Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 31/05/2007
Vraag om uitleg van de heer Jan Loones tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over het veiligheidsbeleid in door Vlaanderen erkende musea
De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik wil het nog eens hebben over het veiligheidsbeleid, naar aanleiding van recente diefstallen.
Bij diefstallen van kunstwerken denkt men altijd aan gesofisticeerde omstandigheden, zoals in de film 'The Pink Panther', waarin de waardevolste diamant wordt gestolen en waarbij slangenmensen binnenglippen enzovoort. Bij ons gaat het eenvoudiger. Er waren recent twee diefstallen in ontstellende omstandigheden. Op 20 april 2007, de dag voor het Erfgoedweekend, was er de diefstal van een klein maar waardevol schilderij van de landschapsschilder David Vinckboons in het museum Hof van Busleyden in Mechelen. Het schilderij, met een waarde van meer dan 100.000 euro, was enkel door middel van een paar beveiligingsdraden beschermd. De dief heeft eenvoudigweg deze draden doorgeknipt, het schilderij losgehaakt en de lege lijst achtergelaten. Niemand heeft iets gezien. Het merkwaardige is natuurlijk dat dit bij klaarlichte dag gebeurde. Het museum beschikt niet over een alarmsysteem noch over camera's, en op het ogenblik van de diefstal waren er geen suppoosten in de betrokken zaal aanwezig.
Intussen meldt een bericht in Gazet Van Antwerpen van 30 mei dat de dertigjarige kunstrover is gearresteerd. Er is sprake van zestien diefstallen in de voorbije maanden, waarbij dertig tot veertig kunstwerken werden buitgemaakt. Het gaat dus niet om een alleenstaand geval. Er is ook sprake van een helingnetwerk enzovoort. Ook hier meldt men dat het schokkend was dat er bij veel van deze diefstallen geen enkele of onvoldoende bewaking was. Gelukkig was het een amateuristische rover want er waren overal vingerafdrukken achtergelaten. Het artikel vermeldt ook, in verband met een andere diefstal, dat men in het pastoraal centrum in Mechelen zomaar binnen en buiten kan lopen. Dit centrum maakt werk van een betere beveiliging. Dat is dan het goede nieuws.
Wij herinneren ons zeer goed de diefstal van Panamarenko's Meikever in november 2006 uit het SMAK, ook op klaarlichte dag. Ook dat zijn ontstellende omstandigheden, en dat voor een van onze grote instellingen. De Meikever, met een waarde van 250.000 euro, werd nadien beschadigd teruggevonden in een parkje. Ook hier had niemand iets gezien. Het museum ontsloeg de verantwoordelijke suppoosten en de politie van de stad Gent lichtte de veiligheidssituatie van het museum door. Nadien werd er geïnvesteerd in nieuwe camera's. Gelukkig is die Meikever goed en wel hersteld en nu opnieuw aan het publiek voorgesteld.
In beide gevallen ging het om door Vlaanderen erkende musea, een van regionaal en een van landelijk niveau. Wij moeten vaststellen dat er op dat gebied weinig kwaliteitscontrole is, en nochtans zijn ze allebei onderworpen aan Vlaamse kwaliteitscontrole. Het gaat in beide gevallen ook om ongelooflijk eenvoudige diefstallen. Je hebt ook andere soorten diefstallen: de 'Pink Panther'-diefstallen en de brute diefstallen. Wij herinneren ons zeer goed deze in het Museum voor Schone Kunsten in Gent in 2001, en vooral die in het Diamantmuseum in Antwerpen vorig jaar. Dat is uiteraard veel moeilijker te vermijden.
Mijnheer de minister, u zei daarnet dat de verzekeringen u na aan het hart liggen. Ik vond een vraag om uitleg terug van mevrouw Dillen, naar aanleiding van een ophefmakende diefstal van een Cézanne - niet bij ons, wij hebben er geen, maar in het museum van de universiteit van Oxford. Er was geen verzekering. U hebt toen ook gesproken over de bijdrage van de Vlaamse Gemeenschap aan beveiligingssituaties, meer bepaald over de ondersteuning door toelagen en door het aanbod van Musave, of de Museum Standaard Audit Veiligheidszorg, waarbij men een onderzoek kan laten instellen. U hebt toen wel toegegeven dat het slechts een voorlopig antwoord was: "Er is nog verder onderzoek, en waar nodig, verdere actie vereist. Het zal echter steeds een afweging zijn. De budgettaire beperkingen zullen altijd meebrengen dat we nooit een totale beveiliging en verzekering zullen bereiken."
