Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 09/11/2006
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over het budget van het Vlaams Audiovisueel Fonds
Vraag om uitleg van de heer Erik Arckens tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de verdere ontwikkeling van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) met betrekking tot de tax shelter en Cultuurinvest
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: De Vlaamse films zijn populair in Vlaanderen, zo ook deze week nog. Op amper twee dagen tijd zijn er al 10.000 mensen gaan kijken naar de nieuwe Vlaamse film ´Windkracht 10´. Ook de recente prijzen die Vlaams films, acteurs en regisseurs wonnen op buitenlandse festivals, wijzen op een gewaardeerde bloei van de Vlaamse filmsector.
Daarbij komt nog het onmiskenbare succes van de tax shelter waardoor er meer privékapitaal - in 2005 zo´n 19,5 miljoen euro volgens een artikel in Trends - beschikbaar is voor de productie van films. Via deze tax shelter kunnen investeerders immers een belastingvrijstelling krijgen van 150 percent voor het bedrag dat ze investeren in een Belgische audiovisuele productie. Maar slechts 50 percent van de filmproductie mag met dergelijk tax shelter-geld gefinancierd worden. De rest van het bedrag moet van elders komen en in Vlaanderen klopt men dan uiteraard aan bij het Vlaams Audiovisueel Fonds.
Maar blijkbaar kan het VAF deze bloei niet volgen. Ik citeer wat op 22 september op de website stond: ?Bericht aan de sector: volgende indieningsdeadline bij het Vlaams Audiovisueel Fonds wordt verschoven naar 2007. Zoals reeds aangekondigd tijdens de presentatie van zijn jaarverslag 2005 worden de middelen van het Vlaams Audiovisueel Fonds steeds sneller aangewend in de realisatie van goedgekeurde projecten, dit ingevolge een versnelling van de gemiddelde financieringstermijn van langspeelfilms. Over de laatste 3 à 4 jaar diende een ruime portefeuille aan goedgekeurde fictieprojecten te worden opgebouwd, aangezien deze in de toenmalige context 12 tot 36 maanden nodig hadden om gefinancierd te geraken en vervolgens effectief middelen bij het Fonds op te vragen. Sinds vorig jaar zorgt de tax shelter voor een geleidelijke versnelling in de financiering van speelfilmprojecten waardoor de geëngageerde middelen van het VAF nu in een versneld tempo worden uitgegeven. De raad van bestuur van het VAF heeft daarom beslist om de laatste deadline fictie van dit jaar te verschuiven naar 2007.?
Verder wordt daarop één uitzondering gemaakt: de minoritaire coproducties met Nederland kunnen wel al worden ingediend, want dat werd contractueel vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen het VAF en het Nederlands Fonds voor de Film. Voor de categorieën animatie, documentaire en experimentele mediakunst loopt alles normaal door. Er stond ook nog: ?Het volledige schema van deadlines voor 2007 zal in de loop van oktober 2006 worden bekendgemaakt.? Bij mijn weten werd er nog geen exacte datum meegedeeld.
Mijnheer de minister, ik heb gemerkt dat u al hebt gereageerd. Bij de uitreiking van de prijs voor de beste kortfilm op het Filmfestival van Gent hebt u gesteld dat u als teken van waardering de subsidie van het VAF vanaf volgend jaar met 500.000 euro verhoogt tot 12,5 miljoen euro.
Ik wil u over deze thematiek graag enkele vragen stellen. Ik heb alles eens goed bekeken. Het bedrag van 500.000 euro is positief, maar daarmee zitten we nog maar op het niveau van 2003, 2004 en 2005, want toen al werd vastgelegd dat het VAF over 12,5 miljoen euro zou kunnen beschikken.
In de beheersovereenkomst van het VAF, die goed liep van 2003 tot eind 2005, werd bepaald dat op trimestriële basis overleg wordt gepleegd met de minister over de uitvoering van het audiovisueel creatiebeleid. Vond dat overleg plaats? Was u op de hoogte van de beslissing van het VAF?
