Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 05/07/2007
Vraag om uitleg van de heer Pieter Huybrechts tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de verstoring van het ecologisch evenwicht door de stierkikker
Vraag om uitleg van de heer Frans Peeters tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de aanwezigheid van brulkikkers in natuurgebieden
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik besef dat dit een ongebruikelijke en misschien zelfs een lachwekkende vraag kan lijken. Ik ben dan ook tevreden dat de heer Peeters een gelijkaardige vraag stelt.
Het gaat wel degelijk om een serieus probleem. Volgens professor Alain De Vocht, bioloog aan de Universiteit Hasselt, vormt de stierkikker, in de volksmond ook brulkikker genoemd en ik het Engels ?bullfrog´, een reëel gevaar voor de verstoring van het ecologische evenwicht in Vlaanderen. Zo is de stierkikker, die ruim 20 centimeter groot kan worden en een gewicht heeft dat kan oplopen tot een halve kilogram, verantwoordelijk voor het verdwijnen van inheemse soortgenoten en familieleden uit hun omgeving.
Inheemse kikkers, de groene en de bruine kikker, worden samen met salamanders, padden, vissen, kleine knaagdieren en zelfs kleine vogels door de stierkikker opgepeuzeld of sterven de hongerdood omdat de exoot alle voedsel wegkaapt. De stierkikker is een enorme veelvraat en eet alles op wat te pakken valt, alles wat kleiner is dan hijzelf. Een relatief kleine prooi wordt meteen naar binnen gewerkt. Grotere prooien worden vastgehouden in hun muil, onder water verdronken en vervolgens ingeslikt.
De stierkikker zelf wordt weinig of niet gegeten. Zelfs larven en eieren worden door de vissen niet gesmaakt. Een groot deel van de larven kan dus zorgeloos uitgroeien tot volwassen kikkers en zelf nakomelingen voortbrengen. Als men dan weet dat het legsel van een wijfje 10.000 tot 25.000 eieren kan bevatten, dan is het logisch dat professor De Vocht en vele anderen zich zorgen maken.
De stierkikker laat zich bovendien heel moeilijk benaderen en is bijna onmogelijk te vangen. Bijkomend probleem is, zeker voor de omwonenden, dat dit beestje een opvallende roep heeft die over een grote afstand, tot twee kilometer ver, te horen is. Deze roep klinkt diep grommend als een stier, vandaar de naam, en wordt versterkt door de kwaakblazen.
De stierkikker is een exoot en hoort niet thuis in onze regio. Vele exotische soorten manifesteren zich dikwijls als pestsoorten en kennen een ongebreidelde expansie. Volgens de conventie over de biologische diversiteit moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om de kolonisatie van invasieve soorten zo veel mogelijk in te dijken.
Professor De Vocht pleit voor een krachtdadig optreden. Hij heeft het zelfs over dynamiteren en over het droogleggen van vijvers. Immers, zonder drastische maatregelen heeft de stierkikker binnen tien jaar heel Vlaanderen ingepalmd. Nu reeds is de vallei van de Grote Nete, tussen Westerlo en Balen, helemaal ingenomen door de stierkikker. Ook in Arendonk en in het Grootbroek te Huldenberg bij Sint-Agatha-Rode plant de stierkikker zich voort.
Mevrouw de minister, welke maatregelen zult u nemen om te voorkomen dat de stierkikker binnen de tien jaar heel Vlaanderen heeft ingepalmd? Dat zou volgens professor De Vocht een enorme ecologische verstoring zijn.
Veel van die voortplantingsplaatsen bevinden zich op privéterrein. Die eigenaars staan wellicht niet te trappelen om bestrijdingsacties op hun terrein toe te laten. Hun medewerking is echter wel cruciaal bij de bestrijding van de stierkikker. Hoe wilt u zich verzekeren van de medewerking van die privé-eigenaars?
De voorzitter: De heer Peeters heeft het woord.
De heer Frans Peeters: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het lijkt op het eerste gezicht inderdaad een belachelijke vraag, maar dat is het niet. Een zestal jaar geleden is daar al over ge?nterpelleerd bij de lokale besturen, maar er kwam toen geen oplossing uit de bus. Intussen heeft de stierkikker zich al sterk uitgebreid. Het is onder andere onder impuls van Natuurpunt dat er een maand geleden een initiatief is genomen om dat probleem opnieuw onder de aandacht te brengen.
