Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 25/04/2006
Vraag om uitleg van mevrouw An Michiels tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de toepassing van de taalwetgeving door De Lijn
Vraag om uitleg van de heer Tom Dehaene tot mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, over de taal van de bestemmingsaanduiding van de autobussen van De Lijn
De voorzitter: Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mevrouw An Michiels: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb deze vraag om uitleg al geruime tijd geleden ingediend. Ik zal jullie de hieraan verbonden lijdensweg besparen. Ik had gehoopt dat de vragen ondertussen al door de feiten zouden zijn ingehaald. Helaas is dit niet het geval. Ik heb deze ochtend persoonlijk kunnen vaststellen dat er nog steeds bussen naar Bruxelles-Nord rijden en dat op die bussen nog steeds tweetalige uurroosters beschikbaar zijn.
Mevrouw de minister, het is niet de eerste keer dat het Vlaams Belang u vragen stelt over de tweetalige bestemmingsaanduidingen op de bussen van De Lijn die Brussel aandoen. Sinds 2003 krijgen we op deze vragen steeds hetzelfde antwoord te horen. De Lijn bereidt een aantal technische aanpassingen voor om de digitale opschriften in de bussen met behulp van een GPS-systeem automatisch aan te passen telkens als de grenzen van het Vlaams grondgebied worden overschreden. Aangezien er in het verleden weinig klachten over de tweetalige opschriften zijn geweest, hebben De Lijn en de Vlaamse overheid deze zaak nooit als een prioriteit beschouwd.
Na de aanvullende regeringsverklaring van 18 mei 2005, waarin wordt gesteld dat de Vlaamse Regering een sterk beleid voor de Vlaamse Rand zal voeren, onder meer door het waarborgen en het bevorderen van de taalhomogeniteit, en waarin de Vlaamse Regering belooft om van de vernederlandsing van het straatbeeld een prioriteit te maken, heeft de Vaste Commissie voor Taaltoezicht wel klachten ontvangen. De indieners van deze klachten nemen aanstoot aan het feit dat de Vlaamse overheid er, ondanks alle stoere woorden en verklaringen, niet in slaagt om bussen met eentalig Nederlandstalige bestemmingsaanduidingen door Vlaanderen te laten rijden. De Vaste Commissie voor Taaltoezicht heeft de redenering van deze mensen gevolgd. Volgens de Vaste Commissie voor Taaltoezicht moet het mogelijk zijn om de alternerende aanduidingen op het grondgebied van homogeen Nederlandstalige gemeenten door uitsluitend Nederlandstalige aanduidingen te vervangen.
In het antwoord op een schriftelijke vraag van de heer Dehaene over hetzelfde onderwerp heb ik kunnen lezen dat De Lijn een handmatig, door de chauffeurs te bedienen systeem heeft gezocht. De technische ontwikkelingen zijn afgerond, en binnenkort kan het systeem worden ge?nstalleerd. De Lijn verwacht dat de eerste aanpassingen in de loop van augustus 2006 effectief zichtbaar zullen worden.
Aangezien De Lijn ondertussen een streefdatum in het vooruitzicht heeft gesteld, vervallen de eerste vragen die ik vandaag wilde stellen. Het antwoord op de schriftelijke vraag van de heer Dehaene dateert evenwel van 22 maart 2006. Ik veronderstel dat de installatie van het systeem ondertussen aan de gang is. Ik vraag me af waarom we die aanpassingen pas in augustus 2006 zullen zien. Wacht De Lijn tot het systeem in alle bussen is ge?nstalleerd, of duurt het gewoon erg lang om dit systeem te installeren?
