Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 18/01/2007
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord over de elektronische communicatie-infrastructuur en de gevolgen hiervan op de werking van het BIPT
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het samenwerkingsakkoord is ondertussen getekend door de Vlaamse Regering.
Het akkoord regelt de manier waarop de politieke en regelgevende overheden zullen moeten samenwerken inzake het beleid en de toepassing daarvan, met betrekking tot de elektronische communicatie-infrastructuur.
Het spreekt voor zich dat dit akkoord, en de manier waarop het zal worden ingevuld en toegepast, de fundamenten moet leggen voor het toekomstige beleid inzake media en elektronische communicatie. Dat beleid moet onder meer het in stand houden van duurzame concurrentie, en dus ook bet bevorderen van investeringen en innovatie inzake de onderliggende infrastructuur, voor ogen hebben.
Vooraleer het akkoord effectief in werking treedt, moet het uiteraard eerst de gebruikelijke weg afleggen. Om te vermijden dat het dode letter wordt, is het evenwel cruciaal dat het bijzonder snel wordt goedgekeurd door de verschillende parlementen.
Ik zie dat de federaal bevoegde regulator, het BIPT, al heel wat belangrijke beleidsbeslissingen heeft genomen inzake de verschillende infrastructuurmarkten en blijkbaar, in afwachting van de inwerkingtreding van dit akkoord, wil doorgaan met het nemen van beslissingen op een exclusieve basis, met name zonder overleg met de regulatoren van de gemeenschappen. Een belangrijk voorbeeld hiervan betreft het beleid inzake de markt voor toegang voor de consument tot de infrastructuur voor telefonie, internet en televisie.
Wanneer wordt het samenwerkingsakkoord ter goedkeuring voorgelegd aan het Vlaams Parlement? Welke maatregelen kunnen worden genomen om tot een snelle goedkeuring door de andere parlementen te komen? Welke maatregelen worden er genomen om te voorkomen dat het BIPT, in afwachting van de effectieve inwerkingtreding van het akkoord, verder op exclusieve basis beslissingen neemt die al onder de toepassing van dit akkoord vallen?
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer Decaluwe, ik ga niet terugkomen op de inhoud en de ondertekening van het samenwerkingsakkoord, maar ik wil u wel bijkomende informatie geven over het verdere traject dat sindsdien tot stand is gekomen.
Op 24 november heeft de Vlaamse Regering het decreet principieel goedgekeurd. We hebben advies gekregen van de Mediaraad op 4 december en van de Raad van State op 27 december. Morgen komt het op de agenda van de Vlaamse Regering voor definitieve goedkeuring. Volgende week dien ik het in bij het Vlaams Parlement. Sneller kan dus niet.
Ik hoop dat u dat allemaal zo snel mogelijk goedkeurt, maar het parlement is natuurlijk autonoom. Ik kan ook geen rechtstreekse maatregelen nemen met betrekking tot de andere parlementen die het moeten goedkeuren.
Ik heb navraag gedaan en dat levert de volgende informatie op. Op federaal niveau is de instemming met het Samenwerkingsakkoord Elektronische Communicatie opgenomen in de wet houdende diverse bepalingen van 27 december 2006, artikel 158. Die wet is al gepubliceerd in het Staatsblad van 28 december 2006.
In de Franse Gemeenschap wordt de tekst van het samenwerkingsakkoord op korte termijn voorgelegd aan de regering, wellicht nog volgende week. In de Duitstalige Gemeenschap werkt de administratie aan een voorontwerp van een instemmingsdecreet dat deze maand nog zou worden voorgelegd aan de regering.
In die twee gemeenschappen zou de goedkeuring in principe deze maand verleend moeten worden door de regering, zodat ook zij het traject kunnen aanvatten. Dat zal blijkbaar trager gebeuren dan hier bij ons.
U weet dat het BIPT rond markten één en twee een andere interpretatie aanhoudt. Het BIPT kan geen beslissingen nemen op exclusieve basis, die onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord vallen. Het staat nu al in de wet en het zou dus niet mogen gebeuren. Als het toch gebeurt, kan daartegen beroep aangetekend worden door elke betrokken partij. Dat kan door een beroep in te stellen met volle rechtsmacht bij het Hof van Beroep in Brussel, rechtsprekend zoals in kortgeding.
Er worden zulke beroepen ingediend, maar ik ben het met u eens dat er nu zo snel mogelijk een samenwerkingsakkoord moet zijn, zodat dergelijke discussies vermeden worden. Bij aangelegenheden waarbij de gemeenschappen betrokken moeten worden, kan het BIPT, in afwachting van het samenwerkingsakkoord, geen beslissingen nemen. Dat staat letterlijk in de wet.
De heer Carl Decaluwe: Ik dank de minister voor het antwoord.
De voorzitter: Het incident is gesloten.