Het probleem is ernstiger dan men denkt. Vroeger werd de brulkikker enkel opgemerkt in Mol en Geel, nu in de hele Netevallei.
Mevrouw de minister, een beschrijving van het probleem van de brulkikker hebt u al gehad. Ik zal me dan ook beperken tot mijn vragen.
Kan de Vlaamse overheid wetenschappelijk onderzoek stimuleren om het gedrag van de brulkikker in onze contreien te bestuderen zodat er stappen kunnen worden gezet om de exotische reuzenamfibie te bestrijden? In mijn toelichting staat dat deze amfibie zelfs tot dertig centimeter groot kan worden, dat is dus tien centimeter groter dan volgens de heer Huybrechts.
Volgens een rapport van Natuurpunt startte het dier zijn opmars vermoedelijk door de verkoop van de brulkikker op dierenmarkten, waarschijnlijk in Mol. Is het niet mogelijk om de verkoop van dergelijke exotische amfibieën te verbieden?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, collega´s, ik heb een foto meegebracht van de brul- of stierkikker. De brulkikker is inderdaad een exoot die hier van nature niet voorkomt. De eerste waarnemingen in Vlaanderen dateren van omstreeks de eeuwwisseling, maar het waren altijd ge?soleerde waarnemingen van volwassen dieren. Momenteel zijn er drie gebieden bekend waar de stierkikker zich voortplant: het valleigebied van de Grote Nete, tussen Balen en Westerlo, waar de grootste populaties voorkomen, het Goorken en de Lokkerse Dammen te Arendonk en het Grootbroek te Huldenberg bij Sint-Agatha-Rode.
Het gaat hier om de grootste kikkersoort uit het Noord-Amerikaanse continent. Deze amfibie brengt de meeste tijd door in het water, waar hij overwintert, zich voortplant en op voedsel jaagt. Hij heeft inderdaad een enorme eetlust, en de grootte van zijn prooi wordt enkel beperkt door de omvang van zijn opengesperde bek. Hij eet alles wat in zijn bek past.
Het dier heeft in ons land geen natuurlijke vijanden. De meeste vissoorten negeren zowel de legsels als de larven van de stierkikker, omwille van hun afstotende smaak. Hij lust alles, maar niemand lust hem.
In veel gevallen is voorkomen de beste aanpak. Wat dat betreft moet in de eerste plaats worden gekeken naar de regeling van de import en de handel. Met EEG-verordening nummer 2551/97 van de Commissie van 15 december 1997, werd in principe komaf gemaakt met de import van deze diersoort. Dat betekende echter niet het einde van de verkoop van larven. Onder meer Natuurpunt heeft erop gewezen dat de regionale handel in exemplaren of larven van de stierkikker mee heeft geleid tot de aanwezigheid van deze dieren in bepaalde regio´s.
De regeling van de handel in diersoorten is een federale bevoegdheid voor wat de invoer, uitvoer en doorvoer betreft, maar zou, ingevolge de rechtspraak van het Arbitragehof, kunnen worden beschouwd als een gewestbevoegdheid voor wat de interne verhandeling van de diersoort betreft. Het valt dus te overwegen om de verkoop van soorten als de stierkikker aan banden te leggen en eventueel te verbieden. Ik zal laten onderzoeken in hoeverre dat juridisch mogelijk is.
Daarnaast is er de problematiek van het verbod op het vrijlaten in de natuur. Nogal wat eigenaars willen van die stierkikkers af, bijvoorbeeld op het moment dat die dieren zich beginnen te vergrijpen aan de goudvissen in de vijver. Op dat moment ontstaat de verleiding om ze te vangen en elders vrij te laten. In een besluit van 21 april 1993 heeft de Vlaamse Regering het introduceren van niet-inheemse diersoorten in de natuur verboden, behalve indien daartoe een vergunning wordt verleend. Een vergunning kan alleen maar worden verleend nadat onderzocht is wat de weerslag is van de introductie in de natuur. Deze introducties mogen geen invloed hebben op de plaatselijke fauna en flora. Voor de stierkikker zijn er tot op vandaag geen vergunningen verleend. Gelet op de potentiële impact van de soort is het onwaarschijnlijk dat dit gebeurt. We kunnen dus concluderen dat de in het wild voorkomende dieren illegaal zijn uitgezet.