Mevrouw de minister, in het antwoord op de schriftelijke vraag van de heer Dehaene staat eveneens te lezen dat De Lijn de bestaande werkwijze, waarbij de Nederlandse naam van eindbestemmingen als Leuven, Halle of Aalst bij het vertrek wordt aangegeven, zal handhaven. Tot mijn grote spijt moet ik hier melden dat dit niet klopt. De snelbus naar Ninove vertrekt in Brussel-Noord met als alternerende aanduidingen?snelbus´ en?direct´. Hierover valt nog te discussiëren. In Leuven komt evenwel een bus toe met als alternerende aanduidingen?snelbus´ en?bus rapide´. Deze bus vertrekt uit Brussel met tweetalige bestemmingsaanduidingen. Ik vraag me af hoe dit te rijmen valt met het antwoord op de schriftelijke vraag van de heer Dehaene. Volgens mij blijkt uit deze feiten dat De Lijn geen rekening wil houden met de gevoeligheid van deze materie in de Vlaamse Rand. Op welke wijze zult u er, de aanvullende regeringsverklaring van 18 mei 2005 indachtig, bij De Lijn op aandringen om van dit symbooldossier een prioriteit te maken? Hebt u De Lijn hiertoe al aangespoord?
Ik zou hier tevens een paar vragen willen stellen over de nieuwe uurroosters die in de bussen beschikbaar worden gesteld. In oktober 2004 heb ik hierover reeds een vraag om uitleg gesteld. U hebt me toen geantwoord dat er op bussen enkel eentalige brochures liggen en dat de gebruikers in de faciliteitengemeenten wordt meegedeeld dat ze op aanvraag een Franstalige brochure kunnen verkrijgen.
Ik heb deze ochtend echter zelf kunnen vaststellen dat de beschikbare uurroosters op de bussen nog steeds tweetalig zijn. Dit geldt voor alle lijnen en bijgevolg niet enkel voor de faciliteitengemeenten. Volgens mij kan het hier niet om een fout of om toeval gaan: in mijn ogen gaat het hier duidelijk om moedwil. Niet enkel mijn partij of ikzelf zijn die mening toegedaan, de provincie Vlaams-Brabant is eveneens van mening dat De Lijn op dit vlak de verkeerde houding aanneemt. Gedeputeerde De Coninck heeft al aangekondigd dat het provinciebestuur van Vlaams-Brabant De Lijn en de minister hierover een brief zal sturen.
Ik zou hier nogmaals willen beklemtonen dat De Lijn de bevolking een totaal verkeerd signaal geeft. Ten gevolge van deze werkwijze worden de taalfaciliteiten als het ware tot heel Vlaanderen uitgebreid. De bussen in kwestie rijden immers niet enkel in de Vlaamse Rand, ze rijden tot in Leuven, Mechelen, Aalst, Dendermonde en Puurs. Eén lijn rijdt zelfs tot in Limburg.
Mevrouw de minister, bent u op de hoogte van de aanwezigheid van deze tweetalige brochures op bussen die tot ver in Vlaanderen rijden? Ik heb me laten vertellen dat op de lijn Leuven-Hoeilaart zelfs eentalig Franse brochures zijn verspreid. Welke stappen hebt u reeds gezet om er, rekening houdend met de taalwetgeving en naar analogie met het antwoord dat u in oktober 2004 hebt gegeven, voor te zorgen dat op de bussen van De Lijn louter eentalige brochures beschikbaar worden gesteld? Welke stappen hebt u al gezet om De Lijn op haar verantwoordelijkheden te wijzen?
De voorzitter: De heer Dehaene heeft het woord.
De heer Tom Dehaene: Mijnheer de voorzitter, mijn vraag om uitleg sluit aan bij de problematiek die mevrouw Michiels heeft geschetst. Zij heeft reeds veelvuldig naar het antwoord op mijn schriftelijke vraag hierover verwezen. Ik zal haar woorden niet herhalen.
Ik was eigenlijk vrij tevreden met het antwoord op mijn schriftelijke vraag. Ik was vooral tevreden met de timing die de minister toen heeft vooropgesteld. De eerste aanpassingen zouden zichtbaar zijn in augustus 2006. Blijkbaar is er niet gekozen voor de duurdere GPS-optie, maar voor een handmatige aanpassing van de opschriften, uiteraard zonder dat dit de veiligheid in het gedrang zou brengen.
