Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 26/10/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Monica Van Kerrebroeck tot de heer Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de projecten 'brede school'
De voorzitter: Mevrouw Van Kerrebroeck heeft het woord.
Mevrouw Monica Van Kerrebroeck: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op 8 februari 2006 lanceerde u samen met de minister van Cultuur, Jeugd en Sport en de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin een oproep tot uiteenlopende organisaties om projecten 'brede school' in te dienen. De oproep richtte zich specifiek op projecten die via samenwerking een meerwaarde zouden tot stand brengen voor kinderen en jongeren, ouders, de buurt en het sociale weefsel in en rond de school.
Volgens de oproep was in totaal 250.000 euro ingeschreven voor een vijftiental projecten. De uiterste datum voor indiening van de dossiers was 1 mei 2006. De datum voor het opstarten van de proeftuinen was gepland voor 1 september 2006.
Kenmerkend voor deze projecten, volgens de oproep van 8 februari, was onder meer dat medewerkers van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen de geselecteerde projecten zouden monitoren en coachen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen: inhoudelijke suggesties doen, feedback geven en hulpinstrumenten aanreiken.
Dit bevindt zich nog maar in een beginfase. Ik ben me daar ten volle van bewust. Toch wil ik u enkele concrete vragen stellen. Welke ondersteuning leveren de GOK-medewerkers daadwerkelijk? Gaat het over monitoring én coaching, of beperkt de ondersteuning zich tot het eerste? Worden de betrokken scholen verondersteld zelf de nodige expertise voor het project in huis te halen, of wordt die hun ook aangereikt? Hebben de geselecteerde scholen al een schriftelijke bevestiging gekregen in verband met de toegekende of beloofde financiële middelen? Kunnen we ter informatie een overzicht van de geselecteerde projecten krijgen, met indien mogelijk ook een verantwoording voor de keuze van die projecten?
De voorzitter: De heer De Cock heeft het woord.
De heer Dirk De Cock: Mijnheer de minister, hebt u er al enig zicht op in welke branches deze bredeschoolinitiatieven zich overwegend bevinden? Welke maatschappelijke sectoren worden het meest aangesproken om samen met die scholen die brede school uit te bouwen?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, de medewerkers van het Steunpunt GOK zullen inderdaad de projecten brede school zowel monitoren als coachen. De monitoring heeft tot doel het bredeschoolpotentieel in Vlaanderen te verkennen en zoveel mogelijk informatie, ervaringen en goede voorbeelden in kaart te brengen.
Daarnaast en gelijktijdig zullen de medewerkers van het Steunpunt GOK de projecten en de betrokken partners - dus ook de scholen - coachen. Dat betekent: hen stimuleren, feedback geven, hen helpen reflecteren over hun project en over wat er in het project allemaal gebeurt, mee nadenken over mogelijkheden, over oplossingen voor problemen enzovoort. Bij de coaching wordt uitgegaan van de expertise die de betrokken partners in huis hebben en kunnen bundelen om samen een brede school uit te bouwen. Indien in een project extra expertise nodig mocht blijken, zullen de medewerkers van het Steunpunt GOK de partners helpen zoeken naar die bijkomende deskundigheid. Die kan te vinden zijn bij de partners binnen het project zelf, bij de medewerkers van het steunpunt of elders.
Ik heb een uitgebreide beschrijving van de monitoring en de coaching bij me. Dat is een vrij technisch stuk. Ik zal het bezorgen aan de secretaris, zodat ik het niet helemaal hoef voor te lezen.
U vroeg of de geselecteerde scholen al een schriftelijke bevestiging hebben gekregen in verband met de toegekende financiële middelen. De dienstbrieven zijn inmiddels naar de scholen verzonden. In deze dienstbrieven worden de geselecteerde projecten geïnformeerd over de financiële richtlijnen, met vermelding van het subsidiebedrag dat de proefprojecten kunnen besteden.
Mevrouw Van Kerrebroeck, u vroeg een overzicht van de geselecteerde projecten, en een verantwoording. Begin februari 2006 werd, via verschillende kanalen, de oproep voor proefprojecten brede school gelanceerd. 88 projecten dienden een aanvraag in en stelden zich kandidaat om als proefproject brede school te worden ondersteund. Zoals u weet, werd er een selectiecommissie samengesteld. De selectieprocedure gebeurde als volgt. Ieder commissielid heeft individueel iedere projectaanvraag beoordeeld en een score gegeven, aan de hand van een aantal inhoudelijke beoordelingscriteria. De criteria in dit formulier waren gebaseerd op de oproep brede school. De voorzitter van de commissie heeft een totaaloverzicht gemaakt van de scores en een rangorde opgesteld. De eerste 35 projecten werden geselecteerd voor een bespreking door de selectiecommissie. Ter voorbereiding bracht de voorzitter enkele variabelen aan, zoals spreiding, budget, onderwijsniveau enzovoort. De selectiecommissie nam deze variabelen mee in overweging om te komen tot een evenwichtige selectie.
Projecten met onderling sterk afwijkende scores konden opnieuw aan de leden van de commissie worden voorgelegd. Bovendien konden leden van de commissie projecten die lager hadden gescoord toch ter bespreking voorstellen. Op 12 juni 2006 is de selectiecommissie in overleg gekomen tot de selectie van vijftien projecten. Een overzicht daarvan heb ik bij me. Ik zal het overhandigen aan de secretaris, zodat dit kan worden overgemaakt.
Mijnheer De Cock, uw vraag is een goede vraag. Ik zit er eerlijk gezegd wat verveeld mee, daar ik die vraag niet zomaar kan, of alleszins niet durf, beantwoorden. Eventueel moet u ter zake eens een schriftelijke vraag stellen, zodat we een mooi overzicht kunnen maken.
De voorzitter: Mevrouw Van Kerrebroeck heeft het woord.
Mevrouw Monica Van Kerrebroeck: Mijnheer de minister, ik dank u voor deze concrete uitleg. U kunt er misschien nog een project aan toevoegen, namelijk het project dat zal worden ondersteund door deze commissie. Eind november brengt die immers een bezoek aan Groningen, om daar het project brede school van dichtbij te gaan ervaren.
Minister Frank Vandenbroucke: Dat is heel goed. U hebt mijn morele steun.
De voorzitter: Het incident is gesloten.