Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 15/03/2007
Interpellatie van de heer Jurgen Verstrepen tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de recente beslissing om niet over te gaan tot de uitrol van een digitaal cultuurkanaal bij de VRT
Interpellatie van de heer Jos Stassen tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over het digitaal televisiekanaal Cultuur van de VRT
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, sinds ik mijn interpellatie indiende is er nogal wat veranderd. Heel wat zaken zijn duidelijk geworden op het VRT-bezoek van de commissie op 8 maart 2007. Op een aantal vragen heb ik al antwoorden gekregen. Er is wel nog een invalshoek waarover ik meer informatie wil hebben.
De VRT kiest nu voor de cultuurdelta. In de oprichtingsdiscussie heb ik gepleit voor het niet oprichten van een afzonderlijke cultuurzender. We hebben nu een presentatie van de VRT gezien waarin de zender cultuur verwerkt in de generalistische netten, met diepgang en in verschillende fasen. Ik ben er nooit een voorstander van geweest om belastinggeld te pompen in nicheprojecten. Deze regering is dat geloof ik ook niet van plan. De huidige oplossing is zowat de beste in deze omstandigheden.
Het is een kwestie van smaak. Soms sleurt de VRT er het woord 'cultuur' te veel bij. Dat is om zich de goede leerling te tonen aan de minister van Media en de Vlaamse Regering en om te zeggen dat ze goed met cultuur bezig zijn. Ik ga ook niet te diep in op dit programmatechnisch en formatgewijs onderdeel.
Mijnheer de minister, de antwoorden op mijn initiële interpellatie heb ik deels al vernomen via de pers. Ik heb vernomen uit interviews dat u de beheersovereenkomst, gezien de nieuwe situatie, wilde aanpassen. De andere vormen van financiering wijst u af, waarvan akte. Ik wil wel een uitdrukkelijke bevestiging van het addendum van de nieuwe beheersovereenkomst. Ik heb dat addendum ondertussen gekregen en gelezen.
Ik wil nu focussen op de politieke en organisatorische stappen. Die wil ik graag ingevuld zien. Mijnheer de minister, hoe zijn u, uw kabinet, het kabinet van de minister van Cultuur, de VRT en het toen aangekondigde expertenteam tot dit resultaat gekomen? Op welke manier worden eerder genomen besluiten aangepast, afgevoerd of herdacht? Die gang van zaken moet een beeld geven van de politieke meerderheid, van de besluitvorming en de toepassing van het professionele milieu in functie van het cultuurkanaal.
Mensen kunnen van visie en strategie veranderen, dat is een teken van flexibiliteit en vooruitgang. Op mijn tussenkomst van 17 januari hebt u geantwoord dat de nieuwe beheersovereenkomst, meer nog dan voorheen, de nadruk zou leggen op cultuur en op meer opdrachten voor de VRT. En er wordt ook gewerkt met het driesporenbeleid: het generalistisch aanbod, het specialistisch aanbod en het themakanaal. Ik vermoed dat we die uitspraken in de beheersovereenkomst moeten herzien of aanpassen.
Mijnheer de minister, het digitale cultuurkanaal is verschoven naar 1 maart. Toen zei u dat dat te maken had met een managementwissel. Dat belet echter niet dat de gesprekken daarover ondertussen doorgaan tussen de leiding van de VRT, het kabinet van de minister van Cultuur en uw kabinet. Daarover ging de werkgroep zich buigen. Het spreekt voor zich dat we andere regeringsleden of hun kabinetvertegenwoordigers daarbij betrekken. Over het concrete verloop kon u toen weinig zeggen om de besprekingen niet te storen. Dat kon u wel doen als er een definitief voorstel was. Dat is er nu.
Ik wil graag het verloop kennen van die werkgroep en de vertegenwoordigers, ik wil een analyse en evaluatie omdat het een testcase was voor de Vlaamse Regering en het mediabeleid. Vandaag komt er geen cultuurzender, maar er komt wel meer cultuur op de bestaande netten, en met weinig meerkost als we de VRT mogen geloven. Er komt een herschikking van de middelen en geen extra geld. Is de cultuursponsoring dan afgevoerd?
Dit is niet alleen mijn bedenking, maar ook die van de Inspectie van Financiën. Die wijst op de financiering van cultuur: "Geciteerde bedragen inzake kosten zijn niet onderbouwd, waardoor het quasi onmogelijk is een inschatting te maken van de nauwkeurigheid van de ramingen of het realisme van de gebruikte hypothese. De financiering gebeurt vrijwel geheel, voor 95 percent, door overheidsdotatie. Het aandeel van sponsoring is bijzonder beperkt. In het financiële plan wordt geen rekening gehouden met de door de gebruiker betaalde vergoedingen." Dan is er ook nog een stukje over de efficiencyverbetering van 2 percent in 2008.
De Inspectie van Financiën heeft het groene licht gegeven: "… aanvullend daarop de volledige zelffinanciering van de cultuurdelta door de VRT uit eigen middelen met sponsoring en betaaldiensten zonder impact op de overheidsdotatie en de budgetten van de Vlaamse Gemeenschap". Ik vermoed dat er niet over één nacht ijs is gegaan, dat hoop ik althans.
Mijnheer de minister, hebt u de geldende mediadecreten, specifiek op het vlak van sponsoring en reclamevoering door de openbare omroep, geprojecteerd op die cultuurdelta? In de presentatie van de VRT zagen we dat er mogelijkheden zijn die niet vervat zijn in de mediadecreten, namelijk de reclame op websites en bepaalde interactieve delen. De VRT kan daar een commercialisering ontwikkelen zonder dat hij daarvoor kan worden teruggefloten. De redenering is: het staat er niet in, dus mag het. Wat kan de impact hiervan zijn?
Ik heb veel leuke culturele modules gezien via de webplatformen. Ik herken daar veel zaken in die aantrekkelijk zijn voor sponsors en interessante commerciële producten in een one-to-one-marketing. Als men dat in pakketten kan verkopen, bovenop de deals met print en andere media, dan krijgen we weer discussies over reclamesponsoring en de openbare omroep. Dat is hier een heel gevoelig punt waarover veel wordt gediscussieerd.
Aan de andere kant mogen we de VRT niet kwalijk nemen dat hij dat bedenkt. Het wil zeggen dat de zender volledig mee is met zijn tijd en dat hij nog steeds een commerciële reflex heeft. Dat is niet slecht, maar we moeten het wel projecteren op de cultuurdelta. De VRT heeft het marketing- en media-inzicht, maar dat hebt u ook al gemerkt.
Wat zal er nu gebeuren met de budgetten die zullen vrijkomen door de verzelfstandiging van het zenderpark? Volgens een deel van de antwoorden inzake de cultuurzender kunnen die vrijgekomen budgetten worden besteed aan cultuur. Wat zal daar dan mee gebeuren? Verschuiven die budgetten naar cultuur of naar ergens anders? Is die werkwijze ook mogelijk voor andere zaken, bijvoorbeeld voor sport, een kinderkanaal of een nieuwsnet? De cultuurzender blijft voor sommigen een symbooldossier. Voor mij is dit, voorlopig althans, de beste oplossing.
