Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 25/10/2007
Vraag om uitleg van de heer Werner Marginet tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over het probleem van de radiofrequenties en de rol van het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie (BIPT) als etherpolitie
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de stand van zaken in het dossier van de radiofrequentieplannen en de etherpolitie
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, blijkbaar is het artikel in De Morgen aanleiding voor zowel de vraag van de heer Decaluwe als die van mezelf. In het artikel stelt een van de adviseurs van het BIPT dat de storingen van de Vlaamse radiofrequenties niet zullen ophouden zolang de gemeenschappen bevoegd blijven voor het toekennen van de radiofrequenties. Het BIPT kan zijn rol van etherpolitie niet opnemen zolang de frequentieplannen niet op elkaar zijn afgestemd. Mijnheer de minister, ik dacht dat we over deze zaak geen vragen meer hoefden te stellen, maar blijkbaar verloopt dit niet zonder problemen, meer bepaald aan de andere kant van de taalgrens.
Het krantenartikel roept vragen op over de evolutie van dit dossier. Op 17 november 2006 werd op het Overlegcomité een totaalakkoord gesloten tussen de gemeenschappen en de federale overheid over de problematiek inzake de radiofrequenties en de etherpolitie. In dat akkoord zat heel wat. Er moest een KB worden uitgevaardigd over de taken van het BIPT als etherpolitie, het goedkeuren van het samenwerkingsakkoord, het opstellen van een nieuw frequentieplan, het herstellen van het VRM-decreet (Vlaamse Regulator voor de Media), of meer bepaald de bepalingen ter zake in de mediadecreten enzovoort.
Intussen zijn al enkele van deze horden genomen. Wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, zijn zowat alle horden genomen. Zo heeft het Vlaams Parlement het samenwerkingsakkoord redelijk snel goedgekeurd, is er een nieuw Vlaams frequentieplan met een positief advies van de Raad van State, heeft het Vlaams Parlement de bepalingen over de VRM in de mediadecreten aangepast enzovoort.
Bij de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord was er nog even discussie over de datum waarop het KB zou ingaan. Dat bleek juni 2008 te worden, wat mijns inziens nogal laat is. Nu blijkt veeleer het tegenovergestelde te worden bewaarheid. Het is immers overduidelijk dat de Franse Gemeenschap heel wat minder ijverig is. De Franse Gemeenschapsregering heeft nog geen nieuw frequentieplan goedgekeurd. Het lijkt er trouwens op dat de Franse Gemeenschap ook aandringt op co?rdinatie. Dat concludeer ik toch uit de visie van minister Laanan die zelfs naar de Raad van State wilde stappen tegen de toekenning van frequenties aan de VRT, precies omdat er geen co?rdinatie was in dat specifieke dossier.
Mijnheer de minister, ik heb u daar enige tijd geleden een vraag over gesteld. Gelukkig is er, zover ik weet, geen annulatieverzoek tegen dit besluit van de Vlaamse Regering gekomen. Wel is op 27 december 2006 bij de Raad van State een annulatieverzoek ingediend door de Franse Gemeenschap tegen het Vlaams frequentieplan. Hebt u daar al nieuws over?
Mijnheer de minister, dergelijke stappen van de Franse Gemeenschap schetsen de houding van de Franse Gemeenschapsregering in dit dossier, en die houding is allesbehalve fraai. Nochtans staat u met uw frequentieplan recht in uw schoenen, toch als we het advies van de Raad van State mogen geloven. Ook de heer Decaluwe beaamt dat in de schriftelijke versie van zijn vraag. U mag deze vraag dan ook niet interpreteren als een aanval op uw beleid ter zake. U hebt heel wat inspanningen geleverd om het dossier te deblokkeren en het leek erop dat het u was gelukt. Nu zijn we verplicht om hier opnieuw aan te twijfelen. We zien immers geen beweging aan de overkant. Of dit een bewuste strategie is van de Franstaligen, weet ik niet, maar daar lijkt het wel sterk op. Nochtans dringt de tijd.