In artikel 5 van de beheersovereenkomst werd de jaarlijkse dotatie voor 2003, 2004 en 2005 vastgelegd op 12,5 miljoen euro. Welk budget krijgt het VAF in 2006? Ik heb begrepen dat het om 12,5 miljoen euro min 500.000 euro ging, maar dat we volgend jaar opnieuw op 12,5 miljoen euro zou uitkomen. Klopt dat? Waarom werd er nog geen nieuwe beheersovereenkomst afgesloten? Over welke nieuwe dotatie praten we?
Zal het budget voor het VAF worden verhoogd om mee te kunnen met de bloei in de Vlaamse fictiefilmproductie? Vroeger stelde men vaak dat er geen privé-investeerders waren bij gebrek aan tax shelter. Die tax shelter is er nu en is blijkbaar succesvol, maar ik zou niet graag hebben dat we aan Vlaamse kant niet meekunnen.
De voorzitter: De heer Arckens heeft het woord.
De heer Erik Arckens: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, staat u mij toe eerst uiting te geven aan mijn droefheid over wat er gisteren in de plenaire vergadering is gebeurd. U was weg, maar ik had een met redenen omklede motie ingediend over de communicatie aan de bevolking wat het subsidiebeleid in de kunstensector betreft en het primaat van de politiek naar aanleiding van een interpellatie die ik op 19 oktober hield (Parl. St. Vl. Parl. 2006-07, nr. 958/1).
De voorzitter: Dat klopt, mijnheer Arckens, maar u hebt zoveel keer gezegd dat wat erin stond zo logisch was, dat ik het ook niet nodig vond om er voor te stemmen. Wij zijn immers volstrekt logisch.
De heer Erik Arckens: Mijnheer de minister, het VAF heeft op dit ogenblik blijkbaar geen budget meer om toe te kennen aan nieuwe projecten. De zaken lopen heel vlot. Voor wie het artikel in Trends goed heeft gelezen, wordt duidelijk dat ze wellicht veel te vlot lopen. Dat is een rechtstreeks gevolg van de tax shelter waardoor investeerders sinds januari 2003 een belastingvrijstelling van 150 percent genieten op het bedrag dat ze besteden aan audiovisueel werk. Die tax shelter schijnt een succes te zijn waardoor de middelen van het VAF steeds sneller worden aangewend in de realisatie van goedgekeurde projecten - welke dat ook zijn.
Door deze evolutie stelt zich de vraag of er op termijn geen extra middelen nodig zijn om het nieuwe tempo te kunnen volgen. Omdat het geld op is, werd onlangs de deadline om projecten in te dienen al verschoven van oktober naar het volgende jaar. Een verhoging van het jaarlijks budget met 3 tot 4 miljoen euro is een scenario dat de ronde doet.
Uiteraard is er ook CultuurInvest, de nieuwe Vlaamse CultuurInvesteringsmaatschappij die zich kan mengen in het budget van het VAF. Idealiter zou, volgens sommigen, een combinatie van de drie financieringsinstrumenten - de overheid, tax shelter en CultuurInvest - de audiovisuele sector onmisbaar versterken.
Toch stel ik me de volgende vragen. Komt CultuurInvest niet in conflict met het VAF en met de tax shelter? Hoe ziet u de rol van CultuurInvest precies in relatie met het VAF en het subsidiëren van films in het algemeen? Het is trouwens een klein beetje stil geworden rond CultuurInvest.
Krijgt door de nieuwe evoluties het VAF straks niet de nieuwe missie van het beoordelen van de artistieke dimensie van audiovisuele producten, waarbij het de eerder commerciële films aan CultuurInvest en aan de markt van de tax shelter moet overlaten?
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, laat me bij wijze van inleiding nog eens kort de stand van zaken meegeven in verband met CultuurInvest. Op 30 maart 2006 heeft de Vlaamse Regering voorwaardelijk ingestemd met de oprichting van CultuurInvest. Voor een definitieve goedkeuring is een gunstig advies vereist van Europa en van de Nationale Bank en dat in verband met de ESR-neutraliteit. Het advies van de Nationale Bank is nu het meest belangrijk voor ons. Het zou naar verluidt klaarliggen voor verzending. Het advies van Europa mag hopelijk in de loop van november worden verwacht.