Cultuur en digitalisering werden vreemd genoeg dikwijls in één adem genoemd. De digitalisering van de openbare omroep blijkt niet de belangrijkste uitdaging te zijn voor de komende jaren. De VRT is namelijk al een hele tijd aan het digitaliseren. Het cultuurdeltaplan, waaruit de aparte cultuurzender is geschrapt, is niet eens zo'n slechte zaak. De VRT moet toch geen tien nieuwe zenders oprichten in een versnipperd televisielandschap. Het is belangrijker dat de omroep zijn merkbekendheid handhaaft, die op het vlak van cultuur al is ingezet. U hoort me dat plan dus niet afschieten.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik heb deze interpellatie ingediend omdat ik geen vraag om uitleg wil stellen. Die uitleg krijg ik natuurlijk graag, maar ik stel hier het beleid in vraag, ondanks het bezoek aan de VRT en de uitleg die we kregen over dit schitterende project.
De voorzitter: Ik heb de interpellaties positief geadviseerd omdat het beleidsvragen zijn, maar ik vond het toch interessant om eerst de uitleg te krijgen van de VRT.
De heer Jos Stassen: Ik zeg dit enkel omdat ik het beleid in vraag blijf stellen, zelfs na de duidelijke uitleg van de VRT.
Ik wil dit schetsen tegen een achtergrond van drie elementen: de digitale opdracht van de VRT, de beheersovereenkomst en het belang van cultuur voor de VRT. Ik ben mijn parlementaire carrière begonnen met de discussie over de oprichting van Telenet eind 1995, begin 1996. Dat was het begin van de discussie over de digitale samenleving en de rol van de openbare omroep daarin.
Een van de belangrijke zaken daarin is de digitale opdracht die de VRT kreeg door het regeerakkoord van 1999. Dat was een vrij ambitieuze invulling van de digitale opdracht. Er waren ook nog onderzoeksopdrachten van de toenmalige minister van Media en Wetenschapsbeleid Van Mechelen. Ik heb dat in 2003 niet meer teruggevonden.
Deze commissie is altijd de discussie aangegaan met de VRT over 'Wat is cultuur?' en 'Wanneer noem je een cultuurprogramma een cultuurprogramma?' Die discussie is altijd een dovemansgesprek geweest. Het is de verdienste van deze beheersovereenkomst dat de omschrijving van cultuur strikter en duidelijker is geworden. Deze commissie heeft altijd gezegd dat de culturele opdracht van de VRT sterker moet zijn. De VRT heeft daar heel intelligent op gereageerd met zijn driesporenbeleid.
Mijnheer de minister, het derde element is de discussie die u en ik waarschijnlijk zullen blijven hebben over de beheersovereenkomst. Mijn uitgangspunt is niet dat de 'sky the limit' is voor de VRT, ook niet financieel, maar dat de 4 percent groei van de twee vorige beheersovereenkomsten ook in deze had moeten staan, dat er een splitsing had moeten komen van Canvas en Ketnet in de loop van deze beheersovereenkomst, en dat er een digitaal kanaal zou moeten worden opgericht voor cultuur en nieuws. Dat is de achtergrond waartegen ik dit beleid zal blijven bekijken.
Mijnheer de minister, u hebt een beperktere financiële groei gepland dan in het verleden, u hebt het digitale project dat de VRT VITA noemde, omgedoopt tot VIA, u hebt het thematische kanaal laten vallen en u gehouden aan verrijkte inhoud, interactief en archief. U hebt gezegd dat u het thematische kanaal zou laten vallen, behalve het cultuurkanaal. Zo stond het in de beheersovereenkomst. Wat is de opdracht en welke zijn de krijtlijnen waarbinnen de VRT moet opereren? Daarover ging de discussie altijd. Ik heb vorig jaar gezegd dat de opdracht die in de beheersovereenkomst staat, niet zou kunnen worden uitgevoerd door de beperkte financiële mogelijkheden van de VRT.
Wat is de situatie vandaag? Wat hebben we geleerd uit het bezoek aan de VRT? Eigenlijk heeft de VRT mij gelijk gegeven. Door de beperkte financiële ruimte die de nieuwe beheersovereenkomst heeft gegeven, heeft de VRT zijn plannen moeten bijstellen. De VRT zou de VRT niet zijn, wie ook de baas is, als hij niet heel intelligent zou omgaan met de opdracht die hij krijgt van de overheid. De heer De Graeve deed dat met zijn ploeg, de heer Mary deed dat ook en de heer Van Roe doet dat ook. De vraag die ze zich stelden en stellen is: hoe kunnen we de opdracht invullen op een manier dat we aan de leiding blijven?
De VRT blijft doorwerken aan de integratie van de nieuwsdiensten, zodat de omroep vanaf volgend jaar een digitaal nieuwskanaal kan maken. Als we de evolutie bekijken, dan zal dat ook snel gebeuren. Dat de VRT geen geld heeft voor een cultuurkanaal, heeft hij op intelligente wijze ingevuld door te doen alsof hij beantwoordt aan de opdracht van de nieuwe beheersovereenkomst. De VRT heeft een heel intelligente website ontworpen, waarop hij de informatie die vandaag al te vinden is, samenbrengt. Iemand die de zaken wil uitzoeken, moet niet achter de computer zitten, maar kan heel snel informatie vinden over cultuur op zijn of haar tv-toestel. Dit systeem kan waarschijnlijk ook worden uitgebreid naar nieuws, sport enzovoort.
Op die manier wordt alles wat met cultuur te maken heeft, interactief gemaakt. Op zich is dat geen digitaal cultuurkanaal, maar het wordt met een goed gevonden woord cultuurdelta genoemd. Dat die cultuurdelta er komt, is een heel intelligente uitbreiding van de opdracht van de VRT. Er komt dus geen cultuurkanaal. Dat heeft de VRT duidelijk gezegd, ondanks het feit dat dat in de beheersovereenkomst staat.
De argumentatie waarom er geen komt, is totaal tegenovergesteld aan die van jaren geleden. Toen zei de meerderheid van deze commissie dat de VRT een belangrijke culturele opdracht had: het driesporenbeleid, verbreden en verdiepen. Maar voor cultuur moest een digitaal cultuurkanaal worden opgezet. Vandaag wil men geen geld geven aan een project dat maar een paar mensen interesseert. Deze argumentatie werd een half jaar geleden niet gebruikt. In de beheersovereenkomst staat dat "de VRT zijn cultuurbeleid continueert en versterkt en dat hij een digitaal televisiekanaal uitrolt in het domein cultuur". Mijnheer Decaluwe, dat staat er zo in en dat heeft de Vlaamse Regering goedgekeurd en uw partij steunt dat. Die argumentatie baart me zorgen. Het is erg dat cultuurkenners zoals de heren Vandenbossche en Caron daarin meegaan, en niet zeggen dat ze er node mee akkoord zijn gegaan.
De VRT bewijst dat hij slimmer is dan het beleid vandaag, door die interactieve website te maken, door met de cultuurdelta op de proppen te komen, door verder te werken aan de integratie van de nieuwsdiensten, en een digitaal nieuwsnet in het vooruitzicht te stellen vanaf 1 januari 2008. We gingen er vanuit dat de stijging met 4 percent er moest voor zorgen dat de twee digitale kanalen, het cultuurkanaal en het nieuwskanaal, binnen deze beheersovereenkomst moesten gerealiseerd zijn.
Mijnheer de minister, de digitale opdracht van de VRT is bijgesteld en ingeperkt. U doet er allerlei uitspraken over, maar u kunt het beter toegeven en zeggen waarom u dat hebt gedaan. Misschien zult u dat bij de bijsturing na de verkiezingen van 2009 herzien. Ik vrees dat dit gedurende een aantal jaren voor een standstill van de VRT zal zorgen. De VRT zal nu wel verder werken aan de cultuurdelta en aan de digitale nieuwsdienst, maar op een bepaald moment zal dat voltooid zijn. Het zal sneller voltooid zijn dan de evaluatie die is ingebed in de nieuwe beheersovereenkomst en die gepland is na de verkiezingen van 2009.