Het lijkt me vooral belangrijk dat er een oplossing komt. Op termijn kan dan wel worden gezocht naar een meer gebruiksvriendelijke wijze om de opschriften aan te passen. Belangrijk is dat er zichtbare veranderingen komen in het straatbeeld, vooral in navolging van de bijkomende regeringsverklaring, waarin toch stond dat er heel wat aandacht moet gaan naar dat straatbeeld. We mogen dit dus niet minimaliseren. De Lijn moet de nodige inspanningen doen.
Mevrouw de minister, ik was dus tevreden, tot ik een paar dagen na het ontvangen van het antwoord via Belga vernam dat u weliswaar aan het advies tegemoet wilt komen, maar dat daarbij rekening moet worden gehouden met de kostprijs. Ik meende dat er al rekening was gehouden met die kostprijs en dat er een handmatig systeem was uitgewerkt. Dat u dit nogmaals in vraag hebt gesteld, baart me dus zorgen. Wat zal er nu gebeuren? Zal vanaf augustus daadwerkelijk een en ander zichtbaar zijn in het straatbeeld?
Via e-mail signaleert men me nog iets anders. Blijkbaar rijdt er op de lijn tussen Turnhout en Leuven een volledig Duitstalige bus rond. Dan heb ik het niet zozeer over de opschriften, maar in de bus zelf zou alles in het Duits zijn. Wie op de knop duwt om de bus te laten stoppen, krijgt een groen licht met daarop?Wagen h?lt´ te lezen. Die bus rijdt blijkbaar al verscheidene jaren op die lijn. Dit is al meermaals gesignaleerd aan De Lijn, maar blijkbaar weigert die instelling daarop te reageren. Het wordt dringend tijd dat De Lijn meer aandacht besteedt aan dit soort zaken.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, ik wil me even aansluiten bij de twee voorgaande sprekers. Als dat systeem wordt ingevoerd, zal het dan ook worden toegepast op de lijn 39b, die Voeren via Riemst verbindt met Tongeren? Hoewel de bussen van die lijn over eentalig Nederlandstalig gebied rijden, krijgen ze steeds de aanduiding?Voeren-Fourons´. Ik veronderstel dat, als dit systeem in en buiten Brussel wordt toegepast, het ook daar zal worden toegepast.
U hebt regelmatig overleg met collega´s als minister Daerden en minister Antoine, die, als ik me niet vergis, bevoegd is voor de TEC. Het blijkt dat de TEC in feite de taalwetgeving omgekeerd toepast. Ik kom al eens in de Voerstreek, als een wandelaar met goede bedoelingen. Ik stel daar vast dat de TEC weliswaar de kunst verstaat van het uithangen van keurige dienstregelingen, maar ook dat die eentalig Frans zijn. Ik vind dat de TEC net zo goed als wij de taalwetgeving moet respecteren.
Ten slotte heb ik de indruk dat het advies dat professor Boes destijds heeft opgesteld langzaam wordt verlaten. Klopt dat? Ik weet niet of u daar meer informatie over hebt. Ik heb begrepen dat de provincie Vlaams-Brabant inmiddels een advies heeft gevraagd aan een of andere professor van de Universiteit Gent. Die zou dat advies van professor Boes opnieuw moeten bekijken. Ik verwijs in dat verband naar het advies vanwege de verenigde afdelingen van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht over dienstregelingen, bijvoorbeeld in Linkebeek. Volgens Boes moesten die uitsluitend in het Nederlands zijn opgesteld. De faciliteiten zijn immers uitdovend, aldus Boes. De verenigde afdelingen zouden professor Boes echter toch niet volgen in zijn redenering.
De voorzitter: De heer Tack heeft het woord.
