Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie Vergadering van 05/07/2007
Vraag om uitleg van de heer Johan Verstreken tot mevrouw Fientje Moerman, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, over de 'Film Cities of Flanders'
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mevrouw de minister, geachte collega's, in juli 2005 heb ik minister Anciaux en de ministers Moerman en Bourgeois een schriftelijke vraag gesteld over de oprichting van een éénloketfunctie voor filmlocaties in Vlaanderen. Vlaamse steden worden immers steeds aantrekkelijker als filmlocatie. Ik denk dan vooral aan de steden Antwerpen, Gent, Brugge en Oostende die namelijk zelf een film office hebben opgericht om hun stad als filmlocatie aan te prijzen.
Tot op vandaag bestaat nog geen coördinerend orgaan dat zich bezighoudt met de promotie van Vlaanderen als filmlocatie. Minister Anciaux antwoordde op mijn schriftelijke vraag, in akkoord met de ministers Moerman en Bourgeois, dat hij het idee van een gecoördineerde promotie van Vlaanderen als filmlocatie en de bijbehorende gecoördineerde faciliteiten wel genegen is, maar dat dit vooral een economische finaliteit heeft. Het draaien van een film in Vlaanderen genereert immers vooral bijkomende economische activiteit en tewerkstelling.
Dat u, mevrouw de minister, het economische belang van Vlaanderen als filmlocatie hebt ingezien, blijkt uit inspanningen die u hebt geleverd om Vlaanderen als filmlocatie aan te prijzen tijdens uw handelsmissie naar India, meer specifiek naar Bollywood.
Ondertussen zijn de stedelijke film offices van Gent, Antwerpen, Brugge en Oostende al een tijd actief, met succes trouwens, en zijn ze ook helemaal klaar om buitenlandse producties te ontvangen. In sommige gevallen is dat reeds gebeurd. Nu is het belangrijk om een éénloketfunctie op te richten die binnen- en buitenlandse aanvragen moet sturen en verdelen onder de verschillende steden waardoor het administratief veel gemakkelijker wordt voor buitenlandse filmcrews om hier neer te strijken.
Door de beperkte budgetten van de verschillende stedelijke film offices is het onmogelijk om zelf een professioneel loket op te zetten. De film offices hebben ondertussen zelf een initiatief genomen en hebben onder de noemer 'Film Cities of Flanders' op de filmbeurs van Cannes gezamenlijk promotie gemaakt voor hun stad als filmlocatie, wat een zeer goed initiatief was. Het coördineren van deze aanwezigheid en de opvolging van de gelegde contacten zou ook een taak kunnen zijn van het gezamenlijke loket.
De filmkantoren van Antwerpen, Gent, Brugge en Oostende zijn van plan om de samenwerking in de toekomst nog uit te breiden. Misschien zijn er nog andere steden geïnteresseerd om toe te treden. Ze hebben in een brief de financiële steun van minister Moerman gevraagd voor de oprichting van een éénloketfunctie. Volgens hen zou de oprichting van een éénloketfunctie voor de verschillende stedelijke film offices jaarlijks ongeveer 300.000 euro kosten. In dit bedrag is één fulltime- en één halftimewerkkracht inbegrepen, en ook de aanwezigheid op de beurzen en de nodige kantoorruimte met uitrusting. Op zich denk ik dat dit een schappelijk budget is.
Ik heb mijn vragen ook gesteld in oktober 2006. De vraag om uitleg is niet tot bij de minister geraakt, maar werd in april 2007 door het commissiesecretariaat ingetrokken. Ik heb een vermoeden waarom. Misschien wist men op ministerieel vlak niet meteen wiens bevoegdheid dit was: toerisme, cultuur, economie?
Ondertussen heeft men in Antwerpen, Brugge, Gent en Oostende niet stilgezeten. Die steden hebben in mei opnieuw hun project in Cannes gepromoot. De steden hopen op politieke ondersteuning voor een echt Vlaams filmloket.