Dank zij ons bezoek aan de VRT heb ik een aantal zaken bijgeleerd en weet ik waarom de zender slimmer is dan het beleid. Ik vrees dat dit maar één of anderhalf jaar zal duren en dat de evaluatie halfweg deze beheersovereenkomst te laat zal komen. Daarom vrees ik voor een digitale standstill. Voor de VRT is dat een slechte zaak en ook voor onze samenleving, want de digitalisering is belangrijk.
Mijnheer de minister, hoe ziet het kostenplaatje van deze cultuurdelta eruit? Op welke manier zal dit structureel worden gefinancierd? Komt er ook een financiering vanuit de beleidsdomeinen Media en Cultuur? Welke middelen komen vanuit de VRT, vanuit de privésector en vanuit de structureel gesubsidieerde kunstensector? Daarover hebben we weinig informatie.
Komt u met de start van de cultuurdelta volledig tegemoet aan de beheersovereenkomst? Is die delta de invulling van het digitale cultuurkanaal? Welke mogelijkheden zal die delta bieden voor het culturele toerisme, het erfgoed, de amateurkunsten, de volkscultuur en de jongerencultuur? Dat is de opdracht van het digitale cultuurkanaal. Is er bij de uitwerking van de cultuurdelta nog overleg geweest met omroepen in Nederland? Gezien de culturele overeenkomsten tussen Vlaanderen en Nederland lijkt een samenwerking met Nederlandse omroepen wel goed. Zijn daarover gesprekken gevoerd, en zo ja, wat zijn de resultaten? Zo neen, wat zijn daarvoor de redenen?
Mijnheer de minister, hoe zit het met de financiële kant van de zaak, de sponsorinkomsten? Wat is de inhoud van het addendum dat tegen 1 maart zou worden ingediend? Wat betekent deze beslissing voor de digitale toekomst van de VRT? Vóór de tussentijdse evaluatie van de beheersovereenkomst zal de VRT in een digitale standstill terechtkomen en dreigt hij vanaf dan de digitale boot te missen. Cultuur is een van de belangrijkste opdrachten van de openbare omroep. Het digitale cultuurkanaal was voor een groot deel van deze commissie een belangrijk onderdeel van de digitale opdracht en het uithangbord van het digitale project. Dat gaat nu niet door. Wat betekent dit voor de digitale toekomst van de VRT?
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de minister, geachte collega's, ik heb met aandacht de tussenkomst van de heer Stassen aanhoord. Voor die van de heer Verstrepen was ik te laat door fileproblemen. Ik denk dat de heer Stassen gelijk heeft dat de oorspronkelijke invulling anders was dan die van vandaag. Er is een bijstelling gebeurd, dat klopt. Maar kan men dat inschrijven als een politieke fout? Neen. Ik denk dat men het begin van het verhaal goed moet kennen. Als iemand megalomane plannen voorstelt van 13 tot 15 miljoen euro, als op een bepaald ogenblik de perceptie gecreëerd wordt dat dit een feit is en als men intern een aantal moeilijkheden heeft, als er ondanks goed werk van de heer Van Roe lijken uit de kast vallen, dan kan men de politiek niet verwijten dat men een aantal bijstellingen doet.
Ik ben gelukkig met die bijstelling, vooral nadat ik vorige week de demonstratie heb gezien. Dit is stap voor stap de digitale evolutie volgen. Wat bijzonder belangrijk is, is dat het een taak is van een overheid en van politieke verantwoordelijken om op de meest efficiënte manier om te gaan met belastingsgeld. Ik herinner me nog dat er nota's over het digitale kanaal verschenen waarin men zei dat het goed was om eerst een bepaald percentage van de abonnees te bereiken vooraleer men effectief zware investeringen in een digitaal kanaal ging doen. Ik heb het gevoel dat het aantal mensen dat effectief digitale televisie neemt, gestaag vooruit gaat, maar niet zo spectaculair als sommige goeroes ons wilden doen geloven. Het is dus geen revolutie, maar een trage evolutie. We kunnen nuchter vaststellen dat de VRT, in vergelijking met andere omroepen, hier het voortouw neemt, ook op Europees vlak. De BBC is misschien een ander verhaal.
Het is natuurlijk handig gezien van de VRT om het kanaal om te vormen tot delta. Ik ben geograaf van opleiding, een delta is veel ruimer dan een kanaal, een kanaal is een onderdeel van een delta en een delta zal wel verschillende kanalen voortbrengen. De Vlaamse Regering en de VRT gaan stap voor stap in de goede richting en bij de evaluatie zullen we zien wat we bereikt hebben en welke verdere stappen we met de huidige middelen kunnen zetten.
We kregen vorige week van de VRT-directie zijdelings enkele antwoorden. Mijn grote bekommernis is en blijft dat programma's die gemaakt worden met belastinggeld en die voor de eerste keer getoond worden, moeten getoond worden op het open net. Hetzelfde geldt voor programma's die aangekocht worden met belastingsgeld en die voor de eerste keer getoond worden. Ik heb uit het antwoord van de VRT begrepen dat men zich daar grosso modo, maar misschien niet sensu stricto, aan zal houden.
Wat voor mij nog niet duidelijk is, is hoe het decreet over boodschappen van algemeen nut - ook bedoeld voor sociaal-culturele organisaties - geld kan genereren voor de openbare omroep. Misschien kunt u straks uitleggen hoe het juist in zijn werk zal gaan, mijnheer de minister. Is men nog verder onderzoek aan het doen? Op welke manier gaat men proberen geld te genereren?
Ik denk dat de Vlaamse Regering en de VRT as such de goede beslissing hebben genomen in het digitale medialandschap en zo op de meest efficiënte manier met ons geld omgaan. We moeten wel de commercialisering van die platformen in het oog houden. We hebben de voorbije jaren een groot spanningsveld gehad tussen VTM, de commerciële omroepen en de openbare omroep, over de al dan niet overfinanciering. Ik vrees er een beetje voor dat we hetzelfde spanningsveld creëren tussen de grote uitgevers en krantengroepen, die ook platformen aan het ontwikkelen zijn, en de VRT. We moeten de nodige omzichtigheid aan de dag leggen zodat we een gezond mededingingsbeleid kunnen blijven voeren.
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de minister, geachte collega's, ik denk dat het goed is om nog even te herhalen dat welke stap er ook gezet wordt, dit een centrale taakstelling is van de openbare omroep. De taak om cultuur te brengen en te verspreiden, is een heel goede zaak. Dat de ambitie hoger was, mijnheer Stassen, dat klopt, zeker bij mensen zoals ik. Ik moet dat eerlijk toegeven. Ik moet er echter aan toevoegen dat het voorstel van de VRT een heel creatieve en originele oplossing is. Het is niet eens een noodoplossing. Ik beschouw het meer als een zeer interessante trap waarvan nog maar drie sporten zijn beklommen. De oplossing biedt perspectieven om op relatief korte termijn veel hoger op die trap te geraken, en dat op een manier die veel hedendaagser is en veel meer aansluit bij de doelgroep van cultuurliefhebbers en kijkers. Dat is toch een heel belangrijke zaak.