Het KB dat bepaalt dat het BIPT zijn rol als etherpolitie kan spelen, en dat deel uitmaakt van het akkoord dat is gesloten op het Overlegcomité, zou in werking moeten treden op 1 juni 2008. Maar gezien het tempo van de Franse Gemeenschap, lijkt het niet waarschijnlijk dat zij haar frequentieplan tijdig klaar zal hebben. Bovendien blijft de vraag of het samenwerkingsakkoord er al is goedgekeurd.
Wanneer die termijn niet wordt gehaald, wat gebeurt er dan met het KB? Zal het BIPT dan zijn taak opnemen? Dreigt Vlaanderen door de inertie aan Franstalige zijde niet de dupe te worden in dit verhaal?
Mijnheer de minister, een verantwoordelijke van het BIPT heeft een aantal sterke uitspraken gedaan. Het BIPT zou niet kunnen optreden tegen de Franstalige radiozenders die legale Vlaamse radiozenders?wegblazen´. Oorzaak daarvan zijn de niet-homogene bevoegdheidspakketten. Het BIPT kan niet optreden zolang de gemeenschappen bevoegd zijn voor de radiofrequenties.
Mijnheer de minister, wat is uw standpunt daarover? Wat is de huidige stand van zaken? Welke stappen moeten er nog genomen worden om de elementen van het akkoord van het Overlegcomité in werking te laten treden? Dreigt het omvattende akkoord van 17 november 2006 niet in het gedrang te komen nu het duidelijk is dat de Franse Gemeenschapsregering talmt met het opstellen van een frequentieplan? Welke stappen zult u ondernemen als er tegen 1 juni 2008, datum waarop het KB in werking moet treden, geen frequentieplan van de Franse Gemeenschap is en het akkoord van 17 november dus op losse schroeven komt te staan? Wat is uw houding tegenover de zienswijze van het BIPT inzake de bevoegdheid van de gemeenschappen over de radiofrequenties? Welke stappen hebt u intussen gezet om het punt uit het Vlaams regeerakkoord, waarin staat dat telecommunicatie een Vlaamse bevoegdheid moet worden, te verwezenlijken?
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, ik zal niet herhalen wat de heer Marginet heeft gezegd. Hij gaf een toelichting over de historiek en over de standpunten die in de media werden verwoord. De uitspraak van de BIPT-adviseurs was inderdaad nogal straf: ze vertelden dat er totaal geen oplossing gevonden kan worden zolang de gemeenschappen bevoegd blijven. Dat staat haaks op de huidige situatie en op het advies van de Raad van State.
Ik zal hier niet veel woorden meer aan vuilmaken. Wel wil ik mijn actuele vraag in de plenaire vergadering van 22 november 2006 in herinnering brengen. Ik vroeg u toen om een tussentijdse stand van zaken en u hebt me een uitvoerig antwoord gegeven. U vertelde dat we zullen landen op een welbepaalde datum: 1 juni 2008. Op die datum zal de Franse Gemeenschap een frequentieplan hebben en dan kunnen we ten volle ingrijpen. Ik heb u uitvoerig bedankt voor het antwoord. Ik heb u toen ook gevraagd of ik het goed begrepen had dat er in het Franstalige landsgedeelte geen frequentieplan meer was. Blijkbaar moest daar nog een nieuw frequentieplan worden opgesteld. Ik heb mijn licht eens opgestoken bij de Franstaligen: men staat nog nergens. Ik heb u ook gevraagd of er een koppeling was aan de datum. Ik heb toen gezegd dat aan Franstalige kant misschien de truc wordt toegepast om alles te laten zoals het is: zonder frequentieplan kan het BIPT niet optreden. Ik vrees ervoor dat we in zo´n toestand verzeild geraken.
Ik ben regelmatig in Wallonië, meer bepaald in Doornik. Van mijn contacten heb ik vernomen dat er volgende week een nieuwe zender wordt ge?nstalleerd op een niet-ingenomen frequentie. Er is dus geen frequentieplan en de zender wordt ge?nstalleerd los van de zendvergunningen. De zender zal uitzenden.
