Subcommissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid Vergadering van 06/06/2006
Vraag om uitleg van de heer Bart Martens tot de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de controle op de naleving van de randvoorwaarden voor het verkrijgen van een bedrijfstoeslag
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Deze vraag sluit aan bij de vorige. Het gaat over de minimumeisen die in het kader van de cross compliance gesteld moeten worden aan het verkrijgen van de bedrijfstoeslag. Conform de Mid Term Review (MTR) van het Europese landbouwbeleid, wordt het verkrijgen van een volledige bedrijfstoeslag gekoppeld aan het naleven van een aantal randvoorwaarden op vlak van milieu, voedselveiligheid, dierenwelzijn en het in goede landbouw- en milieuconditie houden van de bodem. De lidstaten moeten toezien op het naleven van deze randvoorwaarden. Het niet naleven ervan moet worden gesanctioneerd door een afroming van de bedrijfstoeslag.
In een artikel uit Boer en Tuinder van 7 april 2006 lezen we wat de sanctioneringsresultaten in 2005 hebben opgeleverd:?In totaal lopen 576 Vlaamse landbouwers een boetepercentage op bij de uitbetaling van hun bedrijfstoeslag: 1 tot 5 percent korting op het totale bedrag van hun bedrijfstoeslag. Daarnaast lopen nog eens 513 landbouwers gelijkaardige kortingen op bij hun rundveepremies. Bovenstaande cijfers leiden dus tot de alarmerende vaststelling dat ongeveer een derde van de gecontroleerde landbouwers tegen de lamp loopt. (?) Merkwaardig is dat slechts een beperkt aantal criteria oorzaak zijn voor de opgelopen sanctioneringen: een gebrek aan analyseresultaten over organisch materiaal en zuurtegraad van de bodem op akkerlandpercelen; een gebrekkige - nochtans verplichte - registratie binnen Sanitel; niet voldoen aan de opgelegde voorwaarden inzake mestopslag; afwezigheid van de vereiste keuringsbewijzen voor spuittoestellen. Verder merken we op dat van de gecontroleerde landbouwers veel niet in orde blijken met de naleving van het instandhouden van hun areaal permanent grasland.?
Beperkte controle toont aan dat er heel wat schort aan de naleving van de MTR-randvoorwaarden. Mijn vragen aan de minister zijn dan ook de volgende. Welke instrumenten zal Vlaanderen inzetten om tot een betere handhaving van de MTR-randvoorwaarden te komen? Het gaat hier om minimale maar essentiële voorwaarden inzake het in stand houden van graslanden, de zorg voor kleine landschapselementen, het naleven van het verbod op mestlozingen en zo meer. Hoe wordt deze controle georganiseerd? Wie is verantwoordelijk, wie stelt vast, welke afspraken zijn er gemaakt tussen Leefmilieu en Landbouw? Zijn er al stappen gezet om, gelet op het groot aantal overtredingen bij de beperkt uitgevoerde controles, de omvang van de controles te vergroten? Wat zijn de richtsnoeren van de Europese Commissie terzake?
De voorzitter: Minister-president Leterme heeft het woord.
Minister-president Yves Leterme: Ik tracht zo precies mogelijk te antwoorden. De evaluatie van de implementatie van de MTR is vorig jaar gebeurd. De administratie heeft een belangrijke en succesvolle inspanning geleverd om de implementatie administratief goed te begeleiden. Voor heel wat landbouwers was het een zaak van aanpassen aan een nieuwe reglementering en is er sprake van nalatigheid zonder kwade bedoelingen. Ik heb zelf boeren bezocht en hun de vraag gesteld. Voor velen was de nieuwe regeling niet vanzelfsprekend. Nu kan men rustig stellen dat werken met bedrijfstoeslagen leidt tot vereenvoudiging. Als dat vorig jaar aan een boer werd gezegd, lachte men u honend weg. Zij vonden het een vrij complexe zaak. Het feit dat we in een eerste toepassingsjaar zaten, kan een mogelijke verklaring zijn voor sommige vaststellingen. Dat doet natuurlijk niets af aan het feit dat verplichtingen moeten worden nagekomen.
Uit de statistieken blijkt dat slechts een beperkt aantal beheerseisen of -normen hogere controleresultaten opleveren. Heel wat beheersnormen en -eisen worden ook goed nageleefd. Het voortzetten van een goede communicatie en voorlichting door alle betrokkenen in de sector zou moeten leiden tot een betere naleving van deze toch vrij omvangrijke verplichtingen en steeds betere resultaten opleveren. Dat is ook een van de doelstellingen van de Mid-Term Review.
