Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme Vergadering van 08/05/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over het VN-verdrag betreffende de rechten van personen met een handicap
De voorzitter: Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, beste collega´s, op 13 december 2006 keurde de Algemene Vergadering van de VN een nieuw mensenrechtenverdrag goed, met name het verdrag betreffende de rechten van personen met een handicap. Dit is trouwens het eerste VN-verdrag van de eenentwintigste eeuw.
Het verdrag moet de rechten van 650 miljoen mensen met een handicap in de wereld vrijwaren. Het geeft aan mensen met een handicap dezelfde rechten als aan iedereen. Het verdrag erkent dat personen met een handicap ook dragers van rechten zijn en een actieve en waardevolle bijdrage kunnen leveren aan onze maatschappij, gesteld dat ze hiervoor dezelfde, gelijkwaardige kansen krijgen. Het verdrag handelt over rechten zoals gelijkheid, non-discriminatie, en gelijke behandeling in rechte, de persoonlijke vrijheid en integriteit van de persoon, toegankelijkheid, persoonlijke mobiliteit en onafhankelijk leven, recht op gezondheid, werk en onderwijs, en deelname aan het politieke en culturele leven. Het verdrag is dus bijzonder ruim.
Het verdrag wordt van kracht zodra het ondertekend is door twintig landen. De ondertekening van het verdrag was mogelijk vanaf 30 maart 2007 en ondertussen hebben meer dan 70 landen het al ondertekend. Ook België ondertekende het verdrag, na groen licht van onder meer de Vlaamse Regering.
Het lijkt mij essentieel dat Vlaanderen ook verder ten volle een rol kan spelen. Mijn bezorgdheid spruit voort uit de vaststelling dat België niet heeft geantwoord op de bevraging, georganiseerd in de periode november 2004 tot juni 2005, in het kader van het ?Algemeen Overzicht van Overheidsmaatregelen Inzake de Implementatie van de Standaardregels betreffende Gelijke Kansen voor Personen met een Handicap´ in opdracht van de speciale VN-rapporteur inzake handicaps. Dit terwijl verschillende landen uit de derde wereld en zelfs de Palestijnse overheid hieraan hun medewerking verschaften. Kunt u hierover meer uitleg verschaffen? Werd deze bevraging doorgestuurd naar de bevoegde overheden? Welke afspraken bestaan er in dit kader met betrekking tot de implementatie van het VN-verdrag betreffende de rechten van personen met een handicap, soortgelijke verdragen of welke nieuwe afspraken acht u noodzakelijk? Kunt u mij ook inlichten in hoeverre Vlaanderen en/of Vlaamse actoren betrokken zijn in het kader van de besprekingen op Europees niveau, vermits de Europese Unie zelf verdragspartij is en de Europese Commissie actief mee onderhandelde over de tekst en de inhoud van het verdrag?
Dit verdrag ligt mij heel nauw aan het hart, omdat ik ook voorzitter ben van de Europese Unie van Doven. Via onze moederorganisatie, de Wereldfederatie van de Doven, verrichten wij heel actief lobbywerk. Dankzij de Wereldfederatie van de Doven zijn we erin geslaagd om te verwijzen naar het recht van dove personen op gebarentaalgebruik, dat in dit verdrag werd opgenomen. Dat is heel belangrijk voor dove personen, vandaar dat ik deze kwestie dubbel zo nauwkeurig opvolg.
De voorzitter: De heer Roegiers heeft het woord.
De heer Jan Roegiers: Ik wil mijn steun voor de vragen en bezorgdheden van mevrouw Stevens uitspreken. Ik stel vast dat wij vaak niet goed scoren met betrekking tot de initiatieven van de Verenigde Naties. We hebben dezelfde discussie enkele weken geleden gehad met minister Anciaux, naar aanleiding van de ratificatie van een ander VN-gerelateerd verdrag.
Uit de vraag van mevrouw Stevens begrijp ik dat België dit verdrag intussen ondertekend heeft. Het is mij niet duidelijk of Vlaanderen dat ook moet doen. Ik denk niet dat we dat in deze commissie al behandeld hebben.
Bij de discussie met minister Anciaux hebben we afgesproken dat iedereen er bij zijn partijgenoten op zou aandringen om die VN-verdragen sneller naar deze commissie te brengen. Ik ben dan wel geen partijgenoot van u, mijnheer de minister, maar het is alleszins goed om dit verdrag zo snel mogelijk in de commissie te brengen.