Wat dit betreft, is de noodzakelijke maatregel van het verbod dus weliswaar genomen, maar hij is niet effectief. Een dergelijk verbod is immers moeilijk te handhaven. In geval van eventuele inbreuken is het ook zeer moeilijk om te achterhalen wie daarvoor verantwoordelijk is.
Naast het aanpakken van de handel en het verbieden van vrijzetting is er ook nog de bestrijding van in de vrije natuur aanwezige exemplaren. In Groot-Brittannië zou de brulkikkerpopulatie nagenoeg zijn uitgeroeid. Daarbij werden heel wat methodes gebruikt: afschot, elektrische bevissing, het gebruik van sleepnetten, droogleggen van de waterpartij en het manueel of met behulp van een schepnet verwijderen van larven of kikkers. Deze bestrijding is echter niet eenvoudig en evenmin goedkoop.
Op grond van het vermelde besluit van 1993 kan ik het Agentschap voor Natuur en Bos of andere personen machtigen om dergelijke niet-inheemse dieren die onvrijwillig of in overtreding in de vrije natuur werden ge?ntroduceerd, te bestrijden of te verwijderen. Daarvoor heb ik echter het advies nodig van de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud.
Aangezien er in dit geval kennelijk sprake is van schade aan de inheemse fauna en flora, zal ik de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud om een advies vragen, met het oog op het ondernemen van eventuele bestrijdingsacties.
Tot slot is het duidelijk dat maatregelen voor het bestrijden van exotische en invasieve diersoorten moeten worden genomen op basis van grondig onderzoek. Op die manier kunnen de meest effectieve methoden gehanteerd worden en kan in de mate van het mogelijke worden vermeden dat men andere, inheemse diersoorten tot voorwerp van de bestrijdingsacties zou maken.
Aangezien het vaststaat dat de stierkikker zich momenteel vooral in de provincie Antwerpen concentreert, heeft het bestuur van deze provincie het initiatief genomen om een studie op te zetten. Die studie zal worden uitgevoerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Er zal onderzoek worden gedaan naar de ecologie van de soort in de gebieden waar ze voorkomt in Vlaanderen. Tevens zal worden nagegaan welke vangmethodes het meest aangewezen zijn om zo efficiënt mogelijk een zo groot mogelijk aantal stierkikkers te vangen en te verdelgen. Daarbij zal worden gekeken naar buitenlandse voorbeelden. Deze studie is gepland voor de komende maanden.
Daarnaast is er in de loop van de maand juli een overleg gepland tussen vertegenwoordigers van de provincie Antwerpen, het Agentschap voor Natuur en Bos, Natuurpunt en het INBO. Op basis van dit overleg en van de resultaten van dit onderzoek kan de aanzet worden gegeven tot een zo efficiënt mogelijke aanpak van de soort in Vlaanderen.
De voorzitter: De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. U zegt dat u het advies moet afwachten van de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud. Ik kan enkel vragen dat dit zo snel mogelijk gebeurt. Hoe langer men wacht, hoe groter het probleem en hoe duurder de bestrijding.
Ik had u ook gevraagd hoe u zeker kunt zijn van de medewerking van privé-eigenaars. Wanneer die geen toegang geven tot hun domein, dan zitten we met een probleem. Hoe kunt u daarvoor zorgen?
Minister Hilde Crevits: Ik heb het vooral gehad over het uitzetten van die dieren in de natuur. De maatregelen die u vraagt, betreffen het bestrijden van de brulkikkers die illegaal zijn uitgezet in de vrije natuur. We kunnen niet weten wie daarvoor verantwoordelijk is.
De heer Pieter Huybrechts: Ik denk dat u me verkeerd begrijpt. De stierkikkers moeten bestreden worden. U hebt daartoe een aantal maatregelen opgesomd. Dat is perfect mogelijk op een openbaar domein, maar op een privégrond hebt u de toestemming nodig van de eigenaar. De medewerking van die eigenaars is dus cruciaal. Wanneer zij weigeren, valt uw plan in duigen. Mijn vraag is dan ook hoe u zich kunt verzekeren van hun medewerking.
Minister Hilde Crevits: Dat zal onderzocht moeten worden.
De heer Frans Peeters: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad zo dat we de brulkikkers zowel op openbaar als op privéterrein moeten kunnen verbieden en bestrijden. Anders heeft het weinig zin.
De voorzitter: Men moet zich dus toegang kunnen verschaffen tot een privédomein, ook wanneer de eigenaar geen toestemming geeft.
Het incident is gesloten.