Even belangrijk is het feit dat het driesporenbeleid niet alleen overeind blijft maar, en laten we dat ook even beklemtonen, dat het eerste en tweede spoor daarin de belangrijkste zijn. De aandacht voor, in die volgorde, cultuur en algemene programma's en gespecialiseerde cultuurprogramma's op de algemene zender is, zoals wij, cultuurliefhebbers, maar al te goed weten, veel belangrijker dan het specialistische aanbod alleen. Wie dat aanbod echt zoekt, vindt dat wel. In volgorde is er eerst spoor één, daarna spoor twee en, ten slotte, spoor drie. Dat duidt ook de belangrijkheid aan. Ze wordt ook hier gerespecteerd.
Er is ook altijd een spanning tussen, wat ik zou noemen, de manier waarop vanuit politieke hoek zaken worden aangestuurd en de wijze waarop de VRT er invulling aan geeft. Misschien zouden wij graag opleggen dat er een cultuurkanaal wordt opgericht. Dat begint echter al snel te lijken op inmenging in de invulling van de programma's. Wij gebruiken daar een beheersovereenkomst voor. Enige terughoudendheid inzake de culturele doelen en de manier waarop die worden ingevuld door de VRT is dan ook gepast. We moeten met die spanning rekening houden.
Mijnheer Stassen, ik ben het niet eens met de stelling dat de digitale ontwikkeling bij de VRT zou worden vertraagd, wel integendeel. Tijdens ons bezoek hebben we een meer dan een innovatief en origineel, creatief bedacht instrument gezien, dat zelfs in Europa leidinggevend kan zijn. De digitale ontwikkeling wordt op een heel creatieve manier bespeeld: via computer, televisie, digitale televisie, de rode knop, radio, Klara. Er zijn allerlei combinaties waarbij analoge en digitale ontwikkelingen, internet en televisie met elkaar verstrengeld raken. Er worden heel wat linken gelegd met cultuurnet, cultuurweb en cultuurhuizen. Laten we eerlijk zijn, dat is wel een toonbeeld van de digitale voorhoederol van de VRT. Ik hoop dat ze doorgang vindt.
De manier waarop een en ander gebeurt, houdt ook een belangrijke ondersteuning in van de culturele wereld. Door de instrumenten die worden ingezet, worden mensen niet uit de zaal of van het concertpodium weggehaald, maar worden ze er net naartoe geleid. We moeten eerlijk toegeven dat er niets gaat boven de livebeleving van cultuur. In die zin is het een complementair en geen vervangend instrument van de cultuurbeleving. Ook dat is een erg goede zaak.
Er zijn inderdaad een paar minpunten. Zo heb ik ook enige moeite met de ontwikkeling van de rode knop. Ik heb het dan niet over de rode knop op zich, maar met het feit dat we daarmee evolueren naar een betalend systeem. U weet hoe moeilijk het is om de drempel voor cultuur te verlagen. We hebben vorige week een discussie gevoerd over de financiële drempel. Ze is niet oneindig en evenmin onbestaand. De extremen bestaan niet. Blijkbaar zijn mensen graag bereid om voor Werchter heel veel geld te betalen. Voor andere zaken hebben ze daarentegen geen euro over. Dat is zo. Het invoeren van de rode knop creëert een drempel, of we dat nu willen of niet. Dat geldt zeker voor mensen voor wie cultuur niet op de eerste plaats komt.
Ik pleit dan ook voor een zo maximaal mogelijke toegankelijkheid. Ik zou het 'gratis toegankelijkheid' kunnen noemen, hoe gekleurd dat begrip ondertussen ook klinkt. Een beter woord is misschien 'kosteloos'. Mijnheer Stassen, ik hoop dat uw vraag over de financiering kan leiden tot een maximale kosteloosheid van het extra aanbod voor de kijker. Ik heb menen te begrijpen dat de kostprijs vooral door de kabelmaatschappijen of door de distributeurs in de meest brede betekenis wordt bepaald. Dat is een minpunt ten opzichte van het cultuurkanaal.
Wat ik ook betreur, is dat een dergelijk systeem ertoe zal leiden dat de VRT minder zelf zal produceren of creëren dan we hadden gehoopt. Er zullen ook minder buitenlandse programma's worden aangekocht. Het aanbod zal iets kleiner zijn. Dat is natuurlijk jammer. Laten we hopen dat daar in de loop van de jaren verandering in komt.
Mijnheer de voorzitter, de heer Stassen en de heer Decaluwe zijn terecht bekommerd. Ik sluit me daarbij aan. Ik voeg er echter aan toe dat de manier van benadering heel interessant is: experimenteel en toch toegankelijk. Ik blijf zeggen dat de VRT het voortouw neemt inzake de digitale ontwikkeling. We bestijgen hier een ladder waarmee we heel hoog kunnen geraken.
Mijnheer de minister, mijn eerste vraag sluit aan bij die van de heer Decaluwe. Hoe staat het met het principe om programma's die met belastinggeld gemaakt zijn eerst te tonen op het open net? Is het mogelijk daarvan af te wijken? Zijn er plannen over de financiering van het cultuuraanbod in de breedste zin van het woord? Ik hoor bepaalde zaken over sponsoring enzovoort. Zijn er plannen om extra mogelijkheden te geven aan de VRT om het cultuuraanbod te financieren?
De voorzitter: De heer Vermeulen heeft het woord.
De heer Jo Vermeulen: Mijnheer de voorzitter, ik heb de hele discussie over zowel de beheersovereenkomst als over het cultuurkanaal maar van zeer ver gevolgd. Toch wil ik een paar opmerkingen maken.
In deze kwestie wordt mijn culturele hart toch met enige vreugde vervuld. Zo is er sprake van een bijstelling. Het is een zeer goede zaak dat dit in goed overleg is kunnen gebeuren. Er zijn andere periodes geweest. Het is zeer belangrijk juist die teneur en die samenwerking aan te houden. Het is dan ook een beetje raar om te zeggen dat de ene slimmer is dan de andere, dat de ene mooier zingt dan de andere. Het komt eropaan dat er weer in polyfonie wordt gezongen, ieder met zijn eigen stem en zijn eigen rol. Er wordt nu samen aan het project gewerkt.
We zouden er ook een paar Vlaamse zegswijzen kunnen bijhalen, zoals 'er wordt van de nood een deugd gemaakt'. Na de toelichting die we hebben gekregen, is het meer dan een 'deugd'. Het gaat om een zeer mooie invulling van een behoefte die bestaat. 'Crisissen zijn uitdagingen', is een andere gevleugelde uitdrukking. Er zijn een paar crisissen gepasseerd. Die hebben geleid tot een invulling zoals we die nu kennen. Op cultureel vlak kunnen ze heel wat bijdragen en, vooral, heel wat zaken ontsluiten. Voor de openbare omroep is dat toch van wezenlijk belang.
Ik begrijp de bekommernis rond digitalisering niet zo goed. Blijkbaar bestaat de vrees dat de VRT de boot zou missen. Volgens mij zal heel die cultuurdelta vol digitale bootjes zitten. Er zal tegen hoge snelheid gedigitaliseerd worden, en dat zal alsmaar verder uitbreiden. Ik begrijp die vrees dus niet goed. Het is geen apart kanaal, maar er gaan wel massa's digitale pistes en kanalen komen.
Ik zie tot slot nog een heel vreugdevolle evolutie. Vroeger was het voor de culturele sector dikwijls heel moeilijk om met de VRT in goed overleg te treden betreffende de invulling, de covering en de verspreiding van cultuur. Er werden overlegorganen rond opgericht, die af en toe eens werden ontvangen. Nu heb ik voor het eerst de indruk dat daar op een structurele manier iets mee gedaan wordt. Men kan nu ook via de provinciale contacten met de cultuursector een voeding realiseren vanuit het culturele leven in Vlaanderen. Het is niet de opdracht van de VRT om nog een apart cultureel veld te ontwikkelen. Er ís een cultureel veld, de VRT moet dat ontsluiten, verspreiden en versterken.