Zoals mevrouw Stevens terecht opmerkt, is het betreurenswaardig dat de federale overheid de vragenlijst nog niet ingevuld heeft. In die zin is het goed dat u zelf bij de federale overheid aandringt en luistert wat er fout gelopen is. Als landen uit het Zuiden daar wel op geantwoord hebben, is het des te beschamender dat België dat niet gedaan heeft. Ik steun mevrouw Stevens ten volle in haar strijd.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: De CD&V-fractie sluit zich daar uiteraard bij aan. Het kan niet zijn dat derdewereldlanden dat ondertekenen en dat wij achterophinken. Het is de bedoeling dat wij daarin meegaan.
Alle vragen en opmerkingen die hier geformuleerd werden, ondersteunen wij volledig.
De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones: Mevrouw Stevens is met ontzettend veel zaken bezig. Alleen al uit sympathie daarvoor sluit ik mij bij de vraag aan en spreek ik de uitdrukkelijke steun van de N-VA uit. Ik kijk met belangstelling uit naar het antwoord van de minister, die uiteraard politiek aseksueel is, maar die er toch zijn eigen inzichten vanuit een Vlaams-nationale richting zal aan toevoegen.
Minister Geert Bourgeois: Ik dank mevrouw Stevens voor haar vraag. Ik ken haar betrokkenheid bij dit dossier en heb vastgesteld dat er een partij-overschrijdende steun bestaat voor haar vraag. Er zijn wereldwijd ook miljoenen mensen bij betrokken. Het verdrag beoogt de gelijkberechtiging voor mensen met een handicap en de implementatie ervan in de eigen wetgeving. Daar komt het op neer.
Mevrouw Stevens stelt dat, dankzij internationale conventies en acties vanuit de Verenigde Naties, het lot en het comfort van mensen met een gehoorhandicap is verbeterd. Daaraan herkent men het belang van de uitvoering van dergelijke verdragen Op de timing en de vraag naar omzetting naar eigen wetgeving kom ik straks terug.
Het eerste punt betreft de bevraging en of deze is doorgestuurd naar de bevoegde Vlaamse overheden. Dat is nog niet gebeurd. Ik heb hierover informatie ingewonnen bij de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, die optreedt als co?rdinator en aanspreekpunt, ook voor de internationale organisaties.
Ik geef u een samenvatting van het antwoord dat ik ontving. De vragenlijst werd niet verspreid. De Belgische federatie is niet de enige in dat geval. Er zou slechts een minderheid van de toenmalige 25 lidstaten van de Europese Unie deze vragenlijst daadwerkelijk hebben beantwoord, om een aantal redenen. In de afgelopen 30 jaar zagen zeer vele initiatieven, actieprogramma´s en andere puntsgewijze acties in VN-verband het licht met het oog op het verbeteren van de toestand en de bescherming van personen met een handicap. Zo werden in 1993 ook niet-afdwingbare standaardregels in VN-verband uitgevaardigd betreffende gelijke kansen voor van personen met een handicap. De toepassing van deze regels berustte met andere woorden op de goede wil van de lidstaten van de Verenigde Naties en vormde geen afdwingbare verplichting.
De speciale afgevaardigde van de Verenigde Naties bevoegd voor personen met een handicap oefende controle uit op de mate waarin deze regels al dan niet gedeeltelijk werden toegepast. De studie ?Global survey on government implementation of the standard rules´ waarnaar mevrouw Stevens verwijst, werd volgens de FOD Buitenlandse Zaken gemaakt ter gelegenheid van de aanstelling van een nieuwe speciale afgevaardigde van de Verenigde Naties bevoegd voor personen met een handicap.
Dit vormde een bijzondere vorm van controle op de toepassing van deze regels. De aandacht van de lidstaten van de EU ging in dezelfde periode prioritair uit naar de uitwerking van een afdwingbare conventie betreffende de rechten van personen met een handicap waar de autonomie, de participatie, de bescherming en de bevordering van de gelijke mensenrechten van personen met een handicap centraal stonden. Een conventioneel afdwingbaar controlemechanisme werd tegelijkertijd uitgewerkt voor de partijen bij deze overeenkomst. De vraag rees hoe dubbel gebruik te vermijden tussen regels die op vrijwillige basis werden toegepast en een conventie die plichten installeert voor de betrokken partijen.
