Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Vergadering van 14/11/2006
Vraag om uitleg van de heer Bart Caron tot de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de uitspraken van de minister-president over het mogelijk verminderd afbouwen van de wachtlijsten in de zorgsector
De voorzitter: De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik ben erg bekommerd om de afbouw van de wachtlijsten. Dat is een thematiek die de voorbije jaren meer dan eens topaandacht heeft gekregen van de media, en geheel terecht, alsook van zowat alle politieke partijen in de aanloop naar de regionale verkiezingen. Ze staat ook vermeld in het regeerakkoord en in diverse beleidsnota's. Mijnheer de minister-president, ik waardeer het zeer dat u persoonlijk mijn vraag komt beantwoorden. Inmiddels is de vraag al wat achterhaald.
In nummer 13 van 'snelBERICHT', het tijdschrift van Voka, staat naar aanleiding van het Voka-congres een dubbelinterview met u en met de heer Vandeurzen, de voorzitter van Voka, over de toekomst van onze economie. U zegt daarin: "We zeggen als Vlaamse Regering dat als we de welvaart hier willen houden, we dan de economie moeten versterken. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat de wachtlijsten in de zorg slechts gedeeltelijk worden aangepakt, omdat er ook voldoende geld moet zijn voor een innovatiebeleid. Ik vind het belangrijk dat er een visie naar voren geschoven wordt waarin de economie nadrukkelijk centraal staat." Mijn eerste reactie was: wat zouden die duizenden mensen die op wachtlijsten staan in de gehandicaptenzorg, ouderenzorg en kinderopvang of de probleemjongeren daarvan vinden?
Het is niet zinvol om een tegenstelling te creëren tussen innovatie in de economie en het oplossen van de wachtlijsten. Het is een onnodige en achterhaalde tegenstelling. Wij zijn voorstander van economische innovatie, samen met vele anderen, maar die mag of moet helemaal niet ten koste gaan van de wachtlijsten. Als ik de te verwachten overschotten op de Vlaamse begroting zie, als ik zie wat Vlaanderen bijdraagt tot het begrotingssaldo van alle overheden samen, moet er ruimte zijn om die wachtlijsten verder af te bouwen en tegelijk een innovatief economisch beleid te voeren. Is Vlaanderen niet een van de rijkste regio's van de wereld?
De Vlaamse Regering deelt mijns inziens die mening want ze legt in haar documenten sterk de nadruk op het wegwerken van de wachtlijsten. In het regeerakkoord staat: "Vlaanderen waarborgt een toereikend, efficiënt, effectief en voor iedereen toegankelijk betaalbaar en kwaliteitsvol zorgaanbod." Dat zijn heel veel bijvoeglijke naamwoorden in één zin, kan het nog duidelijker zijn? In de beleidsnota van minister Vervotte staat letterlijk dat ze de wachtlijsten in de residentiële sector zal wegwerken en de achterstand in investeringsdossiers zal doen verdwijnen. Ik begrijp dat beleidsnota's en regeerakkoorden geen wetten zijn, maar ze uiten wel heel duidelijke politieke en beleidsintenties.
Mijnheer de minister-president, omdat het gaat om een vermeende tegenstelling in een rijk land als het onze, kan ik niet anders dan u vragen of het werkelijk uw bedoeling is om de wachtlijsten in de zorg slechts gedeeltelijk aan te pakken. Kunt u enige verduidelijking geven over de achtergrond en de bedoeling van deze uitspraak?
De voorzitter: Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Vera Jans: Mijnheer de voorzitter, ik ben altijd waakzaam wanneer er vragen worden gesteld op basis van één uitspraak of één zin in een artikel of interview. Het is natuurlijk ons recht om vragen te stellen en we mogen de thema's zelf kiezen, maar anderzijds zijn net wij bij uitstek geplaatst om vragen te stellen over het beleid op zich, over de feiten, over de begroting en over de gevoerde beleidsdaden. Hoeveel interviews en artikels zijn er niet waar je over een zin, een zinsnede, een manier van uitdrukken of een interpretatie kan discussiëren?
Ik heb naar aanleiding van uw vraag het betreffende artikel nog eens gelezen en in datzelfde artikel zegt de heer Vandeurzen dat het actieplan van Vlaanderen een zeer maatschappelijk plan is en dat zij die denken dat het puur een hard economisch verhaal is, ongelijk hebben. Dat illustreert maar hoe lang je over woorden kunt blijven praten. In de vraagstelling lijkt het alsof een versterking van de economie in tegenspraak zou zijn met een investering in de zorg. Het tegendeel is het geval. We moeten zeker het ene niet tegen het andere afwegen.