De heer Erik Tack: Ook ik wil me aansluiten bij de voorgaande sprekers. Ik stel vast dat dit euvel niet alleen bestaat in Vlaams-Brabant en Limburg, maar ook in Oost-Vlaanderen. Zo zijn er de buslijnen van De Lijn die naar Ronse rijden, die, zoals u ongetwijfeld weet, een Vlaamse faciliteitenstad is. Toch staat er bij de aanduidingen van De Lijn heel vaak?Ronse-Renaix´ te lezen. Ik vraag me af waarom dit zou moeten. Ronse is immers een Vlaamse stad. Er is dus helemaal geen reden om die aanduidingen in het Frans te geven, zeker als we bedenken dat de bussen uitsluitend over Vlaams grondgebied rijden.
Ik stel ook vast dat de TEC-bussen die in Ronse aankomen alleen?Renaix´ als opschrift van eindbestemming hebben. We kunnen er dus zeker op aandringen bij De Lijn dat de aanduiding alleen nog?Ronse´ zou vermelden.
De voorzitter: Minister Van Brempt heeft het woord.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer de voorzitter, ik zal trachten een en ander te verduidelijken in verband met de aantijgingen dat De Lijn op de solotoer zou gaan of er een beleid op zou nahouden dat niet strookt met de diverse bestaande adviezen.
De Lijn heeft tot nu toe steeds rekening gehouden met de adviezen van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, en die ook steeds consequent toegepast. Zo was er de permanente visie dat de buslijnen die zowel het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest als het Vlaamse Gewest aandoen als een gewestelijke dienst moeten worden beschouwd. De Vaste Commissie voor Taaltoezicht zegt in meerdere adviezen:?Een dergelijke gewestelijke dienst valt, volgens artikel 35, paragraaf 1 van de geco?rdineerde wetten op het gebruik van de talen in de bestuurszaken, onder dezelfde regeling als de plaatselijke diensten die in Brussel-Hoofdstad gevestigd zijn´.
Een filmaanduiding is in de zin van de taalwetgeving een mededeling aan het publiek, en moet in overeenstemming met artikel 18 dus in het Nederlands en in het Frans gebeuren. Het klopt dat de Nederlandstalige afdeling van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht onlangs een nieuw advies met betrekking tot het gebruik van lijnfilmen heeft geformuleerd. In dit advies nummer 37.134 bepaalt de afdeling:?De bedoelde buslijnen doen gemeenten aan uit Brussel-Hoofdstad en uit het Nederlandse taalgebied. Het zijn derhalve gewestelijke diensten in de zin van artikel 35, paragraaf 1, b. Zij vallen onder dezelfde taalregeling als de plaatselijke diensten die gevestigd zijn in Brussel-Hoofdstad. De trajectaanduidingen op de lijnbussen moeten worden beschouwd als berichten en mededelingen bestemd voor het publiek. Overeenkomstig artikel 18 worden deze berichten in casu gesteld in het Nederlands en in het Frans. De Vaste Commissie voor Taaltoezicht, Nederlandse afdeling, is dan ook van oordeel dat de afwisselende aanduiding Brussel-Noord -Bruxelles Nord niet strijdig is met de geco?rdineerde taalwetten, wanneer de bussen zich bevinden op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of dat van een randgemeente. Zij is evenwel van oordeel dat het technisch mogelijk is de alternerende Nederlands-Franse aanduiding op het grondgebied van de homogene Nederlandstalige gemeenten te vervangen door de uitsluitend in het Nederlands gestelde aanduiding Brussel-Noord.´
De Lijn heeft op basis van dit advies onmiddellijk onderzocht op welke wijze hieraan kan worden voldaan. De vraagstellers hebben reeds aangehaald dat eerst werd nagegaan of dat mogelijk is op basis van GPS. Dat is op lange termijn haalbaar en misschien ook betaalbaar, maar vandaag is dat op korte termijn technisch niet invoerbaar. Daarom werd gezocht naar een handmatig systeem, door de chauffeur te bedienen, doch zonder dat de dienstverlening aan de klanten of de algemene veiligheid in het gedrang zouden komen. Een en ander is technisch ontwikkeld, zodat de installatie binnenkort kan aanvangen.