Zijn er ondertussen al gesprekken geweest tussen het kabinet van minister Moerman en de verantwoordelijken van de filmsteden Gent, Antwerpen, Brugge en Oostende? Wat is de stand van zaken? Hebben de gesprekken al iets opgeleverd? Hoe staat de minister tegenover de aanvraag tot steun voor dit initiatief? Heeft het Vlaams Agentschap Internationaal Ondernemen nog acties ondernomen voor de promotie van Vlaanderen als filmlocatie? Zo ja, welke? Zijn er nog acties of evenementen gepland? Zo ja, welke? Ik heb horen fluisteren dat er al overleg is geweest. Wat is daar verteld?
Mevrouw Annick De Ridder: Mevrouw de minister, geachte collega's, ik heb een kleine bedenking en een kleine vraag.
Ik juich toe dat er interesse is om de internationale filmmarkt te bereiken en ons te profileren als Vlaamse steden. Maar het lijkt me opportuun om ook te beginnen met de Vlaamse filmmarkt, en bijvoorbeeld uw eigen burgemeesters aan de kar te laten trekken voor initiatieven op Vlaamse bodem, zoals Matroesjka's. Dat lijkt mij toch een eerste stap vooraleer men naar de internationale filmmarkt kan gaan. Ik heb het over de burgemeester van Brasschaat die opnames heeft verboden in zijn gemeente. Hij vond dat zijn gemeente geen forum was om films van een dergelijk allooi op te nemen.
Mevrouw de minister, ik heb onlangs gemerkt dat binnen de PMV een subsidiemechanisme bestaat waarvan de naam me ontglipt, waarbij privégeld wordt opgehaald en de overheid faciliteert. Ik stel me de vraag of het ook in dit verband niet wenselijk is dat de overheid faciliteert en deels mee in het project stapt, maar ook de reflex heeft om de privésector erbij te betrekken. Film en cultuur zijn zeer belangrijk en de overheid moet daarin investeren. We moeten ook daar hard op zoek gaan naar economische mechanismen waarbij de privémarkt wordt betrokken en de overheid niet alles op zich neemt.
De voorzitter: De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel: Mevrouw De Ridder, ik heb de indruk dat sommige krachten binnen bepaalde partijen CD&V-burgemeesters of -parlementsleden of andere leden, altijd in het ultraconservatieve hoekje willen drukken. U hebt gisteren nog een insinuatie gemaakt in verband met een boek van creationisme, alsof wij behept zijn met middeleeuwse ideeën.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer Van den Heuvel, het ging over een boek van creationisme dat regelrecht zegt dat de evolutietheorie aan de oorsprong ligt van de aanslagen op 11 september en van zaken als de Holocaust.
De heer Koen Van den Heuvel: Ik ben heel blij dat u zelf zegt dat het helemaal niets heeft te maken met CD&V. Ik wil sommige mensen waarschuwen om de zaken duidelijk gescheiden te houden. Mijn partij is een volkspartij, gedragen door eenderde van de Vlamingen, die een heel open beleid wil voeren en niet in een conservatief hoekje moet worden gedrukt. Ik geef in mijn gemeente bijna maandelijks toelating voor filmopnames allerhande.
De voorzitter: Minister Moerman heeft het woord.
Minister Fientje Moerman: Het uitgangspunt is dat een uniek filmloket om Vlaanderen in het algemeen en de steden Gent, Antwerpen, Brugge en Oostende als filmlocaties te promoten, wenselijk en noodzakelijk is. De vier steden hebben een elk eigen dienst, maar één loket zal ongetwijfeld de slagkracht en efficiëntie versterken en kostenbesparend werken. Wij gaan ervan uit dat een dergelijke actie een economische, toeristische en culturele dimensie heeft.