Ook uw partij, mijnheer Caron, heeft het regeerakkoord, waarin we zeer duidelijk zijn, mee onderschreven. Het regeerakkoord is het enige document waarin we elk woord mogen wikken en wegen en waarin elk woord zijn belang heeft. Ik citeer een heel duidelijke passage uit dat regeerakkoord: "Om voldoende financiële marge te garanderen voor een ondernemingsvriendelijk klimaat en andere maatschappelijke behoeften, mag het aandeel van de gewestuitgaven onder geen beding verder dalen tijdens deze regeerperiode." Het ruimere economische draagvlak maakt overheidsuitgaven in de zorg juist mogelijk.
Over de wachtlijsten zal ik niet citeren uit het regeerakkoord. De heer Caron nam zelf al één citaat op in zijn vraag. We zouden tal van citaten kunnen halen uit het regeerakkoord, de beleidsnota van minister Vervotte en de beleidsbrief. Toch beschouw ik het wegwerken van de wachtlijsten niet als één doelstelling of agendapunt van deze commissie. We kunnen allemaal samen vaststellen dat het de rode draad vormt doorheen het gevoerde beleid van minister Vervotte en doorheen de gehele sector die we bijna wekelijks bespreken in deze commissie.
De indruk zou kunnen worden gewekt dat er grenzeloos wordt ingezet op een economische groei, zonder dat daarbij maximaal wordt geïnvesteerd in de zorg. Die indruk is verkeerd en wordt echt niet bevestigd door cijfers noch door het gevoerde beleid. Wat mij als lid van de meerderheid altijd interesseert, is in hoeverre deze beleidsploeg - niet alleen onze minister Vervotte, maar de hele ploeg - het regeerakkoord uitvoert. Het bilan lijkt me positief, ook al is er nog een weg af te leggen.
Ik geef een aantal voorbeelden die we allemaal kennen en die ik haal uit de besprekingen in deze commissie. Ik denk bijvoorbeeld aan de besprekingen van enige tijd geleden over het Vlaams intersectoraal akkoord voor de social profit. Daarin wordt heel duidelijk gefocust op het onderdeel uitbreiding. Er komen onder andere 1000 bijkomende opvangplaatsen in de gehandicaptenzorg, 433 opvangplaatsen in de bijzondere jeugdbijstand, 800.000 bijkomende uren in de gezinszorg en 1600 bijkomende opvangplaatsen in de kinderopvang.
Ook hebben we als CD&V zeer duidelijk geopteerd voor het onverminderd voortzetten van het uitbreidingsbeleid voor de gehandicaptenzorg. Dat resulteert jaarlijks - en dus ook dit jaar - in een recurrente inzet van 22,5 miljoen euro. Momenteel maken meer dan 1000 mensen gebruik van een PAB. In juni 2004 waren dat er nog maar 612. Dit zijn een aantal concrete maatregelen die zich natuurlijk ook vertalen in de welzijnsbudgetten, die u kunt raadplegen.
Ook de inspanningen op het vlak van een versnelde afrekening van de dagprijsdossiers zijn een goed voorbeeld van flankerend beleid. Bijkomende capaciteit creëren, hangt immers samen met goodwill. Wanneer de overheid het vertrouwen van de aanbieders niet waard is om laattijdig subsidies uit te betalen, zal ook de motivatie om uit te breiden niet toenemen en zelfs aan de geringe kant zijn.
We houden woord voor wat het optrekken van de tenlasteneming voor de thuiszorg in het kader van de zorgverzekering betreft. De uren gezinszorg nemen toe. U kent het groeipad. Het algemeen welzijnswerk wordt versterkt met bijkomende krachten. Het globaal plan jeugdzorg vertegenwoordigt een waarde van 25 miljoen euro, niet alleen op basis van bijkomende capaciteit, want we zoeken ook naar ondersteuning van vernieuwende modellen. Het groeipad voor de verenigingen waarin armen het woord nemen, wordt geëerbiedigd - we hadden het er vorige week nog over. Ook via het systeem van de alternatieve investeringssubsidies werd een uitweg gezocht uit de impasse van de VIPA-dossiers.
Dit zijn een aantal thema's en argumenten die ik haal uit de bespreking van onze Commissie voor Welzijn, uit de beleidsbrieven en uit de beleidnota's. Het zijn dus geen zaken die we niet allemaal weten. Ze klinken misschien als een saaie opsomming, maar het zijn stuk voor stuk illustraties van hoe wij op elk beleidsdomein op verschillende manieren hard en concreet werken aan het wegwerken van de wachtlijsten.
Op de een of andere manier vind ik de vraag een beetje bizar. Ik kan me niet van die indruk ontdoen. Het zal persoonlijk zijn. Voor mij is het immers vanzelfsprekend dat het voor wie het beleid kent, de begroting erbij neemt, de vergelijking maakt, de sector raadpleegt en aanvoelt, duidelijk is dat het wegwerken van de wachtlijsten in deze commissie de rode draad vormt in het beleid en in elke beslissing die we hier nemen. Minister Vervotte licht ons hier wekelijks over in, maar misschien is het nodig dat ook onze minister-president zich erover uitspreekt. Ik ben benieuwd naar het antwoord.
