Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 12/10/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Margriet Hermans tot de heer Geert Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, over de gevolgen van het uitblijven van een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen over elektronische communicatie
De voorzitter: Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de aanleiding voor deze vraag om uitleg is een artikel van enkele weken geleden in de krant over het feit dat België eigenlijk het slachtoffer is van het uitblijven van een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen, en steeds hogere prijzen betaalt voor breedband en dergelijke meer. Daarom plaats ik deze zaak vandaag nogmaals aan de agenda.
Het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen over de elektronische communicatie blijft uit. De reden hiervoor is bekend: het dossier is gekoppeld aan dat van de radiofrequenties, en zolang er geen oplossing is voor dit laatste, wordt het samenwerkingsakkoord niet getekend.
Het uitblijven van dit akkoord heeft nu ook de aandacht getrokken van Europees Commissaris Viviane Reding, bevoegd voor telecommunicatie. Ze stelt in een interview met De Tijd dat de afwezigheid van een akkoord ernstige consequenties heeft. Ten eerste kunnen de bevoegde regulatoren hun marktanalyses niet voltooien. Ten tweede kunnen er geen remedies worden voorgesteld om de concurrentie te bevorderen en de prijzen van breedband te laten zakken die in vergelijking met onze buurlanden zeer hoog zijn. Ten derde, door de achterstand inzake marktanalyses zal België en dus ook Vlaanderen niet kunnen profiteren van soepeler marktregels.
De Europees Commissaris noemt het uitblijven van dit akkoord dan ook een 'zeer ongezonde situatie'. Duidelijke taal! De Vlaamse telecomsector, alsook de gebruiker van elektronische communicatiediensten, zijn niet gebaat bij het uitblijven van een samenwerkingsakkoord. De hoge prijzen inzake breedband verhinderen de verdere ontwikkeling ervan en dragen evenmin bij tot het verder dichten van de digitale kloof.
De bedoeling van de koppeling was om druk uit te oefenen op de federale regering en op Wallonië, om zo te komen tot een doorbraak in het dossier van de radiofrequenties, een valabele strategie. In plaats van een doorbraak in het ene dossier zitten beide dossiers nu muurvast. Als de situatie nu reeds zeer ongezond is, dan is het duidelijk dat dit geen maanden meer kan aanslepen.
Mijnheer de minister, deelt u de analyse van de Europees Commissaris met betrekking tot het samenwerkingsakkoord en de gevolgen van het uitblijven ervan? Bent u zich bewust van de ernstige gevolgen indien het afsluiten van het samenwerkingsakkoord nog lang op zich laat wachten? Houdt u, in het licht van de uitspraken van de Europees Commissaris, vast aan de koppeling tussen het dossier van de radiofrequenties enerzijds en dat van het samenwerkingsakkoord anderzijds? Indien ja, kunt u aantonen dat deze koppeling wel degelijk tot vooruitgang heeft geleid in het dossier van de radiofrequenties? Zijn er aanwijzingen dat de andere partijen omwille van de koppeling bereid zijn om sneller tot een akkoord te komen? Schuiven we een beetje op in de goede richting?
De voorzitter: Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik deel de bezorgdheid van Europees Commissaris Reding over het uitblijven van het samenwerkingsakkoord inzake elektronische communicatie, waarin onder meer wordt geregeld dat de onderscheiden regulatoren bevoegd voor telecommunicatie en voor omroep hun beslissingen over de elektronische communicatie-infrastructuur op elkaar afstemmen.
Zonder dit samenwerkingsakkoord kunnen deze regulatoren inderdaad niet de markten voor transmissie van elektronische communicatie definiëren en analyseren, en kunnen ze geen maatregelen opleggen aan dominante partijen op de betrokken markten teneinde de concurrentie te herstellen. Daarvan ondervinden niet alleen de andere niet-dominante marktpartijen, maar ook de consumenten de gevolgen.