Het is een zeer goede evolutie dat niet alleen het overleg tussen het beleid en de VRT op een veel beter spoor zit, maar ook het overleg tussen de cultuursector en de VRT, die het geheel moet coveren. Tot zover een paar vreugdevolle bedenkingen, voorlopig heb ik geen vragen.
De heer Dany Vandenbossche: Ik sluit mij graag aan bij de heer Vermeulen. Ik wil ook even inpikken op wat de heer Stassen stelde, namelijk dat men zou "terugplooien". Dat klopt wel gedeeltelijk, maar ik blijf zelf zeer enthousiast over wat daarmee gebeurd is, binnen de beperkte middelen die toen voorhanden waren.
De vraag is ook of het wel de juiste beslissing was van de VRT om in te pikken op de vele digitale ontwikkelingen. Ik kan daar zelf niet op antwoorden, maar ik hoor hier en daar twijfels of dat wel de juiste keuze was. Ik blijf in elk geval achter de beslissing staan die men genomen heeft over het digitale cultuurkanaal. Ik voel mij daar absoluut niet beschaamd over. In navolging van de heer Vermeulen wil ik er nog een Vlaams spreekwoord aan toevoegen dat hier ook van toepassing is: de tering naar de nering zetten.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Ik dank alle collega's voor hun bijdragen, zelfs de heer Stassen, die het blijkbaar toch een schitterend project vindt. Ik zal het daarbij houden, mijnheer Stassen. Ik ken uw andere appreciaties en ik betreur ze heel sterk. Ik heb stilaan het gevoel dat u redeneert vanuit een vooringenomenheid en dat u uw posities niet wilt verlaten. Heel intelligente mensen - veel slimmer dan ik - hebben gezegd dat dit dé toekomstoptie is, maar u blijft verstard vastzitten in een standpunt dat voorbijgestreefd is.
U hebt meermaals gezegd dat het management veel slimmer is dan het beleid. Ik laat die appreciatie voor uw rekening, maar u moet oppassen dat dergelijke zaken zich niet keren tegen anderen. Het huidige beleid heeft immers een visie die volkomen afwijkt van het vorige. Dan kunt u gemakkelijk zeggen dat het huidige beleid veel slimmer is dan het vorige bij de VRT. Pas op met zulke uitspraken.
Diverse mensen uit het huidige management van de VRT hebben mij gezegd dat de optie voor themakanalen uit de vorige eeuw dateert. Dat stond in de vorige beheersovereenkomst, dat was toen de wil van de VRT. Dat was ook de algemene roep en wij zijn daarin meegegaan. Nu zeggen de mensen van de VRT - los van beschouwingen als 'de tering naar de nering zetten' en 'van de nood een deugd maken' - dat dit niet meer hun optie is, zelfs als zij van ons de middelen daarvoor krijgen. Zij zeggen dat ze nu een veel betere optie hebben, waarvan ook hier gezegd is - ook door de beide interpellanten - dat het een schitterend project is.
Mijnheer Verstrepen, de werkzaamheden van de ad-hocwerkgroep, die hoofdzakelijk bestond uit mensen van mijn kabinet, van het kabinet-Anciaux en van de VRT, hebben geresulteerd in een ontwerpaddendum van de beheersovereenkomst. Dat addendum hebt u al gekregen. Het moet nog getekend worden, maar is afgelopen vrijdag al goedgekeurd door de regering.
In de werkgroep zijn de inzichten gegroeid dat er afgestapt moet worden van een afzonderlijk cultuurkanaal en dat in de plaats daarvan gekozen moet worden voor die cultuurdelta. U hebt allen een bezoek gebracht aan de VRT, waarbij uitvoerig informatie gegeven werd. Dat ontslaat mij van de taak om het nog eens helemaal in detail uiteen te zetten. Ik heb vroeger al kritische kanttekeningen geplaatst bij een themakanaal. Het bereikt hoogstwaarschijnlijk slechts een beperkt doelpubliek. Het is dus maar de vraag of je met een apart kanaal de cultuurparticipatie het meest kunt bevorderen.
Ik geef nog eens de cijfers van het Verenigd Koninkrijk: de zes digitale themakanalen van de BBC, met een totaal jaarbudget van 308 miljoen euro, hebben een marktaandeel van 3,6 percent van de digitale huishoudens. Het cultuurkanaal van de BBC, met een jaarbudget van 61 miljoen euro, heeft een marktaandeel van 0,3 percent van de digitale huishoudens. Dat geeft via een snelle berekening slechts 0,2 percent van de huishoudens, ook al kijkt ongeveer 60 percent van de gezinnen reeds digitaal.
Er is ook gewezen op de uitrol, die in Vlaanderen tot mijn aangename verrassing goed vooruitgaat. Maar u hebt allemaal kennisgenomen van de stagnatie van de groei in Nederland. Volgens heel recent gepubliceerde cijfers, zit Nederland op 25 percent. Wij gaan goed vooruit, ondanks onze remmende voorsprong, die we al tot vervelens toe besproken hebben.
Zelfs als we straks bij de start van de cultuurdelta in Vlaanderen 500.000 digitale huishoudens hebben op 2,6 miljoen, zouden we 15.000 huishoudens bereiken met een marktaandeel van 0,3 percent, zoals de BBC behaalt met een veel groter budget. Daarvoor zouden grote campagnes nodig zijn. Ik ben uitermate tevreden over de prestaties van de VRT. De VRT is een zeer goede publieke omroep. Maar om met een budget van 9 of 10 miljoen euro hetzelfde te bereiken als met 61 miljoen euro, zouden er toch enorme inspanningen moeten worden gedaan.
Ik herhaal dat mensen van het VRT-management mij gezegd hebben dat themakanalen een optie zijn van de vorige eeuw. Zij stellen een driesporenbeleid voor, dat mensen naar cultuur brengt vanuit alle radiozenders, televisiekanalen en de website. Donna en Stubru werken bijvoorbeeld elk met een eigen invalshoek om mensen naar het interactieve participatieve webplatform te brengen en hopelijk ook tot cultuurparticipatie.
Dit is innovatie. Ik sluit niet uit dat de beperkte middelen dit proces versterkt hebben. Dat leidt tot creativiteit. Maar ik verzet me tegen de bewering dat dit zou leiden tot minder goede digitale stappen, wel integendeel.
We hebben voor het innovatieve project, dus voor cultuur, gekozen. Ik wil dat de VRT, die op zich de grootste cultuurdrager is, gaat voor nog meer cultuur. Daarvoor hebben we het driesporenbeleid. De digitale verrijking zal er volgens mij op een goede manier voor zorgen dat mensen tot cultuur worden gebracht.
Ik wil nog eens beklemtonen dat het om een intelligente aanpak gaat. Ik ben er zeker van dat we door een veelvoud van invalshoeken meer Vlamingen bereiken dan met een apart themakanaal. Het derde spoor biedt ongekende mogelijkheden. De VRT speelt daarmee een voortrekkersrol in Europa. Of je een themakanaal digitaal of analoog uitzendt, het blijft altijd een kanaal zonder meer. De totaal andere aanpak van het webplatform speelt in op de behoeften van kijkers en luisteraars. Het leidt tot interactiviteit, uitbrengen van oordelen en dialoog met de cultuuractoren. U hebt de demonstratie vorige week gekregen tijdens het werkbezoek van de commissie aan de VRT. Ik geloof in het driesporenbeleid en hoop dat we er succes mee zullen boeken. De basis is er.