De bussen zullen op ritten naar het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest tweetalige of alternerende opschriften dragen als zij zich bevinden op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de randgemeenten, en ze zullen uitsluitend Nederlandstalige opschriften dragen als ze zich bevinden op het grondgebied van de homogene Nederlandstalige gemeenten.
Op de ritten van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest naar Vlaanderen behoudt De Lijn haar bestaande werkwijze om reeds bij vertrek de Nederlandse naam van de eindbestemming, zoals Leuven, Halle of Aalst te gebruiken. Aangezien de nodige materialen moeten worden besteld, dit werk door gespecialiseerde technici moet worden uitgevoerd, de programmatie van de elektronische filmen moet gebeuren, terwijl alle bussen dagelijks in dienst moeten blijven - er zijn spijtig genoeg heel weinig reservebussen omwille van redenen van exploitatie -, is het maar mogelijk om in de loop van augustus 2006 de eerste aanpassingen effectief uit te voeren.
De vaststelling dat er tweetalige uurroosters kunnen worden verkregen op de bussen van De Lijn is correct. De Lijn Vlaams-Brabant houdt zich inzake taalgebruik strikt aan de taalwetgeving en aan de uitspraken van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Lijnen met reiswegen die het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de randgemeenten en de taalgrensgemeenten aandoen, hebben volgens de wet een taalgemengd karakter over de volledige lengte van de lijn. Op deze lijnen zijn dus bij de chauffeur en/of via de folderhouders tweetalige busboekjes te verkrijgen.
De vaststelling dat er eentalig Franse brochures aanwezig waren op deze strikt eentalige busdienst is correct. Het verspreiden van eentalige Franse brochures is bij De Lijn Vlaams-Brabant aan zeer strenge regels onderworpen. De medewerkers van De Lijn hebben uitdrukkelijk de opdracht om Franstalige folders enkel ter beschikking te houden op lijnen met een gemengd taalregime én enkel uit te reiken op uitdrukkelijk verzoek van de Franstalige klant door de chauffeur, en niet via de folderhouders.
De autobussen uit deze regio voeren zowel de ritten uit op lijnen met een eentalig regime als op lijnen met een gemengd taalregime omwille van redenen van exploitatie. De Lijn vermoedt dat Franstalige klanten de via de chauffeur bekomen informatiefolders na inzage in de folderhouder hebben geplaatst, zodat ongewild werd afgeweken van de uitdrukkelijke instructies. De Lijn heeft de lokale leidinggevende nogmaals attent gemaakt op de geldende richtlijnen en gevraagd toe te zien op het strikte karakter en de strikte reglementering hiervan.
Het geval van de Duitstalige bus Turnhout-Leuven zal ik nakijken. Het is absoluut het allereerste wat ik daarvan hoor. Ik zal u daarover inlichten.
Of het nu gaat over Voeren-Fourons of Ronse-Renaix, daar gelden dezelfde regels die ik daarnet heb aangestipt. Ook wat dat betreft, zal ik nogmaals strikte orders geven om de wetgeving en de adviezen heel duidelijk toe te passen.
U weet dat ik niet bevoegd ben over de TEC en me daar niet rechtstreeks in kan mengen. Ik wil wel onderzoeken wat ik kan doen. Ik vermoed echter dat de snelste en meest efficiënte weg is om via het lokaal bestuur een klacht aanhangig te maken. Ik zal nagaan wat eventueel vanuit mijn bevoegdheid, al dan niet in de interministeriële conferentie of andere overlegorganen, mogelijk is. Het is evident dat de TEC voor deze aangelegenheden onder hetzelfde regime valt als de Lijn.
De voorzitter: Mevrouw Michiels heeft het woord.