De Participatie Maatschappij Vlaanderen, in de schoot waarvan CultuurInvest is opgericht, heeft intussen niet stilgezeten. Zo heeft men principiële akkoorden gesloten met een aantal investeerders over de inbreng van 10 miljoen euro privékapitaal in het startkapitaal van CultuurInvest. Er werd werk gemaakt van de uitbouw van een beperkt team van analisten dat de eerste dossiers zal behandelen. De procedures die ter zake van toepassing zullen zijn, werden ontwikkeld en worden op dit moment via een informatieronde bekendgemaakt aan de sectoren.
Dat er wel degelijk interesse bestaat voor de mogelijkheden van CultuurInvest, mag blijken uit de spontane aanvragen tot ondersteuning die de PMV reeds mocht ontvangen. Vanaf 1 november worden die aanvragen systematisch in behandeling genomen en worden er gesprekken opgestart met de kandidaten. Dat alles zou nu moeten resulteren in een snelle operationalisering van CultuurInvest. Van zodra de vereiste adviezen binnen zijn, kan het dossier ter definitieve goedkeuring worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Het startkapitaal is op dit moment beschikbaar. De eerste dossiers zullen tegen die tijd ook voldoende investeringsrijp zijn om een snelle investering door CultuurInvest mogelijk te maken. Kortom, de investeringsmaatschappij voor de cultuurindustrie is zo goed als een feit. Het is nu nog wachten op de brief die al klaar ligt.
We hebben steeds benadrukt dat film een apart hoofdstuk vormt binnen CultuurInvest en dat de sector iets later dan de andere sectoren zou kunnen intreden. De voor de hand liggende reden hiervoor is dat de financiering van film in Vlaanderen een erg complex verhaal is dat bovendien sinds enkele jaren sterk in beweging is.
De heer Arckens heeft gelijk dat de combinatie van drie financieringsinstrumenten - de subsidiëring via het VAF en de investering via CultuurInvest en tax shelter - een belangrijke impuls zou kunnen geven aan de filmproductie in Vlaanderen. Hij vergeet daarbij dat er nog andere bronnen zijn zoals de tv-omroepen - denken we maar aan het succes van ?Faits Divers´ van VTM - en gelukkig ook de buitenlandse coproducenten. Het is niet makkelijk om in dit samenspel van diverse investeerders, die elk ook hun eigen voorwaarden bedingen, een helder overzicht te verwerven. De financiering van langspeelfilms is een hooggespecialiseerde professionele activiteit die niet kan worden gevat in één enkelvoudige, eenduidige regelgeving. Bovendien is er ook hier een onmiskenbare verstrengeling van overheidssteun en vrije markt, waarbij de onderlinge verhouding tussen die twee componenten onder andere afhankelijk is van het genre, de inschatting van de slaagkansen, het vertrouwen van de distributeurs en de zaaluitbaters. In de ontwikkeling van een ondersteuningsbeleid voor de filmproductie in Vlaanderen, is elk simplisme inderdaad uit den boze.
Mijnheer Arckens, u vraagt me in welke mate er een conflict mogelijk is tussen de tax shelter en CultuurInvest en welke rol het VAF in die context nog te spelen heeft. Ik wil niet vooruitlopen op de conclusies van het onderzoek dat ter zake wordt gevoerd, maar ik wil toch al enkele indicaties geven.
Het is misschien goed dat ik nog eens kort de principes van de tax shelter, een federaal initiatief, toelicht. De tax shelter richt zich op privé-investeerders en moedigt hen via een fiscaal voordeel aan om te investeren in film. Stel, een investeerder investeert 100 euro in een film. Dat bedrag wordt opgesplitst in 60 euro zuiver risciokapitaal en 40 euro lening, verplicht terug te betalen door de producent. De investering van 100 euro mag voor 150 percent worden ingebracht bij de belastingen. Dat levert een voordeel op van 34 percent op een bedrag van 150 euro, omgerekend is dat 51 euro op het reëel ge?nvesteerde bedrag van 100 euro. Dat wil dus zeggen dat de investeerder zeker is van een terugbetaling van 51 euro, via het belastingvoordeel, en 40 euro via de lening. Hij moet dus nog een rendement krijgen van 9 percent om break-even te draaien. Van zodra het rendement hoger is dan 9 percent begint hij dus winst te maken.
