Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 27/09/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de inzameling van landbouwfolie
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de landbouwsector wordt nog altijd geconfronteerd met twee soorten afvalstoffen waarvoor blijkbaar maar geen oplossing kan worden gevonden. Enerzijds hebben we de afvalbanden, anderzijds de landbouwfolie.
Aangezien de aanvaardingsplicht voor landbouwfolies moeilijk uitvoerbaar bleek, hebben de producenten en de landbouwsector een beleidsplan uitgewerkt dat een oplossing zou moeten bieden. Intussen zijn er verschillende gemeenten die wel landbouwfolie willen inzamelen op het gemeentelijke containerpark. Sommige gemeenten laten deze afvalstof slechts binnen bepaalde periodes toe.
Een degelijke inzameling van landbouwfolies is absoluut noodzakelijk omdat de economische waarde, zoals toenmalig minister Peeters in het verleden al heeft aangegeven, voldoende hoog is om recyclage mogelijk te maken zonder dat hiervoor moet worden betaald. De vraag blijft echter waarom de organisatie van de inzameling van deze afvalstof zo moeizaam verloopt.
Mevrouw de minister, hebben uw diensten het beleidsplan over de inzameling van landbouwfolies dat door de producenten en de landbouwsector werd uitgewerkt, geëvalueerd? Wat waren de bevindingen?
Werden er ten gevolge van dit beleidsplan concrete maatregelen genomen voor de inzameling van landbouwfolie? Zo ja, welke maatregelen? Indien het beleidsplan niet gunstig werd geëvalueerd en er geen concrete maatregelen zijn genomen, wordt er dan een nieuw overleg gestart?
Hoe kunnen de landbouwers wier gemeente geen inzameling organiseert, hun landbouwfolie aanleveren? De economische waarde is immers hoog genoeg om geen kosten te maken bij de recyclage.
De voorzitter: De heer Peeters heeft het woord.
De heer Frans Peeters: Ik sluit me aan bij deze vraag. Heel wat gemeenten ondervinden problemen met die inzameling. Wat de kosteloosheid daarvan betreft, is er misschien wel een probleem met de verschillende soorten landbouwfolie. Zo is er traditionele landbouwfolie en de stretchfolie. Eigenlijk zou die folie gesorteerd moeten worden voor hij wordt aangeleverd voor recyclage. Dat betekent dat er bijkomende kosten moeten worden gemaakt. Voor de traditionele folie zijn er nagenoeg geen problemen. Dat verloopt kosteloos. Dat is echter niet het geval voor de stretchfolie. Misschien is het nuttig een overleg te organiseren tussen bijvoorbeeld de landbouwsector en Interafval. Daarbij kunnen suggesties worden gedaan en afspraken worden gemaakt.
De voorzitter: In Frankrijk heeft een gecoördineerde actie plaatsgevonden met de landbouwbedrijven onder de bevoegdheid van de prefect van het departement.
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mevrouw Van den Eynde, u stelt uw vraag eigenlijk een beetje te vroeg. U verwijst heel terecht naar het afvalbeheersplan. Mijn diensten hebben dat ontvangen op 16 augustus 2007. Dat betekent dat de evaluatie daarvan nog bezig is.
Daarnaast hebben mijn diensten nog bijkomende informatie opgevraagd bij de producenten en de landbouworganisaties. Volgens een eerste beoordeling voldoet het plan in grote mate en is een voorwaardelijke goedkeuring door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) waarschijnlijk. Ik kan echter nog geen definitieve conclusies trekken. Wij wachten op de antwoorden op de aanvullende vragen en op de maatregelen.
Het plan is opgemaakt voor een periode van drie jaar en bevat actiepunten waaronder het opzetten van een proefinzamelingssysteem in gebieden waar selectieve inzameling momenteel moeilijk ligt. In gemakkelijke gebieden worden al definitieve inzamelsystemen opgezet. In een eerste fase van een dergelijk project moet overleg gepleegd worden met de verschillende betrokkenen - waaronder de landbouworganisaties - en de federaties. Dat zijn de overbrengers, de verwerkers, de gemeenten en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. De voorbereiding daarvan start in het najaar 2007.
Als onderdeel van de goedkeuring van het afvalbeheersplan zal een werkgroep opgericht worden. De producenten en landbouworganisaties maken deel uit van deze werkgroep en zullen samen met de overheid minstens tweemaal per jaar de voortgang van het plan en de daaraan gekoppelde jaarlijkse actieplannen bespreken, evalueren en zo nodig bijsturen.
Afvallandbouwfolies zijn bedrijfsafvalstoffen, overeenkomstig artikel 5.2.2.1 van het Vlaams Reglement voor Afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA). De gemeenten kunnen op vrijwillige basis of volgens het principe 'de vervuiler betaalt' de selectieve inzameling van afvallandbouwfolies organiseren. Als de gemeente dat niet wil doen, dan is de landbouwer op dit ogenblik genoodzaakt om privéophalers aan te spreken. Conform met wat ik zonet heb gezegd, is het wel de bedoeling om gedurende de looptijd van het plan en op basis van de opgedane ervaring tijdens de duur van de proefprojecten, een aantal extra inzamelmogelijkheden te organiseren.
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Misschien ben ik wat vroeg met mijn vraag. Toch ben ik blij dat het dossier in een stroomversnelling zit. Ik hoop dat als u de oplossing hebt gevonden, we geen vragen meer moeten stellen over de landbouwfolies.
Minister Hilde Crevits: Over zaken die goed gaan, mag u ook vragen stellen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.