Mijnheer de minister, heeft intussen al een onderzoek plaatsgevonden over de veiligheidssituatie in de door Vlaanderen erkende musea? Worden er maatregelen getroffen?
Maakt het veiligheidsbeleid van een museum deel uit van de Vlaamse erkenningsvoorwaarden? Wordt dit door de bevoegde administratie gecheckt en opgevolgd? Zo ja, wat zijn hiervan de resultaten?
Bent u bereid om ter zake een duidelijk signaal te geven, zowel aan de verantwoordelijken van de door Vlaanderen erkende musea - meestal trouwens overheden die desgevallend de noodzakelijke investeringen moeten doen - als aan uw administratie? Het gaat immers om een belangrijk beleidsaspect waarop scherper toezicht uitgeoefend zal worden in het kader van de Vlaamse kwaliteitscontrole.
Musea willen investeren in kunstvoorwerpen. De beveiliging komt meestal achteraf. In mijn gemeente is er een nieuw gemeentehuis geopend waar onbeveiligd een werk van Panamarenko en een werk van Delphine Boël tentoongesteld staan. In dit geval gaat het uiteraard om een gemeentelijke verantwoordelijkheid. We hebben het hier in de door Vlaanderen erkende musea. Een andere vraag is dan weer of Vlaanderen daarin moet tussenkomen. Het zijn echter vooral de richtlijnen over bindende beveiligingsregels die van belang zijn.
De voorzitter: De heer Arckens heeft het woord.
De heer Erik Arckens: Ik deel de bezorgdheid van de heer Loones over de beveiliging van ons cultureel patrimonium. Dat moet verder worden uitgebreid, maar we komen dan inderdaad op een bevoegdheidsterrein waar wij niets te zeggen hebben. Het gaat dan over de wetenschappelijke instellingen in België, waaronder de musea vallen, en over kerken en dergelijke meer.
Het cultureel tijdschrift met zeer beperkte confidentiële oplage Dag Allemaal, heeft vorig jaar een interview uitgebracht met een ex-inbreker die zijn leven heeft gebeterd. Die ex-inbreker geeft tips over hoe men best kan inbreken in bepaalde kathedralen, musea enzovoort. De vraag is natuurlijk of zo'n artikel verantwoord is. De ex-inbreker geeft verder ook punten per kerk, museum enzovoort. Zo krijgt het KMSKA negen op tien, ondanks de diefstal van een Rembrandt een paar jaar geleden. Volgens die gewezen dief vraagt men gewoon om al die diefstallen. In België worden jaarlijks maar liefst 10.000 à 12.000 kunstwerken gestolen bij particulieren en uit kerken.
Mijnheer de minister, de overkoepelende raad waarvan de musea deel uitmaken, zegt zelf dat onder meer een aantal belangrijke Brusselse musea vroeg of laat hun zalen zullen moeten sluiten als ze niet meer geld krijgen. Er is een gebrek aan suppoosten, beveiligingssystemen enzovoort. Het probleem overstijgt de louter Vlaamse problematiek.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijn beleid inzake de beveiliging in musea sluit volledig aan bij het Erfgoeddecreet dat het Vlaams Parlement op 7 mei 2004 heeft goedgekeurd. Het Erfgoeddecreet regelt de erkenning van musea in Vlaanderen. De erkenning is opgezet als een kwaliteitslabel. Om erkend te kunnen worden moet het museum de basisfuncties kwaliteitsvol uitoefenen. De vier basisfuncties zijn de verzamelfunctie, het behoud en beheer, de wetenschappelijke functie en de publieksgerichte functie.