Nog sterker is dat ik heb vernomen dat er in het Franstalige landsgedeelte nog geen frequentieplan is en er dus ook nog geen erkenningsdossiers zijn, maar dat iedereen al weet hoeveel erkenningen ze zullen krijgen. Ik heb het eens opgezocht. De RCF-groep, of?la radio chrétienne francophone´, die ondermeer vanuit Koekelberg uitzendt, zal 8 erkenningen krijgen. De zendinstallaties werden al besteld, het is nu alleen nog wachten op de installatie ervan. Fun Radio zal er twee krijgen. Ik kan zo nog een tijdje doorgaan.
Dit is een merkwaardig verhaal. Iedereen bestelt en volgende week wordt in Doornik een belangrijke frequentie operationeel. Hoe dit alles wordt geregeld, weet ik niet, maar in elk geval trekt men zich niets van de afspraken aan. U kan niets verweten worden in deze zaak, maar ik denk dat de Franstaligen niet van plan zijn om zich aan de afgesproken datum te houden.
Mijnheer de minister, als aanvulling bij de uitvoerige uiteenzetting van de heer Marginet, heb ik een paar vragen. Wat is de huidige stand van zaken in de onderhandelingen met de Franse Gemeenschap en de federale overheid over de uitvoering van het samenwerkingsakkoord?
Hebt u contact opgenomen met het BIPT? Reageren in de krant is één zaak, maar hebt u ook contact opgenomen met het BIPT en zo ja, hoe verliep dat contact?
Hoe zijn uw contacten met uw Franstalige collega in verband met het frequentieplan?
Welke stappen dienen nog te worden gezet om tot een definitieve oplossing te komen, rekening houdend met wat aan de andere kant van de taalgrens gebeurt?
De voorzitter: De heer Delva heeft het woord.
De heer Paul Delva: Mijnheer de voorzitter, ik sluit me aan bij de vragen van de heren Marginet en Decaluwe. Als ervaringsdeskundige in Brussel - want ik ben een Brusselse Vlaming - kan ik getuigen dat de storingen de laatste tijd zelfs nog toenemen. Het zo al niet al te beste thuisgevoel van de Vlamingen in Brussel wordt daardoor nog meer op de helling gezet.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, voorafgaand wil ik beklemtonen dat ik de uitspraken van het BIPT betreur. Ik ben het eens met de teneur van de vragen van de heren Marginet en Decaluwe. Ik benadruk dat de Raad van State in zijn advies over onze frequentieplannen heeft geoordeeld dat wij mits het respecteren van het evenredigheidsbeginsel, zelf een frequentieplan kunnen opstellen. Zoals u weet, heb ik dat ook gedaan. Ik kom hier straks nog op terug.
Ik overloop kort nog even de vier elementen van het akkoord van het Overlegcomité van 17 november 2006. Het eerste element is het KB over de etherpolitie. Dit KB treedt in werking op een datum die door de koning wordt bepaald op advies van het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep, en dit uiterlijk op 1 juni 2008 en met uitzondering van een aantal artikelen die betrekking hebben op de storing van radioverbindingen die worden gebruikt voor veiligheidstoepassingen. Die laatste artikelen traden in werking op de dag van de publicatie van het KB: 16 februari 2007. U vindt die artikelen uiteraard in het KB terug.
Een tweede element van het akkoord heeft betrekking op de elektronische communicatie. Dit trad in werking op 29 september 2007 en wordt al uitgevoerd.
Het derde element is het hersteldecreet. Het werd goedgekeurd en afgekondigd. Het trad in werking op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad, namelijk op 29 juni 2007.
Het laatste element, afstand van geding door de federale regering, is nog niet formeel gebeurd, maar dat is eigenlijk een formaliteit. Toen de zaak gefixeerd was op 30 april 2007, kon nog geen afstand gedaan worden. De zaak werd dan uitgesteld en naar de rol verwezen. Er moet dus alleen nog een formaliteit gebeuren om die afstand te bevestigen, maar er is een akkoord.
Het al dan niet hebben van een frequentieplan door de Franse Gemeenschap, brengt mijns inziens het akkoord van 17 november 2006 niet in het gedrang. Dat akkoord vormde niet alleen de basis voor een definitieve oplossing voor de frequentieproblematiek, maar had ook betrekking op het samenwerkingsakkoord elektronische communicatie, het annulatieberoep tegen het Vlaamse VRM-decreet en het hersteldecreet.
