Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 30/11/2006
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de organisatie in België van het EK voetbal voor min-17- jarigen
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag zal niet zo lang duren. Ondertussen heb ik immers al wat meer informatie gekregen via de pers.
Het is natuurlijk zo dat sportfederaties autonoom beslissen over hun organisatie.
Begin deze maand vernam ik dat het EK Voetbal voor min-17-jarigen in België zou worden georganiseerd, van 2 tot 13 mei. Dit is geen gewoon internationaal toernooitje, zoals het door sommigen wordt bestempeld. Neen, het gaat over de beloften van minder dan zeventien jaar. Als ik me niet vergis, betonen een aantal televisiezenders hiervoor interesse. Een aantal wedstrijden zouden worden uitgezonden op het Europese continent. Dit is dus een niet onaanzienlijk internationaal voetbaltoernooi.
We waren verrast toen we hoorden waar deze wedstrijden zouden worden gespeeld. Ik ben niet iemand die verhoudingen gaat afwegen met een weegschaaltje. Als ik echter hoor dat het zou gaan over de steden Verviers, Wezet, Eupen, Doornik, Ronse en Tubeke, dan breekt mijn klomp. De stadions in kwestie zijn ook niet echt de perfecte locaties voor het organiseren van internationale toernooien.
Van de zes stadions ligt er een op de taalgrens maar wel degelijk in Vlaanderen. De vijf andere liggen in Wallonië. Hoe is men tot deze verdeling gekomen? Zijn er andere elementen die meespelen? Hebben andere - ook Vlaamse - steden hierover voorstellen gekregen? Wat wordt van die steden gevraagd? Is er iets aan de clubs gevraagd? Mijnheer de minister, op al die vragen heb ik geen antwoord. Weet u daar meer over?
Misschien ligt het aan mijn slecht karakter. Ik vraag me af of het zou kunnen gaan om pesterijen van de KBVB. (Opmerkingen van minister Bert Anciaux)
We kunnen ons in ieder geval vragen stellen over de redenen waarom die stadions zijn gekozen.
Mijnheer de minister, zoals ik daarnet in de inleiding heb gezegd, ben ik me goed bewust van de autonomie van de voetbalbond om dergelijke initiatieven te organiseren. Heeft de KBVB u gecontacteerd om te praten over de organisatie van dit tornooi? Ik kan me inbeelden dat een dergelijk tornooi niet 'stoemelings' wordt georganiseerd, zonder dat de lokale, gewestelijke en gemeenschapsbesturen of zelfs federale overheden daarbij betrokken worden. De veiligheid is immers ook een van de aspecten die aan bod komt. Is de Vlaamse overheid gehoord over deze zaak?
Kunt u zeggen of de KBVB contact heeft opgenomen met de federale of de Waalse overheid? Wat is de kostprijs voor de federale overheid om de veiligheid te garanderen? Moeten er ook kosten worden gemaakt om stadions te renoveren? Een aantal stadions hoort toe aan ploegen die in tweede klasse spelen. Ik heb er een paar van bezocht. Ze zijn niet bepaald een toonbeeld om een internationaal tornooi te laten plaatsvinden.
Omdat we nu toch bezig zijn over de voetbalbond, zou ik willen weten wat de stand van zaken is met betrekking tot de splitsing van de bond. Ik heb nog niet zo lang geleden een vraag gesteld over de evolutie in verband met de rondvraag bij de clubs. Hoe staat het daarmee?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik werd op geen enkele manier door de voetbalbond gecontacteerd of geconsulteerd over de organisatie van dit Europees kampioenschap. Ik heb zelf navraag gedaan bij de KBVB, ook over de keuze van de stadions waarin de wedstrijden van dit tornooi worden gespeeld. Ik lees u het antwoord voor dat ik gekregen heb: "Eindronde EK min 17 jaar in België. Bij de aanwijzing van de stadions voor de eindronde van het EK-17 werd nooit bewust gekozen om een groot deel van de wedstrijden in Wallonië te laten plaatsvinden. Het was aanvankelijk zelfs de bedoeling om een ideale spreiding te hanteren. Het ging om twee stadions in Vlaanderen (Denderleeuw en Tongeren), één stadion in het Duitstalige landsgedeelte (Eupen) en drie stadions in Wallonië (Tubize, Wezet en Doornik). Denderleeuw haakte af wegens gebrek aan interesse en Tongeren kon niet verzekeren dat het stadioncomplex tijdig klaar zou zijn. Ronse verving uiteindelijk Denderleeuw en Tongeren werd vervangen door Verviers, de enige club met de gepaste stadioninfrastructuur in de regio. De KBVB past een strikt systeem toe van evenwichtige toekenning van wedstrijd- en tornooi-organisaties aan geïnteresseerde clubs. Er wordt een beurtrol toegepast per provincie, zodat elke gemeenschap aan bod komt. Bovendien organiseert de KBVB het enige jaarlijks weerkerende internationale jeugdtoernooi in Vlaanderen. Dat is een vierlandentoernooi voor -16-jarigen. Dit jaar waren Polen, Servië en Ierland van de partij. Die wedstrijden werden gespeeld in West-Vlaanderen (Torhout, Oostduinkerke en Veurne)." Tot daar het antwoord dat ik kreeg van de voetbalbond.