Laat mij toe om toch nogmaals kort de achtergrond van dit samenwerkingsakkoord en de koppeling met het dossier van de radiofrequenties toe te lichten. Op 20 april 2005 reeds keurde het Overlegcomité een ontwerp van samenwerkingsakkoord goed 'betreffende het wederzijds consulteren bij het opstellen van regelgeving inzake elektronische communicatienetwerken, het uitwisselen van informatie en de uitoefening van bevoegdheden met betrekking tot elektronische communicatienetwerken door de regulerende instanties bevoegd voor telecommunicatie of radio- en televisieomroep'.
Dit samenwerkingsakkoord kwam er als gevolg van het arrest van 14 juli 2004 van het Arbitragehof. In dit arrest vernietigde het hof artikel 14 van de BIPT-wet. De federale overheid heeft dus een fout gemaakt door een BIPT-wet goed te keuren zonder vooraf overleg te plegen met de gemeenschappen. Het hof stelt dat de daarin aan het BIPT toegekende bevoegdheden met betrekking tot elektronische transmissie-infrastructuur die gemeenschappelijk is voor radio-omroep, televisie en de telecommunicatie, een bevoegdheid is van zowel het federale als regionale niveau. Het mooiste voorbeeld daarvan is Belgacom, dat tot voor kort alleen een telecomoperator was, maar nu ook televisie verstuurt, en daar is Vlaanderen voor bevoegd. Het Arbitragehof stelde dus dat de bevoegdheid van de regulatoren voor telecommunicatie en omroep niet eenzijdig door één overheid kan worden geregeld. Dit moet in tegendeel gebeuren via een in gemeenschappelijk overleg tot stand gekomen regeling. Hetzelfde geldt voor de regeling van gemeenschappelijke elektronische communicatie-infrastructuur.
De Vlaamse Regering is altijd van mening geweest dat dit samenwerkingsakkoord moet worden gezien als een onderdeel van een omvattende regeling, waarvan ook de etherpolitie en de frequentiecoördinatie deel uitmaken. Daarom vroeg de Vlaamse Regering van de federale overheid garanties voor een adequate uitoefening van de etherpolitie door het BIPT.
Op het Overlegcomité van 20 april 2005 werden er daarover drie afspraken gemaakt. De federale minister van Economie zou een ontwerp van KB maken over de uitoefening van de etherpolitie door het BIPT en dit voorleggen aan het Overlegcomité. De federale minister van Economie zou het BIPT laten optreden tegen zenders die op wederrechtelijke wijze de gerechtigde uitzending van anderen storen - dit op basis van artikel 15 van de wet op de elektronische communicatie. Een technische werkgroep zou de frequentieplannen onderzoeken en indien nodig de frequenties vaststellen waarover nog discussie bestaat.
Geen enkele van deze afspraken die werden gemaakt op het Overlegcomité van 20 april 2005 werden gerealiseerd. Er is geen KB inzake de etherpolitie voorgelegd. Er is er achteraf een voorgelegd met een uitstel van inwerkingtreding sine die. Dat is voor ons onaanvaardbaar, want als men etherpolitie wil, moet die haar werk kunnen doen.
Het BIPT is nauwelijks opgetreden tegen radio's uit de Franse Gemeenschap die schadelijke storingen veroorzaken in de Vlaamse Gemeenschap. Onze Vlaamse lokale radio's spreken mij daar regelmatig over aan.
De technische werkgroep heeft geen oplossingen gevonden voor alle betwiste radiofrequenties. Het gevolg is dat het voor de Vlaamse Gemeenschap onmogelijk blijft een doeltreffend beleid inzake de radio-omroep te voeren. Mevrouw Reding zegt in een artikel in De Tijd dat er een breedbandbeleid moet kunnen worden gevoerd, maar we moeten ook een beleid kunnen voeren inzake de radio-omroep. We kunnen dit niet door een gebrek aan adequate akkoorden en aan een optreden tegen storingen. Dat is de reden waarom we het hogervermeld samenwerkingsakkoord nog niet ondertekend hebben. De Vlaamse Regering deelt dus uw bezorgdheid, maar we blijven erbij dat er een adequate, doeltreffende en solide oplossing voor de hele etherproblematiek moet komen alvorens we het samenwerkingsakkoord ondertekenen.