Mijnheer Verstrepen, op uw tweede vraag antwoord ik negatief. De bepalingen van de beheersovereenkomst 2007-2011 blijven onverkort gelden, natuurlijk aangevuld met het addendum. De heer Stassen en anderen hebben erop gewezen: de keuze voor het culturele themakanaal is verlaten. Er is een addendum voor in de plaats gekomen, dat een andere keuze inhoudt. U weet echter ook dat in de beheersovereenkomst staat dat er na 18 maanden zal worden gerapporteerd en dat er na 36 maanden een evaluatie komt. Ik kan dus nu niet zeggen wat er al dan niet zal gebeuren. Gelet op die enorm snelle evolutie, hebben we dat ingebouwd.
De heer Decaluwe had het daarnet parenthetisch over krantenuitgevers die net zozeer bezig zijn met webplatformen. Of we dat nu willen of niet, dat is de realiteit. Ik juich dat toe. Alles wordt cross- en multimediaal. Kranten brengen filmpjes op hun websites. Ze brengen tv en internet. Ze gaan mobiel, net zoals de televisiezenders diverse distributievormen gaan aangrijpen.
Na mijn bezoek aan Finland ben ik er bovendien nog meer van overtuigd dat alles steeds meer zal worden gebundeld in één toestel. Via onze portable zullen we toegang hebben tot de diverse media, voor zover dat al niet het geval is. Via handheld toestellen zullen we die toegang krijgen. We zullen dit alles ook met één toestelletje kunnen bedienen. Dat is een positieve evolutie. We mogen die niet afremmen. Dat is de toekomst, en de toekomst is bezig. Laten we blij zijn dat Vlaanderen ter zake goede spelers heeft, zowel publiek als privé en zowel qua televisie als in de krantenwereld, die daarmee bezig zijn, daarin geloven en een pioniersrol vervullen.
Op de derde vraag heb ik al deels geantwoord. Na 18 maanden komt er een rapportering en na 3 jaar een evaluatie. Het spreekt vanzelf dat de ervaringen die zullen worden opgedaan met deze keuze voor een cultuurdelta, mee een rol zullen spelen in de beoordeling van het geheel. Daar zullen eventueel lessen uit worden getrokken bij het ontwikkelen van andere producten. Dat lijkt me voor de hand te liggen. We zullen zien wat de rapportering en de evaluatie zullen opleveren.
De heer Stassen had een uitdrukkelijke vraag gesteld over het budgettaire aspect. De financiering van het cultuurproject vraagt een inspanning van alle VRT-netten. We gaan immers uit van een driesporenbeleid: cultuuritems in programma's, cultuurprogramma's zelf en een thematisch aanbod. Die bijkomende inspanningen wat de eerste twee sporen betreft, betekenen niet noodzakelijk meerkosten voor de VRT. Het is erg moeilijk de totale kostprijs in te schatten, omdat er met de eerste twee sporen wordt gewerkt binnen de programmatie. Er zal sprake zijn van cultuurprogramma's en klemtonen op cultuur, die in de plaats komen van andere programma's en klemtonen. Zo zou er in het journaal bijvoorbeeld voor een item van 2 minuten over cultuur kunnen worden gekozen, in de plaats van een ander item. Op zich leidt dit niet tot meerkosten. Daarom is het moeilijk de kostprijs van die hele cultuurdelta te bepalen. Het is echter evident dat de ontwikkeling en de redactionele invulling van het cultuurwebplatform en de lineaire verrijkingen van radio en digitale tv wel bijkomende financiële middelen vergen. Die kosten worden in het addendum bij de beheersovereenkomst voor de duur van die overeenkomst begroot. Ze lopen op van 2,2 miljoen euro in 2007 tot 3,7 miljoen euro in 2011. Dat staat zo in het financiële plan bij het addendum.
Dat geld zal als volgt worden gegenereerd. Vanuit de VRT komt er 2,064 miljoen euro in 2007. Dat bedrag loopt op tot 3,57 miljoen euro in 2011. Sponsoring door de privésector zou goed zijn voor 100.000 euro in 2007, oplopend tot 115.000 euro in 2011. Mijnheer Verstrepen, het verheugt me dat u blijkbaar goede ideeën hebt ter zake. U moet ze misschien maar eens meedelen. Ik ben er ook van overtuigd dat er, met de nodige creativiteit, wel inkomsten kunnen worden gegenereerd.
De opbrengsten uit distributie staan pro memorie in het addendum. Het is heel moeilijk om het aandeel van cultuur te onderscheiden in de distributiekosten die moeten worden betaald voor die extra diensten. Dat geldt ook voor de middelen vanuit de structureel gesubsidieerde kunstensector. U weet dat we, bovenop deze nieuwe ontwikkelingen, ervoor hebben gekozen de boodschappen van algemeen nut ook open te stellen voor de culturele sector. Ook dit zal inkomsten genereren. Het is moeilijk te zeggen wat dit zal opleveren. Mijn ontwerp van decreet ter zake is al principieel goedgekeurd door de regering en wordt nu voorgelegd aan de Vlaamse Mediaraad en de SERV. Ook die opbrengsten worden pro memorie vermeld op het addendum bij de beheersovereenkomst.
Mijnheer Decaluwe, dit is niet te vergelijken met de discussie over het eerst tegen betaling aanbieden van door de VRT geproduceerde generalistische programma's. Het gaat over verrijkte inhoud. Het gaat bijvoorbeeld over interviews in het journaal, hetzij met Al Gore, met Barack Obama, Daniel Barenboim, of om het even welke regisseur of zanger. Wie daarin geïnteresseerd is, zal de kans krijgen om dat hele gesprek te zien, dat niet in het generalistische programma zit. Dat is een extra aanbod. Dat is niet te vergelijken met het tegen betaling vooraf uitzenden van Flikken of een ander generalistisch bedoeld programma. Daar moet een duidelijk onderscheid tussen worden gemaakt.
Voor de opbrengsten van het zenderpark, verwijs ik naar de beheersovereenkomst. Op dit ogenblik is het koffiedik kijken. Ik ben naar Finland geweest waar ze een schitterend model hebben met Digita. Maar de uitrol daarvan zal tijd vergen en hangt ook af van de interesse van de andere spelers. Zowel de omroepen uit Vlaanderen als de distributeurs zijn meegegaan. In elk geval staat in de beheersovereenkomst - en daar wijken we niet van af - dat de opbrengsten van het zenderpark en van de toekenning van de frequenties toekomen aan de VRT, met het oog op initiatieven die inspelen op de mogelijkheden die digitalisering biedt (interactiviteit, DIVA, etc.). Ik heb altijd gezegd dat er niet al vanaf 2008 inkomsten zullen binnenkomen, want er staan serieuze investeringen in het mastenpark tegenover. Op korte termijn moet men geen grote zaken verwachten, tenzij de opbrengsten van de verkoop van het zenderpark niet in aandelen worden omgezet, maar dat moet nog juridisch bekeken worden.