Ik herinner eraan dat het Arbitragehof op 13 juni 2005 de Vlaamse regelgeving inzake elektronische communicatienetwerken, met name het decreet van 7 mei 2004, artikel 18, vernietigd heeft, waardoor elke decretale en juridische basis ontbrak voor de overheid om in dit verband op te treden.
Met de ondertekening en inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord en de goedkeuring van het hersteldecreet in dit parlement, hebben we opnieuw een juridische basis om onze bevoegdheden over omroepnetwerken uit te oefenen.
Over een nieuw frequentieplan van de Franse Gemeenschap werd nog niet onderhandeld. Ik kan dat ook maar doen op het moment dat de Franse Gemeenschap met een voorstel komt. De vraag rijst of dit ook zal gebeuren, gelet op het feit dat er ondertussen een advies is van de Raad van State, dat stelt dat het eenzijdig kan, mits rekening te houden met de bevoegdheden inzake etherpolitie en het evenredigheidsbeginsel.
De onderhandelingen met de Franse Gemeenschap over de betwiste frequenties in Brussel, zijn afgesprongen toen de Franse Gemeenschap en de RTBF het Vlaamse frequentieplan voor de particuliere radio-omroepen hebben aangevochten voor de Raad van State. Het verslag van de auditeur in die zaak is gunstig voor ons. De auditeur volgt het advies van de afdeling Wetgeving en zegt dat de evenredigheidsprincipes in acht moeten worden genomen, maar men kan eenzijdig een frequentieplan opmaken. De auditeur is van mening dat het aangehaalde middel niet ernstig is en dat de vordering tot schorsing verworpen moet worden. De zaken zijn al gepleit op 18 oktober. Het is nu dus wachten op het arrest van de Raad van State. Het Vlaamse frequentieplan voor de VRT werd niet aangevochten voor de Raad van State.
Ik verneem, net als u, via de pers dat de bevoegde minister van de Franse Gemeenschap meldt dat begin volgend jaar werk zal worden gemaakt van het opstellen van een frequentieplan. Ik kan dat alleen maar toejuichen, maar moet eraan toevoegen dat het natuurlijk rijkelijk laat komt.
Ik citeer nog eens artikel 4, paragraaf 1 van het koninklijk besluit:?Als uit een controle blijkt dat een klankradio-omroepstation niet over een geldige vergunning beschikt die werd toegekend op basis van een frequentieplan dat nog steeds van toepassing is, niet het voorwerp uitmaakt van een beroepsprocedure, evenmin werd vernietigd noch geschorst, gaan de officieren van gerechtelijke politie vermeld in artikel 24 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, over tot het buiten dienst stellen van de zender. Zij kunnen alle maatregelen nemen die zij nodig achten teneinde het weder in dienst stellen van het station te voorkomen en kunnen overgaan tot de inbeslagname van de zender en van ieder ander onderdeel dat noodzakelijk is voor de uitzending. Het instituut licht de bevoegde gemeenschap hierover in binnen de vijf werkdagen volgend op de genomen maatregel.?
Ik leid daaruit af dat wie op 1 juni 2008 niet over een geldige vergunning beschikt, uitgereikt op basis van een geldig frequentieplan, door het BIPT uit de ether kan worden gehaald. Indien de Franse Gemeenschap op dat ogenblik nog geen geldig frequentieplan heeft uitgevaardigd, neem ik aan dat alle radio-omroepen die daar actief zijn, zich in deze situatie zullen bevinden. Ik ga ervan uit dat het BIPT op dat ogenblik zijn verantwoordelijkheid neemt en het nodige doet om de radio-omroepen die uitzenden zonder geldige vergunning buiten dienst te stellen.
Ik geef er uiteraard de voorkeur aan dat de situatie tegen die datum genormaliseerd is door de Franse Gemeenschap en dat de nodige erkenningen en vergunningen zijn uitgereikt op basis van een rechtsgeldig frequentieplan.
Mijns inziens moeten we het KB zo lezen, dat men buiten werking kan worden gesteld als men geen vergunning heeft. Als er een frequentieplan is en men leeft de vergunning niet na, kan het BIPT de uitvoering van het frequentieplan naleven. Blijkbaar heeft het BIPT daar een andere visie op, maar volgens mij is dat de enig mogelijke visie die men kan hebben.