Al deze elementen verklaren grotendeels waarom slechts een minderheid van de toenmalige 25 lidstaten van de EU op regeringsvlak zijn medewerking heeft gegeven aan de vragenlijsten op basis waarvan deze studie grotendeels tot stand is gekomen. De vragenlijst werd om die reden dus niet verspreid. Tot daar de informatie van de FOD Buitenlandse Zaken. De vragenlijst is dus ook nooit terechtgekomen bij onze minister van Welzijn in de periode van de bevraging.
Wat de tweede vraag betreft: de Vlaamse vakdepartementen beraadslaagden actief en formuleerden schriftelijk hun inhoudelijke verbeteringen en aanvullingen op het ontwerpverdrag in de onderhandelingsfase, begin 2004. Vooral de afgevaardigden van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zorgden aan Vlaamse zijde voor een inhoudelijke inbreng. Zij hebben een dagdagelijkse voeling met de praktijk. Begin 2004 formuleerden de leden van de Vlaamse werkgroep Multilaterale Organisaties hun gezamenlijke opmerkingen bij het ontwerpverdrag. Het Departement Internationaal Vlaanderen bezorgde deze opmerkingen, verbeteringen en aanvullingen op 30 april 2004 aan de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Deze federale overheidsdienst verdedigde de Vlaamse inbreng actief tijdens de Europese co?rdinatievergaderingen in de loop van de maand mei 2004. De Vlaamse inbreng bij de onderhandelingen is duidelijk herkenbaar in het Europese standpunt dat werd ingenomen tijdens de internationale onderhandelingen eind mei-begin juni 2004.
Ik geef wat voorbeelden. De overvloed aan detaillistische verdragsbepalingen werd teruggeschroefd. Sommige rechten werden genuanceerder omschreven. De seksuele geaardheid als potentiële basis van discriminatie werd opgenomen. Het begrip levenslang leren is terug te vinden in het verdrag. Er wordt aandacht gegeven aan indirecte discriminatie. De term rehabilitatie in het artikel over gezondheidszorg wordt verduidelijkt. Dat zijn opmerkingen die door Vlaanderen zijn geformuleerd, vervolgens meegenomen door de federale overheidsdienst en ten slotte op het Europese niveau bepleit. Enkele Vlaamse opmerkingen werden niet opgenomen in het Europese standpunt. Het gaat onder meer over de voorbeeldfunctie van de overheid en de noodzaak van definitie van handicap.
Ik kom nu op het derde punt. Eens het verdrag door de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement definitief is goedgekeurd en het instemmingsdecreet door de Vlaamse Regering is afgekondigd en bekrachtigd, gevolgd door de ratificatie door de Belgische overheid, zal mijn collega bevoegd voor Welzijn zorg dragen voor de implementatie ervan.
Ik wil eerst wat dieper ingaan op de procedure die tot nog toe is gevolgd. Er is op dit vlak door de Vlaamse overheid zeer diligent gehandeld. Het verdrag dateert van 13 december 2006. De ondertekening ervan en het protocol vonden plaats in het hoofdkwartier van de VN op 30 maart 2007. We hebben ervoor gezorgd dat onze goedkeuring tijdig gebeurde zodat België mee kon ondertekenen. We hebben er op 23 maart in de regering onze goedkeuring aan gehecht na de klassieke procedure, namelijk het advies van de Inspectie van Financiën en het begrotingsakkoord. Het advies van de inspectie kwam er op 22 februari 2007, het begrotingsakkoord op 22 maart 2007. Op 23 maart hebben we het goedgekeurd zodat België op 30 maart tot de ondertekenaars kon behoren.
Nu moet het vervolg komen, het moet namelijk decretaal worden omgezet. Het Departement Internationaal Vlaanderen heeft echter nog geen exemplaar van het ondertekende verdrag en van het protocol van de federale overheid gekregen, en evenmin de vertaling ervan. Ik heb vernomen dat dit vaker een knelpunt vormt. De vertaling kan een tijd op zich laten wachten. De Nederlandse tekst is in Nederland dikwijls sneller klaar dan hier de officiële vertaling. Pas als deze documenten ter beschikking staan, kan de principiële goedkeuring van het ontwerp van instemmingsdecreet door de Vlaamse Regering gebeuren en kunnen de nodige adviezen worden aangevraagd. Pas nadat wij die adviezen hebben gekregen, kunnen wij met de tekst naar het Vlaams Parlement komen.
