me zeer heeft verbaasd. Het gaat hier immers wel degelijk over een brief waarbij de naam van de partij op de enveloppe staat. Er staat ook op dat het gaat over verkiezingsdrukwerk. Op de achterzijde is hij afgestempeld met de stempel van De Verenigde Cultuurfabrieken. Hij is persoonlijk aan mij geadresseerd. Het gaat hier duidelijk niet over een e-mail. Ik vraag me trouwens af hoe het zit met de wet op de privacy. Dat mijn naam op een etiket is gedrukt en niet op de enveloppe staat geschreven, betekent dat ik in een bestand sta. Ik ben altijd zeer voorzichtig in dergelijke zaken.
Ik was dus verbaasd, omdat uw antwoord niet met de waarheid strookt. U besloot uw antwoord met de mededeling dat "het bedoelde schrijven niet kan worden opgevat of geduid als verkiezingspropaganda", terwijl op de enveloppe staat dat het gaat over verkiezingsdrukwerk en het gaat over een persoonlijke brief gericht aan mij, op briefpapier van de partij in kwestie en met het logo van deze partij. Het gaat dus ontegensprekelijk om verkiezingspropaganda. Mijnheer de minister, op welke wijze bent u tot uw schriftelijke antwoord gekomen? Op basis van welke informatie is dat gebeurd? Wie was de informatieverstrekker? Ik herhaal nogmaals mijn vraag: is het een vzw die voor een welomschreven taak wordt gesubsidieerd, toegestaan politieke propaganda te voeren? Moet het beleid ter zake niet worden aangepast?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, ik kan ook alleen maar vertrouwen op de informatie die we van de betrokkene kunnen krijgen. Dat is vrij vanzelfsprekend. Ik heb geen politiediensten om dat te controleren, en gelukkig maar.
Mijnheer Deckmyn, zoals u terecht opmerkt in uw vraag, heb ik deze zomer uitvoerig geantwoord op uw schriftelijke vraag van 10 juli over de vermeende verkiezingspropaganda door de vzw De Verenigde Cultuurfabrieken.
Sta me toe even terug te komen op dit antwoord om de context te schetsen, alvorens stil te staan bij uw twee nieuwe vragen. De vzw De Verenigde Cultuurfabrieken wordt gesubsidieerd via het Kunstendecreet, met een structurele subsidie van 100.000 euro. Onder de bezielende leiding van André Posman, de broer van componist Lucien Posman, is De Rode Pomp, zoals die plaats genoegzaam wordt genoemd, uitgegroeid tot een van de belangrijkste toon- en creatieplaatsen van hedendaagse klassieke muziek.
Zoals u weet, heb ik naar aanleiding van uw vraag inderdaad meteen contact laten opnemen met de heer Posman en gevraagd naar de communicatie die door u als verkiezingspropaganda voor een welbepaalde partij, namelijk Groen!, wordt bestempeld. De informatie die ik ontving, betrof een open brief die via e-mail werd bezorgd. Het verkiezingsdrukwerk waarnaar u nu verwijst en dat u me ook hebt laten zien, is totaal nieuwe informatie voor mij en is me ook niet vrijwillig meegedeeld.
Wat moet ik daar in godsnaam nog op zeggen? Voor de rest wordt daar in de mij verstrekte informatie helemaal niet naar verwezen. Er werd me gezegd dat er hoogstens een open brief was verzonden naar een persoonlijk e-mailbestand. Ik ga er niet van uit dat dit in overeenstemming is met wat u hier hebt getoond. Er is me ook ten stelligste gezegd dat de communicatie geen enkele band had met partijcommunicatie. Dat is al evenmin in overeenstemming met wat u me hier toont. Ik zal dit voort onderzoeken en u daarover de nodige informatie verstrekken, maar het zou me een plezier doen mocht u me een kopie kunnen bezorgen van wat u me daarnet hebt getoond. Op het eerste gezicht lijkt dit me minstens vreemd. Ik wil dit dus voort onderzoeken.
De voorzitter: De heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn: Mijnheer de minister, dat was ook de reden voor mijn vraag. Ik vind het heel ernstig te moeten vernemen dat, als u een vraag stelt aan de personen in kwestie, u geen eerlijk antwoord krijgt. In mijn formulering heb ik u zeker niet willen aanwrijven gelogen te hebben. Ik heb aangenomen dat u waarschijnlijk hebt vertrouwd op de informatie die u ter beschikking krijgt. Ik vind het ernstig te moeten zien dat u als minister niet de volledige waarheid te horen krijgt over de zaak die ik heb aangekaart. Als het hier al niet gebeurt, mogen we erop vertrouwen dat u dan op andere vragen een correct antwoord krijgt? Mijn schriftelijke vraag was heel duidelijk: het gaat over partijpolitieke communicatie. Ik had meteen uit uw antwoord afgeleid dat u inderdaad niet over alle documenten beschikte. Ik zal u met heel veel plezier die documenten overmaken, want ik vind dat dit niet door de beugel kan.
De voorzitter: Het incident is gesloten.