Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie Vergadering van 08/11/2007
Vraag om uitleg van de heer Gino De Craemer tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over huisbezoeken bij allochtone werklozen door de VDAB
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, we hebben het in de plenaire vergadering vorige maand al over dit onderwerp gehad. Ik ben toen een beetje op mijn honger blijven zitten.
Deze maand moet de VDAB in Antwerpen, het voorbeeldproject, starten met huis-aan-huisbezoeken. Men hoopt zo de vaak gedemotiveerde allochtone werklozen opnieuw te bereiken en hen aan het werk te helpen. Ik heb tijdens het debat echter begrepen dat het niet alleen om allochtonen zou gaan.
Er bestaan op het vlak van de werkloosheidsbestrijding reeds heel wat initiatieven: er is het Jobkanaal, allerhande streefcijfers in alle openbare betrekkingen, de diversiteitsplannen, sectorconvenants enzovoort. Ook de wetgeving inzake de sluitende aanpak is zeer duidelijk. Werkzoekenden krijgen een uitnodiging van de VDAB om op gesprek te komen. Doen ze dat niet, dan volgt er transmissie van hun dossier naar de RVA. Van deze instantie krijgen ze ook nog eens een uitnodiging en pas als ze ook daarop niet reageren, wordt de schorsingsprocedure opgestart. Uit cijfers blijkt dat al deze maatregelen wel degelijk resultaat opleveren. De werkloosheid in het algemeen maar ook bij allochtonen is aan het dalen, de feiten bewijzen het. Kortom, de inspanningen renderen.
De aangekondigde huisbezoeken betekenen ongetwijfeld een extra belasting en volgens mij extra kosten voor de VDAB. U verklaarde in de plenaire vergadering dat er geen bijkomende middelen zullen worden vrijgemaakt.
Wie zal die huisbezoeken afleggen? Zijn dat de trajectbegeleiders? Daardoor kan de indruk ontstaan dat er een overcapaciteit aan trajectbegeleiders bestaat of anders dat er te weinig werk voor deze mensen is. Ik heb dat gehoord, maar is hier iets van aan?
Komen de huidige werking, bestaande acties en initiatieven alsook de sluitende aanpak niet onder druk? Deze maatregelen boeken nochtans positieve resultaten. Is er ruimte voor deze nieuwe acties, rekening houdende met het bestaande budget?
Het betreft een proefproject in Antwerpen. Waarschijnlijk volgt er een evaluatie alvorens dit wordt uitgebreid naar andere steden. Wanneer is deze evaluatie gepland, en hoe zal ze gebeuren?
De voorzitter: De heer Van Goethem heeft het woord.
De heer Roland Van Goethem: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik zit toch ergens met een klein probleem.
De heer De Craemer verwijst naar de wetgeving op de sluitende aanpak. Die wetgeving is zeer duidelijk. De werkzoekende krijgt een uitnodiging van de VDAB. Als hij daar niet op ingaat, volgt er een transmissie van zijn dossier naar de RVA. Dan krijgt hij nog eens een uitnodiging, en als hij daar opnieuw niet op ingaat, wordt een schorsingsprocedure opgestart.
Ik las echter een persartikel over de VDAB: "Hen aanschrijven via een brief werkt niet meer, daarom gaan we hen nu zelf opzoeken." Ik probeer alle stukken van de puzzel in elkaar te passen, en volgens mij verkeren de werkzoekenden die nu een huisbezoek gaan krijgen al in de schorsingsprocedure. Ze hebben niet gereageerd op de eerste brief. Tot daar is alles logisch. Maar verder zegt de VDAB: "Wie niet op onze uitgestrekte hand ingaat, hoeft echt niets te vrezen." Dat stuk past niet in de puzzel. De procedure is nochtans duidelijk: wie niet reageert op de uitnodiging wordt doorverwezen naar de RVA. Uit die tweede verklaring van de VDAB concludeer ik dat een huisbezoek geen gevolgen heeft als de werkzoekende de aangeboden job weigert. Of volgen er wel sancties? Hoe zit dat nu?
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Ik was eind oktober niet aanwezig op de plenaire vergadering, maar ik heb de Handelingen gelezen. Ik denk dat de minister een duidelijk antwoord heeft gegeven. Persoonlijk sta ik achter dit creatieve idee van de VDAB. Als het waar is dat de trajectbegeleiders de voorbije jaren een tandje hadden kunnen bijsteken, dan doet men dat nu. De minister heeft duidelijk gezegd dat hij niet in een verhoging van de budgetten voorziet. Als de productiviteit en het rendement van een VDAB-ambtenaar opgedreven kunnen worden, dan moeten we dat toejuichen.