De resultaten zijn intussen samen met de beroepsorganisaties geëvalueerd. Zij hebben zich geëngageerd om bij hun voorlichtingsactiviteiten extra aandacht te besteden aan de algemene randvoorwaarden en aan de mindere resultaten in het bijzonder. In een eerste fase hebben zij zich nadrukkelijk gericht en geconcentreerd op het geven van de juiste informatie aan de boerengezinnen bij het invullen van hun aanvraag. Dat heeft bijgedragen tot de goede afwikkeling van de MTR-hervorming vorig jaar. Nu zal er meer aandacht gaan naar de randvoorwaarden en de beheerseisen. Wij opteren voor een dubbele benadering: sensibilisatie en voorlichting aan de ene kant, controle en sanctionering aan de andere kant.
Wie verantwoordelijk is voor de controle is zeer duidelijk. Het is de Administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie (ABKL), en in de nieuwe BBB-structuur het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV). Zij zijn als erkend betaalorgaan verantwoordelijk voor het co?rdineren en uitvoeren van de controles zowel met betrekking tot de premievoorwaarden als de randvoorwaarden.
In de Europese verordening is een minimaal controlepercentage van 1 percent vastgelegd, behalve voor de identificatie en registratie van runderen. Daar bedraagt het minimale controlepercentage 5 percent. ABKL voert deze uit bij de landbouwers die geselecteerd zijn op basis van een risicoanalyse. In die gevallen gaat het om een volledige controle op de randvoorwaarden.
Daarnaast werden met externe beheersdiensten de nodige samenwerkingsafspraken gemaakt met het oog op het uitwisselen van gegevens, het co?rdineren van controles, het rapporteren van vaststellingen en het opvolgen van de vaststellingen. Het gaat om het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), de Vlaamse Landmaatschappij, de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer en de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest.
Dat betekent concreet onder meer dat ad-hocvaststellingen van niet-nalevingen van de randvoorwaarden door deze beheersdiensten aan ABKL, nu ALV, worden meegedeeld. Op basis van deze gegevens wordt door ABKL de van toepassing zijnde randvoorwaardenkorting vastgelegd.
Een en ander betekent dat er sinds het invoeren van de MTR en de randvoorwaarden meer gecontroleerd wordt dan vroeger. Dat is meteen een antwoord op de vraag of er al stappen zijn gezet om de omvang van de controles te vergroten.
Wat de richtsnoeren betreft, kan ik u antwoorden dat er nog geen definitieve specifieke richtsnoeren van de Europese Commissie zijn. In het beheerscomité Directe Betalingen wordt op dit moment wel een werkdocument besproken in verband met de verdere opvolging van de controles. De randvoorwaarden en de toepassing in de diverse lidstaten is aan evaluatie toe. Een gelijke benadering in alle lidstaten is immers noodzakelijk.
Op basis van de controleresultaten heeft onze eigen administratie haar risicoanalyse wat bijgestuurd door op basis van de bevindingen de risicocriteria die een hoog aantal vaststellingen hebben opgeleverd, een hoger gewicht toe te kennen, en van de weeromstuit meer landbouwers te selecteren voor deze risicocriteria. Ook zullen een aantal controles worden uitgevoerd die specifiek op eventuele herhalingen van niet-nalevingen zijn gericht.
Ik verwijs naar de synthesetabel van ABKL waaruit blijkt dat, als men de problematiek van het blijvend grasland even buiten beschouwing laat, de grote bulk van de overtredingen en nalatigheden bij de identificatie van runderen, varkens, schapen of geiten ligt. Het gaat daar dikwijls om oormerken die verloren gingen of onvoldoende waren vastgehecht.
Met betrekking tot de aanwezigheid van organische stoffen in de bodem zijn ook nog wat vaststellingen gedaan. Voor de problematiek van het grasland is men ervan uitgegaan dat conform het artikel 66 alle gevallen waarin niet-naleving is vastgesteld, worden gecatalogiseerd onder de noemer nalatigheid die niet wordt gesanctioneerd. Zo blijft de problematiek zich echter voordoen. Sanctionering zal wellicht wel volgen, maar in dit stadium vond men het nog niet noodzakelijk om te sanctioneren.
