Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie Vergadering van 22/06/2006
Vraag om uitleg van mevrouw Kathleen Helsen tot de heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over een extra zorgdag in het basisonderwijs
De voorzitter: Mevrouw Helsen heeft het woord.
Mevrouw Kathleen Helsen: Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, in 2003 en 2004 hebben de scholen in het basisonderwijs nagedacht over de manier waarop zij in hun scholen het zorgbeleid uitbouwen. Voor 2005 hebben ze nog eenmaal een extra pedagogische studiedag kunnen invullen als zorgdag. Met een omzendbrief van mei 2005 werden de scholen van het basisonderwijs ervan op de hoogte gesteld dat 2005 het laatste jaar was waarin ze een extra zorgdag konden inrichten.
De basisscholen hebben momenteel recht op anderhalve dag of drie halve dagen pedagogische studiedagen per schooljaar. Als we kijken naar wat zich afspeelt binnen de scholen, welke veranderingen zich voordoen en op welke manier scholen daarop inspelen, is drie halve dagen vorming per jaar niet veel.
Nu de zorgdag wegvalt, reageert het werkveld toch met enige bezorgdheid. De vraag rijst of de afschaffing wel een goede optie is, vooral met het oog op de ontwikkelingen op het vlak van zorg, ook in het basisonderwijs.
Mijnheer de minister, wat is uw standpunt in verband met de extra zorgdag in het basisonderwijs? Is het de bedoeling om nog te sleutelen aan het aantal pedagogische studiedagen per schooljaar? Welke motivatie hebt u aan de scholen gegeven om na 2005 niet meer te werken met een extra zorgdag?
De voorzitter: Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitter, geachte collega´s, vooreerst is me gevraagd wat mijn mening is over een extra zorgdag voor het basisonderwijs. De extra pedagogische studiedag over zorg is gedurende drie opeenvolgende jaren aan de basisscholen toegekend. Bij de toekenning van de extra zorgdag voor 2005 is van meet af aan duidelijk gemaakt dat het om een laatste verlenging ging. 2005 zou het laatste jaar zijn waarin de basisscholen kunnen beschikken over een extra zorgdag. In de omzendbrief over dit onderwerp staat letterlijk te lezen: ´Vandaar dat minister Vandenbroucke besloten heeft om ook in 2005 nog éénmaal een extra pedagogische studiedag, in de vorm van een zorgdag, toe te staan.´ En: ´Scholen die hun extra zorgdag van 2005 niet gebruikt hebben, kunnen die niet overdragen naar 2006.´
Het is dus altijd mijn bedoeling geweest om van die extra zorgdagen geen algemene regel of een automatisme te maken - niet omdat ik dat de scholen niet gun, maar omdat er slechts 180 schooldagen per schooljaar zijn en er daarbinnen heel veel stof te behandelen is. Daarenboven moet iedereen zich ook realiseren dat een extra pedagogische studiedag veel ouders voor opvangproblemen stelt.
Op welke motivatie steunt de beslissing om de extra zorgdag in het basisonderwijs af te schaffen? Het gaat niet om een afschaffing, maar om de beslissing om een tijdelijke maatregel niet te vereeuwigen. Waarom doe ik dat? De verwachtingen inzake zorg in het gewoon basisonderwijs zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. De overheid heeft daartoe een aantal ondersteunende condities gecreëerd, onder meer de versterking van de draagkracht van de schoolteams dankzij de aanstelling van zorgco?rdinatoren. De centrale boodschap is evenwel altijd geweest dat elke leerkracht zijn aandeel van de taak op zich zal moeten nemen. Zorg was en is met andere woorden een opdracht van het hele schoolteam. Op dat vlak als schoolteam groeien, was voor vele teams een vorm van vernieuwing, en voor het ene team was dat een grotere uitdaging dan voor het andere.
Het beleid is zich steeds bewust geweest van deze uitdaging, en heeft daarom scholen een extra kans willen geven om samen te werken aan een visie en een schoolspecifieke zorgaanpak. Vaak ondersteund door de pedagogische begeleiding hebben schoolteams de extra zorgdagen aangegrepen om hieraan te werken. Met de toekenning van een extra zorgdag heeft het beleid het belang van zorg willen benadrukken en tezelfdertijd de conditie willen creëren dat scholen er zelf werk van kunnen maken.
De evaluatie van de scholengemeenschappen in 2005 heeft mijn administratie geleerd dat zorg heel belangrijk is geworden in de basisscholen, en ook dat het veel energie kost om alle leerkrachten achter de uitgebouwde visie te scharen. Zorg krijgt in de meeste scholen en scholengemeenschappen veel aandacht, maar men moet wel veel tijd en energie besteden aan het zorggevoelig maken van het hele schoolteam. Toch kan worden gesteld dat de introductie van zorg als onderwijsvernieuwing nu achter de rug is en dat de meeste scholen hun zorgvisie hebben uitgewerkt. Dankzij de extra zorgdag gedurende drie opeenvolgende schooljaren zijn de scholen op weg gezet. Het komt er nu op aan dat ze dat op een andere manier gestalte blijven geven.
Ik wil in basisscholen zo veel als mogelijk goede werkcondities blijven creëren en het signaal geven dat samenwerking en overleg voor mij onlosmakelijk met de zorgopdracht van de basisschool zijn verbonden. Zo is het nu bijvoorbeeld mogelijk om gebruik te maken van het systeem van korte vervangingen, zodat leerkrachten voor overleg kunnen worden vrijgemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat dit een belangrijk instrument kan zijn om leerkrachten en schoolteams leerkansen te geven en als professionele organisatie te groeien. Verder behouden alle basisscholen het recht om elk schooljaar anderhalve pedagogische studiedag of 3 halve pedagogische studiedagen te houden. Het staat hun vrij om deze studiedagen te wijden aan zorg of aan een ander onderwerp.
De voorzitter: Mevrouw Kathleen Helsen heeft het woord.
Mevrouw Kathleen Helsen: Mevrouw de voorzitter, geachte collega´s, ik dank de minister voor zijn antwoord. Zorg is belangrijk. Ik ga ermee akkoord dat er de afgelopen jaren in de basisscholen op dat vlak een en ander is veranderd. Ik vrees evenwel dat nog maar een eerste aanzet is gegeven en dat het nog te vroeg is om de extra zorgdag nu al af te schaffen. Zorg is een blijvend aandachtspunt. De minister zegt het zelf: het is niet eenvoudig om het gehele schoolteam te motiveren om daarvoor extra inspanningen te leveren. Drie jaar is niet veel om mensen te motiveren een nieuwe weg in te slaan.
Anderhalve pedagogische studiedag per jaar is overigens niet veel. Op het vlak van zorg zijn er voortdurend nieuwe evoluties gaande. Het is belangrijk dat scholen bijblijven. Een jaarlijks weerkerende aandacht voor dat onderwerp lijkt me daarom belangrijk. Ik vraag me daarom af hoe scholen dat in de toekomst moeten aanpakken, ook in relatie tot het leerzorgkader waaraan we werken. Naar dat laatste zal aandacht moeten uitgaan, en ik vrees dat anderhalve dag per jaar te weinig is.
De voorzitter: Het incident is gesloten.