Mevrouw An Michiels: Mevrouw de minister, ondanks het feit dat ik uw antwoord eigenlijk had verwacht, na de vele schriftelijke vragen die ik hierover al heb gesteld, ontgoochelt het me nog. U verstopt zich weer eens achter die dooddoeners die we ook in het verleden steeds hebben gehoord: we respecteren de taalwetgeving, het zijn tweetalige bestemmingen enzovoort. De vraag die ik me daarbij stel, is welke waarde u nog hecht aan de bijkomende regeerverklaring waarin zeer duidelijk wordt gesteld dat we in de Vlaamse Rand alle mogelijke moeite zouden doen om een Vlaams beleid te voeren.
Als er intussen één symbooldossier is gegroeid, is het wel dat van De Lijn. Ik zou verwachten van een overheid die zich engageert om in de Vlaamse Rand een Vlaams beleid te voeren, dat ze hier prioritair werk van zou maken en desnoods zoekt naar een manier om de taalwetgeving zodanig toe te passen dat ze eens in ons voordeel uitdraait. Het lukt wel bij de TEC, dat is dan in ons nadeel, want die bussen rijden eentalig en niet alleen op de plaatsen die de heer Peumans signaleerde, maar tot in Vilvoorde. Waarom kunnen wij dat zo niet doen? Mijn belangrijkste vraag is welke waarde de bijkomende regeerverklaring, namelijk dat we extra aandacht zouden besteden aan het Vlaams karakter, nog heeft als zelfs in een dergelijk geval niet meer moeite kan worden gedaan dan ons verstoppen achter zinnen als: we zijn ermee bezig - dat horen we al van in 2003 -, we onderzoeken het, alles is in orde want er zijn weinig of geen klachten. (Opmerking van minister Kathleen Van Brempt)
Dat is één ding, namelijk de bestemmingsaanduidingen, maar bij de tweetalige bestemmingen maakt u een bocht van 180 graden bij wat u me in oktober 2004 hebt geantwoord. Toen hebt u me stellig verzekerd dat er geen tweetalige formulieren of uurroosters te verkrijgen zijn tenzij er expliciet om wordt gevraagd. Nu zegt u dat ze overal mogen blijven liggen, want het is een lijn die ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest aandoet.
Minister Kathleen Van Brempt: Denkt u dat ik de tijd heb om elke bus te controleren en als een klant een tweetalig uurrooster achterlaat, het opnieuw in de juiste houder te plaatsen? De Lijn doet wat ze kan en dat wordt gecontroleerd.
Mevrouw An Michiels: Dit was geen geval van achterlaten. Hier werd een pak formulieren neergelegd.
Minister Kathleen Van Brempt: Dan zal dat een menselijke fout zijn.
Mevrouw An Michiels: Een menselijke fout? Elke dag? Op elke bus die die lijnen aandoet?
Minister Kathleen Van Brempt: Dat zal een menselijke fout geweest zijn. Ik heb u al gezegd dat er nog eens duidelijke instructies gegeven zijn aan de leiding van De Lijn Vlaams-Brabant. Ik ga ervan uit dat die worden opgevolgd. Dat is geen bocht van 180 graden.
De heer Tom Dehaene: Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Het was bijna woordelijk hetzelfde als het antwoord op mijn schriftelijke vraag. Ik ben tevreden omdat de maatregel voor augustus 2006 wordt bevestigd. Ik veronderstel dat we vanaf dan zullen merken dat het de minister en De Lijn menens is. Het draagt bij aan het Vlaamse karakter en straatbeeld van de gemeenten in en rond Brussel.
De lijn Turnhout-Leuven is buslijn 304.
Minister Kathleen Van Brempt: Mijnheer Peumans, de minister van Binnenlandse Aangelegenheden buigt zich over het advies-Boes. Hij heeft een extra advies aangevraagd. Ik heb met hem afgesproken dat wij ons uiteraard zullen houden aan de nieuwe richtlijnen. Ik denk dat u zich het best tot hem richt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.