Los daarvan zegt het BIPT dat het de etherpolitie niet kan uitoefenen zonder een frequentieplan van de Franse Gemeenschap. Dat is niet juist. U hebt, neem ik aan, mijn reactie op de uitspraken van een adviseur van het BIPT kunnen lezen in de kranten. Ik heb het Belgische Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie opgeroepen om de storingen van de VRT-radio in Brussel door Franstalige zenders te stoppen. Ik vraag het instituut met aandrang om zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Ik heb daartoe een brief gericht aan de heer Van Heesvelde, voorzitter van de raad van het BIPT. Aan de nieuwe minister bevoegd voor telecommunicatie - als die er is - zal ik dezelfde mening laten gelden.
Collega´s, het BIPT kan nu al optreden tegen schadelijke storingen, op basis van artikel 15 van de wet op de elektronische communicatie. Het instituut heeft zelf eerder dit jaar al eens beslist radiozender BFM Plus te beboeten voor overtredingen van de wet.
Het BIPT moet zich dus niet verschuilen achter het feit dat de gemeenschappen hun plannen niet op elkaar afgestemd hebben. De Raad van State heeft immers in zijn advies bij het Vlaamse frequentieplan van 1 september 2006 geoordeeld dat een gemeenschap eenzijdig een frequentieplan kan uitvaardigen, mits daarbij het evenredigheidsbeginsel in acht wordt genomen.
Het BIPT moet er voor zorgen dat de storingen ophouden en de regels worden geëerbiedigd. Los van de datum van inwerkingtreding, los van de controle op de naleving van de frequentieplannen kan het BIPT nu op basis van artikel 15 van de wet optreden tegen schadelijke storingen.
Wat de staatshervorming betreft, verwijs ik naar het Vlaamse regeerakkoord, dat heel duidelijk is en dat door de minister-president ook is overgemaakt aan de federale overheid. Zoals u weet, heeft hij het destijds al bezorgd aan de federale informateur. Ik moet dat dus zelf niet meer doen.
In principe moeten er nog twee zaken gebeuren. Eerst moet er worden gezorgd voor de publicatie van het frequentieplan van de Franse Gemeenschap en op basis daarvan het uitreiken van de erkenningen voor particuliere radio-omroepen in Franstalig België. Het is evident dat daarbij dezelfde regels gelden als voor de onze. Ze kan dat eenzijdig doen en moet dus niets aan ons voorleggen. Uiteraard zullen wij dat bekijken op basis van dezelfde rechtsregels inzake het respecteren van de evenredigheid. Onze ingenieurs zullen nagaan of het frequentieplan zorgt voor storing bij onze zenders. Wijzelf hebben bij het opstellen van ons frequentieplan rekening gehouden met die zorg.
Daarnaast is er ook nog de inwerkingtreding van alle bepalingen van het federale KB. Uiterlijk gebeurt dat op 1 juni. Ik ga er ook van uit dat de Conseil supérieur de l´audiovisuel, de Franstalige regulator, ook zijn verantwoordelijkheid opneemt ten aanzien van de Franstalige radio-omroepen.
De voorzitter: De heer Marginet heeft het woord.
De heer Werner Marginet: Mijnheer de minister, we leven dus op hoop van zegen. U zegt dat u zult onderhandelen wanneer de Franse Gemeenschap een frequentieplan heeft. De vraag is natuurlijk of ze er wel een zal opstellen. In het verleden is er al veel beloofd zonder dat daar veel gevolg aan is gegeven. We kunnen enkel blij zijn dat de auditeur ons volgt. We wachten dan ook hoopvol op het arrest.
Opvallend was dat u zei dat het BIPT kan optreden. Ik hoop dat het instituut dat ook effectief zal doen als het nodig is.
We behouden het vertrouwen in uw manier van werken. We hopen dat alles snel in orde komt voor Vlaanderen en de Vlaamse luisteraar.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de minister, er is natuurlijk de strikt juridische benadering. Daarnaast is er echter ook de politieke benadering. Ik ben er absoluut van overtuigd dat de wil aan de andere kant niet aanwezig is. Zo simpel is dat.