Tijdens 2005, het eerste jaar van de hervorming, is al heel wat positief werk verricht. Het feit dat de hervorming is toegepast dankzij de inspanning van de administratie is een positief punt. Door samenwerking met de beroepsorganisaties kan verbetering worden bereikt in de percentages van vaststellingen. Daar wordt terecht in Boer en Tuinder aandacht voor gevraagd.
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Ik dank de minister voor zijn antwoord. Het tweesporenbeleid is inderdaad het juiste, met enerzijds informatie en sensibilisering en anderzijds een goed handhavingsbeleid om de manifeste achterblijvers op de vingers te kunnen tikken. Ik begrijp dat het beleid de eerste jaren clement wilde zijn en vaststellingen als nalatigheid heeft aangerekend. Dat kan echter niet blijven duren. Op het moment dat iedereen weet waar hij aan toe is, moeten pertinente overtredingen ook kunnen leiden tot een afroming van de bedrijfstoeslag. Dan worden de voorlopers zeker niet benadeeld.
Ik vind het wel verontrustend dat in de Sanitel-registratie zoveel nalatigheden worden vastgesteld. Ik heb de minister ooit gevraagd hoe hij het grote verschil kon verklaren tussen enerzijds de Sanitel-registratie en anderzijds de Mestbankaangifte. Er lopen in Vlaanderen blijkbaar een pak zwarte varkens rond die illegaal worden gehouden. Dat werkt noch in het voordeel van de landbouwer die wel correct aan zijn verplichtingen voldoet, noch in het voordeel van het milieu. Zwarte varkens betekenen ook mest die illegaal wordt uitgereden, wat leidt tot verslechtering van de kwaliteit van de oppervlaktewateren en van het grondwater. Het maakt dat de goede landbouwer de praktijken van de slechte landbouwer moet bekopen. Zij kunnen bijvoorbeeld in een kwetsbare zone terechtkomen. Ik reken erop dat bijzondere aandacht gaat naar de Sanitel-registratie en dat de nalatigheid wordt weggewerkt.
Ik heb nog een vraag. In hoeverre worden de vaststellingen die zijn gedaan in het kader van sommige landbouwmilieumaatregelen, zoals de metingen van het nitraatresidu in de bodem, meegenomen in het kader van de cross compliance? Men moet immers bepaalde waarden halen om recht te hebben op een beheersvergoeding. We weten allemaal dat iedere landbouwer de norm van 90 kilogram stikstof per hectare moet halen die zou overeenstemmen met de drinkwaternorm in oppervlaktewater.
Als die norm in het kader van de beheersovereenkomst Water massaal wordt overschreden, hoe wordt deze dan bekeken in het licht van de cross compliance? Geeft dat effectief ook aanleiding tot een afroming van de bedrijfstoeslag?
Minister-president Yves Leterme: Dat gebeurt als het over dezelfde norm gaat, namelijk dezelfde beheersmaatregel als in de nitraatrichtlijn.
De heer Bart Martens: Vaststellingen die gebeuren in het kader van de beheersovereenkomst Water worden doorgegeven aan ALV, die deze dan in rekening brengen bij de evaluatie voor het al dan niet toekennen van de bedrijfstoeslag.
De voorzitter: Toen ik het artikel las, dacht ik er enigszins anders over. Ik vergeleek de landbouwers met eerstejaarsstudenten aan de universiteit. Als we even stilstaan bij alle wijzigingen die zich voor hen aandienden, moeten we zeggen dat ze het er heel goed van af hebben gebracht. Zij verdienen een voldoende. Als we sommige punten nog wat duidelijker maken, kunnen we stellen dat we op de goede weg zitten, ook ten aanzien van Europa.
Minister-president Yves Leterme: Dat kan ik onderschrijven. Anderzijds heeft de heer Martens ook gelijk. We merken dat we in het dossier van de nitraatrichtlijn en het MAP bijkomende inspanningen moeten leveren om de?cowboys´ of de manifeste fraudeurs en overtreders eruit te krijgen. Er zijn nog altijd mensen die buiten de lijntjes kleuren. Dat moet ophouden want de hele sector lijdt daaronder.
De voorzitter: Men mag geen sfeertje creëren dat het allemaal cowboys zijn, maar sommige onder hen durven wel eens over de streep gaan.
Het incident is gesloten.