De voorzitter: Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mevrouw Mieke Vogels: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik heb niet de behoefte om, zoals mevrouw Jans een samenvatting te maken van de commissiewerkzaamheden van de voorbije maanden, maar ik kan de minister-president toch niet laten vertrekken zonder mijn mening te zeggen.
Mijnheer de minister-president, ik zal me niet fixeren op het ene zinnetje waaruit blijkt dat u misschien de wachtlijsten minder versneld zal aanpakken, maar wel op het eerste stuk van uw uitspraak. U zei dat als we de welvaart hier willen houden, we de economie moeten versterken. U doet dus alsof de hele socialprofitsector buiten de economie staat. Dat vind ik nu juist zo erg van deze regering. In tegenstelling tot de vorige regering ziet u de social profit opnieuw als de zachte sector, een sector die maar kan groeien op het moment dat de 'harde sector' sterk genoeg is. Dat is fout. Als ik de socialprofitsector in Vlaanderen bekijk, dan merk ik dat, net als in alle West-Europese landen, één op de vijf Vlamingen er op een of andere manier in werkt. De sector wordt dan ruim bekeken, inclusief het onderwijs. Eén op de vijf Vlamingen krijgt dus een loon dankzij de socialprofitsector en besteedt dat loon onder meer aan het bouwen van huizen. (Opmerkingen van minister-president Yves Leterme)
Ik heb het over het feit dat u steeds opnieuw het onderscheid maakt tussen een zogenaamd 'harde sector' en een zogenaamd 'zachte sector'. Dat is een verkeerde visie. Als één op vijf Vlamingen zijn loon verdient via die socialprofitsector, betekent dat een enorme economische motor voor de bouwsector. Dat zijn mensen die consumeren, die hun kinderen naar school laten gaan en zo verder. Dat is dus een foute inschatting.
U zegt bovendien dat u wilt investeren in innovatie in Vlaanderen, waardoor de economie belangrijker is dan het wegwerken van de wachtlijsten. Ook dat is fout: als er één sector is waarin wij innoverend zijn, dan is het wel die socialprofitsector. Wij staan met onze gezondheidssector aan de wereldtop. Het VBO wil er zelfs een exportproduct van maken. Hoe is het mogelijk dat we dan de visie blijven handhaven dat de socialprofitsector een afgeleide is van die harde sectoren?
Dat wil ik u meegeven voor de top van 21 december, die intussen al de duurzaamheidstop genoemd wordt. Ik zie dat het in de voorbereiding naar die top altijd gaat over economie, milieu, werkgelegenheid en arbeid. Zorg staat daar nooit bij. Andere commissies in het Vlaams Parlement worden geappelleerd om mee voor te bereiden, maar deze commissie valt telkens af.
Dat past in uw filosofie, en dit citaat is daar een mooi voorbeeld van. Daarom wou ik het hier nog eens herhalen: de zachte sector is absoluut geen zachte sector. Het is een harde sector, een economische hefboom voor innovatie in Vlaanderen.
De voorzitter: Minister-president Leterme heeft het woord.
Minister-president Yves Leterme: Het regeerakkoord wordt uiteraard correct uitgevoerd. Dat is het waarmerk van deze Vlaamse Regering. Ook de inhaalbeweging in de zorgsector, met het wegwerken van de wachtlijsten, wordt integraal uitgevoerd onder de bezielende leiding van minister Inge Vervotte.
Mijnheer Caron, het is evident dat in een begroting geld wordt gegeven aan verschillende sectoren. Als men bijvoorbeeld een euro geeft aan cultuur, kan men die euro de facto niet uitgeven aan het wegwerken van de wachtlijsten. Om een evenwichtig beleid te voeren, moet men investeren in verschillende beleidsdomeinen, onder meer ook innovatie en economie. Ik heb met mijn uitspraak niets meer of niets minder willen zeggen dan dat. Dat is de juiste betekenis van mijn woorden.
De heer Bart Caron: Ik wil hier geen semantische discussie voeren. Uw antwoord is voldoende en duidelijk. Ook uw intenties zijn duidelijk, maar u mag mij niet kwalijk nemen dat ik mij zorgen maak over wat ik lees in 'snelBERICHT'. Ik wil mij niet op één zin vastpinnen, maar het gaat hier wel om de woorden van de minister-president, en dat is toch niet de minste. Ik ben net als de meeste mensen in deze commissie bekommerd om de wachtlijsten, maar ik heb moeite met de opgeworpen tegenstelling tussen economie en het wegwerken van die wachtlijsten.
Ik ben blij dat u - uiteraard - het regeerakkoord correct gaat uitvoeren en dat die problematiek van de wachtlijsten wordt aangepakt. Besturen gaat inderdaad over keuzes maken, maar we hebben een regeerakkoord opgesteld en ik stel mij vragen bij teksten waaruit blijkt dat de beleidsintenties niet op dezelfde manier zullen worden uitgevoerd als aangekondigd.
De voorzitter: Het incident is gesloten.