Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie Vergadering van 23/05/2006
Vraag om uitleg van de heer Jan Peumans tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over het elektronisch stemmen
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de bedoeling van mijn vraag is een actuele stand van zaken te krijgen van het elektronisch stemmen. Dat is al een paar keer het voorwerp geweest van vragen om uitleg. Uw voorganger heeft verklaard dat er tegen de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 8 oktober 2006, binnen vier à vijf maanden, in heel Vlaanderen geautomatiseerd zou worden gestemd. U moest dat evenwel noodgedwongen bijsturen.
Op 23 november 2004 antwoordde u op vragen van mevrouw Vanderpoorten en de heer Demesmaeker dat er in 2006 geen veralgemeende elektronische stemming zal zijn. De reden daarvoor lag niet bij Vlaanderen, noch bij de federale overheid, maar had te maken met de dingen waarvoor we wel en niet zelf bevoegd zijn. U zei:?We moeten ook rekening houden met de andere gewesten. In Wallonië is het elektronisch stemmen iets minder ingeburgerd dan in Vlaanderen.´
Een van de realisaties van de staatshervorming als gevolg van de Lambermontakkoorden was dat Vlaanderen inzake het binnenlands bestuur een zogenaamde?volwaardige autonomie´ verkreeg. We moeten echter vaststellen dat Wallonië erin slaagt om bijvoorbeeld een verregaande of veralgemeende invoering van het elektronisch stemmen te boycotten omdat het bij hen?iets minder ingeburgerd´ is. De vraag is of dat te maken heeft met de houding van uw evenknie, de federale minister van Binnenlandse Zaken. Hij zou die autonomie kunnen erkennen, zodat Vlaanderen en Wallonië elk een eigen koers zouden kunnen varen. Dat is de beste vorm van vriendschap die we ons in dit land kunnen indenken.
Mijnheer de minister, het is onduidelijk hoe dit dossier verder geëvolueerd is. U sprak toen van een akkoord dat over dit onderwerp met alle gewesten en de federale overheid moest worden gesloten. Welke evolutie heeft het dossier sinds uw antwoord op 23 november 2004 doorgemaakt? Is er al een akkoord, of een aanzet tot een akkoord tussen de gewesten en de federale overheid? Zijn er nog knelpunten? Wanneer verwacht u een resultaat ter zake?
Wat is de staat van de bestaande apparatuur? Het systeem is een hele tijd geleden ingevoerd. Een aantal gemeenten heeft dat destijds niet gedaan, en stemt nog altijd met het potlood, zoals inderdaad ook mijn gemeente. Dat gaat trouwens prima, al duurt het wat langer. Zullen er in de nabije toekomst nog gesubsidieerde investeringen gebeuren? De gemeenten die het destijds deden, kregen daarvoor een toelage. Sommige gemeenten waren er echter financieel zo slecht aan toe, dat ze niet in de mogelijkheid waren de investering te doen.
Zullen er op 8 oktober 2006 minder, evenveel of meer Vlaamse gemeenten geautomatiseerd stemmen in vergelijking met de Vlaamse en Europese verkiezingen van l3 juni 2004? Wat zal het percentage zijn bij de federale verkiezingen van volgend jaar? Tegen wanneer verwacht u een veralgemeende elektronische stemming in Vlaanderen? Ik bedoel duidelijk niet de gemoedsstemming, mijnheer de minister, maar de stemming in de zin van verkiezingen.
De voorzitter: Minister Keulen heeft het woord.
Minister Marino Keulen: Het zal in elk geval een stemming zijn die ten zeerste op het gemoed kan werken.
Dit lijkt een vraag met een knipoog, maar ze is eigenlijk fundamenteel. Ingevolge de bijzondere wet van 13 juli 2001, de zogenaamde Lambermontakkoorden, is ook de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de verkiezingen voor de gemeente- en provincieraden mee van de federale overheid naar de gewesten?geslopen´. Mijn voorganger Van Grembergen sprak over?onze binnenlandse soevereiniteit´, en daar hoorde dit ook bij. Het is nu de eerste keer dat Vlaanderen die verkiezingen zal organiseren.
