Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 22/06/2006
Vraag om uitleg van de heer John Vrancken tot de heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de verminderde voedselveiligheid in schoolkeukens
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega´s, mijn vraag gaat over de voedselveiligheid. Mijnheer de minister, in februari 2006 ondervroeg een collega u over het financieel aspect van de controle over deze voedselveiligheid, uitgevoerd door het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid. Het ging met name over de bijdrage die de scholen moeten betalen aan het agentschap voor de controles die het uitvoert. Ondanks het bemoedigend antwoord van de minister als zou de situatie sinds 2003 in de schoolkeukens verbeterd zijn, waren er in november 2005 in de pers berichten verschenen over de verslechterende voedselveiligheid in onze scholen. Ik wil zeker niet veralgemenen, maar elk risico op voedselvergiftiging is er één te veel.
Een en ander werd intussen al door de minister uitgeklaard voor wat betreft de controleplichtige schoolomgevingen. Maar scholen met een eigen warmekeukenaccommodatie vallen terecht onder de grootkeukenregeling. Nu blijkt toch uit dit onderzoek van het federaal agentschap dat 60 percent van de schoolkeukens niet voldeden aan de vereisten op het vlak van de algemene hygiëne. De cijfers voor voedselveiligheidsprocedures zijn nog slechter: bij 81 percent van de 275 inspecties liep het mis. De voedselveiligheidsprocedures, beter bekend als de HACCP, voorzien in de identificatie en controle van kritische punten in alle stadia van het productieproces. Dat gaat van de aankoop van grondstoffen tot het transport van het afgewerkte product. Deze normen richten zich in meerdere mate tot de voedselverwerkende industrie, zodat de grootkeukens hierbij minder betrokken zijn. Hiervoor zouden minder strenge HACCP-normen worden uitgewerkt. Ze zouden meer geënt zijn op de hygiëne. En aangezien 60 percent van de schoolkeukens niet voldeden aan deze hygiënenormen, is er reden tot ongerustheid met betrekking tot de volksgezondheid.
De HACCP-normen voorzien ook in een inrichting van voedselverwerkende omgevingen, die de hygiëne bevorderen en waardoor een decontamineerbaarheid van de installaties, vloeren en wanden mogelijk wordt gemaakt. Onder deze voedselverwerkende omgevingen vallen dus ook ´warme´ schoolkeukens.
Nogal verontrustend is de informatie die ons verleden week bereikte over een welbepaalde Limburgse school van het gemeenschapsonderwijs. Daar wordt blijkbaar toch een loopje genomen met de voedselveiligheid. Het gaat meer bepaald om het aankoopgedrag van de directie. Volgens onze informant zou het niet om een alleenstaand feit gaan. Het verhaal is nogal schrijnend. De brave man denkt eraan om zijn vaste job in deze schoolkeuken op te geven, omdat hij aan deze praktijken niet meer wil meedoen. Zijn opmerkingen vallen bij zijn schooldirectie in dovemansoren.
Om besparingsredenen wordt hij ´verplicht´ om producten in te kopen waarvan de versheidsdatum net of net niet voorbij is. Deze praktijken hebben een directe invloed op de gezondheid van onze kinderen en het schoolpersoneel! Maar dit betekent ook dat de inspecties?f onvoldoende zijn?f niet grondig genoeg worden uitgevoerd.
Mijnheer de minister, hebt u intussen al een antwoord van het FAVV ontvangen met betrekking tot de aparte rapportering over de hygiëne van schoolkeukens? Hoe staat u tegenover het inkoopgedrag van bepaalde schooldirecties, waarbij de normen van voedselveiligheid uit besparingsoverwegingen met voeten worden getreden? Wat denkt u hieraan te doen? Zult u het FAVV hierover inlichten en vragen de nodige maatregelen te treffen om de controles op te drijven of te intensifiëren?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, geachte collega´s, het jaarverslag van het FAVV moet normaal gezien eind juli verschijnen. De gedelegeerd bestuurder heeft me laten weten dat de gegevens met betrekking tot de hygiëne in schoolkeukens opnieuw duidelijk opgenomen zullen zijn in het jaarverslag 2006.
Mijnheer Vrancken, in uw vraag hebt u het over twee verschillende vormen van aankoopgedrag. Het spreekt voor zich dat ik niet akkoord kan gaan met de aankoop door scholen van producten waarvan de houdbaarheidsdatum is overschreden. Dat is een grove overtreding van de regels inzake voedselveiligheid, waartegen op gepaste wijze moet worden opgetreden.
De aankoop van producten waarvan de houdbaarheidsdatum binnenkort zou vervallen, vind ik minder zorgwekkend. Als de consumptie van deze producten ook voor de vervaldag gebeurt, zie ik geen enkel probleem. Consumptie van deze goederen n? overschrijding van de houdbaarheidsdatum is natuurlijk niet toelaatbaar.
De controle en opvolging van de voedselveiligheid in de scholen is een strikt federale bevoegdheid, toevertrouwd aan het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid. Federaal minister Demotte heeft in deze al enkele initiatieven opgestart om te onderzoeken hoe de scholen beter geïnformeerd kunnen worden over de algemene hygiënemaatregelen in grootkeukens en om aan te duiden hoe een maximale voedselveiligheid gerealiseerd kan worden met soms beperkte middelen.
U vroeg of ik het FAVV zal inlichten en vragen om maatregelen te treffen. Ik beschik niet over uw bronnen met betrekking tot het gesuggereerde voorval in Limburg. Als deze informatie bij mij terechtkomt - maar dan moet men man en paard noemen - zal ik er zeker voor zorgen dat het voedselagentschap daarvan op de hoogte wordt gebracht.
Het FAVV voert jaarlijks 400 controles uit in schoolkeukens. Uit de bevindingen van deze controles blijkt dat 70 percent van de vastgestelde inbreuken op de reglementering inzake voedselveiligheid zich situeert op het vlak van tekortkomingen in de infrastructuur van de lokalen en de uitrusting. Deze vaststellingen maken deel uit van een bredere problematiek. Vlaanderen heeft de laatste decennia te weinig geïnvesteerd in schoolinfrastructuur. Het decreet betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur waaraan op dit ogenblik wordt gewerkt, kan ook in dit opzicht een mogelijke oplossing bieden.
De overige non-conformiteiten situeren zich bij de procedures van reiniging en ontsmetting, hygiënische kwaliteit van de grondstoffen en de ingrediënten, hygiëne van het personeel, behandeling van het afval en het respecteren van de temperaturen. De resultaten met betrekking tot deze tekortkomingen lijken me niet van die aard dat bijkomende maatregelen op dit ogenblik noodzakelijk zijn.
De voorzitter: De heer Vrancken heeft het woord.
De heer John Vrancken: Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Het is zo dat tegenwoordig de nodige inspanningen worden geleverd in de scholen op het niveau van de infrastructuur, de omgevingsmodaliteiten enzovoort. Mijn vraag was meer gericht op de maatregelen die moeten worden genomen voor de controles op het aankoopgedrag bij producten die voor consumptie vatbaar zijn. Dat kan misschien steekproefsgewijs, maar dat moet het FAVV maar zelf uitmaken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.