In het uitvoeringsbesluit bij het Erfgoeddecreet staat daarover dat het museum moet beschikken over een beschrijving van de toestand van de collectie cultureel erfgoed en van de getroffen maatregelen tot behoud van de collectie cultureel erfgoed. In de handleiding bij het Erfgoeddecreet, opgesteld door het Agentschap Kunsten en Erfgoed, in samenspraak met het Steunpunt en de Beoordelingscommissie Musea, worden de getroffen maatregelen tot behoud verder gespecificeerd als getroffen maatregelen voor het creëren van een geschikte omgeving voor de collectie - met betrekking tot licht, klimaat, netheid enzovoort - maar ook als getroffen maatregelen om brand, diefstal, vandalisme en andere mogelijke oorzaken van beschadiging te vermijden.
Bij de aanvraag voor een erkenning gaat het Agentschap Kunsten en Erfgoed en de Beoordelingscommissie Musea na of aan alle erkenningsvoorwaarden en dus ook aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. De beschrijving van de getroffen maatregel als deel van het beleidsplan van het museum vormt het uitgangspunt voor het toetsen van de maatregelen die het museum treft. Ik houd dus rekening met de beveiliging in musea voor het verlenen van een erkenning. Musea hebben een lange weg af te leggen in de uitbouw van hun beveiligingsbeleid.
Het Agentschap Kunsten en Erfgoed volgt de werking van erkende musea op. Twee maal per beleidsperiode van zes jaar evalueert het agentschap de werking van elk museum. Het veiligheidsbeleid maakt daar deel van uit. Zo'n evaluatie gebeurt op basis van het beleidsplan, de actieplannen, jaarverslagen en visitaties. Naar aanleiding van de diefstal van de Meikever uit het SMAK heeft het agentschap een volledige visitatie gewijd aan de beveiligingsmaatregelen in het museum.
De preventiecel van de politie Gent heeft op vraag van het museum een beveiligingsrapport opgesteld dat een pakket van aanbevelingen en maatregelen bevat. De aanbevelingen betreffen technologische aanpassingen en hechten ook belang aan het aanpassen van interne procedures. De stad Gent heeft een budget op haar begroting voorzien voor een aantal noodzakelijke aanpassingen van de beveiligingsinstallatie.
De stad Gent, als beheerder van het gebouw, en het museum, zetten hiermee een aantal belangrijke stappen naar het ontwikkelen van een degelijk en onderbouwd veiligheidsbeleid dat vertrekt vanuit preventie. Als belangrijk aandachtspunt voor de opmaak van een nieuw museaal beleidsplan voor de volgende beleidsperiode zal aan het SMAK en de stad Gent, als beheerder van het gebouw, worden meegegeven dat zij in de toekomst blijvend moeten investeren in beveiliging.
Het steunpunt Culturele Biografie Vlaanderen krijgt in het Erfgoeddecreet de specifieke opdracht tot praktijkondersteuning. Dit wordt gedefinieerd als volgt: het coördineren, informeren, adviseren en begeleiden met het oog op deskundigheidsbevordering. Het bevorderen van de deskundigheid met betrekking tot beveiliging behoort hier eveneens toe.
Het steunpunt begeleidt de musea in het uitwerken van een veiligheidsbeleid op basis van het auditinstrument Museum Standaard Audit Veiligheidszorg (Musave). Het is een doe-het-zelfinstrument aan de hand waarvan musea hun eigen beveiligingsmaatregelen kunnen doorlichten. Het focust op technische en mechanische aspecten, organisatorische aspecten, personeelsbeleid, opleiding van suppoosten enzovoort. Zo'n 60 tot 70 musea in Vlaanderen zijn actieve gebruikers van het instrument. Dat wil zeggen dat ze zichzelf op geregelde tijdstippen op basis van het instrument doorlichten en ingrepen doen waar nodig. Met het instrument kunnen ze ook hun vooruitgang meten.
Er hebben ook een tijdje gebruikersgroepenactiviteiten gelopen waarin men ervaringen uitwisselde rond verschillende deelaspecten. Gezien de meeste musea het gebruik van het instrument onder de knie hebben, zijn deze gebruikersgroepen stopgezet.