De heer Stassen vraagt of we daarmee tegemoet komen aan de beheersovereenkomst. De regering heeft het addendum goedgekeurd, maar de heer Van Roe en ik moeten het nog tekenen waarna het naar het parlement komt. In dat addendum wordt het begrip cultuur nog breder ingevuld. "Audiovisuele programma's, producten, diensten en bijdragen over podiumkunsten, waaronder onder meer opera, ballet, concerten van klassieke en moderne muziek, folk, kleinkunst, theater, circus, cabaret enzovoort, volkscultuur, materieel en immaterieel erfgoed, amateurkunsten, kunstuitingen uit het socio-culturele veld, beeldende kunsten, humane wetenschappen, literatuur, taal, geschiedenis, mode en design, architectuur en urbanisme, cultureel en culinair toerisme, culturen en cultuuruitingen van andere volkeren en/of gemeenschappen. Ten tweede, film met cinefiele film, kortfilm, waarheidsgetrouwe verfilmingen of tv-registraties van werken uit de Vlaamse, Nederlandse of de wereldliteratuur, filmklassiekers. Ten derde, kwalitatief hoogstaande Vlaamse fictie." Ik denk dat dit een zeer goede, brede omschrijving is die toelaat om breed te gaan met de cultuurdelta.
De VRT heeft overleg met de Nederlandse publieke omroep. Er wordt gewerkt aan een kader voor de uitwerking van gemeenschappelijke cultuurprogramma's en formats en aan een overeenkomst voor de uitwisseling van archiefmateriaal. Ik heb ooit een advies gekregen om naar één cultuurkanaal te gaan. Los van het feit dat wij nu die optie verlaten, was het bijzonder moeilijk omdat de Nederlandse publieke omroep nooit de optie genomen heeft om zo'n cultuurkanaal te maken. Het ging om een recyclagekanaal met een budget van 1 miljoen euro. Er zouden alleen programma's gebracht worden die al eens uitgezonden waren. Het was dus heel moeilijk om op die basis te gaan samenwerken. Daarom pleit ik voor een pragmatische aanpak: bekijk welke programma's en formats samen ontwikkeld kunnen worden.
Ik heb ook gevraagd dat er in het addendum van de beheersovereenkomst een passus over die samenwerking wordt opgenomen en die luidt als volgt: "Tevens heeft de VRT de intentie om, als de omstandigheden zich daartoe lenen, samen te werken met de Nederlandse openbare omroep voor de invulling van zijn opdracht inzake cultuur." Dit moet verder besproken worden want het zijn twee zelfstandige publieke omroepen die we niet bij de hand nemen. Maar er is dus overleg vanuit een pragmatische invalshoek die veel meerwaarde kan bieden. Ik zie persoonlijk programma's die perfect samengebracht kunnen worden. Denk even aan een gezamenlijk boekenprogramma met twee copresentatoren, belangrijk voor onze Vlaamse auteurs die heel moeilijk doorbreken boven de Moerdijk. Maar dit is een zaak voor de beide omroepen.
De performantiemaatstaven, de financiering en de wijze van evalueren staan beschreven in het addendum. Na de ondertekening krijgt u de volledige tekst.
Ik weet dat ik de heer Stassen niet kan overtuigen, maar ik wil toch nog eens publiekelijk zeggen dat de digitale toekomst van een omroep niets te maken heeft met het aantal themakanalen van een omroep. Een kanaal is een kanaal, of men nu analoog of digitaal uitzendt. Het is een keuze voor één merk waarvoor men kijkers moet winnen. Dit betekent absoluut niet - en ik zeg het met de grootste stelligheid - dat de VRT de trein zou missen zoals sommigen zeggen. Integendeel, de VRT, gecombineerd met de distributieplatformen die er zijn, staat aan de top. Ik maak van mijn buitenlandse bezoeken altijd gebruik om zoveel mogelijk contact te hebben met de minister van Media en met de publieke omroepen. Ik heb dat in Ierland gedaan, in India, in Finland. En telkens opnieuw zien we dat we inzake digitalisering aan de top staan. Want de VRT gaat nu met databestanden werken, een volledig nieuwe manier van werken. Vanaf de productie tot aan de distributie, werkt men digitaal. Die bestandsgebaseerde werkwijze maakt een eenvoudige uitwisseling van productiemateriaal tijdens de bewerking mogelijk. Ik hoop dat de mensen van de VRT dat ook nog eens uitgelegd hebben. Die digitale mediafabriek zal een integratie van de informatiestromen mogelijk maken - voor radio, voor web, voor mobiele toepassingen, voor televisie - met een centrale server waaruit men kan putten. Een radiojournalist heeft nu een pc bij waar alles ingebracht is: klankfragmenten, beelden, interviews enzovoort. Hij kan alles digitaal doorsturen, alles kan weer gebruikt worden voor andere toepassingen, het is de top inzake digitale mediafabriek.
Ik zeg altijd als boutade: "In andere landen is de stap van analoog naar digitaal, de stap van sneeuw naar een stabiel mooi beeld en meer kanalen." Bij ons is dat niet zo. De mensen die analoog via de kabel kijken, hebben reeds een mooi en stabiel beeld en veel kanalen. Ze schakelen niet over naar digitale televisie voor de beeldkwaliteit, maar omdat er bijkomende toepassingen zijn. En daar staan we aan de top, met verrijkte inhoud, met interactiviteit, met aanbod op aanvraag, met het webplatform, met andere bijkomende toepassingen die ongetwijfeld nog zullen volgen. Het negatieve verhaal is dus totaal onjuist, integendeel. We zijn de top en we zijn heel goed bezig met die nieuwe ontwikkelingen die veel innovatiever zijn dan een themakanaal. Dit is een fantastische en creatieve toepassing van de digitalisering die enorme mogelijkheden schept, voor de kijker, voor de productie, voor de publieke omroep, voor de distributeurs.
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Ik wil nog even wijzen op een element in het addendum. Bij de radio- en televisiediensten is er de verbreding van de mogelijkheden, wat men alleen maar kan toejuichen. Als er nieuwe distributiemogelijkheden zijn, kan de VRT er gebruik van maken. Ook de cultuurdefinitie is verbreed waardoor men van de VRT een 'grote' speler maakt. Reclamevoering en sponsoring in die nieuwe omgeving, daarover vind ik niets terug in de combinatie van addendum, beheersovereenkomst en de Mediadecreten. Er ontbreekt een stuk. Ik wil u erop attent maken dat de VRT bepaalde commercialiseringen kan toepassen zonder dat iemand er iets tegen kan ondernemen. Er zal misschien ooit over gediscussieerd worden in deze commissie en dan zal men zeggen dat er niet staat dat het niet mag. In het verleden hadden we zulke discussies al over andere dingen. Men kan dat commercialiseren, er zijn enorm veel mogelijkheden. Het overstijgt volgens mij het culturele. Door die brede definitie kan men heel veel toepassen.
De schakelmomenten zijn omschreven als afwijkingen van het lineaire aanbod zodat men in andere formules terechtkomt. Bij de radio is er al veel verschuiving naar internetradio. Er is een verschuiving in het gebruik van de mediaconsument die op een of ander andere manier luistert naar radio. Er staat letterlijk in paragraaf 2 van de radiodiensten: "Muziekgenres worden uitgediept in een aanbod op aanvraag dat op het internet wordt aangeboden onder het netmerk van het radionet in kwestie." Ik heb daar geen probleem mee, ik vind hoe meer keuze hoe beter voor de consument. Alleen, als men muziekgenres gaat uitdiepen in een aanbod, dan komt men aan twintig tot wel veertig genres. Ik geef een voorbeeld. Men surft naar het interactieve aanbod van Radio 1, men gaat naar het platform, men luistert via het net en men komt terecht bij oldies. In het addendum staat de definitie te ruim omschreven. Men moet daarmee opletten, want men kan dat aanbieden en als een kanaal omschrijven. Men kan het de VRT niet kwalijk nemen als hij dat gaat ontwikkelen. Dan komt er een discussie over het feit of dat het culturele overstijgt of niet en of het extra radiozenders zijn of niet. Men moet daar dus voor oppassen.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Ik vreesde al dat ik iets had gemist doordat ik het addendum niet kende. Blijkbaar heeft de heer Verstrepen een directere toegang tot het beleid dan ik. Ik heb het addendum nog niet gezien. We zullen het wel lezen als we het officieel krijgen. Misschien moet ik Witse daarvoor eens inschakelen.