Op de vraag nummer 83 van 13 juli 2005 van de heer Verstreken, antwoordde minister Anciaux, mede namens mijzelf en minister Bourgeois: "Een enig loket is geen zaak van cultuurbeleid en dus ook niet van het Vlaams Audiovisueel Fonds." Ik heb gepoogd om alsnog met minister Bourgeois en minister Anciaux een overeenkomst te bereiken, en pas vorige week werd definitief duidelijk dat dit haalbaar is.
In november 2006 is op onze uitnodiging een vergadering gehouden waarbij de vier genoemde steden, de drie kabinetten van de genoemde ministers, de administraties van FIT en van Buitenlands Beleid en het Vlaams Audiovisueel Fonds, afgekort VAF, aanwezig waren. Op die vergadering bleek uit de concrete voorstellen die de steden hebben geformuleerd en de praktische suggesties die ze hebben gedaan, dat de eenloketfunctie best in of naast het VAF zou functioneren. De budgettering 2008-2009 bedroeg respectievelijk 270.000 en 280.000 euro.
De steden hebben ondertussen ook met Leuven en Mechelen gepraat, alsook met Horeca Vlaanderen en Toerisme Vlaanderen die allebei grote interesse betuigen. Niets staat de oprichting van het unieke filmloket nog in de weg. FIT, Toerisme Vlaanderen en het VAF, die de drie componenten economie, toerisme en cultuur vertegenwoordigen, worden gevraagd samen het project te realiseren.
FIT heeft volgens mij een rol te spelen. Dat is in het verleden ook al gebeurd. Sinds mijn bezoek aan Bollywood in Mumbai, waar ik een seminarie heb geleid met een twintigtal bekende regisseurs om Vlaanderen voor te stellen, is de promotie van Vlaanderen als filmlocatie op de agenda gebleven van onze handelssecretaris in Mumbai. De heer Raj Khalid had reeds een belangrijk netwerk in deze sector, en hij heeft daarna een aantal acties ondernomen om Vlaanderen op de kaart te krijgen, zoals het verstrekken van informatie aan Indische productiehuizen die van plan waren om te komen scouten in Vlaanderen. In Vlaanderen leek op dat moment de consolidatie te ontbreken om gezamenlijke acties op te zetten. Het VAF heeft niet gereageerd op vragen.
Ondertussen heeft de heer Khalid, die een lokale vertegenwoordiger was, onze diensten verlaten. Zopas heeft de raad van bestuur van FIT beslist om een aantal posten te sluiten of te upgraden. De post Mumbai wordt geüpgraded en zal een belangrijkere functie krijgen binnen het FIT-netwerk. Dat moet in de toekomst de mogelijkheid bieden om, althans in dat land, beter in te spelen op initiatieven terzake.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw heldere uiteenzetting. Daardoor krijgen we een duidelijke kijk op de zaken.
De mensen die al een aantal jaren bezig zijn met dit filmloket, stellen de vraag of de mogelijkheid bestaat voor een financiële tussenkomst, waaronder bijvoorbeeld 300.000 euro om de eenloketfunctie op professioneel niveau vanuit Vlaanderen te kunnen coördineren, met een fulltime en een halftime werkkracht. Ze vragen ook de nodige beurzen en de nodige kantoorruimte. Bestaat daar een mogelijkheid voor? Is dat bespreekbaar?
Minister Fientje Moerman: Natuurlijk is dat bespreekbaar. Ik heb het initiatief genomen om alle actoren rond de tafel te brengen. De steden hebben een duidelijk idee, er is een meerwaarde van een Vlaams niveau en er zijn gedetailleerde berekeningen gemaakt. Maar er zijn inderdaad drie dimensies aan het initiatief: een economisch, maar ook een toeristisch en een cultureel. Dat betekent dat we de budgetten met elkaar moeten bespreken en dat elk zijn duit in het zakje zal moeten doen. Gedurende de zomer zullen die besprekingen worden voortgezet.
De heer Johan Verstreken: We hopen dat er snel een oplossing wordt gecreëerd, zodat men dit degelijk kan afwerken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.