Theoretisch kon Vlaanderen beslissen over te gaan tot een veralgemening van het geautomatiseerd stemmen in alle Vlaamse gemeenten, ook in de kantons waar momenteel nog met potlood en papier wordt gestemd, zoals bijvoorbeeld Riemst of Kinrooi. Overigens blijken de uitslagen bijna even snel beschikbaar te zijn, althans als het goed georganiseerd wordt. Straks ga ik dieper in op de verhoudingen, maar ik deel alvast mee dat qua aantal kiezers iets meer dan 49 percent elektronisch stemt, en dus iets meer dan 50 percent op de klassieke manier met potlood en papier.
Op 28 februari 2003 heeft de vorige Vlaamse Regering een principiële beslissing genomen. Om diverse redenen was ik echter al bij het begin van deze legislatuur genoodzaakt daarop terug te komen. Dat heb ik toen ook meteen aangekondigd. Dit is immers een heel belangrijk proces, en het leek me met het oog op goed bestuur absoluut aangewezen meteen klare wijn te schenken.
Een beslissing over het behoud of de veralgemening van het geautomatiseerd stemmen in de toekomst, vereist dat een volledig nieuw stemconcept wordt ontwikkeld. Het huidige concept is immers technisch totaal verouderd. Het systeem is in de eerste helft van de jaren negentig ontwikkeld. Echter, voor zo´n nieuw concept is ook een consensus nodig tussen de federale overheid en de gewesten.
Een nieuw systeem moet in de praktijk immers voor alle verkiezingen bruikbaar zijn, zowel wanneer de federale overheid ze organiseert als wanneer de gewesten dat doen. De federale overheid organiseert de Europese verkiezingen en de verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat. Wij doen dat voor de gemeenten, de districten en de provincies. Een systeem moet voor al die verkiezingen bruikbaar zijn. Dat is ook een kwestie van efficiënt omgaan met belastinggeld.
Gemiddeld hebben er om de 2,5 jaar verkiezingen plaats, op voorwaarde dat voor elke verkozen raad de volledige legislatuur wordt uitgeput. Het zou financieel en technisch niet verantwoord zijn op het Vlaamse niveau, alleen voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen, een elektronisch stemsysteem te ontwikkelen dat niet dienstig kan zijn voor de andere verkiezingen. Dat vraagt immers zeer belangrijke financiële inspanningen, die ook weer voor rekening van de belastingbetaler, en dus van de gemeenten zijn.
Een samenwerking met de federale overheid en de andere gewesten heeft ook tot gevolg dat de kosten kunnen worden verdeeld over de verschillende overheden. Bovendien moet een belangrijk deel van de praktische organisatie van de verkiezingen ook door de gemeenten gebeuren. Uiteraard is het niet wenselijk dat zij geconfronteerd worden met verschillende systemen, naargelang de te organiseren verkiezingen. Dat is ook het geval voor de burgers bij het uitbrengen van hun stem.
Het bleek niet meer mogelijk om in functie van de verkiezingen van 8 oktober 2006 tijdig met de federale overheid en de andere gewesten een consensus te bereiken over de veralgemening van het geautomatiseerd stemmen. De ontwikkeling van een nieuw stemsysteem is een moeilijke en vooral tijdrovende opdracht, die binnen dat tijdsbestek onmogelijk rond te krijgen was. Dat is wat de technici ons hebben meegedeeld.
De federale overheid en de gewesten hebben op 14 juli 2005 wel een samenwerkingsakkoord gesloten. In uitvoering daarvan is een gemengde werkgroep opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van de federale overheid en de drie gewesten, om de toekomstige mogelijkheden inzake het geautomatiseerd stemmen te onderzoeken. Deze werkgroep heeft een oproep voor een studie gericht aan alle Belgische universiteiten om de mogelijkheden die bestaan voor geautomatiseerd stemmen, te onderzoeken en een nieuw concept uit te tekenen. De uiterste inschrijvingsdatum hiervoor is 15 juni 2006. We verwachten dus op korte termijn een reactie.