De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen: Mijnheer Stassen, u zit toch al langer in het parlement en in de commissie. Ik heb het gewoon gevraagd aan de diensten. Dat was heel eenvoudig. Het is niet via een geheime digitale postduif bij mij geraakt.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Ik zal er nog een spreekwoord aan toevoegen: 'een succes heeft vele vaders'.
Een paar jaar geleden is het driesporenbeleid door de vorige gedelegeerd bestuurder naar voren gebracht als het ei van Columbus dat de EBU jaloers zou maken. Nu wordt het driesporenbeleid opnieuw uitgevonden. Het zou de verdienste zijn van het huidige beleid. Ik ben blij dat het driesporenbeleid op cultureel vlak zal worden uitgevoerd en dat er op zijn minst al een cultuurdelta is.
Ik blijf zeggen dat de VRT dat beleid op een zeer intelligente manier heeft ingevuld. De manier waarop de VRT haar digitale opdracht uitvoert, is top, ongeacht of het nu om een delta of een kanaal gaat. Op een bepaalde manier moet die delta of dat kanaal wel bevaarbaar zijn en moet er een stroom van mensen door kunnen. Als de beekjes die in de zee uitmonden te klein zijn, zal de bevaarbaarheid zeer gering zijn.
Mijnheer de minister, ik denk dat u voor het einde van deze beheersovereenkomst nieuwe beslissingen zult moeten nemen over digitale kanalen. Als ik zie hoe de cultuurdelta vandaag wordt ingevuld, vrees ik dat we te maken zullen krijgen met een soort culturele google. Een culturele google is ook eindig. Op een bepaald moment zal de geïnteresseerde toch meer willen weten. Op dat moment is een of andere vorm van bevaarbaar kanaal binnen de delta noodzakelijk. Ik denk dan aan een of andere vorm van thematisch kanaal.
Degene die vandaag zegt dat dit de twintigste eeuw is, zal over twee jaar zeggen dat dit de eenentwintigste of tweeëntwintigste eeuw is. Dat soort van meningen verandert om de paar maanden. Dat geldt ook voor u. Ik ben benieuwd wat uw antwoord zal zijn op mijn interpellatie die ik over twee jaar zal indienen.
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Ik zal op het punt van de muziekgenres niet verder ingaan. We kunnen daar misschien later op terug komen. In het addendum van de beheersoverkomst wordt daar inderdaad naar verwezen. Dat is een heel logische toepassing van de crossmedialiteit en de mogelijkheid om van de radio over te stappen naar internet, naar informatie op aanvraag. Ik herhaal dat de media die deze crossmedialiteit nu niet gaan gebruiken, de trein missen. Ze is volop bezig. Het crossmediale aspect is aanwezig. Er is televisie, er is radio met beelden en er is radio. U weet dat net zo goed als ik, of zelfs beter.
We moeten het denken in die gestructureerde, aparte dragers verlaten. Dit is een voorbeeld van hoe het moet.
Wat de sponsoring betreft, is er een decretale bepaling die ze toelaat. Daarover bestaat ook een overeenkomst in het kader van de merchandising, dat door de gedelegeerd bestuurder en de raad van bestuur werd afgesloten. Ik kan daar niet in detail op ingaan, want ik heb het niet bij me. Het is een goede zaak dat daarover geen discussie meer bestaat. Ik voeg er aan toe dat het niet om reclame gaat. De VRT is een van de weinige publieke omroepen die geen reclame uitzendt op tv. We mogen alleen aan sponsoring doen. Op radio is reclame wel mogelijk. Ik wil beklemtonen dat dit nog altijd zo is.
Mijnheer Stassen, het driesporenbeleid werd onder het vorige management uitgewerkt. Het gaf een - gedeeltelijk - antwoord op mijn vraag. Ik heb van meet af aan gezegd dat als er wordt gezorgd voor een specialistisch aanbod, een themakanaal, dat dan voor mij ok is. Ik heb daar toen wel bij gezegd dat er op de generalistische netten meer cultuur moest worden uitgezonden. Dat is op een zeer goede, intelligente manier ingevuld via spoor één en spoor twee. Alleen is het derde spoor nu anders uitgewerkt en gaat het niet om één themakanaal. Ik heb u ook gezegd waarom.
U hebt gezegd dat we moeten oppassen dat het geen culturele google wordt. Dat kan natuurlijk een beetje. We leven in een sterk geïndividualiseerde omgeving. Het voordeel van dit concept is dan ook dat er een combinatie mogelijk is van individuele interesses en een aanbod. Daarom heb ik ook gezegd dat het intelligent is. De VRT vertrekt van een cultureel aanbod, dat heel breed is. Ze leidt ook mensen naar cultuurparticipatie, naar de evenementen, naar de producties in Vlaanderen. Vanuit een soort google, vanuit Donna, vanuit StuBru, vanuit Klara, vanuit één brengt men de mensen naar dat ene generalistische aanbod. Dat is niet hetzelfde als google.
Er wordt vertrokken vanuit een concept, vanuit een aanbod, met een zeer intelligente combinatie van de individuele interessesfeer, korte, krachtige en snelle informatie, bredere en diepgaandere geïnteresseerden enzovoort. Er wordt echter steeds vertrokken vanuit hetzelfde aanbod. Dat is een mooie combinatie. Ik zou dat niet echt als een google beschouwen.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mijnheer de minister, ik wist niet dat tijdens uw bezoek in het kader van het Buitenlands Beleid ook een onderdeel over de media aan bod zou komen. Dat is natuurlijk heel positief.
Ik juich de Nederlands-Vlaamse samenwerking toe. De mensen van de Brakke Grond en de Taalunie zijn - terecht - vragende partij.
Ik zou graag nog even terug willen komen op die rode knop en de begrijpelijke bekommernis van de heer Caron. Ik weet ook niet of dit een succes zal worden. Dat zal de toekomst uitwijzen.
Er was sprake van het generalistische net. Betreffende het nieuws zou het mogelijk zijn om ruimere interviews tegen betaling aan te bieden. Daar heb ik een probleem mee. Nieuws moet gratis worden aangeboden. Ik dacht dat dit de oorspronkelijke bedoeling was in de beheersovereenkomst en het decreet. Of heb ik u verkeerd begrepen?
Minister Geert Bourgeois: Misschien was ik niet duidelijk genoeg. Toen het pas mogelijk werd om via 'net gemist' een programma terug op te vragen, heb ik gezegd dat nieuws en informatie gratis moesten worden aangeboden. Dat blijft ook zo. Ik heb daarnet een voorbeeld aangehaald van een interview in het journaal of in een ander programma. Als het totale gesprek bijvoorbeeld een half uur duurt en het wordt niet volledig ingepast in het generalistische programma, dan kan de geïnteresseerde worden doorverwezen. Het kan daarbij om cultuur, nieuws of gelijk wat gaan. Dat zit in het verrijkte aanbod.
De programma's in 'net gemist' blijven overeind. Als het over het nieuws gaat, worden ze gratis aangeboden.
De voorzitter: Het incident is gesloten.