Hoe zit het nu met de relatie tussen tax shelter en CultuurInvest? In mijn visie zijn het geen concurrenten van elkaar, maar kunnen ze complementair naast elkaar bestaan en doet de sector daar alleen maar voordeel mee. Vanuit het standpunt van de investeerder is het altijd aangewezen om het risico te spreiden over zoveel mogelijk portefeuilles.
Eventuele verliezen worden dan ook verspreid en zijn dus minder zwaar om dragen. Het is duidelijk dat de tax shelter door het toegekende belastingsvoordeel goedkoper is voor de filmproducent dan CultuurInvest. Maar de inbreng van middelen via tax shelter is sowieso geplafonneerd tot 50 percent van het totale budget. En het is maar de vraag of de privé-investeerders geen blijk zullen geven van een voorkeur voor initiatieven met meer commerciële slaagkansen.
CultuurInvest is daarentegen een overheidsinitiatief, dat uiteraard zelf financieel gezond moet blijven maar dat als uitdrukkelijke opdracht heeft risicokapitaal te verschaffen aan de culturele sector. Dat kapitaal kan een surplus zijn bovenop de 50 percentplafonnering van de tax shelter of kunnen middelen zijn die bij de privé-investeerders via de tax shelter niet kunnen worden opgehaald. Bovendien vormt projectfinanciering - wat de corebusiness is van de tax shelter - slechts een beperkt onderdeel van het instrumentarium van CultuurInvest. Andere instrumenten, zoals bijvoorbeeld participaties in groeibedrijven en waarborgregeling, vormen veel belangrijkere componenten die door geen enkele andere instantie worden aangeboden.
Het zal aan de producent zijn om uit te maken hoe hij de financiering van zijn project rond krijgt en welke deals hij daarvoor met de onderscheiden investeerders maakt.
Men zegt mij in filmkringen dat het een illusie is te geloven dat film in Vlaanderen zou kunnen worden gerealiseerd zonder subsidiëring, zonder ondersteuning die niet moet worden terugbetaald. In een aantal gevallen is dat manifest juist. Een experimentele kortfilm van een debuterende cineast - hoe talentvol ook - kan zijn centen nooit terugwinnen op de markt. Los van de intrinsieke waarde van het genre moet men kortfilm ook beschouwen als een soort kweekschool, waarbij men investeert in de ontwikkeling van nieuw talent. Dat mogen we niet overlaten aan de vrije markt.
Maar hoe zit het met onze commerciële langspeelfilms, waarbij steeds weer ?De Zaak Alzheimer´ als groot voorbeeld naar voor wordt geschoven? Kan een dergelijke film zelfbedruipend zijn? De filmproducenten beweren van niet en verwijzen daarvoor naar de relatief beperkte afzetmarkt, naar de complexe en zeer zware kostenstructuur, naar de relatief beperkte inkomsten uit ticketverkoop enzovoort.
Ik wil hier nog geen definitieve conclusies formuleren. Daarvoor lijkt het me nog te vroeg. Ik formuleer hoogstens een aantal voorlopige bedenkingen die verder getoetst moeten worden. Ik ga er dan ook van uit dat subsidiëring via het VAF mogelijk moet en zal blijven waar nodig. Een scenario waarin de Vlaamse filmindustrie volledig zelfbedruipend wordt, is niet realistisch. Ik denk dat we in het samenspel tussen subsidiëren en investeren moeten zoeken naar een maximale inbreng via investeren, waardoor de middelen van het VAF maximaal inzetbaar zijn over een zo groot mogelijk aantal initiatieven.
Ik vind dat we moeten onderzoeken hoe het rendement van de Vlaamse film kan worden verhoogd. Recent hebben we gezien hoe een aantal relatief goedkope producties uit de ?Faits Divers´-reeks hun weg gevonden hebben naar een relatief groot publiek in de bioscoop. Ik beweer niet dat dit nu het enige zaligmakend recept is, maar het is een interessante invalshoek met verrassende resultaten.
Ik denk dat we moeten onderzoeken hoe presentatiekansen van de Vlaamse film kunnen worden verhoogd en of daarbij ook een rol is weggelegd voor CultuurInvest.