Uw partij, mijnheer Van Goethem, doet er altijd alles aan om allochtonen in diskrediet te brengen. Het zou heel nuttig zijn voor de geloofwaardigheid van uw partij om daar eens vanaf te stappen. Het gaat hier niet over een allochtonenaanpak, maar over een wijkaanpak. De werkgelegenheidsgraad in Vlaanderen bedraagt 65 percent. Daar moeten we niet euforisch over doen.
De heer Roland Van Goethem: Ik heb op geen enkel moment het woord allochtoon uitgesproken. Ik weet niet waar u het over hebt. U zit blijkbaar op een dwaalspoor.
De heer Koen Van den Heuvel: Ik zit niet op een dwaalspoor. De uiteenzetting van uw fractieleider vorige week was heel duidelijk.
Er is dus een werkgelegenheidsgraad van 65 percent. Maar als men de activiteitsgraad bekijkt - de mensen die betrokken zijn bij de arbeidsmarkt - ziet men dat die ook heel laag is. We hebben niet alleen een probleem van werkloosheid die in Vlaanderen al bij al beperkt is, maar het probleem is vooral dat er te weinig mensen betrokken zijn bij de arbeidsmarkt. Er is nog een grote reserve van inactieve mensen die ook niet op zoek zijn naar een job. We vinden er dezelfde oververtegenwoordigde grote groepen in terug als in de werkloosheid, namelijk de ouderen, de allochtonen en de laaggeschoolden. Ik denk dat het nuttig zou zijn om niet alleen de werkloosheid in die kansengroepen terug te dringen, maar ook de reserve van inactieve mensen die ook een uitkering krijgen, aan te spreken over een job.
Politici gaan in hun campagne ook van deur tot deur en geloven dat dit een efficiënte aanpak is om mensen te overtuigen. Ik denk dat het voor de VDAB een proefproject kan zijn dat de moeite waard is om te doen, gewoon al om die grote reserve van inactieve mensen die om allerlei redenen van de arbeidsmarkt zijn afgesloten, te appelleren. Ik vind het geen slecht idee.
In Antwerpen zijn er twee wijken uitgekozen voor dit project. Welke wijken zijn dat? En op welke basis zijn die geselecteerd?
De voorzitter: De heer Laurys heeft het woord.
De heer Jan Laurys: Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik had mijn vraag teruggetrokken omdat ik uit het vaarwater wou blijven van de discussie over het Oostends model. Gisteren hebben we die discussie trouwens afgesloten met de goedkeuring van een motie. Ik was van plan om de argumentatie ook in te voeren bij de bespreking van de beleidsnota. Maar de vraag van de heer De Craemer geeft me wel de gelegenheid om er één aspect uit te halen, namelijk de evaluatie van tewerkstellingsmaatregelen.
De superintensieve methode die men in Oostende toepast, wordt nu blijkbaar veralgemeend, na een vrij rudimentaire evaluatie. Men kijkt vaak enkel naar het bruto-effect van maatregelen en niet naar het netto-effect. Een kosten-batenanalyse wordt zelden gemaakt. Men gaat ervan uit dat alle tewerkstellingsmaatregelen altijd efficiënt en effectief zijn. Het vervangen van de ene maatregel door een andere wordt nog al eens achterwege gelaten.
Zou het niet goed zijn om een kosten-batenanalyse te maken van alle tewerkstellingsmaatregelen? Mij werd een onderzoek van het Danish Economic Council bezorgd. Denemarken heeft een reputatie op het gebied van arbeidsmarktbeleid. Die instelling komt tot de conclusie dat de kosten van een actief arbeidsmarktbeleid de baten overschrijden met 400 miljoen euro, wat 6700 euro per geactiveerde is per jaar. Dat is natuurlijk ook een vrij rudimentaire berekening omdat niet elke activeringsmaatregel genuanceerd benaderd wordt. Het zou toch goed zijn om regelmatig een kosten-batenanalyse te maken van tewerkstellingsmaatregelen zodat we minder efficiëntere er kunnen uithalen.
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Geachte collega's, ik heb tien jaar geleden, toen ik in Groot-Brittannië verbleef, eens een polemisch zij het diplomatiek geformuleerd stuk geschreven ten aanzien van mensen zoals Anthony Giddens en anderen die nogal een naïef geloof hadden in een totaal andere aanpak. Toen zei ik zelf "activation is not the cheap option".