De ondertekening van het samenwerkingsakkoord niet koppelen aan bijkomende afspraken zou trouwens ook ingaan tegen de met redenen omklede motie van 2 maart 2005 waarin u, samen met de heren Carl Decaluwe, Dany Vandenbossche, Mark Demesmaeker en Bart Caron, de Vlaamse Regering vroeg de etherimpasse op radiogebied te doorbreken, indien nodig zelfs via juridische weg.
Tot op vandaag is de federale overheid niet bereid een KB over de etherpolitie uit te vaardigen vooraleer de gemeenschappen een akkoord hebben bereikt over hun frequentieplannen. Wanneer frequenties tussen de gemeenschappen betwist zijn, is het voor het BIPT niet duidelijk of er schadelijke storingen zijn. Wij betwisten dat. Er was met minister Keulen een akkoord op 29 november 2002, dat bekrachtigd is in het Overlegcomité. De frequenties die vastgelegd zijn, moeten worden nageleefd en er kan controle op worden uitgeoefend.
Het Overlegcomité van 1 februari 2006 belastte een technische werkgroep met het zoeken naar een oplossing voor 10 betwiste radiofrequenties te Brussel, en voor een aantal betwiste frequenties tussen de Vlaamse en de Duitstalige Gemeenschap. Aangezien hierover binnen de schoot van het Overlegcomité geen oplossing kon worden gevonden, werd op mijn voorstel tussen de gemeenschappen een afzonderlijk ministerieel overleg over de radiofrequenties opgestart, met het BIPT als waarnemer.
Vandaag is de stand van zaken dat er niet langer 10 maar 14 betwiste frequenties zijn. Er is een volledig akkoord over 3 frequenties. Over de resterende frequenties wordt verder onderhandeld.
Ik heb nog een initiatief genomen om uit de impasse te geraken na de schorsing van het frequentieplan door de Raad van State. Ik heb, zonder samenwerkingsakkoord, het goedgekeurde frequentieplan van de vorige regering, opnieuw in een besluit opgenomen en voorgelegd aan de Raad van State met de argumentatie dat dit onze bevoegdheid is. Ik heb ook aangetoond dat er voldoende overleg is geweest.
Op 29 november 2002 is er in het Overlegcomité een akkoord geweest. Dat is door de Raad van State geschorst om twee redenen: er was geen voorafgaand advies gevraagd aan de Raad van State en er was geen overleg. We hebben een identiek, goed gemotiveerd besluit ter advies voorgelegd aan de Raad van State omdat het volgens ons wel onze bevoegdheid is. We hebben ook uitvoerig aangetoond dat er wel voldoende overleg is geweest. De Raad van State heeft in zijn advies gezegd dat het inderdaad onze bevoegdheid is om dit besluit uit te vaardigen, hetzij na een samenwerkingsakkoord hetzij eenzijdig, op voorwaarde dat het evenredigheidsbeginsel niet geschonden wordt.
Op 29 november 2002 was er een akkoord tussen alle gemeenschappen. Alleen de Franse Gemeenschap heeft achteraf gezegd dat haar minister niet bevoegd was. Dat is de kafkaiaanse toestand waarin we zitten. Aangezien ze toen akkoord gingen, kunnen ze nu moeilijk zeggen dat het onevenredig en schadelijk is. Ik zie trouwens geen klachten tegen onze zenders dat ze zogezegd andere zenders zouden verdringen.
Het gevolg is dat de gemeenschappen nu zelf de frequentieplannen kunnen opmaken op twee manieren. De plannen moeten in alle geval worden voorgelegd aan de Raad van State. Dat kan ofwel na een samenwerkingsakkoord ofwel eenzijdig, zoals wij nu doen, maar dan moet het binnen de perken van de evenredigheid gebeuren. Dat versterkt onze positie helemaal. We staan daarmee weer op de kaart. De federale regering heeft nu geen argument meer om geen KB op de etherpolitie uit te vaardigen aangezien het advies van de Raad van State zegt dat de gemeenschappen dat zelf mogen regelen.