Een andere mogelijkheid bestaat erin gerichtere promotiecampagnes te voeren voor de Vlaamse film in het buitenland. Op dat vlak zie ik veel mogelijkheden in een goede samenwerking met FIT, het vroegere Export Vlaanderen.
Geachte collega´s, zoals u kunt zien, zijn er veel mogelijkheden die verder onderzoek behoeven door de mensen van CultuurInvest en het VAF. Er is wel al een indicatie van de richting die ik uit wil met het filmbeleid. Het is duidelijk dat de rol van het VAF in dat filmbeleid belangrijk is en belangrijk zal blijven. Het kan verder blijven functioneren als fonds. Het heeft daarnaast in de loop der jaren een onmiskenbare knowhow opgebouwd, die hoe dan ook niet verloren mag gaan. Door het samenspel van subsidiëren en investeren zal het in mijn visie altijd méér zijn dan een louter kennis- en beoordelingscentrum. Het blijft een actieve speler op het veld zelf. Dat alles maakt deel uit van een langetermijnvisie.
Op korte termijn stellen zich een aantal problemen, waarover de heer Decaluwe mij vragen stelt. Ook de heer Arckens verwijst er naar. Het is juist dat door de impuls van de tax shelter films nu veel sneller in productie gaan dan pakweg vijf jaar geleden. Dat heeft het VAF enigszins in de problemen gebracht. Om dat te begrijpen, moet ik een woordje uitleg geven bij de interne procedures van het VAF.
Ruw geschetst maakt men er een onderscheid tussen de goedkeuring en de vastlegging van een nieuwe film. Op een moment dat het VAF van oordeel is dat een scenario klaar is voor verfilming, voldoende kwaliteiten heeft, voldoende potentieel heeft, keurt het fonds het project goed. Dat wil zeggen dat het zich engageert om een bepaald bedrag op tafel te leggen op het moment dat de financiering van de film rond zal zijn. Met die toezegging kan de producent nu proberen andere financiers te overtuigen om mee in de boot te stappen. Het is duidelijk dat dit makkelijker is als die eerste toezegging van het VAF er al is. Pas als de financiering helemaal rond is, gaat het VAF over tot vastlegging, wat erop neerkomt dat ze effectief betaalt.
In het verleden verliepen vaak nog twee, drie jaar tussen de goedkeuring door het VAF en de effectieve vastlegging. Zoveel tijd hadden de producenten nodig om hun financiering rond te krijgen. De vorige intendant heeft op een bepaald moment geoordeeld dat men beter meer films kon goedkeuren dan men effectief kon betalen omdat een aantal goedgekeurde films uiteindelijk toch niet gefinancierd raakten en er dus een tekort aan effectieve realisaties dreigde.
Door de komst van de tax shelter is die financiering plots een stuk gemakkelijker en sneller geworden, met als gevolg dat steeds meer goedgekeurde films versneld vastgelegd en dus betaald moeten worden door het VAF. Daar wringt dus het schoentje. Het VAF moet zijn centen sneller uitgeven aan projecten die reeds goedgekeurd werden en raakt in ademnood om nieuwe projecten te ondersteunen.
Om die verhitting enigszins af te remmen heeft het VAF beslist om in de laatste ronde van 2006 geen nieuwe langspeelfilms goed te keuren en zichzelf op die manier even wat ademruimte te geven. Ik vind het een gebrek aan visie en vooruitziendheid van de vorige intendant, als ik mij mag veroorloven dat te zeggen. Ik geef u het verschil: in 2003 was er een budget van 9,8 miljoen euro en werden er voor 17,7 miljoen euro projecten goedgekeurd. Dat is behoorlijk veel. Als je een bedrag hebt van 9,8 miljoen euro en je wil er 17,7 miljoen euro uitgeven, dan loop je op een bepaald moment vast. Goed, we zullen het wel oplossen.
Ik kom nu tot de vragen van de heer Decaluwé. Mijn kabinet heeft zeer regelmatige en uiterst goede contacten met het VAF. De beslissing om de deadline fictie van 15 oktober te verschuiven naar volgend jaar was vooraf meegedeeld en besproken. Voor wie het intussen nog niet gelooft: ik heb de beste relaties met het VAF en ik vind dat het VAF een goede rol speelt en zijn opdracht goed vervult.