De huidige stemapparatuur kan nog gebruikt worden tot en met de federale verkiezingen van 2007. Daarna is hij definitief afgeschreven. Hij heeft dan een kritieke ouderdom bereikt, met belangrijke risico´s op technische uitval. De leverancier van de apparatuur kan na 2008 ook geen waarborgen meer geven voor het behoorlijk functioneren van de apparatuur. Ten gevolge van de technologische evolutie zijn bepaalde onderdelen bovendien niet meer op de markt verkrijgbaar. Ook de productie van diskettes en magneetkaarten wordt afgebouwd.
U hoeft echter geen nationaal alarm te slaan. We hebben de garantie dat tot en met 2007 eventuele pannes kunnen worden verholpen. Bij de uitval van apparatuur of onderdelen ervan, is de levering van vervangende apparatuur nog gewaarborgd.
Als ik mijn antwoord voorlees, kan de indruk ontstaan dat het een heel gewaagde onderneming wordt, zowel voor wat betreft de uitslag als voor de technische aspecten van de verkiezingen, maar we hebben wel de zekerheid dat er zich voor 2006 en 2007 geen problemen zouden voordoen.
Het was dus niet verantwoord dat de Vlaamse overheid voor de verkiezingen van 2006 nog zou investeren in het bestaande concept van geautomatiseerd stemmen. Mijnheer Peumans, voor de verkiezingen voor de gemeente- en provincieraden zal geen wijziging worden aangebracht inzake het geautomatiseerd stemmen. In concreto betekent dat dat de gemeenten die bij de vorige Vlaamse en Europese verkiezingen hetzij manueel, hetzij geautomatiseerd hebben gestemd, dat ook op 8 oktober zullen blijven doen. 49,2 percent van de kiezers stemt met de computer en 50,8 percent stemt met potlood en papier.
Alle mogelijke gedetailleerde informatie over de verkiezingen is beschikbaar op de website www.vlaanderenkiest.be. Collega´s, ook studenten die interviews afnemen over de verkiezingen, kunnen we enorm vooruithelpen door hen te wijzen op deze website.
Ook voor de federale verkiezingen van 2007 zal deze status-quo gehandhaafd blijven. Algemeen wordt aangenomen dat 2 tot 3 jaar nodig is om een nieuwe toepassing met de nodige zorg te kunnen uitwerken. Ik hoop dat dit zal leiden tot een veralgemening van het elektronisch stemmen als Vlaanderen in 2009 naar de stembus gaat voor de verkiezing van een nieuw deelstaatparlement en voor de Europese verkiezingen.
Ik hoop echt dat we met de federale overheid en de andere gewesten tot een akkoord kunnen komen. Ik denk dat ik een solide motivatie heb gegeven, maar als op zeker ogenblik een partner beslist om niet mee te doen, moeten we misschien proberen om iets op eigen kracht uit te dokteren.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister, ik hoop dat het feit dat het samenwerkingsakkoord op 14 juli werd gesloten, geen symbolische waarde heeft.
Alle gemeenten die in het verleden hebben ge?nvesteerd, moeten nu opnieuw investeren, want alles is technisch volledig achterhaald.
Minister Marino Keulen: Het klopt dat iedereen in het nieuwe systeem zal moeten investeren. De apparatuur heeft ondertussen wel 15 jaar gedraaid. In 1994 werd voor het eerst elektronisch stemmen ingevoerd. Voor investeringen in computerapparatuur is 15 jaar heel lang.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister, overweegt u de investeringen te subsidiëren?
Minister Marino Keulen: Mijnheer Peumans, met de steun van u en vele collega´s in dit parlement zal het eenvoudiger zijn om mijn collega´s in de Vlaamse Regering daarvan te overtuigen. We moeten dat bekijken, want alles wat ik er nu over zeg, is voorbarig.
Het is wel mijn ambitie om in 2009 het elektronisch stemmen te veralgemenen. Hopelijk in akkoord met de andere gewesten en de federale overheid, maar anders moeten we nagaan hoever we op eigen kracht geraken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.