Het is niet het goedkope rek in het warenhuis van de sociale politiek. Ik heb dat nooit gedacht, dus het onderzoek van de Denen verbaast me helemaal niet. Ik behoor dus niet tot de groep van naïeve mensen die denkt dat dit een zeer goedkoop instrument is. Iets anders ondernemen dan voor uitkeringen zorgen, is niet goedkoper. Op lange termijn kan het op maatschappelijk vlak misschien wel renderen, maar dat duurzaam effect moet worden onderzocht. Ik stel voor dat we dit debat bij een andere gelegenheid voeren.
Ik wil verder benadrukken dat wat de heer Van den Heuvel in zijn algemene reactie heeft gezegd juist is. Ik wil hier niet herhalen wat ik in de plenaire vergadering over het VDAB-experiment heb gezegd. Tot slot wil ik zeggen dat we een beetje van de werkloosheidsbestrijding op zich wegevolueren. Als we het louter vanuit het standpunt van de werkloosheidsbestrijding bekijken, dan kunnen we zeggen dat de maatregelen effect hebben. De werkloosheidscijfers voor allochtonen dalen, zoals de cijfers voor de andere werklozen. Er zijn procedures die we helemaal niet in vraag stellen, zoals de sancties die volgen op een weigering van een werkloze om in te gaan op een uitnodiging, inclusief schorsingen en eventuele uitsluitingen.
Hier beogen we iets anders. We mikken op mensen die misschien niet of niet langer zijn ingeschreven als werkzoekenden. We mikken op mensen die zich om een of andere reden uit sociale systemen hebben teruggetrokken. We willen hen zeggen dat er ook voor hen een aanbod is, en we doen dat wijkgericht. Ik durf niet uit het blote hoofd zeggen welke wijken zijn uitgekozen. De eerste is wellicht het Kiel, maar de tweede ontgaat me nu even. Misschien was het Antwerpen-Noord?
Mijnheer De Craemer, in het kader van de samplingactie zal de VDAB-Antwerpen met een 25-tal VDAB-consulenten en een 25-tal consulenten van partners die dit initiatief steunen donderdag in een aantal wijken mensen aanspreken en huis-aan-huisbezoeken afleggen. Men zal hen de mogelijkheden inzake begeleiding, opleiding en bemiddeling voor werk uiteenzetten aan de hand van folders. Dat laatste heet "samplen" in het technische communicatiejargon. De zaterdag die daarop volgt, zullen een aantal VDAB- en partnerconsulenten op een centraal gelegen punt voor concrete vragen beschikbaar zijn. De huisbezoeken worden afgelegd door consulenten van verschillende diensten die daarvoor worden vrijgesteld.
Zoals ik in mijn inleiding reeds aangaf, betreft het een experiment. Het gaat niet enkel om gekende werkzoekenden, uitkeringsgerechtigde werklozen, maar ook om mensen die we op geen enkele manier kennen.
Aangezien het gaat om een klein en gecontroleerd experiment en in samenwerking met partners gebeurt, brengt dit de huidige werking zeker niet in gevaar. De VDAB voorziet trouwens in structurele inspanningen voor innovatie ten belope van 5 percent van de VDAB-begroting. Deze nieuwe aanpak en dit experiment kaderen in deze inspanningen voor innovatie.
Uiteraard zullen zowel het resultaat als de kostprijs van dit experiment worden geëvalueerd alvorens het experiment wordt uitgebreid naar andere steden. Deze evaluatie is gebeurd na de samplingacties. Daarbij zal men rekening houden met de reacties van de inwoners van de wijken, de ervaringen van de partners en de VDAB-consulenten, de kostprijs van de actie en de kwalitatieve en kwantitatieve resultaten.
De voorzitter: De heer De Craemer heeft het woord.
De heer Gino De Craemer: Dat is een klaar en duidelijk antwoord. Ik wou het debat niet overdoen. Ik wou het niet over de allochtonen maar over de werkzoekenden in het algemeen hebben, want zowel autochtonen als allochtonen moeten worden benaderd.
Ik stel vast dat dit de werking van de VDAB niet bezwaart, en dat is voor de mensen van de VDAB en voor mezelf een zorg minder. Ik ben uiteraard blij dat er een evaluatie komt, al had ik dat natuurlijk verwacht.
Ik sluit me ook aan bij de heer Van den Heuvel: de N-VA steunt het project. We hebben er wel een aantal vragen bij. Aangezien een aantal van die vragen in de plenaire vergadering niet zijn beantwoord, vond ik dat ik ze hier moest stellen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.