Het BIPT heeft voor een deel gelijk. Ik heb zelf contact opgenomen met het BIPT om te weten hoe een en ander in zijn werk gaat. Blijkbaar beschikt men daar zelfs niet over dossiers. Men weet er totaal niet wat het zendvermogen, de hoogte van de antenne is enzovoort. Het instituut kan niet optreden omdat er geen dossier is. Er is bovendien geen frequentieplan. Ik weet ook niet hoe men daar uit moet geraken. Ik had dat trouwens al voorspeld toen ik mijn actuele vraag heb gesteld in de plenaire vergadering van 22 november 2006. Als het instituut niets in handen heeft, kan het ook niet optreden.
Mijnheer de minister, ik ben geen jurist. Maar als het BIPT om welke reden dan ook niet optreedt, kunt u dan geen kortgeding inspannen bij de Raad van State? De heer Callens zegt dat al die Franstalige radio´s illegaal uitzenden. In feite moeten die zenders dan allemaal uit de lucht worden gehaald. Politiek is dat echter niet haalbaar. Heeft Vlaanderen nog andere rechtsmiddelen om daar iets aan te doen?
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Collega´s, u hebt natuurlijk gelijk. Er is de juridische realiteit, er zijn de akkoorden. Daarnaast stellen we - voorzichtig uitgedrukt - de inertie aan de andere kant van de taalgrens vast, waardoor geen initiatieven worden genomen, niet het minst door de interne moeilijkheden, die het moeilijk maken om knopen door te hakken.
De heer Marginet heeft gelijk. Op een bepaald moment zag ik een opening om een akkoord af te sluiten. Ik moest daar ook op ingaan. Door een uitspraak van het Arbitragehof was de situatie bij ons immers ook geblokkeerd. We hadden geen regulator meer, het VRM-decreet moest worden uitgevoerd, er was het hersteldecreet. Op het ogenblik dat we groen licht kregen van de Raad van State om eenzijdig ons frequentieplan in te voeren, hebben we gezegd dat we een akkoord wilden afsluiten. De datum had, wat mij betreft, vroeger mogen vallen. We moesten echter absoluut uit de impasse geraken en we moesten ons eigen frequentieplan, dat ook vernietigd was, kunnen opmaken. Dat is gebeurd. U hebt gelijk, mijnheer Decaluwe, dit is het juridische luik. We zullen nauwgezet en kritisch opvolgen of aan de Franstalige kant de evenredigheid wordt gerespecteerd.
U vraagt me welke middelen voorhanden zijn als het BIPT niet zou optreden. Elke belanghebbende kan naar het BIPT toestappen. Ik heb u al een voorbeeld gegeven waarbij het BIPT is opgetreden na het indienen van een klacht. Elke Vlaamse radiozender die wordt gestoord of schadelijke storingen ondervindt, kan op grond van artikel 15 van de wet klacht indienen bij het BIPT. Treedt het BIPT niet op, dan kan de belanghebbende eventueel een burgerlijke procedure opstarten tegen het BIPT wegens het niet uitoefenen van zijn wettelijke taak. Meer acht ik niet mogelijk. De Raad van State acht ik niet bevoegd.
Ik reken er dan ook op dat de nieuwe voogdijminister met een duidelijk akkoord dat stelt dat het koninklijk besluit in werking treedt op 1 juni 2008, het BIPT de instructies geeft zodat het doet wat het moet doen. Als een politioneel orgaan zijn werk niet uitoefent, moet de politiek verantwoordelijke optreden. Ik reken er op dat dit ook zal gebeuren. We zullen waarschijnlijk toch problemen blijven ondervinden die moeten uitgevochten worden voor de Raad van State indien we worden geconfronteerd met het frequentieplan van de Franse Gemeenschap, dat niet evenredig is en storingen met zich meebrengt. Dan zullen we dat ook niet nalaten te doen. Ik zou liever zien dat het niet nodig is. Het is niet zo moeilijk voor de Franse Gemeenschap om een plan op te stellen met frequenties, directiviteit en zendmasten die ervoor zorgen dat we elkaar niet storen. We hebben er tientallen vergaderingen over gehouden. Maar er moet in de eerste plaats een politieke wil voor bestaan.
De voorzitter: Het incident is gesloten.