Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 19/04/2007
Vraag om uitleg van de heer Jos De Meyer tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de relatie tussen de DBFM-projectenlijst en de reguliere AGIOn-wachtlijst
De voorzitter: De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer: Mijnheer de minister, geachte collega's, op 15 maart 2007 stelde ik u over deze problematiek al een vraag om uitleg die heel wat opheldering bracht. Waarvoor nogmaals dank, mijnheer de minister. Maar er blijft nog een onduidelijkheid over één specifieke situatie.
Binnen de DBFM-stuurgroep is op een bepaald moment de afspraak gemaakt om scholen te adviseren hun DBFM-project niet op twee plaatsen in te dienen. Dus enkel als DBFM-project en niet als DBFM-project én AGIOn-project. De AGIOn-wachtlijst dreigde anders namelijk drastisch langer te worden. In de stuurgroep was er bovendien een akkoord over het feit dat bij niet-uitvoering van een DBFM-project, hetzij bij niet-goedkeuring, hetzij bij het nadien zelf afhaken, het dossier zou worden ingeschreven op de AGIOn-wachtlijst op de datum van de indiening als DBFM-project.
Op dit moment verdedigt de administratie Onderwijs blijkbaar het standpunt dat zo'n dossier bij niet-uitvoering als DBFM-project op de AGIOn-wachtlijst wordt ingeschreven op de datum van het wegvallen als DBFM-project. Concreet kan dit gaan over een verschil van maanden tot zelfs jaren.
Daarom wil ik deze vraag stellen: kunt u zich engageren om voor dossiers die zich in de geschetste situatie bevinden de gemaakte afspraken binnen de DBFM-stuurgroep alsnog te volgen?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Eerst een puntje ter verduidelijking: wanneer de heer De Meyer spreekt over de DBFM-stuurgroep, dan bedoelt hij waarschijnlijk de DBFM-commissie onder leiding van eredirecteur-generaal Adé. We hebben een commissie geïnstalleerd, die is opgericht bij decreet. Ik denk overigens dat die voortreffelijk heeft gefunctioneerd. Die had als taak en dus als bevoegdheid "het selecteren en rangschikken van de DBFM-projecten". Dat was wat we in het decreet hadden geschreven. Het sluiten van akkoorden over de plaatsinname op de reguliere wachtlijst van AGIOn, ingeval van niet-uitvoering van het DBFM-project, was geen opdracht van deze commissie.
Het is inderdaad zo dat er twee standpunten bestaan rond één specifieke situatie, namelijk wat de overheid zal doen met de nieuwe DBFM-dossiers. Dat zijn er veel. Ik denk dat twee derde van de DBFM-kandidaat-projecten gloednieuwe dossiers waren. Over de specifieke situatie wat de overheid zal doen met nieuwe DBFM-dossiers die oorspronkelijk nog niet op de reguliere AGIOn-wachtlijst staan of stonden en die niet weerhouden werden of onderweg afhaakten, dat is een punt waarover in die selectiecommissie eigenlijk geen duidelijkheid is geschapen.
Enerzijds is er de mogelijkheid die u oppert, namelijk dat deze DBFM-dossiers die werden ingediend in de loop van 2006 en die uiteindelijk geen beroep doen of kunnen doen op de alternatieve financiering, automatisch een plaats moeten krijgen op de reguliere AGIOn-wachtlijst én daarenboven met datum van indienen van het project, zijnde eerste helft 2006. Ik heb begrepen dat dit standpunt als een engagement bij de werving van bepaalde DBFM-kandidaten als argument werd gebruikt.
Anderzijds is er het standpunt dat momenteel wordt ingenomen door AGIOn, dat nieuwe DBFM-dossiers die dus nog niet op de reguliere wachtlijst stonden en die niet geselecteerd worden of onderweg alsnog afhaken, een specifieke aanvraag moeten indienen bij AGIOn voor reguliere financiering én bij ontvangst een inschrijvingsdatum 'van de dag' krijgen. Dat is dus het andere standpunt.
De motivatie van dat tweede standpunt is dubbel. Ten eerste, deze nieuwe DBFM-dossiers hebben duidelijk geopteerd voor alternatieve financiering en moeten hier dus 100 percent voor gemotiveerd worden. Ten tweede, het 'eenvoudig' integreren van niet-geselecteerde of afhakende DBFM-dossiers in de reguliere wachtlijst is in feite tweevoudig discriminerend voor de vanaf medio 2006 ingediende en kleinere reguliere dossiers. De DBFM-dossiers zijn typisch grotere dossiers. Op de reguliere wachtlijst zijn kleinere dossiers blijven komen. Je krijgt eigenlijk een tweevoudige discriminatie want die kleinere dossiers hadden immers, gezien hun beperktere omvang wat een selectiecriterium was, geen mogelijkheid om te kandideren of geselecteerd te worden als DBFM-project én ze zouden door de DBFM'ers chronologisch voorbijgestoken worden op de reguliere wachtlijst, wat een substantiële verlenging van de wachtlijst betekent.
Ik vind dit wel een nogal belangrijk argument. Ik heb navraag gedaan bij AGIOn en bij de heer Adé, de voorzitter van de selectiecommissie, en het blijkt dat hierover geen precieze afspraken zijn gemaakt binnen de selectiecommissie. Dat was ook niet haar opdracht. Maar ik denk er intussen over na. Ik heb geen beslissing genomen, ik ga er wat overleg over plegen. Ik hoop dat u dat begrijpt. Als men een groter dossier dat op de DBFM komt maar daar afhaakt, laat voorgaan op kleinere dossiers die niet bij de DBFM-dossiers terechtkomen, behandelt men deze laatste onheus. Ik vind dat een sterk argument. Maar wat mij betreft is het laatste woord daarover niet gezegd. Ik ben van plan om er nog overleg over te plegen.
De heer Jos De Meyer: Ik heb begrip voor uw uitleg, mijnheer de minister. Ik zie duidelijk de twee standpunten. Maar als er gesproken wordt over 'chronologisch voorbijgestoken worden' of 'voorgaan', dan volg ik niet helemaal. Er is maar één moment dat men inschrijft. Men kan niet op twee lijsten tegelijk inschrijven. Men moet kiezen voor AGIOn of DBFM. Soms kiest men voor DBFM om externe redenen die men zelf niet in de hand heeft, en waarbij men niet weet waar men aan toe is. Ik noem daarvan één factor: de juiste kostprijs die men vandaag onmogelijk reeds kan kennen. Daardoor is men soms verplicht om nog een andere keuze te maken. Mocht men dan in de chronologie een totaal nieuwe datum krijgen, dan zou ik de redenering volgen. Maar men behoudt de datum van de eerste inschrijving. Ik wil dat alleen meegeven in de overwegingen die u nog moet maken.
Minister Frank Vandenbroucke: Ik neem het inderdaad mee want het is een element dat men kan toevoegen aan de discussie.
De voorzitter: Het incident is gesloten.