Een tweede recenter aanbod van het CBV is de begeleiding bij de opmaak van preventie- en calamiteitenplannen inzake diefstal, waterschade en brand. In functie van deze plannen wordt een risicoanalyse opgemaakt met de lokale politie en brandweer. De Antwerpse en Mechelse musea hebben dit aanbod reeds doorlopen. Het toeval wil zelfs dat het museum Hof van Busleyden te Mechelen, waar het schilderij op 20 april is gestolen, twee jaar geleden zelf zo'n risicoanalyse maakte. Ook de Leuvense en een aantal Gentse musea betoonden interesse. Straks komen ook de monumentale kerken in Antwerpen aan bod.
Het steunpunt actualiseert ook heel regelmatig zijn publicatie Verzekerde Bewaring. Het is een uitgave waarin de beste bewaar- en beschermingsinstrumenten worden opgesomd en productinformatie wordt gegeven. Voor diefstalpreventie zijn er bijvoorbeeld ettelijke voorbeelden van ophangsystemen die beveiligend of in elk geval diefstalvertragend kunnen werken. Het steunpunt verspreidt ook het suppoostenboek van de Vlaamse Museumvereniging waarin op heel praktisch niveau tips voor suppoosten worden gegeven.
Een aantal erkende musea zijn ondergebracht in beschermde monumenten. Deze musea kunnen een beroep doen op het Agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed voor het uitbouwen van hun beveiliging door middel van centrale meldingskamers, elektrische alarmcentrales en gratis permanente monitoring van het beveiligingssysteem.
Naast preventie en op basis van materiële ingrepen zijn er natuurlijk ook nog de suppoosten of de bewaking door middel van personen. De Bewakingswet, ook wel eens de wet-Tobback genoemd, is van toepassing op bewaking in musea. De Bewakingswet had in de eerste plaats de bedoeling om een aantal wantoestanden in de sector van de privé-beveiliging aan te pakken. De Bewakingswet was echter niet aangepast en moeilijk toepasbaar op de museumsector.
Met de financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap startte de Vlaamse Museumvereniging in 2004 een project om de regels bij de musea bekend te maken en om bij de federale overheid een aanpassing van de strikte normen te verkrijgen. In het KB van 18 januari 2007 wordt een meer op maat van musea ingesteld regime opgenomen. Suppoosten kunnen nu een bekwaamheidsattest 'bewakingsagent-erfgoedbewaker' halen. Musea kunnen zich nu in regel stellen met de bewakingswet. In de Informatiebrochure Cultureel Erfgoed van het Agentschap Kunsten en Erfgoed worden de nieuwe regels toegelicht en de procedures om zich in regel te stellen geschetst.
U vraagt tot slot of ik bereid ben om een duidelijk signaal te geven, zowel naar de verantwoordelijken van de door Vlaanderen erkende musea als naar de administratie, dat dit een belangrijk beleidsaspect is, en hierop scherper toezicht uit te oefenen. Zoals ik zojuist aangaf is veiligheidsbeleid een permanent aandachtspunt en maakt de opvolging ervan deel uit van de kwaliteitscontrole door het agentschap. Het is nodig dat we er permanent mee bezig zijn en we zullen er nog enige tijd ernstig aandacht aan moeten besteden.
De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones: Bedankt voor uw uitgebreid, overtuigend antwoord, mijnheer de minister. Er is een lange weg afgelegd. Dat is nodig, ook in verband met het topstukkenbeleid dat u zult voeren. Als de gemeenschap in werken van die waarde investeert, moeten we voor beveiliging zorgen.
Nooit zullen alle risico's uitgesloten kunnen worden. Denk aan wat u zei over het museum Hof van Busleyden dat gevisiteerd was, maar toch was het mogelijk om een werk uit te snijden en er op klaarlichte dag mee te gaan lopen.
Minister Bert Anciaux: De analyse was gemaakt. Er was nog niets gedaan aan de beveiliging zelf.
De heer Jan Loones: Ook het Erfgoeddecreet is nog recent. We hopen dat het vlug opvolging krijgt, zoals u zelf ook aankondigt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.