Ik wil er trouwens op wijzen dat we aan het discussiëren zijn met de Franstaligen over de veertien betwiste frequenties, maar aan Franstalige zijde is er nog altijd geen eigen frequentieplan. Daar heerst er chaos. Ik wil een KB op de etherpolitie dat hen ertoe dwingt een plan te maken. Ik heb altijd aan de federale regering gezegd dat ze een KB moet uitvaardigen waarmee een overgangsperiode wordt ingevoegd die toelaat ondertussen een frequentieplan te maken, maar dan moet dat er wel zijn op een bepaalde datum. Vanaf dan treedt de etherpolitie ook op. In het eerste KB dat minister Verwilghen heeft voorgelegd, stond geen enkele inwerkingsbepaling. Ik volg de discussie binnen de Franse Gemeenschap. Er is nu al een grote discussie aan de gang met alle particuliere omroepen over de etherfrequenties die mijn collega minister Laanan toekent aan de RTBF. Aan Franstalige zijde is men er nog bijlange niet uit hoe men het etherlandschap wil ordenen. Ik wil in elk geval dat er een KB komt op de etherpolitie omdat anders het BIPT geen basis heeft om die controles uit te voeren.
Gelet op deze nieuwe omstandigheden zijn de onderhandelingen met de federale overheid over de etherpolitie en het samenwerkingsakkoord opnieuw opgestart. De gesprekken hierover verlopen in een zeer constructieve sfeer, en ik gebruik diplomatieke taal. Wellicht komt dit punt opnieuw op de agenda van het volgende Overlegcomité, met name op 8 november. De Vlaamse Regering zal volgende week haar standpunt bepalen, ervan uitgaande dat er voldoende waarborgen voor de uitoefening van de etherpolitie door het BIPT moeten zijn vooraleer het samenwerkingsakkoord kan worden ondertekend. Zonder op de zaken vooruit te lopen, kan ik wel stellen dat de gesprekken in een positieve sfeer verlopen. Het kan zijn - ik druk me voorzichtig uit want ik heb al veel grijze haren gekregen van dit dossier - dat we uiteindelijk tot een doorbraak komen, zij het dat de Franse Gemeenschap inzake de 14 frequenties in Brussel er nog niet uit is.
Wij stellen ons heel constructief op. Onze mensen zoeken naar alle mogelijke oplossingen door het verplaatsen van antennes, het draaien van de uitzendhoek enzovoort, maar het gaat ontzettend traag aan Franstalige kant. Vorig jaar kon de hele vakantie lang niet worden onderhandeld omdat de ingenieurs er niet waren. Wij hebben onze ingenieurs allemaal stand-by gehouden. Ik heb zelf een van die politiek-technische werkgroepen bijgewoond samen met minister Laanan. Onze mensen zitten er met hun laptops met alle gegevens en kunnen onmiddellijk op elke vraag een antwoord bieden. De Franstaligen hebben die gegevens niet bij. Ik hoor dat de nieuwe technische werkgroep weer is uitgesteld omdat men zegt dat er nog gegevens ontbreken. Denk vooral niet dat wij niet constructief zijn. Wij zoeken op alle mogelijke manieren naar oplossingen. Ik wil een pluim geven aan onze ingenieurs die daar ontzettend hard aan werken en altijd bereid zijn om te zoeken naar een oplossing én voor vermogens én voor directiviteit.
Ik hoop dat u ook op uw standpunt blijft. Ik heb hier een motie van u allemaal. Ik meen dat de onderhandelingen tot een oplossing kunnen leiden. Ik ben voorzichtig want we zijn er nog niet, maar we staan nu sterker door het advies van de Raad van State. Daardoor is mijn besluit er en dat wordt binnenkort gepubliceerd.
De voorzitter: Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw grote inspanningen. Wij blijven achter het akkoord van enkele maanden geleden staan. Ik ben heel blij dat u constructief bezig bent, want ondertussen weten we dat het een chaos is aan de Franstalige kant. Ik zal het nogmaals overmaken aan de federale overheid om het KB erdoor te drukken. Dat is essentieel want dan hebben we nog meer de mogelijkheid om verder te gaan.
Ik hoop dat ook 8 november weer een stap vooruit zal zijn. Ik dank u voor het antwoord en we zullen deze zaak nauwgezet blijven volgen.
De voorzitter: Het incident is gesloten.