Het VAF kreeg in 2003 een dotatie van 12,5 miljoen euro. Bij de opmaak van de begroting voor 2004 werd beslist om daar een besparing op door te voeren. Vanaf 2004 werd 12 miljoen euro ingeschreven op de begroting. Dat was een besparing die mijn voorganger heeft ingevoerd. In 2004, 2005 en 2006 bedroeg de dotatie dus 12 miljoen euro. Vanaf 2007 wordt de dotatie opnieuw verhoogd tot 12,5 miljoen euro.
De beheersovereenkomst die liep tot 2005 werd verlengd voor een periode van 2 jaar, tot en met 2007 dus. Deze verlenging werd voorgelegd aan Europa en goedgekeurd. Het is mijn bedoeling medio 2007 een nieuwe beheersovereenkomst af te ronden waarin alle vragen die in dit antwoord aan bod kwamen, worden beantwoord.
Zal het VAF-budget verhoogd worden om de bloei in de Vlaamse fictiefilmproductie niet af te remmen? Het VAF is vooral vragende partij voor een eenmalige injectie om de verhitting als gevolg van de versnelde financiering van langspeelfilms en van het grote aantal goedkeuringen in 2003, op te vangen. Ik heb me bereid verklaard die vraag te onderzoeken en zal hierover binnen enkele maanden duidelijkheid verschaffen. Ik zoek naar oplossingen en ik heb aan de mensen van het VAF gezegd dat een eenmalige injectie mogelijk moet zijn. Uiteindelijk kan de huidige werking van het VAF niet het slachtoffer zijn van een aantal fouten uit het verleden. Ik probeer daar een oplossing voor te vinden.
Interne en externe omstandigheden, zoals de versnelde procedure en de hoogconjunctuur van de Vlaamse film, hebben geleid tot het huidige probleem. Het is vergelijkbaar met beleids- en betalingskredieten: de betalingskredieten lopen nu wat achter, maar het beleidskrediet is de hele tijd hetzelfde gebleven. Ik probeer - in alle voorzichtigheid - een oplossing te vinden tegen de begrotingscontrole 2007 voor een eenmalige injectie om die problemen op te vangen.
We zijn daar al voor een deel mee bezig. In 2006 proberen we 3 miljoen euro minder goed te keuren dan we budget hebben, om al wat in te lopen. In 2005 zat het VAF 750.000 euro boven het budget, maar in 2004 was er wel een vermindering van het budget van 1,4 miljoen euro. In totaal zaten we door de overschrijding in 2002 en vooral in 2003 aan een teveel aan goedkeuringen van 8,4 miljoen euro. Dat is nu teruggelopen tot 4,5 miljoen euro. Ik denk dat we dat met een eenmalige injectie in 2007 kunnen oplossen.
Collega´s, ik hoop dat ik met dit uitgebreide antwoord op uw nochtans korte vragen een duidelijk beeld heb geschetst van de stand van zaken en dat u ook een duidelijker beeld hebt gekregen van de complexiteit van deze materie.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de minister, ik begrijp dat de oorzaak van het probleem in het verleden ligt. Ik hoop dat met de eenmalige inspanning die u hoopt te kunnen doen, het probleem in 2007 zal worden opgelost.
Minister Bert Anciaux: Dat is los van de 500.000 euro, want dat is structureel.
In 2005 ging het niet over 19,5 miljoen euro, zoals het in Trends staat, maar over 6 miljoen euro risicokapitaal en 3,5 miljoen euro lening.
De heer Carl Decaluwe: Ja, dat begrijp ik. Ik hoop ook dat de schwung die er is gekomen met de nieuwe beheersovereenkomst, in de toekomst blijft duren.
De voorzitter: De heer Arckens heeft het woord.
De heer Erik Arckens: Mijnheer de minister, met uw heel gedocumenteerd antwoord hebt u een goed beeld gegeven van de toestand van de film in Vlaanderen en van het VAF. We moeten daar verder over nadenken. Ik was van plan om een motie in te dienen, maar dat gaat niet bij een vraag om uitleg.
De voorzitter: Het incident is gesloten.