Ik ga bij de federale overheid op spoed aandringen, al is dat nog nooit eerder gebeurd. Normaal wordt er gewacht tot de federale overheid de stukken bezorgt, samen met de vertaling. Ik zal er in de Werkgroep Gemengde Verdragen op aandringen dat dit snel zou gebeuren en de officiële teksten van verdrag en protocol snel worden bezorgd samen met de officiële Nederlandstalige vertaling zodat wij hier kunnen voortwerken.
Wat de verdere stappen in verband met de implementatie van het verdrag betreft, verwijs ik u door naar mijn collega die hiervoor is bevoegd. De minister voor Welzijn zal hierin vermoedelijk een co?rdinerende rol spelen en instaan voor de uitvoering. Iedere minister voert natuurlijk op dit punt een beleid, en ik als minister voor Bestuurszaken voer dit beleid ten aanzien van de ambtenaren uit.
De voorzitter: Mevrouw Stevens heeft het woord.
Mevrouw Helga Stevens: Ik dank u voor uw zeer uitgebreid en duidelijk antwoord. Ik ben zeer blij te vernemen dat de Vlaamse overheid een grote inbreng heeft gehad bij het tot stand komen van het verdrag. Het is belangrijk dat de overheid meewerkt want uiteindelijk zal het ook bindend zijn voor de overheid zelf. Ik onthoud dat de minister van plan is om aan te dringen bij de federale overheid om zo snel mogelijk de officiële documenten en vertalingen te krijgen zodat we zelf de nodige stappen kunnen ondernemen om dit verdrag door het Vlaams Parlement te laten goedkeuren, en de bevoegde ministers dit kunnen omzetten in Vlaamse regelgeving, is een zeer goede zaak.
De standaardregels zijn inderdaad vrijblijvend. Als de VN-leden iets goedkeuren, zijn zij echter op zijn minst moreel verplicht het zelf ook uit te voeren zoniet moeten ze het niet goedkeuren. Ik ben blij dat het verdrag meer duidelijkheid en rechtsgrond biedt voor personen met een handicap. Vooral in de derde wereld, maar ook nog bij ons worden personen met een handicap nog ontzettend vaak gediscrimineerd. In Frankrijk, nochtans een lid van de EU, hebben bijvoorbeeld mensen met autisme niet altijd recht op onderwijs.
De problematiek van de discriminatie komt in het verdrag sterk naar voor en dat is belangrijk. De standaardregels werkten niet echt omdat ze vrijblijvend waren en niet afdwingbaar. Ik ben blij te vernemen dat de minister het dossier mee zal opvolgen en ervoor zal zorgen dat het verdrag binnen de Vlaamse Regering wordt ge?mplementeerd.
De heer Jan Roegiers: Ik dank u eveneens, mijnheer de minister, voor uw uitgebreid antwoord en feliciteer u met uw diligente optreden bij de behandeling van dit verdrag. Er is één aspect van het antwoord dat opvalt. Met de vertaling naar het Nederlands loopt het vaak mank, dat weten we. U zei dat de vertaling in Nederland dikwijls veel sneller voorhanden is. Ik begeef mij misschien op glad ijs, maar de vraag is of wij geen beroep kunnen doen op de vertaling in Nederland zodat wij sommige decreten en verdragen sneller kunnen behandelen in het Vlaams Parlement. Als dat kan en mag, is dat niet alleen kostenbesparend voor de federale overheid maar kunnen wij deze verdragen hier ook veel sneller behandelen.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Ik dank u voor uw diligente reflex. Ik zal in de Werkgroep Gemengde Verdragen aandringen op een snelle bezorging van de teksten van het verdrag. Tegelijk heb ik mijn medewerkers opgedragen na te gaan of in Nederland al een Nederlandstalige versie ter beschikking is en of deze al dan niet kan worden gebruikt. Ik weet niet of dit kan. Ik heb pas vandaag deze opdracht gegeven en per brief bevestigd. Mijn medewerkers hebben me al gesignaleerd dat de tekst in Nederland vaak veel vlugger ter beschikking is. Ratificatie en omzetting zijn voor alle verdragen belangrijk, maar zeker voor dit verdrag is snel handelen belangrijk. Ik zal dus twee dingen doen: er bij de federale overheid op aandringen om snel de teksten te krijgen en tegelijk nagaan hoe we zo snel mogelijk een correcte Nederlandstalige vertaling kunnen krijgen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.