Mijnheer Van Dijck, uw twee volgende vragen zal ik samen beantwoorden. Ik heb over deze punten nog verduidelijking gevraagd aan de voetbalbond. Daarop is mij mondeling geantwoord dat aan geen enkele hogere overheid steun is gevraagd. Er is, zo stelt de bond, alleen medewerking van de plaatselijke overheden, als de gemeente bijvoorbeeld eigenaar is van het stadion. Maar ook dat minimaliseert de KBVB. De enige aanpassing die er volgens de bond op een aantal plaatsen nodig was, ging over het tijdelijk inhuren van een televisieplatform. De voetbalbond zegt wel subsidies te krijgen van de UEFA voor de organisatie van dit EK-17.
We mogen trouwens de organisatie van een dergelijk tornooi ook niet overschatten. Het gaat hier over wedstrijden voor wat we gemeenzaam kennen als de categorie 'scholieren' in het voetbal. Ik denk niet dat hiervoor zo'n grote volkstoeloop te verwachten valt waardoor renovatiewerken of extra veiligheidsvoorzieningen vereist zouden zijn. Dit neemt natuurlijk niet weg dat het een belangrijk tornooi zou zijn. Integendeel, na de povere resultaten op internationaal niveau zowel van de nationale ploeg als meestal ook van de clubelftallen, gaan er in voetbal steeds meer stemmen op om in de toekomst alles op de jeugd te zetten. Dat is ook mijn visie. Ik heb al gezegd dat ik mijn verantwoordelijkheid daarin wil opnemen, desnoods los van of ondanks de voetbalbond. Mijn eerdere communicatie hierover heeft duidelijk wat op gang gebracht in Vlaanderen. Ik kreeg talloze reacties, heel wat met concrete voorstellen. Momenteel ligt op mijn bureau een plan dat we nog verder moeten bespreken, maar dat al gerealiseerd kan worden in 2007. Daarbij trekken we resoluut de kaart van de jeugd, met de ambitie om jongeren een betere opleiding te geven. Op vraag van deze commissie moet ik ook rekening houden met de bekommernis dat een jeugdopleidingsfonds niet eenzijdig voor voetbal mag worden opgericht.
Op uw laatste vraag kan ik antwoorden dat de voetbalbond zijn deur enigszins terug lijkt open te zetten. Men is vragende partij om terug in gesprek te treden en we hebben geregeld contact. De afspraak is inderdaad dat we toelichting gaan geven over mijn plannen, maar ook over de gevolgen voor de clubs van een eventuele splitsing van de voetbalbond. De KBVB biedt me aan om een tournee te organiseren om mijn plannen kenbaar te maken, wat niet totaal neutraal is voor de KBVB. Ik zal daar positief op ingaan.
Naast een aantal vragen van de bond zelf over de impact van zo'n reorganisatie voor zijn structuur, zoals voor personeel en patrimonium, leeft er blijkbaar nogal wat onduidelijkheid bij de clubs zelf over de consequenties van zo'n eventuele aanpassing aan het decreet. Ik wil uiteraard graag die toelichting geven omdat ik er inderdaad van overtuigd ben dat heel wat wantrouwen en schrik gebaseerd zijn op misverstanden. Maar nog eens, ik ga van de gelegenheid gebruik maken om ook mijn eigen plannen, los van de voetbalbond, toe te lichten. Want ik wil met die toelichting in de verschillende afdelingen geen tijd verliezen en klaar zijn om in 2007 gestalte te geven aan zowel het jeugdopleidingsfonds als de jeugdopleidingscentra. Ik laat onderzoeken hoe we kunnen komen tot een goed jeugdopleidingsfonds voor alle sporttakken.
De voorzitter: De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ofwel gelooft men het antwoord van de KBVB, ofwel gelooft men het niet. Er wordt een uitleg gegeven waar ik sterk mijn twijfels bij heb. Verdere informatie deed uitschijnen dat men de locaties in twee poules wil verdelen, één in het oosten van het land en één meer in het centrum of westen van het land: één rond Wezet, Verviers, Eupen en één rond Tubeke, Ronse en Doornik. Ik denk dat er meer achter die keuze zit.
Naar aanleiding van dit dossier heb ik contact gehad met een aantal mensen van de voetbalbond. De denigrerende manier waarop over een splitsing wordt gesproken, tart alle verbeelding. Diegenen die de splitsing vragen doen aan politiek, terwijl zij aan sport doen. We zouden het echter ook kunnen omdraaien en zeggen dat diegenen die zogenaamd aan sport doen, net aan politiek doen door zich niet te confirmeren.
Mijnheer de minister, we blijven u steunen. U moet elke opportuniteit aangrijpen, maar de bereidheid is in de geesten van velen nog niet aanwezig.
De voorzitter: Het incident is gesloten.